Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Noordoostpolder

Verordening commissie bezwaarschriften Noordoostpolder

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Noordoostpolder
Officiële naam regelingVerordening commissie bezwaarschriften Noordoostpolder
CiteertitelVerordening commissie bezwaarschriften Noordoostpolder
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, 149
  2. Algemene wet bestuursrecht, art. 7:13
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-12-201001-12-2014Nieuwe regeling

11-11-2010

Gemeenteblad 158, Flevopost 24-11-2010

2010-16532

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening commissie bezwaarschriften Noordoostpolder

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Noordoostpolder;

ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

B E S L U I T E N :

Vast te stellen de volgende verordening

Verordening commissie bezwaarschriften Noordoostpolder

HOOFDSTUK 1. BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    verwerend orgaan: het bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen.

  • b.

    commissie: vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften.

  • c.

    wet: wet van 4 juni 1992 (Stbl, 1992, 315) houdende algemene regels bestuursrecht (Algemene wet bestuursrecht).

HOOFDSTUK 2. DE BEHANDELING VAN DE BEZWAARSCHRIFTEN

Paragraaf 1. de commissie

Artikel 2. Inleidende bepaling
  • 1. Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren als bedoeld in artikel 1:5 van de wet tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester.

  • 2. De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van:

    a. gemeentelijke belastingverordeningen;

    b. de Wet waardering onroerende zaken;

    c. personeelsaangelegenheden.

  • 3. De commissie bestaat uit een voorzitter en een genoegzaam aantal vice-voorzitters, leden en plaatsvervangende leden. De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

  • 4. De voorzitter en de (plaatsvervangende) leden van de commissie maken geen deel uit van, of zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente Noordoostpolder.

  • 5. De voorzitter en de (plaatsvervangende) leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

Artikel 3. Behandeling in kamers
  • 1. De commissie splitst zich op in twee kamers, namelijk een kamer Algemene zaken en een kamer Sociale zekerheid die worden belast met de behandeling van bezwaarschriften op die terreinen.

  • 2. Elke kamer bestaat uit ten minste drie leden:

    • a

      een voorzitter overeenkomstig artikel 7:13 van de wet, zijnde de voorzitter of één van de leden van de commissie, uit haar midden aangewezen;

    • 2.

      en minste twee andere leden, door de commissie aangewezen uit haar midden.

  • 3. Met betrekking tot de werkwijze van de kamers is het bepaalde in deze verordening zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 4. Secretaris
  • 1. De secretaris van de commissie en haar kamers is een door het college aangewezen ambtenaar.

  • 2. Het college wijst tevens één of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

Artikel 5. Zittingsduur
  • 1. De voorzitter en de (plaatsvervangende) leden van de commissie treden af op de dag van het aftreden van de raad.

  • 2. De voorzitter en de (plaatsvervangende) leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen.

  • 3. De aftredende voorzitter en de aftredende (plaatsvervangende) leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Paragraaf 2. procedure

Artikel 6. Ingediend bezwaarschrift
  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

  • 3. Bij het bericht van ontvangst als bedoeld in artikel 6:14 van de wet wordt vermeld dat een commissie over de bezwaren zal adviseren.

Artikel 7. Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de wet worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie:

  • a.

    artikel 2:1, tweede lid;

  • b.

    artikel 6:6, voor wat betreft het de indiener stellen van een termijn waarbinnen het verzuim in de zin van niet voldoen aan de vereisten als gesteld in artikel 6:5 van de wet, kan worden hersteld;

  • c.

    artikel 6:17, voorzover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;

  • d.

    artikel 7:4, tweede lid;

  • e.

    artikel 7:6, vierde lid.

Artikel 8. mediation

De secretaris kan in overleg met de voorzitter van de commissie onderzoeken of het bezwaar in der minne kan worden bijgelegd en daartoe de nodige handelingen verrichten.

Artikel 9. Vooronderzoek
  • 1. De voorzitter van de commissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 10. Hoorzitting
  • 1. De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2. De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb.

  • 3. Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

Artikel 11. Uitnodiging zitting
  • 1. De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2. Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk tien dagen voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid.

Artikel 12. Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden, onder wie in elk geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

Artikel 13. Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 14. Openbaarheid zitting
  • 1. De zitting van de commissie is openbaar.

  • 2. De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of één van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3. Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

  • 4. De zitting van de commissie vindt achter gesloten deuren plaats wat betreft bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van sociale zekerheidswetgeving.

Artikel 15. Schriftelijke verslaglegging
  • 1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3. Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 16. Nader onderzoek
  • 1. Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo'n verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 17. Raadkamer en advies
  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 3. Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

  • 4. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

  • 5. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 6. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 18. Uitbrengen advies en verdaging
  • 1. Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 15 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2. Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van tien weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, van de Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het verwerend orgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

HOOFDSTUK 3. SLOTBEPALINGEN

Artikel 19. Intrekking oude regelingen

De Verordening commissie bezwaarschriften Noordoostpolder, vastgesteld op 24 janurari 2008 wordt ingetrokken.

Artikel 20. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 december 2010.

Artikel 21. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening commissie bezwaarschriften Noordoostpolder.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 11 november 2010

De voorzitter, De griffier,

De burgemeester, De secretaris,

De burgemeester,