Organisatie | Zandvoort |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Integraal Veiligheidsplan 2015-2018 - Samen naar een veiliger Zandvoort |
Citeertitel | Integraal Veiligheidsplan 2015-2018 - Samen naar een veiliger Zandvoort |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-06-2015 | nieuwe regeling | 16-12-2014 Elektronisch gemeenteblad, 11-06-2015 | 2014/10/002206 |
Waarom een Integraal Veiligheidsplan?
Veiligheid is een belangrijke voorwaarde voor een prettige leefomgeving. Veel partijen hebben hier invloed op, zoals ondernemers, maatschappelijke organisaties, politie en het Openbaar Ministerie en natuurlijk de inwoners zelf. De regie hierop is de verantwoordelijkheid van de gemeente, maar we kunnen het niet alleen. We vragen dan ook van onze inwoners en van onze professionele partners dat ze actief meewerken aan het realiseren van een veilig en leefbaar Zandvoort.
Om de regie te kunnen uitvoeren is een Integraal Veiligheidsplan onmisbaar.
Doel: het verbeteren van de veiligheid
In het in 2014 gesloten coalitieakkoord is het volgende opgenomen:
Verhogen van de veiligheid van bewoners en bezoekers op straat en in de leefomgeving en ernstige vormen van (horeca)overlast en onveiligheid voorkomen.
Wat we daardoor in Zandvoort willen bereiken is een:
Wij willen dat onze inwoners veilig zijn en zich veilig kunnen voelen: samen naar een veiliger Zandvoort. Het doel van dit Integraal Veiligheidsplan is dat we met de verschillende partners op het gebied van veiligheid afspreken hoe we dit kunnen bereiken de komende vier jaar. We beschrijven in dit plan wat onze missie en doelstellingen zijn. Vervolgens geven we op hoofdlijnen aan hoe de aanpak en de organisatie daarvan eruit zien. Dit doen we op basis van een analyse van de lokale veiligheidssituatie.
Basis voor het Integraal Veiligheidsplan
De basis voor het Integraal Veiligheidsplan is de Veiligheidsanalyse Zandvoort 2014. Hierin zijn de veiligheidscijfers 2013, rapportages en analyses van de politie en uitkomsten van de veiligheidsmonitor 2011 en 2014 verwerkt. Daarbij is gekeken naar actuele ontwikkelingen in de gemeente en landelijke ontwikkelingen op het gebied van veiligheid. In de Veiligheidsanalyse zijn speerpunten bepaald die door de raad op 24 juni 2014 zijn vastgesteld.
De eenheid van de politie Noord Holland beslaat 38 gemeenten en 3 veiligheidsregio’s. De punten uit de lokale Integrale Veiligheidsplannen van alle 38 gemeenten dienen als basis voor het regionale beleidsplan van de politie Noord-Holland. In de Veiligheidsregio Kennemerland en de andere veiligheidsregio’s in Noord-Holland wordt op veiligheidsgebied samengewerkt met de andere gemeenten.
Op basis van dit Integraal Veiligheidsplan volgt jaarlijks een uitvoeringsplan waarin we onze doelen en prioriteiten uitwerken in concrete acties. Per prioriteit geven we aan wie wanneer welke acties onderneemt. Dit uitvoeringsplan is leidend maar biedt ook ruimte voor nieuwe ontwikkelingen en omstandigheden. In december 2014 is het uitvoeringsplan 2015 beschikbaar. Eind 2014 presenteren we het uitvoeringsplan 2015 en in 2015 wordt het uitvoeringsplan 2016 opgesteld.
In hoofdstuk 2 schetsen we een beeld van de huidige situatie in Zandvoort, waarna we in hoofdstuk 3 aangeven waar we heen willen. Vervolgens gaan we in hoofdstuk 4 in op onze prioriteiten en in hoofdstuk 5 beschrijven we de organisatorische borging.
2. Huidige situatie - Veiligheidsanalyse
Voor het bepalen van wat we de komende jaren willen bereiken is het belangrijk eerst en beeld te hebben van de situatie op dit moment. Hiervoor is de Veiligheidsanalyse opgesteld. Deze is in juni 2014 door de gemeenteraad besproken in aanwezigheid van de teamchef politie Kennemerkust en de beleidsofficier van justitie. Op 24 juni heeft de gemeenteraad de daarin opgenomen prioriteiten vastgesteld.
Naast de cijfers (objectief) is bij de prioriteitsbepaling ook de mate waarin inwoners van Zandvoort zich veilig voelen in de eigen buurt (subjectief) en de grote invloed op de persoonlijke levenssfeer van sommige misdrijven eveneens richtinggevend.
Voor de andere veiligheidsthema’s, naast de gekozen prioriteiten, geldt dat ze op huidige wijze kunnen worden voortgezet waarbij er aandacht is voor doorontwikkeling van de aanpak. Op het gebied van verkeersveiligheid wordt bijvoorbeeld geadviseerd om meer aandacht te besteden aan fietsers en scooters die rijden op de stoep en voertuigcriminaliteit.
Voor de crisisorganisatie geldt dat er meer wordt ingespeeld op zelfredzaamheid en dat er met kleinere en meer getrainde pools gewerkt gaat worden. Wat betreft de brandweerzorg wordt meer ingezet op eigen verantwoordelijkheid en het verkorten van de meldtijden.
Aandacht voor de instrumenten om veiligheidsproblemen aan te pakken is van belang. Op het gebied van burgerparticipatie kunnen nog slagen worden gemaakt. Bewoners en ondernemers hebben immers ook een eigen verantwoordelijkheid om er zorg voor te dragen dat zij veilig kunnen leven en ondernemen. Zij ontwikkelen daar steeds vaker zelf initiatieven voor. De gemeente kan nagaan hoe zij deze initiatieven meer kan ondersteunen of bewoners en ondernemers kan activeren om zelf actie te ondernemen.
Op het gebied van cameratoezicht kan de gemeente samen met ondernemers de grenzen opzoeken voor de inzet van particulier cameratoezicht.
Voor veel veiligheidsthema’s geldt dat informatie gestuurde samenwerking een verbetering kan zijn in de aanpak. Door een goede analyse en slimme koppeling van diverse gegevens kan gerichter op problematiek worden ingezet. De gemeente en haar partners kunnen op dit gebied nog verbeteringen doorvoeren.
Zandvoorters voelen zich niet onveiliger dan inwoners elders in Nederland
Uit de Veiligheidsmonitor 2014 blijkt dat inwoners van Zandvoort zich in het algemeen iets minder vaak onveilig voelen dan gemiddeld in Nederland. De inwoners van de gemeente Zandvoort achten de kans om slachtoffer te worden van inbraak, diefstal of mishandeling even hoog als in de rest van Nederland.
Als de cijfers sec worden bekeken lijkt het er op dat het aantal misdaden per inwoner hoger ligt dan in de rest van het land. De verklaring hiervoor is vooral het grote aantal jaarlijkse bezoekers dat niet wordt meegewogen in de aantallen per inwoner. Daarom wordt ook in de aanpak rekening gehouden met die bezoekers en wordt bijvoorbeeld in de zomer extra politie ingezet voor het strand en in de weekenden voor de horeca.
Als we kijken naar de Zandvoortse Veiligheidsanalyse 2014, gebaseerd op de cijfers 2013, vallen de volgende zaken op:
De veiligheidsbeleving in Zandvoort wijkt niet veel af van die in de regio en de rest van Nederland. Hieronder nog enkele relevante uitkomsten uit het inwonersonderzoek over veiligheid (Veiligheidsmonitor) dat begin 2014 is gehouden:
Uit de Veiligheidsmonitor 2014 blijkt dat de grootste bron van onveiligheidsgevoelens in de gemeente Zandvoort plekken zijn waar groepen jongeren rondhangen. Andere relatief vaak genoemde bronnen zijn bij uitgaansgelegenheden, in het centrum van de gemeente en bij het treinstation. Deze gevoelens verschillen niet met het landelijk gemiddelde. De uitkomst van het onderzoek in 2011 gaf eenzelfde beeld.
Aandeel bewoners dat zich wel eens onveilig voelt in de eigen buurt is met 16% vergelijkbaar met de regiogemeenten en zelfs iets lager dan in de rest van Nederland (19%). In 2011 was dit nog 18%. Opvallend is dat dit percentage hoger ligt in Zandvoort Noord. Dit geldt ook voor andere uitkomsten in de Veiligheidsmonitor.
Drie op de tien inwoners van Zandvoort voelen zich in het algemeen wel eens onveilig. Daarmee ligt het algemene onveiligheidsgevoel in de gemeente Zandvoort lager dan gemiddeld in Kennemerland en Nederland. Vergeleken met 2011 is deze groep wel groter geworden. Binnen de gemeente voelt men in Zandvoort-Noord zich iets vaker onveilig.
De meest genoemde vorm van sociale overlast wordt ervaren door dronken mensen op straat. Dit percentage ligt hoger dan in de regio en de rest van Nederland en wordt in Zandvoort-Noord het meest genoemd. Rondhangende jongeren wordt als tweede vorm van sociale overlast genoemd. Met 28% ligt dit overigens lager dan in de regio en de rest van Nederland.
In de Veiligheidsmonitor 2014 van Zandvoort zijn extra vragen gesteld die niet voorkwamen in de landelijke monitor maar wel in Edam-Volendam.
Achtergrond bij dit veiligheidsbeeld
Er zijn verschillende omstandigheden die bijdragen aan de cijfers en het veiligheidsbeeld.
Op dit moment worden ideeën ontwikkeld om meer samen te werken met inwoners en ondernemers om de leefbaarheid en veiligheid in het centrum van Zandvoort te bevorderen. De laatste jaren zijn er projecten geweest, zoals tegen jeugdoverlast, een strak horecasanctiebeleid om uitgaansoverlast tegen te gaan en voorlichting over woninginbraken. Het integraal veiligheidsbeleid is ontwikkeld en kan nog beter. We hebben hard gewerkt aan het verbeteren van het structureel overleg tussen de betrokken partners maar dit kan nog meer gericht worden op ‘voorkomen’ in plaats van ‘genezen’.
Onze missie is de zorg voor een veilige samenleving. Wij willen dat onze inwoners veilig zijn en zich veilig kunnen voelen: samen naar een veiliger Zandvoort. Daartoe willen wij de veiligheid van bewoners en bezoekers op straat en in de leefomgeving verhogen en ernstige vormen van (horeca)overlast en onveiligheid voorkomen.
Dit betekent dat we een afname van overlast en criminaliteit willen realiseren, en dat we goed naar onze inwoners luisteren en inspelen op waar zij last van hebben.
Wij vertalen onze missie in de volgende meetbare hoofddoelstelling:
Deze doelstelling is ambitieus, maar we gaan ervoor. We kunnen het echter niet alleen. Samen met inwoners en ondernemers en natuurlijk met onze professionele partners werken we aan een schoon, leefbaar en veilig Zandvoort.
Om dit te bewerkstelligen gaan we uit van onze basiswaarden:
Prioriteiten voor de periode 2015-2018
Op basis van de veiligheidsanalyse, onze missie en visie, en de afstemming met onze partners, heeft de gemeenteraad de volgende prioriteiten vastgesteld:
Op deze prioriteiten ligt voor de komende jaren de focus van ons integraal veiligheidsbeleid.
Een veiligheidsbeleid waar wij gezamenlijk met onze inwoners en ondernemers aan willen werken. Ook de partners stemmen hun beleid af op deze prioriteiten en werken samen met ons aan een sluitende aanpak van veiligheidsproblemen binnen deze thema’s.
Naast deze prioriteiten zetten we onze activiteiten op het gebied van andere thema’s voort, voeren we wettelijke taken uit, en reageren we op incidenten en urgente vragen vanuit de samenleving.
Hieronder volgt per prioriteit de aanpak op hoofdlijnen. De specifieke activiteiten en inspanningen van de diverse partners vermelden we in het uitvoeringsplan.
Geweld is de zwaarste vorm van criminaliteit. Het heeft enorme gevolgen voor slachtoffers en hun omgeving. De ingrijpende en veelal onverwachte gebeurtenis tast direct het persoonlijke veiligheidsgevoel aan. Ook het veiligheidsgevoel van de naaste omgeving van het slachtoffer zoals partner, kinderen, familie, vrienden en buren wordt indirect negatief beïnvloed. De maatschappelijke onrust en afschuw over allerlei vormen van geweld, zoals uitgaansgeweld, huiselijk geweld en geweld tegen medewerkers met een publieke taak, is groot. Geweld behoort dan ook tot de zogenoemde ‘high impact crimes’.
Geweld komt voor in twee domeinen, namelijk het (semi-) publieke en het private domein. Onder het (semi-) publieke domein verstaan we delicten als bedreiging, mishandeling en openlijke geweldpleging. Deze delicten komen vooral voor op straat, in het uitgaansleven, op het werk en op school. Onder het private domein, dat zich afspeelt in de huiselijke sfeer, valt het delict huiselijk geweld.
Werknemers met een publieke taak kunnen te maken krijgen met agressie en geweld tijdens het uitvoeren van hun werkzaamheden. Dat geldt voor onze gemeente, maar ook voor de organisaties met een publieke taak in onze gemeente. Agressie en geweld kunnen niet alleen grote persoonlijke gevolgen hebben voor medewerkers en politieke ambtsdragers, maar ook een goede uitoefening van hun taak in de weg staan.
Het aantal incidenten met gestoorde / overspannen personen is verdubbeld ten opzichte van 2012 (108 in 2013). In Zandvoort, evenals in de andere gemeentes van het werkgebied, is er een stijging van dergelijke incidenten. Veel van deze incidenten hebben steeds betrekking op dezelfde overlast gevende personen. Het komt steeds vaker voor dat voor deze personen, vooral bij drank- en drugsgebruik, geen opvang beschikbaar is in de geestelijke gezondheidszorg.
Opvallend is het stijgend aantal incidenten burenruzies. Wat de oorzaak hiervan is, is niet goed in te schatten. De economische crisis kan er toe bijdragen dat men vaker thuis zit door bijvoorbeeld werkloosheid waardoor men zich meer gaat storen aan overlast door burengerucht en dergelijke. In sommige straten wordt door meerdere bewoners overlast ervaren van een of twee personen. Wat eveneens een rol speelt is dat men zich steeds vaker tot politie en gemeente wendt om problemen met buren op te lossen.
Veel van de geweldsdelicten in Zandvoort zijn horeca gerelateerd. De zwaarte van deze incidenten lijkt toe te nemen. Maatregelen om dit geweld tegen te gaan komen terug bij de prioriteit horeca- en evenementenveiligheid.
Bij complexe sociale casuïstiek is vaak sprake van een combinatie van psychische-, verslavings-, financiële en veiligheidsproblemen. Bij ernstige overlast of een dreiging van gevaar voor direct betrokkenen en/of de omgeving wordt de afweging gemaakt om drang en/of dwang toe te passen. Uitgangspunt is dat altijd eerst op basis van drang wordt geprobeerd om personen hun eigen verantwoordelijkheid te laten nemen. Dwang is in principe een uiterste maatregel.
De Wet Tijdelijk Huisverbod biedt de mogelijkheid om daders van huiselijk geweld of bij dreiging van huiselijk geweld een huisverbod van maximaal 28 dagen op te leggen. In het kader van een huisverbod wordt altijd hulpverlening in gang gezet om de situatie voor beide partijen te verbeteren en herhaling te voorkomen. In 2013 is vier keer een huisverbod van tien dagen opgelegd aan totaal drie personen. Een keer is het huisverbod verlengd. Bij huiselijk geweld is vaak sprake van verslavingsproblematiek (alcohol, drugs of gokken) in combinatie met financiële problemen.
Bij ernstige misdragingen zoals het plegen van geweld, kan de burgemeester een gebiedsontzegging opleggen voor ten hoogste 12 weken met de mogelijkheid van een verlenging met 12 weken. In 2013 is één gebiedsontzegging opgelegd wegens ernstige overlast. Dit gebiedsverbod is ingetrokken na een rechtszitting.
Zandvoort neemt deel aan de pilot bestuurlijke informatie justitiabelen. Hierbij gaat het om het verstrekken van informatie aan burgemeesters over vrijkomende gedetineerden die ernstige gewelds- en zedendelicten gepleegd hebben om maatschappelijke onrust te voorkomen. Dit is belegd bij het coördinatiepunt nazorg ex-gedetineerden in het Veiligheidshuis.
Het Veiligheidshuis is een netwerksamenwerkingsverband om complexe problematiek aan te pakken. Doel van de samenwerking is in eerste instantie het terugdringen van overlast, criminaliteit en huiselijk geweld. Het Veiligheidshuis Kennemerland zorgt binnen de regio voor afstemming tussen partners uit de justitiële keten, de veiligheidsketen en de zorgketen. De rol van de gemeente in het Veiligheidshuis is de afgelopen jaren veranderd van deelnemer naar regievoerder.
Het Openbaar Ministerie is in 2012 gestart met de ZSM-aanpak (Zo Spoedig, Slim, Simpel, Samen Mogelijk). In de ZSM-werkwijze wordt na aanhouding van een verdachte zo spoedig mogelijk een beslissing genomen over het afdoeningstraject. Deze aanpak moet goed aansluiten op de aanpak van het Veiligheidshuis.
Buurtbemiddeling[1] is een professionele organisatie in een netwerk met politie, woningcorporaties, gemeente en welzijnsorganisaties, betaald door de gemeente en De Key. De inzet wordt gepleegd door buurtbewoners; vrijwilligers uit de eigen gemeente. Voor bewoners is het gratis. Het komt echter nog vaak voor dat men buurtbemiddeling weigert en stelt dat de problemen al te groot zijn. Het is daarom van belang om in een vroeg stadium door te verwijzen naar Buurtbemiddeling zodat een escalatie wordt voorkomen. Maar vooral ook om de mensen te wijzen op hun eigen verantwoordelijkheid problemen op te lossen.
Burgernet[2] en andere sociale media worden in Zandvoort ingezet om daders van (gewelds)delicten snel op te sporen met behulp van inwoners.
[1] Buurtbemiddeling: www.meerwaarde.nl/informatie_advies/conflicten_met_de_buren
Toelichting op de indicatoren geweld en gestoorde/overspannen personen
In 2013 was het aantal geweldsdelicten lager dan in voorgaande jaren. Bovendien willen wij stimuleren dat mensen aangifte doen van geweld wat juist tot een toename kan leiden. Een verdere verlaging is daarom niet realistisch maar wel streven wij ernaar het aantal in 2013 niet te overschrijden.
De verwachting is dat het aantal gestoorde/overspannen personen verder toeneemt doordat steeds minder mensen worden opgenomen in gespecialiseerde instellingen. Om deze reden is het streefgetal in 2018 gelijk het aantal in 2013.
Toelichting op de indicatoren Veilige Publieke Taak (VPT)
De doelstelling - Geweld tegen werknemers met een publieke functie: Veilige Publieke Taak (VPT) is nog in ontwikkeling omdat de indicatoren hiervoor op dit moment nog niet goed meetbaar zijn. Het uiteindelijk doel is: minder VPT gerelateerde incidenten.
De toekomstige indicatoren hiervoor zijn:
Aanpak en samenwerking met partners
Omdat geweld een enorme impact heeft op mensen, is de aanpak van geweld een grote prioriteit van de gemeente, de politie, het OM en alle andere veiligheidspartners. Het thema geweld wordt derhalve ook op de schaal van de politie-eenheid voortvarend opgepakt en staat in het regionale beleidsplan 2015-2018.
Wij voeren de acht landelijke VPT maatregelen (gebaseerd op de landelijke acht VPT maatregelen[3]) uit en stimuleren ook andere lokale werkgevers met een publieke taak om VPT maatregelen te nemen. Daarnaast voeren wij de leidraad of het protocol Bedreigingen, agressie en geweld tegen politieke ambtsdragers in en gaan deze naleven.
[3] Zie ook www.evpt.nl en www.hetccv.nl/vpt
In Kennemer Kust vinden wekelijks gerichte inbraken surveillances plaats waarbij politiemensen opvallend en onopvallend in de wijk surveilleren. Ook wordt een ANPR auto ingezet (Automatic NumberPlate Recognition ofwel een voertuig met herkenningsapparatuur voor ‘bekende' kentekens). Dit gebeurt op tijden en locaties waar woninginbraken te verwachten zijn.
Tijdens de donkere (winter)dagen van het jaar worden diverse ‘wijk-op-slot' acties gehouden en blijft de gerichte woninginbraken surveillance van kracht. Tijdens de surveillance worden regelmatig aanhoudingen verricht op grond van de Algemene plaatselijke verordening (in bezit hebben van inbrekerswerktuigen). Het verhoogt niet direct het oplossingspercentage, maar draagt wel bij tot het voorkomen van woninginbraken.
In het Veiligheidshuis is een aanpak High Impact Crime ontwikkeld. Dit is een persoonsgerichte aanpak op basis van een overzicht van overvallers en woninginbrekers (plegers High Impact Crimes) van de politie. In het Veiligheidshuis worden door de gezamenlijke partners individuele scenario’s voor straf en zorg opgesteld in samenspraak met direct betrokken professionals. Onderdeel van de aanpak is dat de betreffende persoon een brief krijgt van de burgemeester waarin staat dat hij (of zij) nauwlettend in de gaten wordt gehouden en waarin wordt aangegeven dat ondersteuning mogelijk is als hij (of zij) bereidt is zijn leven te beteren.
In Zandvoort-Noord is in 2013, op initiatief van de bewoners en met medewerking van politie en gemeente, een bewonersbijeenkomst woning inbrakenpreventie gehouden. In april 2014 is een voorlichtingsavond woninginbraken georganiseerd door politie en gemeente voor Zandvoort Zuid. Ongeveer 90 bewoners hebben deze avond bezocht.
Vanuit het Rijk zijn er doelstellingen geformuleerd om het aantal inbraken te verminderen en zijn er extra middelen beschikbaar gesteld voor nieuwe aanpakken. Op regionaal niveau wordt de aanpak woninginbraken geïntensiveerd onder andere door het inzetten van een buurtauto inbraakpreventie in heel Noord Holland. In augustus 2014 is deze buurtauto voor het eerst ingezet in Zandvoort. In de loop van het jaar volgen meer bezoeken van de buurtauto.
Burgerparticipatie is een ander thema waar de gemeente op inzet. In 2013 heeft Zandvoort meegedaan aan de landelijke campagne om meer deelnemers te werven voor Burgernet. Deze actie heeft voor Zandvoort vanaf september een toename van 260 deelnemers aan Burgernet opgeleverd. Eind 2013 waren er 991 deelnemers in Zandvoort. Dit is ongeveer 6% van het inwoneraantal.
Aanpak en samenwerking met partners
Door gerichte voorlichting willen wij het bewustzijn van onze inwoners vergroten. Het sturen van waarschuwingsbrieven aan bewoners van getroffen straten en de directe omgeving met tips om inbraken tegen te gaan is een van de manieren waarop wij dit zullen doen. Een andere manier is een actiever gebruik van de plaatselijke pers voor de berichtgeving over bijvoorbeeld woninginbraken.
Het aantal grootschalige en risicovolle evenementen neemt toe. Er wordt nauw samengewerkt met de hulpverleningsdiensten om deze evenementen goed voor te bereiden en te begeleiden. Aanpassing van het huidige evenementenbeleid aan de nieuwe regelgeving in de Algemene plaatselijke verordening (Apv) is gewenst zodat er meer duidelijkheid komt over de veiligheidseisen die aan de organisatoren worden gesteld.
Wanneer iemand zich ernstig misdraagt in de horeca, bijvoorbeeld door gewelddadigheid of bedreigingen, kan de horecaondernemer hem of haar de toegang ontzeggen. De afspraak is dat er dan via de Koninklijke Horeca Nederland, afdeling Zandvoort, ook een collectieve horecaontzegging wordt opgelegd en dat de burgemeester vervolgens een gebiedsontzegging oplegt. Alles met het doel verdere overlast en escalatie te voorkomen en daarbij een signaal af te geven dat misdragingen niet getolereerd worden.
In 2013 is geen collectieve horecaontzegging opgelegd. De horecaondernemers geven zelf aan dat zij het voldoende vinden overlastgevers in hun eigen café te weren en zich niet verantwoordelijk te voelen voor wat er bij anderen of elders in het dorp gebeurt. Wel heeft de burgemeester één keer een gebiedsontzegging opgelegd voor een horecabezoeker vanwege mishandeling en bedreiging van politie agenten.
Bij meldingen van geluidsoverlast worden door ambtenaren geluidsmetingen verricht. Hiervoor bestaat een piketdienst zodat men ook ’s nachts en in het weekend de gemeente kan bellen bij geluidsoverlast van de horeca. Bij geluidsovertredingen wordt gehandhaafd op grond van de Wet milieubeheer. Wanneer de geluidsoverlast leidt tot een verstoring van de openbare orde kan het sanctiebeleid drank en horeca worden toegepast zoals dit ook gebeurt bij andere overtredingen door de horeca. In aanvulling op een boete kan de burgemeester, in plaats van bijvoorbeeld een dwangsom, de horeca-inrichting tijdelijk sluiten op basis van het sanctiebeleid drank en horeca.
In 2013 zijn er 44 geluidsmeldingen tijdens de piketdienst binnengekomen, 21 keer is men ter plaatse gaan kijken. Slechts in 8 gevallen is een meting verricht, waarvan er in 4 gevallen een sanctie is opgelegd. Het kan zijn dat de geluidsoverlast al gestopt was toen men op de overlastplek arriveerde (minimale reistijd is een half uur) of men kon niet meten door andere verstorende omgevingsgeluiden of de beller stond niet toe dat men in de woning ging meten.
In 2013 is het horecasanctiebeleid 18 keer toegepast. In 11 gevallen is een waarschuwing gegeven en 7 keer is daadwerkelijk een sanctie toegepast in de vorm van vervroegde sluiting of (in een geval) tijdelijke sluiting voor 2 weken. De overtredingen betroffen 8 keer de sluitingstijden, 1 keer geweld, 5 keer geluid en 6 keer (waarvan 2 keer in combinatie met een andere overtreding) betrof het overige overtredingen zoals exploiteren zonder vergunning of het niet aanwezig zijn van een leidinggevende.
Op het gebied van veilig ondernemen kunnen de ondernemers gebruik maken van de diensten van het Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing (RPC)[6]. In het RPC werken overheid, politie én ondernemers samen aan de beheersing van criminaliteit (Samen Veilig Ondernemen). De ondernemers kunnen voorlichting krijgen hoe criminaliteit te voorkomen in de onderneming, een gratis veiligheidsscan laten maken of deelnemen tegen lage tarieven aan trainingen. Zo is er in 2013 een overvaltraining geweest voor horecaondernemers gecombineerd met identiteitsherkenning. In 2014 wordt een cursus identiteitsherkenning worden georganiseerd voor de para commerciële instellingen.
Bij vermoedens dat vergunningen misbruikt worden voor het plegen van strafbare feiten of het witwassen van geld wordt de Wet Bibob (Wet ter Bevordering Integriteit Beoordelingen door het Openbaar Bestuur) door de burgemeester toegepast. In 2013 is de wet Bibob formeel niet toegepast maar is wel één keer een vergunning geweigerd omdat er antecedenten bij de politie bekend waren. In een ander geval is de vergunningaanvraag door de aanvrager ingetrokken na antecedentenonderzoek.
In Zandvoort hangen 5 camera’s in de openbare ruimte in het centrum. Dit betreft een proef waarvan de termijn is verstreken. Het is nog niet bekend of het cameratoezicht op de lange wordt voortgezet. Naast diverse opgeloste zaken in 2013 en 2014 door de camerabeelden (objectief), geven horecaondernemers en inwoners aan dat de aanwezigheid van camera’s tot een gevoel van veiligheid leidt (subjectief).
[6] Zie voor RPC: www.hetccv.nl/dossiers/Regionale+Platforms+Criminaliteitsbeheersing/index
Aanpak en samenwerking met partners
De klachten over uitgaansoverlast nemen toe, vooral de aard van de overlast lijkt ernstiger te worden. Deze overlast concentreert zich in het bijzonder in de kleine straatjes in het centrum, grenzend aan het uitgaansgebied. Er zijn klachten over hard schreeuwen, ruzie maken, luid praten, urineren, overgeven, dronkenschap en wiet roken. Bankjes, bloempotten en andere spullen worden gestolen, auto's worden vernield en brommers rijden te hard en met veel lawaai door de straatjes. De overlast concentreert zich op de tijdstippen waarop de jeugd komt of huiswaarts keert in de nachtelijke uren tot ca. 05.30 uur.
Jeugd die tot ongeveer 21:00 uur rond hangt, is over het algemeen nog goed aanspreekbaar en benaderbaar. Jeugd die ’s nacht hangt na bezoek aan horeca en onder invloed van drank overlast veroorzaakt, is bijna niet meer aan te spreken op gedrag. Dat maakt dat er twee verschillende problemen zijn waarvoor ook verschillende aanpakken nodig zijn.
Als meest voorkomende overlast door jongeren wordt door 57% van de ondervraagden ruzie maken en/of schreeuwen op straat aangegeven. Van de ondervraagden geeft 16% aan zeker of een beetje te hebben gemerkt dat de gemeente de jongerenoverlast aanpakt, 84% geeft aan hier niets van gemerkt te hebben. Toch is het percentage ondervraagden dat last heeft van rondhangende jongeren relatief lager dan elders in het land. Ook voelt men zich iets minder onveilig op plekken waar groepen jongeren rondhangen dan in de regio en de rest van Nederland.
Op dit moment is er nog onvoldoende zicht op de effecten van het verbod op alcohol voor 16- en 17 jarigen in de nieuwe Drank en Horecawet en of dit zal leiden tot een toename van overlast op straat. Hoewel tot nu bij de controles slechts één overtreding op alcoholverstrekking aan jongeren onder de 18 is geconstateerd, geeft dat geen garanties dat dit niet vaker gebeurt.
In augustus 2014 is er een proef gehouden met zogenaamde Susteams van een beveiligingsbedrijf in het centrum tijdens twee uitgaansavonden. Een Susteam wordt ingezet om er op toe te zien dat de uitgaansbezoeker zich houden aan de Algemene plaatselijke verordening (Apv) en ter voorkoming van overlast aan de bewoners en horecagelegenheden. Correctie van ongewenst gedrag vindt plaats door het aanspreken van het uitgaanspubliek op een open en de-escalerende wijze. Het laten inzien dat men bijvoorbeeld overlast veroorzaakt, met als resultaat dat men dit gedrag voortaan achterwege laat, is het belangrijkste uitgangspunt.
Er zijn tot nu toe nog geen signalen dat de invoering van de minimumleeftijd voor alcoholbezit van 18 naar 16 jaar heeft geleid tot een toename van alcoholgebruik door de jeugd op straat. Wel is er nog steeds sprake van “indrinken” op plekken in het Centrum maar dit is niet anders dan in het verleden.
Aanpak en samenwerking met partners
De cijfers bij georganiseerde criminaliteit geven vooral inzicht in drugs gerelateerde criminaliteit. Georganiseerde criminaliteit is echter breder en niet goed in cijfers uit te drukken. Veel burgers merken in hun dagelijks leven niets van georganiseerde criminaliteit. Georganiseerde criminaliteit speelt zich doorgaans in het verborgene af en blijft daardoor voor velen onzichtbaar. Op langere termijn kan georganiseerde criminaliteit onze samenleving ondermijnen door de vermenging van onder- en bovenwereld. Bij georganiseerde criminaliteit gaat het bijvoorbeeld om mensenhandel, kinderpornografie, illegale prostitutie, handel in drugs, fraude en wapenbezit.
Nieuw in de Veiligheidsmonitor zijn vragen over cybercrime. Voor het slachtofferschap van cybercrime is berekend hoeveel inwoners één keer of vaker slachtoffer zijn geweest van identiteitsfraude, koop- of verkoopfraude, pesten via internet en hacken. Vijftien procent van de slachtoffers is hier in de afgelopen 12 maanden slachtoffer van geworden. Dit is hoger dan het regionale gemiddelde. Men wordt het vaakst slachtoffer van hacken.
Voorheen was georganiseerde criminaliteit een onderwerp dat vooral strafrechtelijk werd aangepakt. De laatste jaren is de ontwikkeling dat de gemeente met haar partners een steeds belangrijker aandeel krijgt in de aanpak van georganiseerde criminaliteit. Het streven is om het criminele ondernemingsklimaat zo ongunstig mogelijk te maken. Dit vindt in eerste instantie plaats via bestuursrechtelijke maatregelen zoals het tijdelijk sluiten van een pand in het geval van hennepplantages.
De Minister van Veiligheid en Justitie maakt zich sterk voor een harde aanpak van “outlaw motorgangs (OMG’s)” en hieraan gelieerde zaken en draagt de lijn uit dat overheidsinstanties OMG’s op geen enkele wijze zouden moeten faciliteren. OMG’s kenmerken zich - in tegenstelling tot reguliere motorclubs - door onder meer een imago van onaantastbaarheid en het dragen van kenmerkende kleding. Zij bewegen zich op de scheidslijn van de onder- en bovenwereld en vertonen norm overschrijdend gedrag.
De belangrijkste instrumenten op het gebied van georganiseerde criminaliteit zijn het Regionaal Informatie- en Expertise Centrum (RIEC) en de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (wet Bibob). Het RIEC ondersteunt de gemeente bij de aanpak van georganiseerde criminaliteit. Alle partners op het gebied van de aanpak van de georganiseerde criminaliteit in Noord-Holland hebben het RIEC-convenant getekend, zodat er wettelijk een basis is voor samenwerking en het uitwisselen van informatie. Belangrijke partners zijn onder andere de Belastingdienst, de Douane, de Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst (FIOD) en de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).
Op het gebied van veilig ondernemen kunnen de ondernemers gebruik maken van de diensten van het Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing (RPC). In het RPC werken overheid, politie én ondernemers samen aan de beheersing van criminaliteit. Dit gebeurt onder de vlag van Samen Veilig Ondernemen. De gemeente Zandvoort levert jaarlijks een financiële bijdrage aan het RPC waarmee de ondernemers van Zandvoort worden ondersteund. Bij het RPC kunnen ondernemers voorlichting krijgen hoe criminaliteit te voorkomen in de onderneming. Men kan een gratis veiligheidsscan laten maken of deelnemen tegen lage tarieven aan trainingen. In 2014 organiseert het RPC nog twee congressen Cybercrime met bijhorende workshops. Ook is een website “Veelplegers” gelanceerd waarvoor de communicatie naar het bedrijfsleven onlangs is gestart.
Wanneer er vermoedens zijn dat vergunningen misbruikt worden voor het plegen van strafbare feiten of het witwassen van geld kan de Wet Bibob worden toegepast. In 2013 is de wet Bibob formeel niet toegepast maar is wel één keer een vergunning geweigerd omdat er antecedenten bij de politie bekend waren. In een ander geval is de vergunningaanvraag door de aanvrager ingetrokken na antecedentenonderzoek bij de politie. De wet Bibob is op 1 juli 2013 uitgebreid en kan vanaf die datum ook worden toegepast op meer vergunningen, vastgoedtransacties en subsidies.
Wij zien een professionalisering van diegenen die (illegale) hennepteelt faciliteren. Bij bestrijding van georganiseerde misdaad, denk aan het oprollen van hennepplantages, is het gebruikelijk dat de burgemeester, aanvullend op het strafrechtelijke traject, bestuurlijke maatregelen oplegt zoals het opleggen van een preventieve dwangsom of het sluiten van een pand. Hennepplantages komen in bedrijfspanden, huurwoningen en koopwoningen voor.
Hoewel op dit moment niet erg duidelijk is hoe de doelstelling - terugdringen slachtofferschap cybercrime - is te beïnvloeden geeft dit relatief hoge percentage aan actie gewenst is. Onderzoek zal moeten uitwijzen hoe dit aan te pakken.
Aanpak en samenwerking met partners
Dit hoofdstuk gaat vooral over de verschillende rollen binnen de gemeentelijke organisatie en onze professionele partners. Dat doet er niet aan af dat wij inwoners zien als een van onze belangrijkste partners bij de uitvoering van het integraal veiligheidsbeleid. De inwoners kunnen als geen ander aangeven wat nodig en gewenst is én pakken in toenemende mate hun eigen verantwoordelijkheid op. De samenwerking met onze inwoners waarbij de gemeente steeds meer een faciliterende rol krijgt en de inwoners een meer sturende rol vormt een van de hoofdpijlers van dit integrale veiligheidsbeleid.
De burgemeester is wettelijk belast met de handhaving van de openbare orde en veiligheid en is daarvoor als eerste aanspreekbaar en politiek verantwoordelijk. De burgemeester heeft het opperbevel bij rampen, branden of grootschalige calamiteiten en is de gezagsdrager op het terrein van de openbare orde en veiligheid en hulpverlening. De burgemeester vervult in verband met deze wettelijke taken een coördinerende rol binnen het integraal veiligheidsplan. Binnen de lokale driehoek (gemeente, politie en OM) stemt hij af wat de rol van de politie is als het gaat om de uitvoerende taken binnen het IVP en welke capaciteit daaraan gekoppeld kan worden. Deze positie maakt het mogelijk om in te grijpen wanneer het draagvlak vermindert, afspraken niet worden nagekomen of een koerswijziging nodig is.
Wethouders / college van burgemeester en wethouders
Werkzaamheden van wethouders raken bijna zonder uitzondering het integraal veiligheidsbeleid, waardoor veiligheid kan worden beschouwd als een collectieve verantwoordelijkheid van het gehele college. Veiligheid werkt door op vele terreinen en heeft daardoor raakvlakken met bijna alle gemeentelijke afdelingen. Om deze reden is het noodzakelijk dat het gehele college alert is op veiligheidsaspecten van het gemeentelijk beleid en een actieve rol vervult ten aanzien van integraal veiligheidsbeleid.
De raad stelt de kaders en het veiligheidsbeleid in het Integraal Veiligheidsplan vast en heeft een controlerende taak. Zo kan hij later in het proces ook zijn controlerende taak vervullen. De raad neemt jaarlijks kennis van het Veiligheidsprogramma voor het komende jaar.
Op bestuurlijk niveau voert de burgemeester in de lokale driehoek overleg over de voortgang van de aanpak op strategisch niveau met betrekking tot veiligheid. Dit overleg vindt 3 maal per jaar plaats. Daarnaast heeft de burgemeester zitting in het Bestuurlijk Overleg Veiligheid. Dit is een overleg van Burgemeesters, OM en politie van de gemeenten van de Veiligheidsregio Kennemerland.
De burgemeester heeft daarnaast driewekelijks overleg met de teamchef van de basiseenheid van de politie waar Zandvoort onder valt. Op het gebied van crisisbeheersing en rampenbestrijding vindt met ongeveer een zelfde frequentie overleg plaats op het niveau van de Veiligheidsregio Kennemerland. Ook met de overige partners voert de burgemeester periodiek overleg.
Ambtelijke organisatie en samenwerking met partners
De coördinatie van de uitvoering van het veiligheidsprogramma en de jaarplannen ligt bij de adviseur openbare orde en veiligheid onder verantwoordelijkheid van de burgemeester. Evenals sturing op de aanpak van veiligheidsproblemen en de beheersing van incidenten met een criminele inslag.
Een werkgroep met daarin de belangrijkste interne en externe partners fungeert als klankbordgroep en zal de diverse acties uitzetten binnen de eigen afdeling. Op specifieke onderdelen zullen andere betrokken partners worden geconsulteerd.
In de begeleidende werkgroep en de feed-backgroep zitten vertegenwoordigers vanuit de veiligheidspartners, dit zijn:
Interne partijen, zoals de afdelingen Ontwikkeling en beheer (wegbeheer, vergunningverlening, ruimtelijke ordening, toerisme en economie), Reiniging en groen (handhaving, onderhoud), Maatschappelijke zaken en dienstverlening (beleid, uitvoering, beleidsmedewerker jongeren), Publieke Dienstverlening (klachtencoördinator, communicatie, vergunningverlening, burgerzaken) en Strategie en ondersteuning (openbare orde en veiligheid, juridische zaken).
Externe partijen, zoals Politie Noord-Holland, Openbaar Ministerie, Veiligheidshuis, Regionaal Informatie- en Expertisecentrum (RIEC), Halt, Veiligheidsbureau, Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing (RPC), woningcorporatie de Key, Centrum voor jeugd en Gezin, Koninklijke Horeca Nederland en overige partijen.
Een steeds belangrijkere rol krijgt sociale interventie en signalering door bijvoorbeeld buurtbewoners waardoor overtredingen bijtijds gekeerd en overlast voorkomen kunnen worden. Op deze manier ontstaat als het ware een soort voorportaal in de formele handhaving. Formele handhaving gebeurt door politie, gemeentelijke handhavers, Milieudienst IJmond, belastingdienst, sociale recherche en private partijen.
Meer dan nu het geval is zullen acties gecoördineerd en planmatig dienen plaats te vinden.
Bovendien zullen het gemeentelijk handhavingsbeleid en de jaarlijkse uitvoeringsprogramma’s meer afgestemd dienen te worden op het integrale veiligheidsbeleid en de vastgestelde prioriteiten.
We gaan uit van de bestaande communicatie infrastructuur, namelijk:
Daarnaast introduceren we een aantal nieuwe communicatiemiddelen zoals
Onze communicatiestrategie wordt verder uitgewerkt in het uitvoeringsplan.
Voor de aanpak van complexe sociale casuïstiek is geen extra financiële investering nodig. Binnen de transitie van het sociaal domein worden (financiële) afspraken gemaakt met instanties. Focus van de aanpak is een goede aanpak en samenwerking tussen de instanties en invullen van de regierol van de gemeente.
Voor preventie van woninginbraken zijn op dit moment geen financiën beschikbaar behalve de vaste bijdragen aan het Veiligheidshuis (nazorg ex-gedetineerden en aanpak veel plegers) en aan het RPC dat is gericht op bedrijven. In de begroting 2015 is voor inbraakpreventie een structureel budget gevraagd van € 1.000.
De inzet van cameratoezicht levert eveneens een bijdrage in het voorkomen van verstoring van de openbare orde en veiligheid in het uitgaansgebied. Hiervoor is in de begroting 2015 een structureel budget gevraagd van € 2.000 om de pilot cameratoezicht om te zetten naar een permanente vorm van toezicht. Dit is nodig voor huur en verbinding van de camera’s en voor de vergoeding van elektriciteit aan de eigenaren van de gebouwen waar de camera’s hangen.
Dekking zou kunnen plaatsvinden uit het budget handhaving beschikbaar voor inhuur. Daaruit zou ook de controle op alcoholverstrekking aan minderjarigen worden bekostigd. Dit vraagt om een keuze tussen handhaving horecaondernemers of jeugd aanspreken op gedrag. In beide gevallen betekent het dat er minder capaciteit beschikbaar is voor overige handhaving Algemeen plaatselijke verordening en parkeren. Er kan ook gedacht worden aan een eigen bijdrage van de ondernemers in het centrum die tot 3 uur of later open zijn.