De raad van de gemeente Waalwijk;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Waalwijk van 15
april 2008, nr. ……, inzake verordening persoonsgebonden budget begeleid
werken Wsw;
gelet op de artikel 7, tiende lid, van de Wet sociale werkvoorziening;
overwegende dat de raad bij verordening nadere regels dient vast te stellen
met betrekking tot het verstrekken van Persoonsgebonden budgetten.
besluit vast te stellen de volgende verordening:
VERORDENING PERSOONSGEBONDEN BUDGET BEGELEID WERKEN WET SOCIALE
WERKVOORZIENING
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
- 1.
De begripsomschrijvingen in de Wet sociale werkvoorziening en titel 4.2
van de Algemene wet bestuursrecht zijn van toepassing op de begrippen
die in deze verordening worden gebruikt.
- 2.
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
college: het college van burgemeester en wethouders van de
gemeente Waalwijk;
- b.
de wet: de Wet sociale werkvoorziening;
- c.
periodieke subsidie: de loonkostensubsidie en overige aan de
werkgever te verstrekken vergoedingen voor structurele
kosten.
Artikel 2 De hoogte van de rechtstreeks aan de subsidieverlening verbonden
uitvoeringskosten, uurtarief jobcoach en overige kosten
begeleidingsorganisatie
- 1.
Het college stelt elk jaar vóór 31 december de hoogte vast van de
rechtstreeks aan de subsidieverlening verbonden uitvoeringskosten voor
elk te verstrekken persoonsgebonden budget voor het daarop volgende
kalenderjaar.
- 2.
Het college stelt elk jaar vóór 31 december de hoogte vast van het
maximale uurtarief van de jobcoach en de overige kosten van de
begeleidingsorganisatie.
Artikel 3 Invulling voorwaarden adequate werkplek
- 1.
Het college verstrekt op aanvraag aan iedere Wsw-geïndiceerde die
daar recht op heeft een persoonsgebonden budget begeleid werken Wsw,
indien werkgever en begeleidingsorganisatie er zorg voor dragen dat
de arbeidsplaats voor de sw-geïndiceerde adequaat wordt
ingevuld.
- 2.
De werkgever voldoet aan de volgende vereisten:
- a.
Zijn onderneming staat ingeschreven bij de Kamer van
Koophandel. Indien de onderneming toebehoort aan een
krachtens publiekrecht ingestelde rechtspersoon is
inschrijving niet verplicht;
- b.
De aangeboden arbeidsplaats en de omvang daarvan zijn, gelet
op de indicatiestelling en mogelijkheden van de
sw-geïndiceerde, als passend aan te merken;
- c.
De duur van het dienstverband bedraagt tenminste zes
maanden, met een mogelijkheid tot verlenging;
- d.
De salariëring is gebaseerd op de voor het bedrijf of de
betreffende branche geldende CAO of arbeidsvoorwarden;
- e.
De werkplek en werkomstandigheden voldoen aan
arbonormen;
- f.
De onderneming van de werkgever voert
geen maatschappelijke onaanvaardbare activiteiten uit;
- g.
De onderneming van de werkgever overlegt een ingevulde en
door hem ondertekende eigen verklaring uitsluitingsgronden,
waarvan het model door het college wordt vastgesteld;
- 3.
De begeleidingsorganisatie voldoet aan de volgende vereisten:
- a.
De begeleidingsorganisatie staat ingeschreven bij de Kamer
van Koophandel. Indien de onderneming toebehoort aan een
krachtens publiekrecht ingestelde rechtspersoon is
inschrijving niet verplicht;
- b.
de begeleidingsorganisatie vervult haar
taken met inachtneming van de stand van de wetenschap en die
van de arbeids- en organisatiekunde;
- c.
de begeleidingsorganisatie beschikt over voldoende opgeleide
deskundigen die de arbeidsinpassing met inbegrip van de
begeleiding op de werkplek verzorgen en borgt daarbij de
continuïteit van de coaching;
- d.
de prijsstelling is transparant en in
principemarktconform;
- e.
de begeleidingsorganisatie voldoet aan de
certificeringseisen die gelden in de
re-integratiebranche;
- f.
de begeleidingsorganisatie zorgt voor een adequaat
individueel begeleidingsplan, alsmede een adequate
individuele rapportage en rapportagefrequentie;
- g.
de begeleidingsorganisatie overlegt een
ingevulde en door haar ondertekende eigen verklaring
uitsluitingsgronden, waarvan het model door het college
wordt vastgesteld.
Artikel 4 De wijze van vaststelling van de periodieke subsidie aan de
werkgever
- 1.
Het college stelt op voorstel van de Wsw-geïndiceerde de hoogte
van de subsidie aan de werkgever vast.
- 2.
Ingeval een voorgestelde loonkostensubsidie niet hoger is dan 60% van
het bruto loon van de Wsw-geïndiceerde, wordt de loonkostensubsidie door
het college op dat bedrag vastgesteld. Het bedrag aan subsidie wordt
berekend over het bruto maandloon. De
werkgeverslasten worden vergoed tot maximaal 35% van deze lasten,
inclusief de vakantietoeslag. De subsidie wordt verstrekt voor een
arbeidsduur van maximaal 40 uur per
week.
- 3.
Indien bij toepassing van het vorige lid het college gerede twijfel
heeft aan de juiste hoogte van de loonkostensubsidie vindt, in afwijking
van het vorige lid, een loonwaardeonderzoek plaats, op basis waarvan de
hoogte van de loonkostensubsidie wordt vastgesteld. Daarbij kan een
externe deskundige worden ingeschakeld.
- 4.
In ieder geval vindt een loonwaardeonderzoek plaats als de voorgestelde
hoogte voor een loonkostensubsidie hoger is dan het percentage genoemd
in lid 2.
- 5.
Onverminderd het bepaalde in de artikelen 5 en 10 van deze verordening
vindt één maal per 24 maandeneen loonwaardebepaling
plaats in geval er sprake is van een dienstverband voor onbepaalde
tijd.
- 6.
De periodieke subsidie aan de werkgever kan niet meer bedragen dan de
voor de Wsw-geïndiceerde beschikbare rijkssubsidie minus de som van de
vastgestelde uitvoeringskosten, de vastgestelde vergoeding voor de
begeleidingsorganisatie (incl. BTW) en te verstrekken vergoedingen op
grond van artikel 7 van deze verordening.
Artikel 5 Herziening van de loonkostensubsidie
- 1.
Op verzoek van de werkgever kan een loonkostensubsidie worden
herzien als hier, gelet op de ontwikkeling van de
arbeidsproductiviteit van de werknemer, aanleiding voor is. De
werknemer wordt van dit verzoek op de hoogte gesteld.
- 2.
De loonkostensubsidie kan ambtshalve worden gewijzigd als hier
gerede aanleiding toe is.
- 3.
Onverminderd het bepaalde in artikel 7, lid 6 van de Wet sociale
werkvoorziening wordt de verstrekking van de subsidie beëindigd,
indien de arbeidsovereenkomst tussen werkgever en de
Wsw-geïndiceerde, die de PGB-aanvrage heeft ingediend, wordt
beëindigd dan wel de begeleiding op de werkplek niet meer
adequaat wordt verzorgd.
Artikel 6 De hoogte van de vergoeding aan de begeleidingsorganisatie
De hoogte van de vergoeding aan de begeleidingsorganisatie en de omvang van
het aantal uren begeleiding wordt door partijen in onderling overleg
vastgesteld. Tussentijdse aanpassingen hierin zijn mogelijk indien partijen
dit vooraf overeenkomen.
Artikel 7 Vergoeding voor eenmalige noodzakelijke kosten van aanpassing van de
omstandigheden waaronder de arbeid wordt verricht
- 1.
Het college kan een vergoeding verstrekken voor de eenmalige kosten
van aanpassing van de omstandigheden waaronder de arbeid wordt
verricht als uit de indicatiestelling van het CWI blijkt dat
aanpassingen op de werkplek noodzakelijk zijn, deze
persoonsgerelateerd zijn, en het niet redelijk is dat deze kosten
door de werkgever worden gedragen.
- 2.
Kosten voor aanschaf van apparatuur, kosten voor de werkplek en
kosten voortvloeiend uit arbowetgeving die de werkgever uit hoofde
van normaal en goed werkgeverschap voor iedere werknemer zou moeten
maken komen niet in aanmerking voor vergoeding door het college.
- 3.
Een vergoeding wordt alleen verstrekt indien er sprake is van een
dienstverband van minimaal zes maanden.
- 4.
Aanpassingen worden tot maximaal € 1.000,- vergoed.
- 5.
Het college kan ten behoeve van de aanvraag een
aanvraagformulier vaststellen.
- 6.
Aan dit artikel kan ook toepassing worden gegeven door middel van
het in bruikleen beschikbaar stellen van hulpmiddelen aan de
werkgever
Artikel 8 Indienen van de aanvraag
- 1.
De aanvraag voor een PGB wordt ingediend door middel van een volledig
ingevulde en gemotiveerde aanvraag, die door de Wsw-geïndiceerde, de
werkgever en de begeleidingsorganisatie is ondertekend.
- 2.
Het college kan ten behoeve van de aanvraag een aanvraagformulier
vaststellen.
Artikel 9 subsidieverlening en subsidievaststelling
- 1.
Voor aanvang van de activiteiten wordt een beschikking omtrent de
subsidieverlening afgegeven door het college.
- 2.
In de beschikking tot subsidieverlening wordt de wijze van het betalen
van voorschotten vermeld.
- 3.
Het college stelt de periodieke subsidie binnen vier weken na afloop van
het kalenderjaar vast op basis van de per kwartaal van de werkgever
ontvangen salarisstroken.
Artikel 10 Betaling, verrekening en terugvordering
- 1.
Het subsidiebedrag wordt, onder verrekening van de betaalde voorschotten
binnen een maand na de subsidievaststelling betaald.
- 2.
Indien de werkgever in gebreke blijft in de verstrekking van de
salarisstroken, wordt de betaling van voorschotten stopgezet.
- 3.
Indien niet is voldaan aan de verplichtingen gesteld in deze verordening
of de beschikking kan het reeds betaalde subsidiebedrag geheel of
gedeeltelijk worden teruggevorderd.
Artikel 11 Verplichtingen van de werkgever
- 1.
De werkgever doet onmiddellijk schriftelijke mededeling aan het college
van alle feiten en omstandigheden die van belang kunnen zijn voor de
verstrekking van de subsidie.
- 2.
De werkgever bewaart alle bewijsstukken die aan de subsidieverstrekking
ten grondslag liggen tenminste vijf jaren na de vaststelling van de
subsidie en stelt deze op verzoek ter beschikking aan het college voor
controledoeleinden.
Artikel 12 Hardheidsclausule
Het college kan artikel 3, lid 3 onder d en artikel 7, lid 4 buiten
toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het
belang van een adquate begeleiding door een begeleidingsorganisatie en een
passende aanpassing van de omstandigheden waaronder de arbeid wordt
verricht, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Artikel 13 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2008.
Artikel 14 Citeertitel
De verordening wordt aangehaald als: Verordening persoonsgebonden budget
begeleid werken Wet sociale werkvoorziening gemeente Waalwijk.