Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemert-Bakel

Verordening individuele inkomenstoeslag Gemert-Bakel 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGemert-Bakel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening individuele inkomenstoeslag Gemert-Bakel 2015
CiteertitelVerordening individuele inkomenstoeslag Gemert-Bakel 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpToeslagen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Participatiewet, art. 8

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201501-04-2020nieuwe regeling

11-12-2014

Gemeenteblad, 2014, 80867

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening individuele inkomenstoeslag Gemert-Bakel 2015

De raad van de gemeente Gemert-Bakel,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014;

 

gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid, van de Participatiewet;

 

besluit:

 

  • I.

    vast te stellen de verordening individuele inkomenstoeslag Gemert-Bakel 2015

  • II.

    in te trekken verordening langdurigheidstoeslag Gemert-Bakel 2013.

 

Artikel 1. Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    inkomen: totaal van het inkomen, bedoeld in artikel 32 van de Participatiewet, en de algemene bijstand;

  • b.

    peildatum: datum waartegen een persoon individuele inkomenstoeslag aanvraagt;

  • c.

    referteperiode: periode van drie jaar voorafgaand aan de peildatum.

Artikel 2. Indienen verzoek

Een verzoek als bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de Participatiewet, wordt ingediend middels een door het college vastgesteld formulier.

Artikel 3. Langdurig laag inkomen

  • 1.

    Een persoon heeft een langdurig laag inkomen als bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de Participatiewet als gedurende de referteperiode het in aanmerking te nemen inkomen niet hoger is dan 110% van de toepasselijke bijstandsnorm.

  • 2.

    De toepasselijke bijstandsnorm bedraagt voor toepassing van lid 1;

    • a.

      voor gehuwden de norm genoemd in artikel 21 onder b van de wet (exclusief de vakantietoeslag);

    • b.

      voor alleenstaande ouder 90% van de norm genoemd in artikel 21 onder b van de wet (exclusief de vakantietoeslag);

    • c.

      voor alleenstaande 70% van de norm genoemd in artikel 21 onder b van de wet (exclusief de vakantietoeslag).

Artikel 4. Hoogte individuele inkomenstoeslag

  • 1.

    De individuele inkomenstoeslag wordt gebaseerd op de bijstandsnorm per 1 januari van het betreffende kalenderjaar en bedraagt afgerond op hele euro’s:

    • a.

      Voor gehuwden; 38% van de bijstandsnorm genoemd in artikel 21 onder b van de wet;

    • b.

      Voor een alleenstaande ouder: 38% van 90% van de bijstandsnorm genoemd in artikel 21 onder b van de wet;

    • c.

      Voor een alleenstaande: 38% van 70% van bijstandsnorm genoemd in artikel 21 onder b van de wet:

  • 2.

    Als één van de gehuwden is uitgesloten van het recht op individuele inkomenstoeslag ingevolge de artikelen 11 of 13, eerste lid, van de Participatiewet, komt de rechthebbende echtgenoot in aanmerking voor een individuele inkomenstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.

  • 3.

    Voor toepassing van het eerste en tweede lid is de situatie op de peildatum bepalend.

Artikel 5. Nadere uitvoeringsregels

Het college kan bij uitvoeringsbesluit nadere regels stellen in het belang van een zorgvuldige uitvoering van deze verordening.

Het college stelt in ieder geval beleidsregels vast die aangeven wanneer sprake is van “geen uitzicht op inkomensverbetering” waarbij rekening gehouden wordt met de krachten en bekwaamheden van de persoon en de inspanningen die de persoon heeft verricht om tot inkomensverbetering te komen.

Artikel 6. Hardheidsclausule

  • 1.

    In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

  • 2.

    Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening indien strikte toepassing daarvan leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 7. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt na bekendmaking in werking op 1 januari 2015.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering d.d. 11 december 2014.

De raad voornoemd,

de griffier,

P.G.J.M. van Boxtel

de voorzitter,

Drs. J. van Zomeren