Organisatie | Zoeterwoude |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening handhaving Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Zoeterwoude 2015 |
Citeertitel | Verordening handhaving Participatiewet, IOAW en IOAZ Gemeente Zoeterwoude 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Fraudeverordening WWB en WIJ 2009.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2015 | nieuwe regeling | 28-05-2015 Gemeenteblad, 2015, 0527 | Geen. |
Verordening handhaving Participatiewet, IOAW en IOAZ Gemeente Zoeterwoude 2015
De raad van de gemeente Zoeterwoude,
Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Zoeterwoude,
gelet op artikel 8b van de Participatiewet, artikel 35, eerste lid, onderdeel c van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en artikel 35, eerste lid, onderdeel c van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;
vast te stellen de volgende verordening: Verordening handhaving Participatiewet, IOAW en IOAZgemeente Zoeterwoude 2015
Artikel 1. Begripsomschrijving
Deze verordening verstaat onder:
bijstand: de bijstand zoals genoemd onder artikel 5 onder b van de Participatiewet, de uitkering zoals genoemd onder artikel 5, eerste lid van de Wet inkomensvoorziening gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de uitkering zoals genoemd onder artikel 5, eerste lid van de Wet inkomensvoorziening gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;
afstemmingsverordening: de verordening gebaseerd op artikel 8 lid 1 onder a van de Participatiewet, artikel 35, lid 1 onder b van de Wet inkomensvoorziening gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de verordening gebaseerd op artikel 35, lid 1 onder b van de Wet inkomensvoorziening gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen.
Artikel 2. Beleidsplan handhaving
Het college draagt in het kader van de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet zorg voor een (meerjaren-)beleidsplan handhaving.
Artikel 3. Onderwerpen beleidsplan
Het beleidsplan als genoemd in artikel 2 besteedt in ieder geval aandacht aan:
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 28 mei 2015,
De griffier,
G.J. Schouten
De voorzitter,
E.G.E.M. Bloemen
De Participatiewet schrijft in artikel 8b voor dat in het kader van het financiële beheer bij verordening regels dienen te worden opgesteld voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet. De artikelen 35, lid 1 onder c van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) schrijven hetzelfde voor.
Afgezien van de korte bepalingen in deze wetten, zijn er geen nadere aanduidingen over wat nu precies in de verordening geregeld moet worden. De raad stelt derhalve in deze verordening de regels voor het gemeentelijk handhavingsbeleid op hoofdlijnen vast. Het college krijgt daarmee de mogelijkheid om nadere invulling te geven aan de verordening in de vorm van een beleidsplan. In het beleidsplan handhaving is weergegeven hoe de gemeente denkt zo goed mogelijk vorm te kunnen geven aan handhaving van de bestaande wet- en regelgeving. De verordening handhaving vormt in dit verband het kader, terwijl het beleidsplan de vanuit de verordening aan het college opgedragen nadere uitwerking behelst.
Artikel 1. Begripsomschrijving
Voor de diverse omschrijvingen is aansluiting gezocht bij de formuleringen in de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en/of bestaande regelgeving.
Artikel 2. Beleidsplan handhaving
Hoewel de wettelijke bepaling meer gericht lijkt op fraudebestrijding is hier toch gekozen voor het ruimere begrip (hoogwaardige) handhaving. Fraudebestrijding roept teveel het beeld op van repressie en genoegdoening, terwijl (hoogwaardige) handhaving meer uit gaat van het bevorderen van de spontane naleving van de wet- en regelgeving. Naast repressie is in deze optiek preventie onontbeerlijk.
Artikel 3. Onderwerpen beleidsplan
Om het belang van een goede handhaving te onderstrepen, is in dit artikel aangegeven welke onderwerpen in een gemeentelijk beleidsplan handhaving op zijn minst aan bod moeten komen.
Artikel 4. Afstemming en terugvordering
In dit artikel wordt verwezen naar de wet (inclusief het boetebesluit), de Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ en de beleidsregels terug- en invordering van de gemeente.
Voor de juiste uitvoering van de verordening kan het noodzakelijk zijn dat nadere uitvoeringsregels worden vastgesteld. Dit artikel geeft het college de bevoegdheid om dergelijke regels vast te stellen.
Artikel 6. Het doen van aangifte
Volgens de thans geldende richtlijnen (1 januari 2015) gaat het Openbaar Ministerie (OM) tot strafvervolging over, als het bruto-schadebedrag € 50.000 of meer bedraagt.
Dit artikel betreft de titulatuur van de verordening.