Organisatie | Druten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Inspraakverordening gemeente Druten 2015 |
Citeertitel | Inspraakverordening gemeente Druten 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
n.v.t.
Artikel 149 en 150 Gemeentewet
n.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-06-2015 | Nieuwe regeling | 03-06-2015 Publicatie in elektronisch gemeenteblad op 3 juni 2015 | n.v.t. |
dat op 14 december 2006 de 'Inspraakverordening gemeente Druten 2006' is vastgesteld;
dat aanpassing/actualisering van de verordening noodzakelijk is;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 april 2015;
gelet op het bepaalde in artikel 149 en artikel 150 van de Gemeentewet;
Vast te stellen de navolgende verordening:
Verordening inzake de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken (Inspraakverordening).
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
De verordening verstaat onder:
a: inspraak: het betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid;
b: inspraakprocedure: de wijze waarop de inspraak gestalte wordt gegeven;
c: beleidsvoornemen: het voornemen van het bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid.
Artikel 2 Onderwerp van inspraak
a. ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;
b. indien inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;
c. indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;
d. inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;
e. indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat inspraak niet kan worden afgewacht;
f. indien het belang van inspraak niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving;
g. ten aanzien van de voorbereiding van besluiten op grond van de artikelen 3.1 en 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, tenzij het een bestemmingsplan voor een integrale actualisatie van (één van) de kernen of van het buitengebied betreft. Voor periodieke plannen, zoals aangegeven in de Meerjarenplanning Actualisatie Bestemmingsplannen, wordt eveneens geen inspraak verleend.
Het eindverslag bevat in elk geval:
a. een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure;
b. een weergave van de zienswijzen die tijdens de inspraak mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;
c. een reactie op deze zienswijzen, waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het beleidsvoornemen wordt overgegaan.