Organisatie | Wierden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieverordening landelijk gebied gemeente Wierden |
Citeertitel | Subsidieverordening landelijk gebied gemeente Wierden |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-10-2009 | 01-10-2009 | Vervangt Subsidieverordening Landschap (1 november 2007) | 13-10-2009 De Driehoek, datum onbekend | 2009-2010-75 |
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
a.gebruiksgerechtigde: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die een of meerdere percelen grond die gelegen zijn in de gemeente Wierden, buiten de bebouwde kom:
Artikel 2 Werkingssfeer verordening
1.Ter bevordering van een duurzame beheer van landschapselementen, cultuurhistorische elementen, erfbeplanting en groensingels kunnen burgemeester en wethouders op aanvraag aan een gebruiksgerechtigde subsidie verstrekken voor de aanleg, het herstel en/of beheer en onderhoud van landschapselementen, cultuurhistorische elementen, erfbeplanting en groensingels in een aandachtsgebied, in overeenstemming met het geformuleerde beleid in het Landschapsontwikkelingsplan van de gemeente.
Burgemeester en wethouders kunnen de bevoegdheden als bedoeld in lid 1, met in achtneming van de beleidsregels als bedoeld in artikel 4 en met uitzondering van bezwaar- en beroepsschriften, geheel of gedeeltelijk mandateren aan een stichting(en) en/of vereniging(en) met als doel de duurzame beheer van landschapselementen en/of cultuurhistorische elementen.
Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van het bepaalde in deze verordening bij beleidsregels nader bepalen op welke wijze invulling gegeven wordt aan de hen toekomende of onder hun verantwoordelijkheid uit te oefenen bevoegdheden, waaronder in elk geval:
Hoofdstuk 3. Aanleg- en/of herstelsubsidie
Artikel 13 Vaststelling subsidie
Nadat is gecontroleerd of voldaan is aan de voorwaarden waaronder de subsidie is verleend, zoals gesteld in artikel 8 lid 1, wordt de subsidie vastgesteld. Indien niet is voldaan aan de in artikel 8 lid 1 genoemde voorwaarden wordt een nadere termijn gesteld waarbinnen de gebruiksgerechtigde alsnog overeenkomstig de voorwaarden dient te handelen. Wanneer na de gestelde termijn nog steeds niet is voldaan aan de voorwaarden kan de subsidie lager worden vastgesteld.
Artikel 16 Vaststelling beheersubsidie
De beheersubsidie wordt periodiek na afloop van ieder kalenderjaar vastgesteld, nadat de uitgevoerde werkzaamheden zijn gecontroleerd. Indien niet is voldaan aan de in artikel 13 lid 1 genoemde voorwaarden wordt een nadere termijn gesteld waarbinnen de gebruiksgerechtigde alsnog overeenkomstig de voorwaarden dient te handelen. Wanneer na de gestelde termijn nog steeds niet is voldaan aan de voorwaarden kan de subsidie lager worden vastgesteld.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Wierden 13 oktober 2009.
De raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,
drs. W.H.J.Wienk L.B. Kobes
Door de inwerkingtreding van regelingen op rijks- provinciaal en gemeentelijk niveau is een overlap ontstaan van ten aanzien van regelingen voor landschapselementen.
De gemeente Wierden wil het landschapsbeheer op moderne leest en in lijn met provinciaal beleid vormgeven. Daartoe is een systeem van landsschapssubsidies uitgewerkt waarbinnen activiteiten door particulieren ten aanzien van aanleg, herstel en beheer van landschapselementen en cultuurhistorische elementen vergoed kunnen worden.
De vergoeding voor landschapselementen en cultuurhistorischeelementen vindt plaats in de vorm van subsidie als bedoeld in titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht, en is geregeld in de Subsidieverordening landelijk gebied gemeente Wierden. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen aanlegsubsidie, herstelsubsidie en beheersubsidie.
De subsidieverstrekking is als volgt gemodelleerd. Op basis van een aanvraag wordt een besluit genomen omtrent de subsidieverlening. In geval van een positief besluit omtrent de subsidieverlening heeft de gebruiksgerechtigde in beginsel recht op aanspraak op de subsidie, mits hij aan de bij de subsidieverlening gestelde voorwaarden voldoet. Pas als vaststaat dat hij de te subsidiëren activiteiten heeft verricht en zich heeft gehouden aan eventuele andere, aan de subsidie verbonden verplichtingen wordt besloten tot vaststelling van de per saldo toe te kennen subsidie. Na vaststelling van de subsidie wordt deze uitbetaald.
Hieronder worden enkele bepalingen uit de verordening nader toegelicht.
In deze bepaling wordt een aantal kernbegrippen omschreven.
De subsidie kan alleen worden verstrekt aan een natuurlijke persoon of rechtspersoon die een of meerdere percelen grond die gelegen zijn in de gemeente Wierden, buiten de bebouwde kom in eigendom heeft een zakelijk recht van erfpacht heeft of pacht. In geval van pacht moet de eigenaar van de betreffende grond de subsidieaanvraag medeondertekenen. De pachtovereenkomst moet zijn aangegaan voor minimaal 12 jaar en moet conform het bepaalde in de Pachtwet zijn goedgekeurd door de grondkamer. Ten aanzien van de duur van de pachtovereenkomst is aangesloten bij de duur van een pachtovereenkomst die betrekking heeft op een hoeve (artikel 12 lid 1 Pachtwet).
Zowel natuurlijke personen als rechtspersonen kunnen een aanvraag om subsidie indienen. De verordening beperkt zich dus niet tot ondernemers. Ook kan de subsidie collectief worden aangevraagd.
Voorts moeten de gronden gelegen zijn buiten de bebouwde kom van de gemeente Wierden. Hierbij wordt uitgegaan van de grens die door de gemeenteraad is vastgesteld op basis van artikel 1, vijfde lid, van de Boswet.
Onder b: gemeente en onder c: burgemeester en wethouders
Verduidelijking voor welke gemeente de verordening van toepassing is.
Onder d: aandachtsgebied, onder e: landschapselement en onder f: cultuurhistorisch element
Niet alle landschapselementen en alle gebieden buiten de bebouwde kom van Wieden komen voor subsidie in aanmerking. Daarom is deze verordening alleen van toepassing op de in de in artikel 4 bedoelde beleidsregels opgenomen aandachtsgebieden en landschapselementen.
De gemeente stelt jaarlijks in de beleidsregels vast welke landschaps- en cultuurhistorische elementen in welke aandachtsgebieden in aanmerking komen voor landschap subsidies.
Onder g: erfbeplanting en onder h: groensingel
De provincie financiert niet beheer van erfbeplanting. Daarom is er onderscheid gemaakt tussen landschapselementen en erfbeplanting. Een groensingel is nauw verbonden aan een erf maar is wel een landschapselement. Omdat dergelijke groensingels noodzakelijk zijn voor landschappelijke inpassing kunnen ze ook voor beheersubsidie in aanmerking komen.
Onder m: plan en onder :n plan
Bij een aanvraag om aanlegsubsidie of herstelsubsidie dient door de gebruiksgerechtigde een plan te worden overlegd dat moet worden goedgekeurd door de gemeente. In de in artikel 4 bedoelde beleidsregels wordt bepaald waaraan een plan moet voldoen. Wanneer een plan wordt opgesteld in het kader van een aanvraag om aanleg- of herstelsubsidie wordt de plansubsidie verdisconteerd in de aanleg- of herstelsubsidie.
In de in artikel 4 bedoelde beleidsregels kan echter bepaald worden dat ook in het kader van andere projecten, waarbij geen aanleg- of herstelsubsidie wordt verstrekt, een plan dient te worden opgesteld en plansubsidie wordt verstrekt.
Onder o: aanlegsubsidie, onder p: herstelsubsidie, en onder q: beheersubsidie
In deze verordening wordt onderscheid gemaakt tussen aanlegsubsidie, herstelsubsidie en beheersubsidie. Voor nieuw aan te leggen landschapselementen kan aanlegsubsidie worden toegekend en voor cultuurhistorische- en landschapselementen waarbij sprake is van achterstallig onderhoud kan herstelsubsidie worden toegekend. Wanneer het landschapselement is aangelegd of hersteld, of wanneer sprake is van een landschapselement dat al in goede staat verkeert, dan kan voor het beheer en onderhoud van dat landschapselement beheersubsidie worden verleend. Beheersubsidie omvat mede een vergoeding voor het ruimtebeslag van het landschapselement op het eigen terrein.
Artikel 2 Werkingssfeer verordening
Het doel van de verordening staat in dit artikel beschreven.
In deze bepaling is de bevoegdheid ten aanzien van de uitvoering van de Verordening geregeld.
De uitvoering kan gemandateerd worden aan een stichting of vereniging met als doel de duurzame beheer van cultuurhistorische of landschapselementen. Dit betekent dat de desbetreffende stichting namens burgemeester en wethouders de betreffende besluiten neemt. Burgemeester en wethouders blijven dus verantwoordelijk. Indien tegen een besluit bezwaar wordt gemaakt moeten burgemeester en wethouders conform de Algemene wet bestuursrecht een beslissing op het bezwaarschrift nemen.
Burgemeester en wethouders dienen beleidsregels vast te stellen waarin de verordening nader wordt uitgewerkt. Het uitgangspunt daarbij is dat de vraag naar landschapssubsidies moet bepalen in welke gebieden en voor welke cultuurhistorische- en landschapselementen, erfbeplanting en groensingels subsidie verkregen kan worden. In de beleidsregels kan onder andere een kaart worden opgenomen waarop is aangegeven voor welke activiteiten in welke gebieden subsidie kan worden verleend. Tevens wordt in deze 0beleidsregels bepaald welke vergoedingen tegenover welke diensten staan (vergoedingenlijst). Dit beleid kan jaarlijks worden aangepast.
Er is een landelijk Groenfonds waaruit de op basis van deze verordening toegekende subsidie wordt betaald. De gemeente Wierden stort jaarlijks met inachtneming van de desbetreffende begrotingspost een bedrag in het fonds. Ook andere (overheids)instellingen en particulieren kunnen geld storten in het fonds. Jaarlijks wordt op basis van het beschikbare krediet in het fonds een subsidieplafond vastgesteld. Hierbij wordt rekening gehouden met de verlening van langdurige beheersubsidie.
Eenmalige vergoedingen worden betaald uit kredieten die jaarlijks worden vastgesteld in de begroting van de gemeente.
Er zijn meerdere plafonds noodzakelijk omdat er meerdere kredieten op de gemeente begroting worden opgevoerd die individueel door de raad geprioriteerd kunnen worden.
In bepaalde gevallen kan een aanvraag (deels) niet worden gehonoreerd. Om te voorkomen dat hier misverstanden over ontstaan worden deze van te voren bekend gemaakt door in de verordening de algemene weigeringsgronden te benomen en in de beleidsregels (artikel 4) de specifieke weigeringsgronden per soort subsidie.
Financieel voordeel die de gebruiksgerechtigde op een andere wijze weet te realiseren zoals bijvoorbeeld houtoogst kan leiden tot het (deels) weigeren van de aanvraag. Ook kan er sprake zijn van een plan wat opgesteld wordt in het kader van bijvoorbeeld: Rood voor Rood, vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen, nieuwe- en NSW landgoederen etc.. In die gevallen wordt de subsidie geheel of gedeeltelijk geweigerd.
Artikel 7 en 10 en 14 Indienen aanvraag om subsidie
Subsidie wordt aangevraagd op basis van een daartoe bestemd aanvraagformulier.
Artikel 8 en 12 en 15 Subsidieverlening
Burgemeester en wethouders beslissen of, en zo ja onder welke voorwaarden subsidie wordt verleend.
De subsidieverlening is een beschikking die de gebruiksgerechtigde voorwaardelijk aanspraak geeft op subsidie.
De beschikking tot subsidieverlening bevat:
Een beschikking tot beheersubsidie bevat tevens het tijdvak waarvoor de subsidie wordt verleend.
Eenmalige subsidies wordt niet met terugwerkende kracht verleend, hetgeen betekent dat subsidie niet wordt verleend indien op het moment van de aanvraag de werkzaamheden waarop de subsidie betrekking heeft reeds geheel of gedeeltelijk zijn uitgevoerd. Beheersubsidies kunnen gezien de aard wel met terugwerkende kracht verleend worden. Hiervoor geldt dat aanleg of herstel maximaal 2 jaar voor de dagtekening van het verzoek moet hebben plaatsgevonden en er in de tussentijd géén achterstand ontstaan is in het verrichten van onderhoudswerkzaamheden.
Artikel 9 en 13 en 16 Subsidievaststelling
De subsidievaststelling is een beschikking waarin wordt vastgesteld in hoeverre aan de voorwaarden, gesteld bij de subsidieverlening, is voldaan en het subsidiebedrag wordt vastgesteld. Voor de gebruiksgerechtigde ontstaat hiermee een onvoorwaardelijke en definitieve aanspraak op het bedrag. Indien blijkt dat de gebruiksgerechtigde (ook na de eventueel te stellen tweede termijn) niet aan voorwaarden heeft voldaan kan de subsidie lager worden vastgesteld. De subsidie kan in dat geval zelfs op nihil worden vastgesteld.
Een voorschot kan noodzakelijk zijn om de aanvrager in de gelegenheid te stellen op tijd zijn verplichtingen na te laten komen, richting een aannemer of leverancier. Alleen naar aanleiding van een door de subsidiënt ingediende (termijn)factuur van een aannemer of leverancier wordt het voorschot uitbetaald.
Met deze bepaling wordt voldaan aan hetgeen gesteld is in artikel 4:24 van de Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 18 Citeertitel en inwerkingtreding
Verduidelijking op welke wijze verwezen moet worden naar deze verordening en wanneer deze verordening in werking treedt.