Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deurne

Verordening commissie bezwaarschriften Deurne 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDeurne
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening commissie bezwaarschriften Deurne 2015
CiteertitelVerordening commissie bezwaarschriften Deurne 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening behandeling bezwaarschriften 2003.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene wet bestuursrecht, art. 7:13
  2. Gemeentewet, art. 147, lid 1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-06-201531-12-2020nieuwe regeling

26-05-2015

Gemeenteblad, 28 mei 2015

nr. 50

Tekst van de regeling

Intitulé

DE RAAD VAN DE GEMEENTE DEURNE

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DEURNE

DE BURGEMEESTER VAN DEURNE

 

ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 mei 2015, nr. 50;

gelet op artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet;

 

BESLUIT

 

vast te stellen de volgende Verordening commissie bezwaarschriften Deurne 2015

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    verwerend orgaan: het gemeentelijk bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • b.

    commissie: de desbetreffende externe commissie van advies voor de bezwaarschriften, zoals beschreven in artikel 2, eerste lid van deze verordening;

  • c.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • d.

    de afdeling: het betreffende organisatieonderdeel waar het bezwaarschrift inhoudelijk wordt behandeld;

  • e.

    belanghebbende: belanghebbende in de zin van artikel 1:2, eerste lid, van de Awb.

Artikel 2 De commissie

  • 1.

    Er zijn twee commissies ter voorbereiding van de beslissing op ingediende bezwaarschriften tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester, als bedoeld in artikel 7:13 van de Awb. Eén commissie wordt aangeduid als ‘Bezwaarschriftencommissie voor Burgers en Rechtspersonen’ en is belast met de advisering over door burgers en rechtspersonen ingediende bezwaarschriften. De andere commissie wordt aangeduid als ‘Bezwaarschriftencommissie voor personele en FUWA aangelegenheden’ en is belast met de advisering over ingediende bezwaarschriften op het gebied van personele en FUWA aangelegenheden.

  • 2.

    De commissie is niet bevoegd te adviseren over bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van:

    • a.

      een wettelijk voorschrift inzake gemeentelijke belastingen of de Wet waardering onroerende zaken en leges;

    • b.

      een BIBOB-onderzoek;

    • c.

      titel 4.4 van de Awb (bestuursrechtelijke geldschulden), voor zover er geen bezwaar is ingediend tegen de beslissing waaruit de betalingsverplichting is ontstaan;

    • d.

      enig ander wettelijke voorschrift of regeling, waarvan de behandeling in een Gemeenschappelijke Regeling of samenwerkingsovereenkomst aan dit samenwerkingsverband is opgedragen.

  • 3.

    Voorts is de commissie niet bevoegd te adviseren over bezwaarschriften, waarvan het college oordeelt dat zij kennelijk ongegrond of kennelijk niet-ontvankelijk zijn, dan wel indien volledig aan het bezwaar tegemoet wordt gekomen en andere belanghebbenden daardoor niet in hun belangen worden geschaad.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1.

    Iedere commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee andere leden die worden benoemd, geschorst en ontslagen door het college.

  • 2.

    Het college regelt de instelling en taakafbakening van de commissies.

  • 3.

    Het college regelt de vervanging van de voorzitter.

  • 4.

    De voorzitters en de leden van de commissies kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een gemeentelijk bestuursorgaan van de gemeente Deurne.

Artikel 4 De secretaris

  • 1.

    De secretaris van de commissie is een door het college aangewezen ambtenaar.

  • 2.

    Het college wijst tevens één of meer plaatsvervangers voor de secretaris aan.

Artikel 5 Zittingsduur

  • 1.

    De voorzitter en de leden van de commissies worden benoemd voor een periode van maximaal vier jaar.

  • 2.

    Voor de ‘Bezwaarschriftencommissie voor Burgers en Rechtspersonen’ geldt dat de leden, inclusief de voorzitter, na de eerste periode van vier jaar voor één volgende periode herbenoembaar zijn.

  • 3.

    Voor de ‘Bezwaarschriftencommissie voor personele en FUWA aangelegenheden’ geldt dat de leden, inclusief de voorzitter, na de eerste periode van vier jaar voor meerdere volgende perioden herbenoembaar zijn.

  • 4.

    De voorzitter en de leden van de commissies kunnen op ieder moment ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan het college.

  • 5.

    De aftredende of ontslag nemende voorzitter of leden van de commissie blijven hun functie vervullen, totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 6 Ingediend bezwaarschrift

  • 1.

    Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2.

    Het college onderzoekt of de zaak in der minne kan worden geschikt alvorens het bezwaarschrift in handen van de secretaris van de commissie wordt gesteld.

  • 3.

    Indien er geen minnelijke oplossing mogelijk is dan wordt het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken ter advisering in handen van de secretaris van de commissie gesteld.

Artikel 7 Uitoefening bevoegdheden

  • 1.

    De volgende bevoegdheden worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de secretaris van de commissie:

    • a.

      Het verlangen van een schriftelijke machtiging van gemachtigde, zoals beschreven in artikel 2:1, tweede lid, van de Awb.

    • b.

      Het aan gemachtigde toezenden van op de zaak betrekking hebbende stukken voor zover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie, zoals beschreven in artikel 6:17 van de Awb.

    • c.

      Het voor belanghebbenden ter inzage leggen van het bezwaarschrift en de overige op de zaak betrekking hebbende stukken gedurende tenminste één week voorafgaand aan het horen, zoals beschreven in artikel 7:4, tweede lid, van de Awb.

  • 2.

    De volgende bevoegdheden worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie:

    • a.

      Het ambtshalve of op verzoek beslissen om belanghebbenden apart te horen, zoals beschreven in artikel 7:6, tweede lid, van de Awb.

    • b.

      Indien belanghebbenden afzonderlijk zijn gehoord, het op grond van artikel 7:6, vierde lid, van de Awb al dan niet op verzoek van een belanghebbende niet op de hoogte stellen van andere belanghebbenden van het verhandelde tijdens het afzonderlijk horen, voor zover geheimhouding om gewichtige redenen is geboden.

Artikel 8 Vooronderzoek

  • 1.

    De voorzitter en de secretaris van de commissie zijn ieder in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2.

    De voorzitter van de commissie kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de zitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 9 Hoorzitting

  • 1.

    De secretaris bepaalt in overleg met de voorzitter plaats en tijdstip van de zitting waarin belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2.

    De commissie beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb inhoudende het afzien van horen.

  • 3.

    Indien de commissie op grond van het in het tweede lid genoemd artikel besluit van horen af te zien, doet zij daarvan mededeling aan belanghebbenden en het verwerend orgaan.

  • 4.

    De commissie kan uit eigen beweging dan wel op verzoek van belanghebbenden beslissen telefonisch te horen, indien belanghebbenden en het verwerend orgaan hiermee uitdrukkelijk hebben ingestemd.

Artikel 10 Uitnodiging zitting

  • 1.

    De secretaris van de commissie nodigt belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2.

    Binnen drie dagen na de datum van verzending van de in het eerste lid bedoelde mededeling kunnen belanghebbenden of het verwerend orgaan, onder opgaaf van redenen, de secretaris van de commissie verzoeken de datum of het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3.

    De beslissing van de secretaris van de commissie op een verzoek als bedoeld in het tweede lid, wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval één week voor het tijdstip van de zitting aan belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4.

    De voorzitter van de commissie is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als benoemd in het eerste tot en met het derde lid.

Artikel 11 Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden van de commissie aanwezig is, waaronder in ieder geval de voorzitter of zijn plaatsvervanger.

Artikel 12 Niet deelneming aan de behandeling

De voorzitter of de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift, indien zij daarbij een persoonlijk belang hebben en/of daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan komen.

Artikel 13 Openbaarheid zitting

  • 1.

    De zittingen van de commissie zijn openbaar.

  • 2.

    De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of één van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3.

    Indien de commissie beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting achter gesloten deuren plaats.

Artikel 14 Verslaglegging van de hoorzitting

  • 1.

    Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de Awb vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2.

    Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3.

    Indien de zitting geheel of gedeeltelijk achter gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars aanwezigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4.

    Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, welke aan het verslag worden gehecht.

  • 5.

    Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 15 Nader onderzoek

  • 1.

    Indien na afloop van de zitting, maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter van de commissie uit eigen beweging of op verzoek van de commissie dit onderzoek houden. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is voorafgaande machtiging van het college vereist.

  • 2.

    De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in een afschrift aan de leden van de commissie, aan de belanghebbenden en aan het verwerend orgaan toegezonden.

  • 3.

    De leden van de commissie, de belanghebbenden en het verwerend orgaan kunnen binnen één week na verzending van de in het tweede lid bedoelde informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter van de commissie beslist omtrent een dergelijk verzoek.

  • 4.

    Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16 Raadkamer en advies

  • 1.

    De commissie beraadslaagt en beslist in beslotenheid over het door haar uit te brengen advies.

  • 2.

    Het advies wordt uitgebracht door drie leden (waaronder in ieder geval de (plaatsvervangend) voorzitter) van de desbetreffende commissie, ook als het horen slechts door twee leden heeft plaatsgevonden.

  • 3.

    De commissies beslissen bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 4.

    Indien bij een stemming de stemmen staken, dan is de stem van de voorzitter beslissend.

  • 5.

    Van een minderheidsstandpunt wordt bij advies melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.

  • 6.

    Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 7.

    Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 17 Uitbrengen advies

Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 14 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

Artikel 18 Jaarverslag

De secretaris van de commissie brengt jaarlijks vóór 1 juli aan het college verslag uit van de werkzaamheden van de commissie in het voorafgaande kalenderjaar.

Artikel 20 Intrekking oude regeling

Tegelijkertijd met de inwerkingtreding van deze verordening wordt de ‘Verordening behandeling bezwaarschriften 2003’ ingetrokken.

Artikel 20 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 juni 2015.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 26 mei 2015.

 

De griffier, De voorzitter,

(R.J.C.M. Rutten), (H.J. Mak)

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van B&W van 12 mei 2015.

 

De secretaris, De burgemeester,

(G.J.C. Kusters), (H.J. Mak)

 

Aldus vastgesteld door de burgemeester op 26 mei 2015.

 

De burgemeester,

(H.J. Mak)