Organisatie | Landerd |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Notitie Weerstandsvermogen en Risicobeheersing 2015 |
Citeertitel | Notitie Weerstandsvermogen en Risicobeheersing 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, Artikel 212
Financiële verordening gemeente Landerd 2015
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-06-2015 | 05-04-2019 | Nieuwe regeling | 28-05-2015 Arena, 12 juni 2015 | Onbekend |
In deze notitie wordt het belang van risicomanagement uitgelegd.
Risicomanagement heeft op dit moment al een plaats in onze organisatie. De gebruikte werkwijzen etc. zijn maar beperkt vastgelegd in duidelijke afspraken. In deze notitie wordt voorgesteld dit procesmatiger te benaderen. Nieuw is ook dat er meer aandacht komt voor beheersmaatregelen.
Het uiteindelijke doel is om de risico’s beter in beeld te brengen, te blijven volgen en daarover dan te rapporteren aan de gemeenteraad.
In deze notitie zijn alle begrippen, de te volgen werkwijzen, de beschrijving van de risico’s en de inrichting van de paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing uitgelegd.
Belangrijk in deze processen is dat iedereen weet wat er van hem of haar verwacht wordt.
Die taakverdeling is ook uitgewerkt.
Er is een duidelijke lijn en aanpak opgenomen. Het voorstel is om deze in de organisatie uit te zetten. Het eerste resultaat is dan zichtbaar in de begroting 2016.
Waarom risicomanagement belangrijk is? Het geeft ons de mogelijkheid om te beoordelen of Landerd bij het risicoscenario dat wij opstellen in staat is om in de toekomst zijn verplichtingen te blijven nakomen zonder dat uitgaven en investeringen voor noodzakelijke publieksvoorzieningen in de knel komen.
De gemeente Landerd wil op een gestructureerde wijze risico’s beheersen. Dat kan betekenen dat risico’s bewust worden genomen. Daarbij is de relatie tussen die risico’s en de mate waarin de gemeente in staat is om die risico’s op te vangen van belang.
In onze begrotingen en de nota Reserves en Voorzieningen wordt ingegaan op de risico’s, de wijze waarop wij die presenteren en wordt dat afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit.
Het beleid dat wij daarin voor ogen hebben, en ook nu al in de praktijk uitvoeren, is maar beperkt vastgelegd. Daarom is deze notitie Risicomanagement en Weerstandsvermogen opgesteld. Dit versterkt ook de rol van de gemeenteraad; de raad schept het kader voor het risicomanagement en de uitgangspunten die gebruikt worden voor de bepaling van de weerstandscapaciteit.
Deze versterking van de rol van de raad past binnen de steeds grotere aandacht bij de raad, de provincie en de accountant voor risico’s die gemeenten lopen.
Het uitgangspunt van deze notitie is niet alleen om mogelijke risico’s te analyseren, maar ook om de methodiek van risicomanagement en de methodiek van de bepaling van de weerstandscapaciteit te bepalen. Uitgangspunt is dat de bewustwording van de risico’s en het beheersen daarvan een vaste plek krijgen binnen de bedrijfsvoering en dat de uitkomsten blijvend opgenomen worden in de planning- en control cyclus (P&C-cyclus).
De doelstellingen van deze notitie zijn:
·Kaderstelling raad en formulering van beleidsregels
De raad is verantwoordelijk voor het vaststellen van een sluitende begroting. Een exact sluitende begroting betekent dat er (structureel) geen ruimte is om tegenvallers op te vangen. Daarom heeft de gemeente weerstandsvermogen nodig.
In deze notitie worden de kaders met betrekking tot weerstandsvermogen, weerstandscapaciteit en risicomanagement vastgesteld. Binnen die kaders gaat de gemeente Landerd handelen. Deze kaders en beleidsregels moeten er voor zorgen dat risicomanagement een vaste plek houdt binnen de P&C-cyclus, dat risico’s beheersbaar worden en dat de gemeente Landerd voldoende weerstandsvermogen heeft.
·Verhogen inzicht in de risico’s
Risicomanagement heeft als doel een inzicht te krijgen in de risico’s en de beheersing daarvan. Dit vereist een integrale aanpak en het betreft niet alleen financiële risico’s. Ook risico’s op het gebied van bijvoorbeeld milieu, letselschade, veiligheid, imago en juridische zaken dienen daarbij in beeld te komen.
·Verhogen van bewustzijn van risico’s
Dit is van belang voor zowel het bestuur (raad en college) als het management. Het bestuur stelt kaders en neemt belangrijke besluiten waarbij risico’s op kunnen treden. Het management dient te zorgen voor een goede informatieverstrekking over risico’s richting het bestuur voor deze besluitvorming (o.a. in raadsvoorstellen).
Daarnaast is het management verantwoordelijk voor het beheersen van de risico’s. De organisatie dient zich er van bewust te zijn dat risicomanagement een belangrijke plek heeft binnen de P&C-cyclus.
·Voldoen aan wet- en regelgeving
Het beleid over risicomanagement en weerstandsvermogen is momenteel opgenomen in de paragraaf A. “Weerstandsvermogen en Risicobeheersing” van de begroting. Dit is volgens de voorschriften van het BBV. In de notitie Reserves en Voorzieningen wordt ook kort ingegaan op risico’s, weerstandsvermogen en stille reserves.
Het gemeentelijk kader is gebaseerd op hogere wetten en regelgeving. Deze zijn:
·Besluit Begroting en Verantwoording
Het BBV schrijft voor dat er een paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing is opgenomen in de begroting en jaarrekening. Deze paragraaf dient in ieder geval te bevatten:
Op grond van dit artikel is in onze “Financiële verordening Landerd 2015” het volgende opgenomen:
In de paragraaf weerstandsvermogen bij de begroting en de jaarstukken geeft het college de risico’s van materieel belang aan en een inschatting van de kans dat deze risico’s zich voordoen. Ook wordt het gewenste weerstandsvermogen bepaald en wordt aangegeven in hoeverre dit toereikend is voor het opvangen van de risico’s.
De provincie Noord Brabant hanteert het Gemeenschappelijk financieel Toezichts Kader (GTK). Dit kader geeft regels voor het toezicht door de provincie. De provincie heeft binnen die kaders de ruimte om maatwerk toe te passen.
In het kader van weerstandsvermogen en risicomanagement zijn een aantal begrippen van belang. Deze worden hierna kort toegelicht:
Weerstandscapaciteit, incidenteel
Onder de incidentele weerstandscapaciteit wordt verstaan het vermogen om onverwachte eenmalige tegenvallers op te kunnen vangen, zonder dat dit invloed heeft op de voortzetting van taken op het geldende niveau. De middelen die dat vermogen (kunnen) bepalen zijn:
Weerstandscapaciteit, structureel
Onder de structurele weerstandscapaciteit wordt verstaan het vermogen om onverwachte tegenvallers structureel in de begroting op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van bestaande taken. De middelen die dat vermogen (kunnen) bepalen zijn:
Het weerstandsvermogen geeft de mate aan waarin de gemeente in staat is middelen vrij te maken dan wel middelen heeft vrijgemaakt om niet begrote financiële tegenvallers op te vangen, zonder ingrijpende beleidswijzigingen. Het weerstandsvermogen bestaat uit twee onderdelen, namelijk de weerstandscapaciteit en de risico’s. Het weerstandsvermogen geeft de verhouding tussen deze twee onderdelen aan.
Het weerstandsvermogen wordt berekend voor de structurele risico’s en de incidentele (eenmalige) risico’s.
Een risico is de kans op het optreden van een gebeurtenis maal de impact die de gebeurtenis heeft.
Het op gestructureerde wijze identificeren en kwantificeren van risico’s en het bepalen van beheersmaatregelen die de kans van optreden van de risico’s en/of de gevolgen van risico’s beheersbaar maken.
Maatregelen en procedures die worden genomen om de onderkende risico’s te ondervangen, te verkleinen of om opkomende risico’s te signaleren en het effect hiervan te beperken.
Goed risicomanagement vraagt enerzijds om een betrouwbare beoordeling van risico’s waarmee we als gemeente Landerd worden geconfronteerd en anderzijds om invoering van beheersmaatregelen in de organisatie en onderliggende processen ter afdekking en/of verkleining van de desbetreffende risico’s.
Deze activiteiten dienen op een aantal niveaus plaats te vinden:
Het risicomanagementproces moet een jaarlijks terugkerende cyclus zijn die op hoofdlijnen bestaat uit:
Onderdeel hiervan is deze notitie Weerstandsvermogen en Risicobeheersing. Hierin worden de kaders geschept voor het risicomanagement binnen de gemeente Landerd. Deze nota wordt om de vier jaar vastgesteld door de raad. Het afleggen van verantwoording over risicomanagement vindt jaarlijks plaats in de paragraaf A. “Weerstandsvermogen en risicobeheersing” in de programmabegroting en –rekening. In bijlage 1 is een voorbeeld opgenomen over de wijze van rapporteren in deze paragraaf.
Risico’s worden onderverdeeld in de volgende groepen:
Als er een zekere gebeurtenis is met zekere gevolgen moet er volgens de regelgeving BBV (en onze financiële verordening) een voorziening gevormd te worden. Dit is dan geen risico meer.
De risico’s kunnen worden onderverdeeld in een aantal categorieën. Deze zijn bijvoorbeeld:
De risico analyse wordt uitgevoerd door de afdelingen. De afdeling financiën coördineert het proces.
Stap 1. Inventariseren risico’s
De risico’s dienen geïnventariseerd te worden. In deze fase van de analyse worden alle potentiele risico’s binnen de genoemde categorieën geïnventariseerd. Ondersteuning vindt plaats door het team Financiën, dat de coördinatie heeft. Deze inventarisatie gebeurt twee maal per jaar. Een keer bij de begroting en een keer bij de jaarrekening. Dit wordt opgenomen in de planning van de P&C-cyclus.
Voor deze inventarisatie wordt gebruik gemaakt van een vast sjabloon, de risicokaart (zie stap 8).
In alle gevallen geldt dat er een tweedeling in de risico’s wordt gemaakt tussen structurele en incidentele risico’s. Dit wordt dan afgezet tegen de structurele en incidentele weerstandscapaciteit.
Stap 2. Analyse en beoordeling risico’s
Uit deze inventarisatie ontstaat een beeld van de risico’s die zich kunnen voordoen. Deze risico’s worden geanalyseerd en beoordeeld. Daarbij worden de volgende zaken beschreven:
Stap 3.Indeling in risicoklassen
Voor kans dat een risico zicht voordoet zijn er op dit moment in Landerd drie klassen. Deze zijn Laag (10%), middel (50%) en hoog (75%). In de praktijk wordt ervaren dat de spanbreedte tussen laag en middel (te) groot is. De GREX is daarom, bij wijze van uitzondering, nu op 25% geschat.
Het is beter de kans op effectuering van een risico, en daarmee het percentage, te koppelen aan een referentiebeeld. Deze worden als volgt voorgesteld:
Buiten deze klasse 1 t/m 5 zijn er risico’s die we wel noemen maar waarvan de inschatting is dat deze in 10 jaar niet voorkomen. In die gevallen hanteren we daarvoor 0%. Het opnemen van deze risico’s is dan alleen bedoeld om deze in beeld te houden en worden bij stap 4 (zie hierna) op nihil gekwantificeerd.
Voor de Grondexploitatie wordt de inschatting van de klasse per complex gemaakt.
Stap 4. Kwantificeren van de risico’s
Berekenen van het financieel gevolg of effect / het kwantificeren van elk risico.
Aan de hand van historische gegevens, begrote cijfers, boekwaarden etc. wordt beoordeeld over welk bedrag wij risico lopen. Hieronder geven wij een aantal voorbeelden van deze gegevens die de basis vormen voor de kwantificering:
Dit is geen limitatieve opsomming.
De gevolgen die we hier noemen zijn de maximale gevolgen waarover wij risico lopen. Deze gevolgen worden afgezet tegen de kans (stap 3) die we lopen. De uitkomst van deze kans x gevolg is het gekwantificeerde risico.
Jaarlijks wordt beoordeeld of de basis waarover het risico wordt berekend aangepast moet worden omdat een andere wijze van kwantificeren beter is. De niet uitputtende lijst hierboven moet daarom als dynamisch worden beschouwd.
Als kwantificering (nog) niet mogelijk is omdat gegevens ontbreken wordt er of een inschatting gemaakt of wordt het voorlopig op nihil gewaardeerd.
Beheersing van de risico’s vraagt om heldere afspraken over verantwoordelijkheid en keuzes ten aanzien van te nemen beheersmaatregelen.
Het is belangrijk de risico’s niet alleen te noemen maar om maatregelen te nemen om deze risico’s te beperken of weg te nemen, dus kans x gevolg te laten afnemen (stap 3 x stap 4).
Er zijn verschillende soorten beheersmaatregelen. Er zijn kans verlagende maatregelen (bijvoorbeeld preventief onderhoud) en gevolg verlagende maatregelen (bijvoorbeeld het afsluiten van een verzekering).
Soms worden bewust geen maatregelen genomen en het risico aanvaard uit kosten – baten overwegingen
Stap 6. Benoemen risico-eigenaar.
Het is van groot belang aan te geven wie verantwoordelijk is voor het melden en beheersen van een risico. Er wordt daarom een risico-eigenaar benoemd. Daarvoor wordt aansluiting gezocht met bestaande afspraken met betrekking tot de processen waar de risico’s mee samenhangen. In de meeste gevallen is dit de vakafdeling waar het risico betrekking op heeft.
Stap 7. Adviseren over beheersmaatregelen
De risico-eigenaar speelt een belangrijke rol bij het bepalen van en adviseren over de beheersmaatregelen die genomen moeten worden. Daarbij zijn een aantal basisstrategieën van belang:
De keuze dient bewust en herleidbaar vastgelegd te worden.
Samenvatting van de stappen 1 tot en met 6.
Voor elk risico worden een aantal gegevens vastgelegd op een risicokaart (sjabloon, zie bijlage 2). Deze zijn:
Om deze gegevens juist en volledig in te vullen is de expertise van het Management Team (MT) en de medewerkers nodig.
Stap 9. Opnemen in paragraaf A.
Het opnemen van de beschikbare gegevens in de paragraaf “Weerstandsvermogen en risicobeheersing”.
De risico’s worden, zoals voorgeschreven, opgenomen in paragraaf A. van de programmabegroting en –rekening.
In bijlage 1 is een (gewijzigde) opzet van deze paragraaf uitgewerkt.
Stap 10. Volgen van de risico’s
Nadat de stappen 1 tot en met 8 zijn gevolgd dient er geen stilstand te ontstaan ten aanzien van de beschreven risico’s. Het is van belang de risico’s te blijven monitoren, en beheersmaatregelen te blijven zoeken en implementeren.
Het volgen van de risico’s vindt plaats door de organisatie en wordt op verschillende momenten gedeeld met het college en de gemeenteraad
In de stukken van de P&C-cyclus, en dan vooral de jaarrekening en de begroting, wordt de geactualiseerde stand van zaken weergegeven betreffende de risico’s die de gemeente Landerd loopt, de kwantificering daarvan en de beheersmaatregelen die genomen zijn of genomen worden.
Stap 11. Het proces continue verbeteren
Gedurende het gehele proces van risicomanagement wordt aandacht geschonken aan verbetermogelijkheden. Als dat nodig is wordt het beleid en de methodiek bijgesteld en dat geldt ook voor de onderliggende processen, systemen en werkwijzen.
De rolverdeling is schematisch als volgt weer te geven:
Het moet in alle gevallen duidelijk zijn wie verantwoordelijk is voor het risicomanagement. In eerste instantie zijn dat de afdelingshoofden. Zij brengen de risico’s in kaart en rapporteren daarover aan MT en college. De secretaris is eindverantwoordelijk.
De afdeling BMO-financiën heeft een ondersteunende en coördinerende rol. Zij verzamelt de risico’s en rapporteren daarover in de paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing. Dit gebeurt in samenspraak met de afdelingen.
Er worden risicokaarten geïntroduceerd. Deze kaarten worden in een vast sjabloon beschikbaar gesteld aan de organisatie. Op deze kaarten worden, per risico, alle relevante gegevens verzameld. Zie ook stap 7 onder de risicoanalyse en bijlage 2.
·Integratie in beleidsvoorstellen.
In voorstellen voor nieuw beleid die aan het college of de raad worden voorgelegd moeten de risico’s worden opgenomen. In het raadsvoorstel is daarvoor nu al een aparte kop opgenomen. Indien bestaand beleid meer risico’s gaat opleveren wordt dat gemeld via de burap.
·Paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing.
Deze paragraaf is een samenvatting van de gegevens van de risicokaarten. In de begroting worden de risico’s voor het begrotingsjaar benoemd, beschreven en gekwantificeerd. Daarna wordt het totale risico afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De jaarrekening is een moment van evaluatie. Er wordt verantwoording afgelegd over hoe de risico’s zich echt hebben ontwikkeld. Daarnaast wordt in de jaarrekening een geactualiseerde doorkijk gegeven naar het begrotingsjaar.
Er kunnen onverwacht grote risico’s optreden. Het college heeft een actieve informatieplicht en zal de raad in deze gevallen meteen informeren.
Het weerstandsvermogen is “de mate waarin de gemeente in staat is om financiële tegenvallers op te vangen”. Vanuit de financiële positie van de gemeente kan bepaald worden welke acties, middelen en maatregelen nodig zijn om niet in de financiële problemen te komen. Mochten er toch tegenvallers zijn, dan kan een beroep worden gedaan op het weerstandsvermogen.
Een gezond weerstandsvermogen vergroot de slagvaardigheid. Het weerstandsvermogen wordt bepaald door de totale omvang van de risico’s (de kwantificering) af te zetten tegen de aanwezige weerstandscapaciteit.
Onderdelen van de weerstandscapaciteit
Onze weerstandscapaciteit bestaat uit de volgende onderdelen:
Hieronder worden deze onderdelen kort toegelicht.
Voor wat betreft de OZB wordt uitgegaan van het verschil tussen onze tarieven en de artikel 12-norm voor de OZB-tarieven. Voor de overige tarieven die kostendekkend mogen zijn (leges, afvalstoffenheffing, rioolheffing, graf- en begrafenisrechten en marktgelden) wordt uitgegaan van het verschil tussen 100% kostendekking en de werkelijke dekkingspercentages.
Structureel saldo begroting / saldo jaarrekening
Voor de begroting wordt uitgegaan van het structureel begrotingssaldo. Bij de jaarrekening wordt het structurele jaarrekeningsaldo meegenomen.
Algemene reserves voor zover daarover nog geen besluiten zijn genomen over de beschikking daarvan (behoedzaamheidsreserve)
Dit betreft het beschikbare saldo van deze reserves dat nog beschikbaar is voor het opvangen van risico’s en/of ter dekking van investeringen.
Onder deze reserves vallen de gemeentelijke bezittingen zoals gronden, gebouwen, bossen, aandelen etc. De meerwaarde van deze bezittingen bovenop de boekwaarde (=aanschafwaarde) wordt stille reserves genoemd. Aan de waardering hiervan in het weerstandsvermogen kunnen voorwaarden verbonden worden. Op dit moment worden stille reserves van gebouwen, grond of bossen alleen gewaardeerd als die direct verkoopbaar zijn.
Alle gebouwen zijn verhuurd of in gebruik, gronden zijn verpacht en bossen moeilijk verkoopbaar. Er is daarom voor gekozen de stille reserves op nihil te waarderen. Dit is volgens onze notitie Reserves en Voorzieningen.
Wij hebben dit onderdeel opnieuw onderzocht, gekeken bij buurgemeenten, en stellen de volgende uitgangspunten voor:
Grond: Dit bestaat uit een aantal verschillende soorten gronden:
Kort verpachte landbouwgronden: Deze gronden kunnen als dat gewenst of nodig is, binnen korte tijd verkocht worden. Wij bezitten 10,6 ha grond die onder deze categorie valt. Bij een prijs van € 6 per m2 is dat een potentiele opbrengst van € 636.000. Soms wordt grond in bezit gehouden uit tactische overwegingen (ruilgrond etc). Voorgesteld wordt hiervan 25% mee te nemen bij de stille reserves. Dit is een bedrag van € 159.000. Dit wordt jaarlijks opnieuw berekend.
Andere percelen grond, overhoekjes etc. Er is geen lijst van deze gronden. Het is ook de vraag of deze verkoopbaar zijn. Het is niet zeker dat grond die wij (zouden) aanbieden ook kopers heeft. Wij waarderen deze gronden niet binnen onze stille reserves. De verkoop van deze gronden is vraaggericht. Indien er een verzoek komt onderzoeken wij of het desbetreffende perceel verkocht kan worden. Wij hebben geen actief verkoopbeleid.
Incidenteel saldo begroting / jaarrekening
Voor de begroting wordt uitgegaan van de post onvoorzien met daarbij een eventueel incidenteel begrotingssaldo. Bij de jaarrekening wordt het incidentele jaarrekeningsaldo meegenomen.
Weerstandsvermogen gemeente Landerd
*dit vervalt in deze nieuwe notitie. Deze rentelast treedt alleen op als de volledige behoedzaamheidsreserve wordt ingezet. Daar gaan we in de nieuwe opzet niet op voorhand meer van uit.
Het weerstandsvermogen toont de verhouding aan tussen:
De beschikbare weerstandscapaciteit is in het voorbeeld van de jaarrekening (tabel hierboven, kolom begroting 2015) structureel € 1.985.000 en incidenteel € 7.256.000.
Het weerstandsvermogen wordt uitgedrukt in euro’s en in een ratio. De eerste is de som van de beschikbare weerstandscapaciteit minus de benodigde weerstandscapaciteit. Dit bedrag is de financiële buffer van de gemeente Landerd die “over” is nadat de gekwantificeerde risico’s er van afgetrokken zijn.
Het uitdrukken in een ratio gebeurt ook in de gemeente Landerd. Deze ratio houdt in:
Beschikbare weerstandscapaciteit
Benodigde weerstandscapaciteit = ratio weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen wordt beoordeeld aan de hand van de door ons gewenste ratio. Deze zijn opgenomen in de onderstaande tabel:
Tot heden zijn wij uitgegaan van een minimale ratio van 1,4. Dit staat voor “ruim voldoende”.
Deze ratio geldt voor het totaal, dus incidenteel en structureel samen maar ook voor beide afzonderlijk.
Wij hebben onze ratio vergeleken met die van omliggende gemeenten. Zij hanteren de volgende ratio:
Dit heeft de vraag opgeroepen of wij wellicht “te veilig” willen zitten met onze ratio van 1,4. We houden, door aan deze ratio te voldoen, een aanzienlijk deel van onze reserve achter de hand voor risico’s. Zeker in een tijd van schaarse middelen en/of veel nieuwe wensen moet steeds weer de afweging worden gemaakt tussen onze financiële buffer voor risico’s en het inzetten van middelen ter dekking van uitgaven. Dit laatste is de tegenpool van extra ombuigingen of belastingverhogingen om nieuwe uitgaven te kunnen dekken.
In Landerd gaan we uit van een voorzichtig financieel beleid. We nemen geen grote risico’s zonder dat daarvoor middelen achter de hand zijn. Door dit beleid zijn we ook nog steeds financieel gezond.
Er zijn twee manieren om het beslag dat we leggen op onze behoedzaamheidsreserve voor de risico’s te beïnvloeden:
De uitkomst hiervan is het bedrag dat geoormerkt wordt in onze behoedzaamheidsreserve.
We vinden het belangrijk om ons weerstandsvermogen op een “ruim voldoende” peil te houden. Dit betekent dat we de ratio van 1,4 handhaven.
Daarbij leggen we de volgende uitgangspunten vast:
Indien de totale ratio onder 1,4 komt, worden er maatregelen voorgesteld om deze ratio toch te halen.
In deze notitie stellen wij dan ook voor om vanaf de begroting 2016 (en jaarrekening 2015) uit te blijven gaan van een ratio van 1,4 in combinatie met de vijf nieuwe risicoklassen.
Deze notitie Risicomanagement en Weerstandsvermogen wordt eens in de vier jaar geactualiseerd.
Bijlage 1 Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing
In deze bijlage wordt opgesomd welke gegevens in deze paragraaf van de begroting en jaarrekening worden opgenomen. Daarbij worden van tabellen etc. voorbeelden getoond. Als het nodig is wordt deze paragraaf aangepast (= dynamisch van opzet).
De inhoud van paragraaf A. Weerstandsvermogen en Risicobeheersing is als volgt:
Hierin wordt het verschil tussen de structurele en incidentele weerstandscapaciteit uitgelegd. Daarnaast een korte uitleg van de belangrijkste cijfers en normen die we daarvoor gebruiken.
Ook wordt hier de tabel van de berekening van de weerstandscapaciteit opgenomen. Deze ziet er als volgt uit (er worden meer jaren naast elkaar getoond):
Het verloop van de weerstandscapaciteit van de afgelopen 10 jaren wordt in een grafiek weergegeven. De grafiek hieronder is uit de jaarrekening 2014.
Deze tabel wordt gesplitst in structureel en incidenteel. De uitkomst wordt vergeleken met bijvoorbeeld de vorige begroting, jaarrekening etc.
4.De gekwantificeerde risico’s moeten vergeleken worden met de beschikbare weerstandscapaciteit. Daarvoor wordt de volgende tabel gevuld. De cijfers in dit voorbeeld zijn uit de begroting 2015.
Totale ratio (structureel en incidenteel samen), vereist is 1,4 | |
* Benodigde weerstandscapaciteit GREX (= onderdeel van totaal benodigde weerstandscapaciteit) |
5.Tot slot wordt in deze paragraaf het verloop van de berekende risico’s opgenomen. Dit is volgens de werkwijze die we nu gebruiken. Dat is in de vorm van de volgende tabel die is overgenomen uit de jaarrekening 2014: