Uitvoeringsregeling ‘Subsidiëring Buurtstallingen Haarlem’
Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Haarlem,
Overwegende de buurtstallingen te verzelfstandigen, maar ook van oordeel zijnde dat de buurtstallingen een zinvolle bijdrage leveren aan de beperking van fietsparkeeroverlast en het daarom wenselijk is de oprichting, inrichting en instandhouding van buurtstallingen te stimuleren en te ondersteunen;
Gelet op
- -
artikel 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente Haarlem,
- -
het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem van 21 oktober 2014 met betrekking tot het bestedingsvoorstel extra middelen voor duurzaamheid, fiets en groen (2014/380245)
besluit vast te stellen de volgende regeling:
Artikel 1. Begripsomschrijving
In deze regeling wordt verstaan onder:
- 1.
College: het college van burgemeester en wethouders van gemeente Haarlem
- 2.
ASV: Algemene Subsidieverordening gemeente Haarlem ingaande 1 december 2013
- 3.
Buurtstalling: afsluitbare stalling die hoofdzakelijk bestemd is voor het stallen van de fiets in de eigen woonomgeving en bestemd voor gemeenschappelijk gebruik door buurtbewoners, niet zijnde een berging bij de woning zoals bedoeld in het Bouwbesluit 2012
- 4.
Fietsparkeerplaats: de plek waar één fiets kan worden gestald
- 5.
Langdurig huurcontract: contract tussen de verhuurder en aanvrager betreffende de huur van het object waar de buurtstalling gerealiseerd is/wordt, welk contract loopt tot tenminste vijf jaar na het indienen van de subsidieaanvraag
- 6.
Fietsparkeur: een normstellend document om de kwaliteit van de fietsparkeersystemen hoog te houden. In het document Fietsparkeur (www.fietsparkeur.nl) worden deze eisen nader gespecificeerd
Artikel 2. Doelstelling
Het doel van de regeling is: Het stimuleren van de op- en inrichting van veilige, gebruiksvriendelijke en goed toegankelijke buurtstallingen en het veilig, goed toegankelijk en gebruiksvriendelijk maken van bestaande buurtstallingen waaronder ook het vergroten van het aantal fietsparkeerplaatsen in bestaande buurtstallingen.
Artikel 3. Doelgroep
- 1.
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan aanvragers die eigenaar zijn van de buurtstalling of huurders die langdurig een object huren dat als buurtstalling functioneert.
- 2.
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor buurtstallingen in de buurten Centrum, Stationsbuurt, Burgwal, Rozenprieel, Frans Halsbuurt, Transvaalbuurt, Zijlweg-Oost, Leidsebuurt en Welgelegen.
- 3.
Subsidie kan worden aangevraagd door natuurlijke personen en organisaties.
Artikel 4. Activiteiten en kosten die voor subsidie in aanmerking komen
- 1.
Voor subsidie komen de volgende activiteiten en kosten in aanmerking;
- a.
het installeren of vernieuwen van een toegangssysteem als bedoeld in artikel 5 lid 1 van deze regeling
- b.
het (bij)plaatsen en/of vernieuwen van fietsrekken
- c.
het aanbrengen van adequate verlichting
- d.
het schilderen van de binnenruimte van de buurtstalling
- 2.
Het college kan besluiten voor andere dan de hierboven vermelde activiteiten of kosten subsidie te verstrekken voor zover deze bijdragen aan het realiseren van het doel van de subsidie genoemd in artikel 2.
Artikel 5. Technische vereisten
- 1.
Het toegangssysteem dient de gebruiker persoonsgebonden toegang te geven tot de buurtstalling, bijvoorbeeld door middel van een persoonlijke toegangscode of een niet-kopieerbare sleutel. Onder het toegangssysteem wordt ook een inbraakbestendige deur begrepen.
- 2.
De fietsrekken moeten voldoen aan de eisen van Fietsparkeur.
Artikel 6. Subsidiebedrag
- 1.
De subsidie bedraagt maximaal € 400, per fietsparkeerplaats, met een maximum van € 40.000,- per buurtstalling inclusief BTW.
- 2.
Activiteiten en/of kosten die naar het oordeel van het college niet of niet in voldoende mate bijdragen aan het doel van deze subsidie zoals gesteld in artikel 2 worden niet meegenomen bij het vaststellen van het subsidiebedrag.
- 3.
Voor zover de subsidieaanvrager BTW kan verrekenen/compenseren, wordt het subsidiebedrag vastgesteld op basis van de begrote kosten exclusief BTW.
Artikel 7. Weigeringsgronden
Onverminderd het bepaalde in artikel 8 van de ASV wordt de subsidieaanvraag eveneens in ieder geval geweigerd indien uit de planning blijkt dat:
- 1.
niet wordt voldaan aan de subsidievoorwaarden of –criteria zoals genoemd in deze uitvoeringsregeling
- 2.
de buurtstalling waarvoor subsidie wordt aangevraagd ná het verrichten van de activiteiten uit minder dan dertig (30) fietsparkeerplekken bestaat
- 3.
de aanvrager niet beschikt over een onherroepelijke omgevingsvergunning voor de te verrichten activiteiten, indien vereist
- 4.
de totale subsidiabele kosten van de aanvraag minder dan € 2.500,- bedragen
- 5.
de subsidie wordt aangevraagd voor de beheers- en/of exploitatielasten van een buurtstalling
- 6.
voor de buurtstalling al eerder subsidie is verstrekt op grond van deze uitvoeringsregeling
- 7.
de aanvrager vóór de datum van inwerkingtreding van deze uitvoeringsregeling verplichtingen is aangegaan ter zake van het verrichten van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd of reeds is gestart met de activiteiten.
Artikel 8. Subsidieplafond
Voor subsidieverstrekking op grond van deze uitvoeringsregeling is gedurende de looptijd van de regeling ten hoogste € 200.000,- beschikbaar.
Artikel 9. Aanvraag en indieningstermijn
- 1.
De aanvrager dient de aanvraag in met een door het college vastgesteld aanvraagformulier dat juist en volledig ingevuld en ondertekend is.
- 2.
Met een aanvraag kan voor maximaal één buurtstalling subsidie worden aangevraagd.
- 3.
De aanvrager voegt ten minste bij het aanvraagformulier:
- a.
Een beschrijving van de te subsidiëren activiteiten/uitgaven inclusief motivatie van de noodzaak daartoe
- b.
Onderbouwing van het aantal te realiseren fietsparkeerplekken en inschatting van het aantal actieve gebruikers, bijvoorbeeld aan de hand van een belangstellendenregistratie
- c.
Een begroting van de te subsidiëren activiteiten (kosten exclusief én inclusief BTW), onderbouwd met minimaal één gespecificeerde offerte
- d.
Voor bestaande stallingen, een situatieschets en ten minste drie foto’s van de stalling waaruit de huidige staat van de buurtstalling blijkt en specifiek de staat van de fietsenrekken, de ingang en het toegangssysteem
- e.
Voor nieuw op te richten buurtstallingen, een situatieschets en ten minste drie foto’s van de omgeving bij de op te richten buurtstalling, de ingang en de huidige staat van de in te richten ruimte
- f.
Een bewijs dat voor de te verrichten activiteiten geen omgevingsvergunning is vereist of indien wel vereist, een onherroepelijke omgevingsvergunning en bijbehorende bouwkundige tekeningen van de buurtstalling
- g.
Een bewijs van eigendom of een langdurig huurcontract en schriftelijke toestemming van de verhuurder.
- h.
een de-minimisverklaring waarmee de aanvrager een verklaring aflegt over het ontvangen van staatsteun. De verklaring is beschikbaar via de website: http://www.europadecentraal.nl/onderwerpen/staatssteun/de-minimis/voorwaarden-de-minimis/ (zie voorbeeldverklaring, versie april 2014).
- 4.
Aanvragen kunnen tot uiterlijk 2 maanden na inwerkingtreding van de uitvoeringsregeling worden ingediend bij het college. Aanvragen ontvangen na deze datum worden niet in behandeling genomen. Bij onvoldoende aanmeldingen kan deze termijn worden verlengd.
Artikel 10. Behandeling van de aanvragen
- 1.
De subsidieaanvragen worden in behandeling genomen onder voorwaarde dat de aanvraag voldoet aan de eisen uit deze uitvoeringsregeling.
- 2.
Daags na de uiterste indieningsdatum worden de aanvragen gerangschikt waarbij de rangschikking als volgt wordt bepaald:
- a.
Aanvragen voor gebied Centrum gaan boven aanvragen voor gebied Stationsbuurt, welke gaan boven aanvragen voor de andere gebieden.
- b.
Na de rangschikking op grond van a. gaan de aanvragen voor nieuwe (op te richten) buurtstallingen boven aanvragen voor bestaande buurtstallingen
- c.
Indien meerdere aanvragen op dezelfde plek eindigen na rangschikking met criteria a en b wordt de aanvraag met het hoogste aantal nieuw gecreëerde fietsparkeerplekken als eerste gehonoreerd
- 3.
De aanvragen worden gehonoreerd naar de volgorde op de ranglijst.
- 4.
De aanvragen worden gehonoreerd totdat het subsidieplafond is bereikt. Indien bij het toekennen van een aanvraag het subsidieplafond wordt bereikt, wordt aan die aanvraag maximaal het bedrag toegekend dat nog beschikbaar is zodat het subsidieplafond niet wordt overschreden.
Artikel 11. Betaling subsidie
- 1.
Aan de subsidieontvanger wordt een voorschot verleend van 100% van het toegekende subsidiebedrag indien de maximum verleende subsidie € 5.000,- of minder bedraagt.
- 2.
Aan de subsidieontvanger wordt een voorschot verleend van 90% van het toegekende subsidiebedrag indien de maximum verleende subsidie meer dan € 5.000,- bedraagt. Betaling van de overige 10% zal plaatsvinden na beoordeling van de gerealiseerde activiteiten en na vaststelling van de subsidie.
Artikel 12. Overige verplichtingen
Aan de subsidie worden in elk geval de volgende verplichtingen verbonden:
- 1.
Onverminderd de meldingsplicht genoemd in artikel 12 van de ASV informeert de subsidieontvanger het college eveneens zo spoedig mogelijk, maar binnen twee maanden na optreden van de wijzigingen, schriftelijk over het voortijdig beëindigen van of het aanbrengen van wijzigingen in de gesubsidieerde activiteiten.
- 2.
De gesubsidieerde activiteiten worden binnen 3 maanden na verlening van de subsidie gestart en worden binnen 12 maanden na de datum van de subsidieverlening afgerond.
- 3.
De subsidieontvanger houdt de buurtstalling ten minste vijf jaar vanaf de datum van subsidievaststelling in stand.
- 4.
De subsidieontvanger levert jaarlijks voor 1 december cijfers aan over het aantal verhuurde fietsparkeerplaatsen en actuele informatie over de buurtstalling en geeft aan de gemeente toestemming deze cijfers te gebruiken in publicaties van de gemeente.
- 5.
De subsidieontvanger is verplicht mee te werken aan steekproefsgewijze controles van de gemeente waarbij gekeken wordt of de buurtstalling dienst doet conform de door de gemeente gestelde verplichtingen. Indien bij de controle wordt vastgesteld dat niet wordt voldaan aan de verplichtingen kan de gemeente overgaan tot intrekking of wijziging van de subsidievaststelling. Controle door de gemeente kan plaatsvinden tot 5 jaar nadat de subsidie is vastgesteld.
Artikel 13. Verantwoording en subsidievaststelling
- 1.
Met toepassing van artikel 14, lid 2 jo. artikel 15 lid 3, ASV is de subsidieontvanger verplicht binnen 13 weken na afronding van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend een aanvraag tot subsidievaststelling in te dienen.
- 2.
De aanvraag tot subsidievaststelling gaat vergezeld van een inhoudelijke en financiële verantwoording van de gerealiseerde activiteiten welke ten minste bevat:
- a.
foto’s van de situatie na realisatie van de activiteiten en specifiek van de fietsenrekken, de ingang en het toegangssysteem, voor zover van toepassing
- b.
het totaal aantal fietsparkeerplekken na realisatie van de activiteiten en het aantal gecreëerde fietsparkeerplekken met behulp van de subsidie
- c.
het aantal actieve gebruikers, alsmede genomen en nog te ondernemen acties om het aantal gebruikers te verhogen.
- d.
de gerealiseerde kosten (exclusief en inclusief BTW) per activiteit/aanschaf en een duidelijke toelichting in relatie tot de begroting, met kopieën van de belangrijkste facturen.
- e.
per afzonderlijke activiteit één kopie factuur die betrekking heeft op die activiteit
- 3.
De subsidie wordt vastgesteld op basis van werkelijk gemaakte kosten met in achtneming van art. 18a, lid 5 van de ASV
- 4.
De subsidie kan, met terugvordering van het betaalde voorschot, ambtshalve op nihil worden vastgesteld indien:
- a.
De aanvraag tot subsidievaststelling niet is ontvangen twee maanden na afronding van de werkzaamheden en aan de subsidieontvanger een redelijke hersteltermijn is gegeven
- b.
De subsidieontvanger de in dit artikel bedoelde verantwoordingdocumenten niet kan overleggen.
- 5.
Het college van burgemeester en wethouder behoudt zich het recht voor de subsidievaststelling in te trekken resp. te wijzigen indien de buurtstalling niet minimaal 5 jaar in stand is gehouden. Bij tussentijdse beëindiging van de buurtstalling kan het gesubsidieerde bedrag naar rato van het aantal verstreken maanden worden teruggevorderd door de gemeente.
Artikel 14. Slotbepalingen
- 1.
Deze regeling wordt na vaststelling door het college gepubliceerd in de Stadskrant en de Gemeenschappelijke Voorziening Officiële Publicaties.
- 2.
Deze uitvoeringsregeling treedt een dag na vaststelling door het college in werking.
- 3.
Deze regeling vervalt op 31 december 2016 van rechtswege.
- 4.
Deze regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling subsidie buurtstallingen Haarlem