Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Omgevingsdienst Regio Arnhem

Treasurystatuut Omgevingsdienst regio Arnhem

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOmgevingsdienst Regio Arnhem
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingTreasurystatuut Omgevingsdienst regio Arnhem
CiteertitelTreasurystatuut Omgevingsdienst regio Arnhem 2013'.
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-03-2013nieuwe regeling

27-03-2013

Provinciaal Blad provincie Gelderland 2013/66

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Treasurystatuut Omgevingsdienst regio Arnhem

Het Algemeen Bestuur van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst regio Arnhem,

Gelezen het voorstel van het Dagelijks Bestuur van 1 februari 2013,

Gelet op de Wet financiering decentrale overheden;

Gelet op de Uitvoeringsregeling Financiering decentrale overheden;

Gelet op de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden:

Gelet op artikel 57 van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

Gelet op de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst regio Arnhem;

Besluit vast te stellen het:

Treasurystatuut Omgevingsdienst regio Arnhem

1.0 Inleiding

Het Treasurystatuut Omgevingsdienst regio Arnhem 2013 vormt het kader voor de uitvoering van het treasurybeleid. Het treasurybeleid ondersteunt, als onderdeel van het financieel beleid, de uitvoering van de publieke taken en biedt mede waarborgen voor de financiële continuïteit van de Omgevingsdienst regio Arnhem op korte en lange termijn.

 

De treasuryfunctie heeft bij lagere overheden de laatste jaren sterk aan betekenis gewonnen, onder meer vanwege de inwerkingtreding van de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) per 1 januari 2001, de ontwikkelingen op de Europese geld- en kapitaalmarkt en de introductie van nieuwe financieringsinstrumenten.

 

Met de komst van de Wet fido zijn voor de gemeentelijke treasuryfunctie duidelijke kaders geboden ten aanzien van risicobeheersing en transparantie. Dat laatste komt onder meer tot uitdrukking in de voorschriften voor een verplicht Treasurystatuut.

 

Daarnaast moet, op basis van de uitwerking die de Omgevingsdienst regio Arnhem heeft gegeven aan artikel 216 van de Provinciewet, de directeur zorgen voor een goede inrichting van de uitvoeringsorganisatie van de financieringsfunctie, die het Treasurystatuut Omgevingsdienst regio Arnhem 2013 mogelijk maaktVOETNOOT 1.

 

Het Treasurystatuut Omgevingsdienst regio Arnhem 2013 bepaalt de kaders voor de uitvoering van het treasurybeleid en maakt een objectieve en transparante verantwoording achteraf mogelijk.

 

De specifieke beleidsvoornemens respectievelijk de uitvoenng van het beleid op het gebied van treasury worden besproken in de treasuryparagraaf van de begroting en de jaarstukken.

 

Bij de inrichting van het treasuryproces zorgen de vier elementen sturing, uitvoering, verantwoording en toezicht houden voor duidelijkheid en transparantie.

 

Het Treasurystatuut Omgevingsdienst regio Arnhem 2013 is een nadere uitwerking van de geldende wetgeving. Bij het opstellen van dit statuut is rekening gehouden met het relevante wettelijke kader in:

  • -

    de Provinciewet;

  • -

    de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido);

  • -

    het met de Wet fido samenhangende Besluit leningvoorwaarden decentrale overheden;

  • -

    de Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden;

  • -

    het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten 2004;

  • -

    de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst regio Arnhem;

  • -

    de Financiële verordening Omgevingsdienst regio Arnhem 2012;

  • -

    Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo).

 

Het statuut is voor de Omgevingsdienst regio Arnhem beperkt gehouden, omdat zij een eenvoudige rol heeft op het geheel van treasury. De behoefte is:

  • -

    het aantrekken van geld voor investeringen ten behoeve van de bedrijfsvoering;

  • -

    het overbruggen van de mate van bevoorschotting zoals geregeld in de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst regio Arnhem of bij het offreren van projecten en de voortgang van uitvoering van de projecten en begroting.

 

Voorgaande betekent dat er een langlopende financiering zal zijn en blijven voor investeringen in debedrijfsvoering en een korte termijn financiering voor de overbrugging van bevoorschotting versusuitvoering.

1.1 Doelstellingen van de treasuryfunctie

De treasuryfunctie omvat alle activiteiten die zich richten op het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico's.

 

Bij de Omgevingsdienst regio Arnhem gelden de volgende doelstellingen van de treasuryfunctie;

  • 1.

    Het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities;

  • 2.

    Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities;

  • 3.

    Het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet fido en de limieten en richtlijnen van het Treasurystatuut Omgevingsdienst regio Arnhem 2013;

  • 4.

    Waarborgen dat de taken en verantwoordelijkheden op het gebied van treasury duidelijk worden geregeld.

2. Beleid
2.1 Treasurybeleid

Het Algemeen Bestuur bepaalt, met de vaststelling van de begroting, welke de publieke taken van de Omgevingsdienst regio Arnhem zijn en binnen welk budgettair kader die worden uitgevoerd.

2.2 Treasury en de Planning & Control-cyclus

De paragraaf treasury in de begroting bevat de plannen voor de treasuryfunctie voor het begrotingsjaar in een meerjarig perspectief.

 

Er wordt inzichit gegeven in de uitgangspunten van de treasury-activiteiten, die verwerkt zijn in de financiële meerjarenraming.

 

De paragraaf treasury in de jaarstukken geeft een verslag van de uitvoering van het treasurybeleid in het afgelopen jaar. Daarbij wordt getoetst aan de beleidsvoornemens in de begroting en de bijstellingen van deze voornemens in de wijzigingen van de begroting.

3.Risicobeheer
3.1 Uitgangspunten Risicobeheer

3.Het beheersen en vermijden van risico's staat in het treasurybeleid voorop. In dit verband is het risicomanagement gericht op het inzichtelijk maken van toekomstige risico's en deze te beheersen, te verminderen en te spreiden. De treasuryfunctie zal nadrukkelijk geen bankachtige activiteiten ontplooien, met het oogpunt om geld te verdienen. Het gebruik van derivaten is niet toegestaan.

3.2 Renterisicobeheer

De Wet fido geeft voor het beheersen van de renterisico's concrete richtlijnen, zijnde de kasgeldlimiet en de renterisiconorm.

 

Met betrekking tot het renterisicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:

 

  • 1.

    De kasgeldlimiet wordt niet overschreden conform de Wet fido;

  • 2.

    De renterisiconorm wordt niet overschreden conform de Wet fido;

  • 3.

    Nieuwe leningen/uitzettingen worden afgestemd op de bestaande financiële positie en de liquiditeitsplanning;

  • 4.

    De rentetypische looptijd en het renteniveau van de betreffende lening worden zo veel mogelijk afgestemd op de actuele rentestand en de rentevisie;

  • 5.

    Binnen de kaders van de leden 3 en 4, streeft de Omgevingsdienst regio Arnhem tevens naar spreiding in de rentetypische looptijden van uitzettingen.

3.3 Kredietrisicobeheer

Het kredietrisico wordt in de eerste plaats beperkt doordat het financieringsbeleid gericht is op het voorkomen van langdurige overschotten.

 

  • 1.

    Met betrekking tot het kredietrisicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:

  • 2.

    Bij het uitzetten en/of beleggen van middelen uit hoofde van treasury geldt het uitgangspunt dat uitzettingen uitsluitend plaatsvinden bij:

  • Financiële ondernemingen, voor wiens waardepapier een solvabiliteitsratio van 0% geldt;

  • Financiële ondernemingen met ten minste een A- rating voor looptijden tot 3 maanden en een AA- (minus) rating bij looptijden >3 maanden (kredietinstellingen, beleggingsinstellingen, effecteninstellingen, verzekeraars en pensioenfondsen) die onder Nederlands of anderszins EER-toezicht vallen, zoals de Nededandse Bank en de Verzekeringskamer der Financiële ondernemingen.Uitzetting bij een instelling gevestigd in een lidstaat met ten minste een AA- rating van twee van de volgende erkende ratingbureau's: Moody's Investors Service, Standard & Poor's en Fitch IBCA;

 

  • 3.

    Teneinde kredietrisico's te spreiden gelden de volgende bepalingen:

  • Deposito's inclusief geldmarktfondsen met een maximale looptijd van 3 maanden minimaal te spreiden over 2 financiële ondernemingen;

  • Beleggingen (langer dan 3 maanden) worden minimaal gespreid over 2 financiële ondernemingen;

  • 4.

    Bij het uitzetten van gelden of verstrekken van leningen uit hoofde van de publieke taak met uitzondering van specifieke regelingen worden zekerheden of garanties geëist;

  • 5.

    Er wordt niet in achtergestelde leningen of obligaties belegd.

3.4 Koersrisicobeheer

3.Om de koersrisico's bij uitzettingen of beleggingen uit hoofde van treasury zoveel mogelijk te beperken worden uitsluitend de volgende producten gehanteerd:

  • 1.

    Vastrentende waarden;

  • 2.

    Bij het uitzetten of beleggen wordt alleen gebruik gemaakt van financiële producten, waarbij aan het einde van de looptijd tenminste de hoofdsom is gegarandeerd.

3.5 Valutarisicobeheer

3.Valutarisico's worden uitgesloten door alleen leningen te verstrekken, aan te trekken ofte garanderen in euro's.

3.6 Liquiditeitsrisicobeheer

3.Het interne liquiditeitsrisico's wordt beperkt door de treasuryactiviteiten te baseren op liquiditeitsplanningen die periodiek worden bijgesteld en zoveel mogelijk synchroon lopen met begroting en jaarstukken.

4.Financiering Omgevingsdienst regio Arnhem
4.1 Relatiebeheer

De Omgevingsdienst regio Arnhem beoogt het realiseren van gunstige c.q. marktconforme condities voor af te nemen financiële diensten. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    Bankrelaties dienen, wat betreft hun kredietwaardigheid, minimaal te voldoen aan de eisen, zoals " omschreven onder kredietrisicobeheer;

  • 2.

    Financiële ondernemingen (kredietinstellingen, beleggingsinstellingen, effecteninstellingen, verzekeraars en pensioenfondsen) dienen onder Nederlands of anderszins EER-toezichtVOETNOOT2 te vallen, zoals De Nederlandsche Bank en de Verzekeringskamer;

  • 3.

    Tussenpersonen dienen geregistreerd te staan bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en daarvaneen vergunning als makelaar te hebben ontvangen.

     

Het beheer van relaties met financiële ondernemingen, waaronder de bankrelaties, valt onder de verantwoordelijkheid van de medewerker die is belast met de uitvoering van de treasuryfunctie, hierna te noemen 'treasuryfunctie'.

 

Onder dit beheer wordt verstaan:

  • 1.

    Het beheer van rekeningen bij verschillende bancaire instellingen, waarbij wordt gestreefd naar een zo klein mogelijk aantal rekeningen om de transparantie te vergroten;

  • 2.

    Het zorgdragen voor voldoende kredietfaciliteit bij verschillende bancaire instellingen;

  • 3.

    Het zorgdragen voor informatie bij financiële ondernemingen over verdeling van bevoegdheden binnen de Omgevingsdienst een efficiënte afhandeling en minimalisering van risico's van transacties;

  • 4.

    Het doorlopend beoordelen van bankrelaties en hun bancaire condities op marktconformiteit (minstens één keer in de vier jaar);

  • 5.

    Het onderhouden van contacten met banken, instellingen en (geld)makelaars ten behoeve van de toegang tot en van kennis over de ontwikkelingen in de financiële markten.

4.2 Geldstromenbeheer

Teneinde de kosten van het geldstromenbeheer te minimaliseren wordt:

  • 1.

    Het liquiditeitsgebruik beperkt door de geldstromen op elkaar en de liquiditeitenplanning af te stemmen. Hierbij wordt er op toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig kunnen worden nagekomen;

  • 2.

    Het betalingsverkeer zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd door één bank.

4.3 Aantrekken van langlopende financiering

Bij het aantrekken van financieringen voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    Financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen) te gebruiken. Op deze wijze worden de renterisico's en het renteresultaat geoptimaliseerd;

  • 2.

    De Omgevingsdienst regio Arnhem vraagt offertes op bij minimaal drie instellingen alvorens een financiering wordt aangetrokken.

4.4 Uitzetten van langlopende financiering

Bij het uitzetten of beleggen van middelen uit hoofde van de treasuryfunctie vooreen periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    Uitzettingen worden uitsluitend gedaan met inachtneming van de voorwaarden, zoals opgenomen onder renterisicobeheer, kredietrisicobeheer en koersrisicobeheer.

4.5 Saldo- en liquiditeitenbeheer (Kasbeheer)

Voor het saldobeheer en het liquiditeitenbeheer gelden de volgende specifieke richtlijnen:

  • 1.

    Streven naar concentratie van de liquiditeiten binnen één rentecompensatiecircuit bij de bank met degunstigste condities;

  • 2.

    indien er een liquiditeitsbehoefte ontstaat, kan de Omgevingsdienst regio Arnhem kortlopende middelen aantrekken. Hierbij wordt - conform onderdeel Renterisicobeheer - de kasgeldlimiet niet overschreden;

  • 3.

    Bij aantrekken en uitzetten van liquiditeiten met een looptijd van maximaal 1 jaar worden bij minimaal 2 instellingen offertes opgevraagd.

  • 4.

    De toegestane financierings- en beleggingsinstrumenten voor de korte termijn (< 1 jaar) zijn:

    Aan te trekken

    Uit te zetten

    Rekening courant bij banken

    Rekening courant bij banken

    Callgeld (daggeld)

    Spaarrekeningen

    Kasgeld

    Callgeld (daggeld)

     

    Deposito's

     

    Kasgeld

     

  • 5.

    Bij het extern uitzetten van gelden korter dan één jaar zijn slechts de in het onderdeel Kredietrisicobeheer genoemde tegenpartijen toegestaan.

5. Administratieve organisatie en Interne controle
5.1 Uitgangspunten

5.In het kader van de treasuryfunctie gelden de volgende algemene uitgangspunten op het gebied van administratieve organisatie en interne controle:

  • 1.

    De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van treasuryactiviteiten zijn op eenduidige wijze schriftelijk vastgelegd;

  • 2.

    De administratieve organisatie en interne controle waarborgen dat:

    • a.

      de uitvoering van de treasuryfunctie conform de gestelde regels plaatsvindt;

    • b.

      de uitvoering rechtmatig en doelmatig is;

    • c.

      de treasuryactiviteiten adequaat kunnen worden uitgevoerd en bijgestuurd;

    • d.

      de juistheid, tijdigheid en volledigheid van de informatie verzekerd zijn.

  • 3.

    Bevoegdheden zijn via mandaatverlening nader schriftelijk vastgelegd conform artikel 13 van de Financiële Verordening Omgevingsdienst regio Arnhem 2012;

  • 4.

    Bij de uit te voeren treasuryactiviteiten is functiescheiding doorgevoerd met als belangrijkste voorwaarden:

    • a.

      iedere transactie wordt door minimaal twee functionarissen geautoriseerd;

    • b.

      de uitvoering en de controle geschieden door afzonderlijke functionarissen;

    • c.

      de uitvoering en de registratie in de financiële administratie geschiedt door afzonderlijke functionarissen;

  • 5.

    Tegenpartijen wordt opdracht gegeven de bevestigingen van iedere transactie te versturen naar de directeur zonder tussenkomst van de personen die bevoegd zijn tot het sluiten van de transacties;

  • 6.

    Een transactie wordt onmiddellijk geregistreerd door de functionaris die de transactie heeft afgesloten;

  • 7.

    Ten aanzien van de treasuryfunctie vindt minimaal 1 maal per jaar een interne controle plaats.Daarbij worden minimaal de volgende aspecten betrokken:

  • a.

    juistheid, tijdigheid, volledigheid en relevantie van de managementinformatie;

  • b.

    rechtmatigheid van de administratieve ven/verking;

  • c.

    borging van voldoende functiescheiding;

  • d.

    realisatie van de doelstellingen;

  • e.

    uitvoering van het beleid;

 

  • 8.

    De treasuryfunctionaris houdt te allen tijde alle relevante stukken ter beschikking ter verantwoording van zijn/haar werkzaamheden. De treasuryfunctionaris archiveert alle offertes en de keuzen en overwegingen die tot besluiten in het kader van treasury hebben geleid;

  • 9.

    De treasuryfunctionaris maakt van elke controle een verslag:

    • a.

      hieruit blijkt minimaal waar eventueel aandachtspunten liggen op de onder 7 genoemde punten;

    • b.

      de treasuryfunctie ontvangt elk rapport tevoren ter inzage en dient dit voor gezien, dan wel voor akkoord te ondertekenen;

    • c.

      op basis van dit rapport doet de treasuryfunctionaris zonodig aanbevelingen tot aanpassing van het Treasurystatuut Omgevingsdienst regio Arnhem 2013. .

5.2 Verantwoordelijkheden

Het primair bevoegde orgaan tot het aangaan van overeenkomsten tot aangaan en verstrekken van geldleningen is het Algemeen Bestuur. Op basis van delegatie kan deze bevoegdheid overgedragen worden aan het Dagelijks Bestuur;

 

De verantwoordelijkheden t.a.v treasury worden door het Dagelijks Bestuur vastgelegd, hierin wordt onderscheid gemaakt in de verantwoordelijkheden per functionaris. De eindverantwoordelijkheid ligt bij het Algemeen Bestuur.

 

De directeur is verantwoordelijk.

 

Het treasurybeleid en elke aanpassing daarvan, moet worden vastgesteld door het Algemeen Bestuur.

6.Slotbepalingen

Dit reglement treedt in werking op de dag volgend op de dag van vaststelling.

7.Citeertitel

Dit statuut wordt aangehaald als Treasurystatuut Omgevingsdienst regio Arnhem 2013'.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het Algemeen Bestuur van de Omgevingsdienst regio Arnhem

d.d 27 maart 2013,

de voorzitter,

mevrouw M.J. van Gastel

de waarnemend secretaris,

de heer ing. J.B.H.. Robben