De raad der gemeente Waddinxveen;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7 april 2015,
gelet op het advies van de Cliëntenraad/PSW d.d 16 april 2015;
besluit vast te stellen de Verordening Regeling bijdrage maatschappelijke activiteiten 2015.
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
Bijstandsnorm: het bedrag per maand bedoeld in Hoofdstuk 3 paragraaf 3.2 van de Participatiewet.
- b.
Chronisch ziek of gehandicapt: een persoon die voldoet aan één van de volgende voorwaarden:
- ·
men ontvangt een uitkering op grond van de WIA, WAO, WAZ of Wajong met een arbeidsongeschiktheidspercentage tussen de 80 en 100%;
- ·
men heeft een indicatie van het CIZ (Centrum Indicatiestelling Zorg) die langer dan 6 maanden geldig is;
- ·
een maatwerkvoorziening ontvangt op grond van de WMO;
- ·
men heeft een verklaring van een onafhankelijk indicatieorgaan waaruit blijkt dat er sprake is van een chronische ziekte of handicap (bijv. begeleidingskaart voor openbaar vervoer).
- c.
Huishouden: een alleenstaande, dan wel twee of meer personen die een gezamenlijke huishouding voeren.
- d.
Ingezetene: degene die in de basisadministratie van de gemeente Waddinxveen is opgenomen.
Artikel 2 Doelgroep
Burgemeester en wethouders kennen een tegemoetkoming in de kosten van maatschappelijke participatie toe aan de volgende personen, mits zij ingezetenen zijn van de gemeente Waddinxveen:
- a.
- b.
personen die de pensioengerechtigde leeftijd hebben;
- c.
personen tussen 18 jaar en de pensioengerechtigde leeftijd, die chronisch ziek of gehandicapt zijn.
Artikel 3 Het recht op tegemoetkoming
- 1.
Recht op tegemoetkoming bestaat wanneer het inkomen in het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar waarin de in aanmerking te nemen kosten zijn gemaakt, onder de in artikel 5 genoemde inkomensgrens ligt.
- 2.
Het gestelde in lid 1 kan buiten toepassing worden gelaten indien het inkomen in het lopende kalenderjaar is gewijzigd. In dat geval wordt gekeken naar het netto inkomen op het moment van de aanvraag.
Artikel 4 Het Inkomen
In deze Verordening wordt als inkomen aangemerkt het totale jaarinkomen dat het huishouden geniet uit:
- a.
- b.
winst uit aanmerkelijk belang;
- c.
inkomsten uit arbeid of bepaalde periodieke uitkeringen en verstrekkingen.
Artikel 5 De inkomensgrens
De hoogte van de inkomensgrens bedraagt 130% van de op dat moment geldende bijstandsnorm ingevolge de Participatiewet.
Artikel 6 De vermogensgrens
De vermogensgrens, genoemd in artikel 34 van de Participatiewet, geldt en kan worden verhoogd met een bedrag van € 7000,00 per persoon als men niet of onvoldoende verzekerd is voor begrafeniskosten. Dit bedrag dient op een aparte rekening te staan, waarop alleen gestort kan worden.
Artikel 7 De voor tegemoetkoming in aanmerking komende activiteiten en materialen
De tegemoetkoming wordt verleend voor kosten op het gebied van sport, cultuur, recreatie of andere relevante maatschappelijke activiteiten.
Artikel 8 Hoogte van de tegemoetkoming
- 1.
De tegemoetkoming wordt voor activiteiten en materialen, genoemd in artikel 7, vastgesteld tot een maximum van € 100,- per persoon per kalenderjaar.
- 2.
In aanvulling op het voorgaande lid:
- a.
kunnen personen tot 18 jaar gratis lid zijn van één sportvereniging in de regio Midden-Holland of gratis één cursus per kalenderjaar volgen bij Stichting Vonk Waddinxveen. De werkelijke kosten (lidmaatschap of cursus) van één activiteit worden volledig vergoed.
- b.
bedraagt de tegemoetkoming voor personen ouder dan 18 jaar, 50% van de werkelijke kosten per persoon per kalenderjaar voor een cursus bij Stichting Vonk Waddinxveen of Palet Welzijn Waddinxveen.
Artikel 8a Indexering
De bedragen genoemd in artikel 6 en artikel 8 lid 1 worden jaarlijks geïndexeerd door het college overeenkomstig de ontwikkelingen van de consumentenprijsindex volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Artikel 9 De aanvraag
- 1.
Een aanvraag voor de tegemoetkoming wordt ingediend op een door burgemeester en wethouders vastgesteld aanvraagformulier.
- 2.
De aanvraag moet worden ingediend binnen het kalenderjaar waarin de kosten waarvoor de tegemoetkoming wordt aangevraagd, zijn gemaakt.
- 3.
Indien er een tegemoetkoming wordt aangevraagd voor een kind, dient de aanvraag te geschieden door de ouder(s) of verzorger(s) bij wie dit kind inwoont.
- 4.
Bij de aanvraag wordt verklaard dat de gevraagde vergoeding wordt besteed aan de voor de tegemoetkoming in aanmerking komende activiteiten en materialen.
- 5.
Bij de aanvraag wordt verklaard dat de aanvrager instemt met een bestedingscontrole achteraf en op verzoek van het college de betaalbewijzen zal verstrekken.
Artikel 10 Onjuiste of onvolledige gegevens
Het besluit tot verstrekking van de tegemoetkoming kan worden ingetrokken, dan wel teruggevorderd, indien de aanvrager in het kader van de aanvraag onjuiste, verouderde of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van deze gegevens tot een onjuiste beschikking op de aanvraag heeft geleid, dan wel indien de tegemoetkoming niet overeenkomstig de aanvraag is besteed.
Artikel 11 Intrekking
Artikel 5 Maatschappelijke activiteiten en 6 Bijstand aan chronisch zieken en gehandicapten van de verordening maatschappelijke participatie 2012 wordt ingetrokken.
Artikel 12 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt inwerking op de eerste dag volgend op die van de bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2015.
Artikel 13 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Regeling bijdrage maatschappelijke activiteiten 2015.