Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Krimpenerwaard

Beleidsregels individuele inkomenstoeslag Participatiewet

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieKrimpenerwaard
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels individuele inkomenstoeslag Participatiewet
CiteertitelBeleidsregels individuele inkomenstoeslag Participatiewet
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Nadere invulling van de regels betreffende het recht op een individuele inkomenstoeslag

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Participatiewet, artikel 36, lid 1 en 2
  2. Algemene wet bestuursrecht, art. 4:81
  3. Verordening Individuele Inkomenstoeslag

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-05-201501-01-201518-11-2016Nieuwe regeling

19-05-2015

Gemeenteblad 26-05-2015, Nr. 45334

15-0007373

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels individuele inkomenstoeslag Participatiewet

 

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regels wordt verstaan onder:

  • a.

    Peildatum: de datum waarop een persoon individuele inkomenstoeslag aanvraagt;

  • b.

    Referteperiode: periode van 3 jaar voorafgaand aan de peildatum;

  • c.

    Wet: Participatiewet;

Artikel 2 Overgangsrecht

Personen die in 2014 een toeslag ontvangen hebben op grond van de Verordening Langdurigheidstoeslag 2012hebben in 2015 bij gelijkblijvende omstandigheden recht op een toeslag op grond van één van de volgende verordeningen:

  • -

    de Verordening individuele inkomenstoeslag Gemeente Bergambacht;

  • -

    de Verordening individuele inkomenstoeslag Gemeente Nederlek;

  • -

    de Verordening individuele inkomenstoeslag Gemeente Ouderkerk;

  • -

    de Verordening individuele inkomenstoeslag Gemeente Schoonhoven;

  • -

    de Verordening individuele inkomenstoeslag Gemeente Vlist.

Artikel 3 Geen zicht op inkomensverbetering

Op grond van het bepaalde in artikel 36 van de wet, hebben personen in beginsel geen zicht op inkomensverbetering, als bedoeld in artikel 36, 1e lid, indien:

  • a.

    Zij volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn als bedoeld in artikel 4 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen;

  • b.

    Zij voor 1 januari 2015 een WAJONG-uitkering toegekend hebben gekregen;

  • c.

    Zij arbeidsbeperkt zijn en voor inkomensverbetering afhankelijk zijn van de re-integratie instrumenten van de gemeente Krimpenerwaard, tenzij contractueel aangetoond kan worden dat er zicht is op inkomensverbetering door een proefplaatsing;

  • d.

    Zij op de peildatum volledig zijn ontheven van de arbeidsplicht en deze ontheffing nog minimaal zes maanden na de peildatum doorloopt.

Artikel 4 Citeerartikel

Deze beleidsregels worden aangehaald als “Beleidsregels individuele inkomenstoeslag Participatiewet”.

Artikel 5 Inwerkingtreding

De beleidsregels treden in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking, en werken terug tot en met 1 januari 2015.

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van Krimpenerwaard van 19 mei 2015.

Burgemeester en wethouders van Krimpenerwaard,

de secretaris, Mw. mr. M. Plantinga

de burgemeester,mr. T.P.J. Bruinsma

Toelichting

Algemeen

Met de komst van de Participatiewet per 1 januari 2015, vervangt de individuele inkomenstoeslag de langdurigheidstoeslag uit de Wet werk en bijstand (WWB) In de door de gemeenten (Krimpenerwaard) vastgestelde Verordening Individuele Inkomenstoeslag is het jaarlijks uit te keren bedrag aan personen die langdurig zijn aangewezen op een minimuminkomen en geen uitzicht hebben op inkomensverbetering vastgelegd.

 

Vanaf 1 januari 2015 is het verlenen van de toeslag geen gebonden bevoegdheid meer, maar een discretionaire bevoegdheid. Dit is het gevolg van het woordje ‘kan’ in artikel 36, 1e lid, van de wet. Dit betekent dat Burgemeester en wethouders kunnen afzien van het toekennen van een individuele inkomenstoeslag, ook al voldoet de aanvrager wel aan de voorwaarden voor de toeslag, zoals die zijn opgenomen in artikel 36, van de wet en in de Verordening Individuele Inkomenstoeslag 2015.

 

Burgemeester en wethouders hebben geen mogelijkheid om in beleidsregels te bepalen dat nooit een individuele inkomenstoeslag wordt verstrekt. Wel kunnen zij in beleidsregels vastleggen welke groepen niet in aanmerking komen voor een individuele inkomenstoeslag en in welke gevallen personen geen uitzicht hebben op inkomensverbetering. Voortvloeiende uit de wet is er ruimte voor maatwerk in individuele gevallen.

 

De beoordeling of er sprake is van geen uitzicht op inkomensverbetering dient aan de hand van de individuele omstandigheden te worden beoordeeld. Met het nieuwe artikel 36 van de wet wordt de mogelijkheid van een categoriale benadering van de individuele inkomenstoeslag afgeschaft, maar kan een individuele inkomenstoeslag worden toegekend , indien een persoon gelet op zijn omstandigheden geen uitzicht heeft op inkomensverbetering. Burgemeester en wethouders zullen hierbij in ieder geval de individuele omstandigheden van de belanghebbende moeten betrekken.

Het betreft:

  • -

    de krachten en bekwaamheden van de persoon; en

  • -

    de inspanningen die de persoon heeft verricht om tot inkomensverbetering te komen.

 

Deze beleidsregel dien ter verduidelijking van de uitwerking van de overgangsmaatregel en het begrip ‘geen zicht op inkomensverbetering’, zoals beschreven in artikel 36 van de Participatiewet.

Artikelsgewijze toelichting

Alleen die bepalingen die verdere toelichting behoeven worden hieronder behandeld.

Artikel 2

In het kader van een ‘zachte overgang’ van de Verordening Langdurigheidstoeslag 2012 naar de Verordening Individuele Inkomenstoeslag 2015 hebben Burgemeester en wethouders besloten dat personen die in 2014 een toeslag ontvingen op grond van de Verordening Langdurigheidstoeslag 2012, in 2015 bij gelijkblijvende omstandigheden recht houden op een toeslag op grond van de Verordening Individuele Inkomenstoeslag.

 

Van gelijkblijvende omstandigheden is sprake indien zowel de gezinssamenstelling als de inkomenssituatie gedurende het jaar 2014 ongewijzigd is gebleven. Daarnaast is in de toekenningsbeschikking aan de cliënt de zin opgenomen, dat er bij gelijkblijvende omstandigheden en voorwaarden na twaalf maanden opnieuw aanspraak kan worden gemaakt op een toeslag.

 

Artikel 3 is per 1 januari 2015 dus enkel van toepassing op personen die in 2014 geen toeslag ontvangen hebben op grond van de Verordening Langdurigheidstoeslag.

Artikel 3

Burgemeester en wethouders hebben de discretionaire bevoegdheid te beoordelen of belanghebbende op grond van individuele krachten en bekwaamheden geen zicht heeft op inkomensverbetering.

Onderdeel a

Indien een persoon volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is als bedoeld in artikel 4 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) en daarom een uitkering op grond van de IVA (Inkomensvoorziening volledig en duurzaam arbeidsongeschikten) ontvangt, kan in beginsel worden gesteld dat deze persoon geen zicht heeft op inkomensverbetering.

Onderdeel b

Indien een persoon arbeidsbeperkt is en daarom een Wajong-uitkering ontvangt welke is toegekend vóór 1 januari 2015, dan kan in beginsel worden gesteld dat deze persoon geen zicht heeft op inkomensverbetering.

Onderdeel c

Indien een persoon arbeidsbeperkt is en voor inkomensverbetering afhankelijk is van de re-integratie instrumenten van de gemeente Krimpenerwaard kan er in beginsel gesteld worden dat deze persoon geen zicht heeft op inkomensverbetering. Echter, indien contractueel aangetoond kan worden dat de persoon ingezet wordt op een proefplaatsing betekent dit dat er redelijkerwijs wel zicht is op inkomensverbetering, derhalve is er in zo’n geval geen recht op de individuele inkomenstoeslag.

Onderdeel d

Het gaat om reeds toegekende ontheffingen op grond van artikel 9, lid 2 of artikel 9a lid 1 van de wet (peildatum = aanvraagdatum), toekomstige ontheffingen zijn immers nog niet bekend.