Organisatie | Almelo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels voor de toepassing van planologische gebruiksactiviteiten op grond van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (2015) |
Citeertitel | Beleidsregels voor de toepassing van planologische gebruiksactiviteiten op grond van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (2015) |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-04-2015 | Onbekend | 24-03-2015 | Onbekend |
B&W-besluit van 24 maart 2015, houdende vaststelling van de Beleidsregels voor de toepassing van planologische gebruiksactiviteiten op grond van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (2015).
Beleidsregels voor de toepassing van planologische gebruiksactiviteiten op grond van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (2015)
Vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Almelo op 24 maart 2015.
De begripsbepalingen, de wijze van meten en beleidsregels zijn de volgende:
Bij toepassing van deze beleidsregel worden de volgende begripsbepalingen gehanteerd:
Voor de begripsbepalingen die niet in deze beleidsregels zijn voorzien, gelden de bepalingen van het van toepassing zijnde bestemmingsplan. Voor zover mede het bestemmingsplan hier niet in voorziet zijn de voorschriften van de Bouwverordening van toepassing.
Voor een ‘wijze van meten’ die niet in deze beleidsregels is opgenomen, gelden de bepalingen van het van toepassing zijnde bestemmingsplan. Voor zover mede het bestemmingsplan hier niet in voorziet zijn de voorschriften van de Bouwverordening van toepassing.
Burgemeester en wethouders verlenen in principe medewerking aan een verzoek om het verlenen van een afwijking als een plan voldoet aan de onder artikel 4 tot en met 17 gestelde regels mits:
Artikel 4 Bijbehorend bouwwerk bij een woning binnen de bebouwde kom
Voor de planologische gebruiksactiviteit ten behoeve van
zijn de volgende beleidsregels vastgesteld:
er van het achtertuingebied, dat is gelegen buiten de bebouwingsgrens en/of het bebouwingsvlak (zoals in het bestemmingsplan aangegeven), minimaal 50% onbebouwd en onoverdekt dient te blijven.
Artikel 5 Bijbehorend bouwwerk bij een woning buiten de bebouwde kom
Voor de planologische gebruiksactiviteit ten behoeve van
zijn de volgende beleidsregels vastgesteld:
de gezamenlijke oppervlakte aan alle bijbehorende bouwwerken ten hoogste 100 m² bedraagt of niet meer dan de bestaande oppervlakte indien die meer dan 100 m2 bedraagt, met dien verstande dat vervangende nieuwbouw van bijbehorende bouwwerken maximaal 250 m² van de bestaande oppervlakte mag betreffen;
Artikel 6 Bijbehorend bouwwerk bij niet-woningen binnen en buiten de bebouwde kom
Voor de planologische gebruiksactiviteit ten behoeve van
zijn GÉÉN beleidsregels vastgesteld. Per verzoek zal een afweging worden gemaakt.
Artikel 7 Een gebouw ten behoeve van een infrastructurele of openbare voorziening
Voor de planologische gebruiksactiviteit ten behoeve van
zijn de volgende beleidsregels vastgesteld:
1.Voor gebouwen ten behoeve van een nutsvoorziening, de waterhuishouding, het meten van de luchtkwaliteit, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer of het weg-, spoorweg-, water-, of luchtverkeer, mits:
Artikel 8 Bouwwerk, geen gebouw zijnde
Voor de planologische gebruiksactiviteit ten behoeve van
zijn de volgende beleidsregels vastgesteld:
Artikel 9 Bijbehorend bouwwerk bij niet-woningen binnen de bebouwde kom in combinatie met een bouwwerk, geen gebouw zijnde
Voor de planologische gebruiksactiviteit ten behoeve van
zijn ten behoeve van horecaterrassen de volgende beleidsregels vastgesteld:
Een terras heeft een maximale diepte van 4 meter, tenzij op de bij de beleidsregels behorende kaarten “Maatvoering bouwwerken terrassen Kerkstraat”, “Maatvoering bouwwerken terrassen Koornmarkt” of “Maatvoering bouwwerken terrassen Prinses Catharina Amaliaplein” een andere maat is aangegeven en mits de omstandigheden ter plekke, zoals evenementen en bomen dit toelaten;
Artikel 10 Een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw en bouwdeel van ondergeschikte aard
Voor de planologische gebruiksactiviteit ten behoeve van
zijn GÉÉN beleidsregels vastgesteld. Per verzoek zal een afweging worden gemaakt.
Artikel 11 Antenne-installatie
Voor de planologische gebruiksactiviteit ten behoeve van
zijn de volgende beleidsregels vastgesteld:
bij de planologische gebruiksactiviteit kunnen voorschriften worden verbonden met betrekking tot de situering en maatvoering ten einde een ruimtelijk verantwoorde plaatsing van antennes ten opzichte van de omgeving te waarborgen.
Artikel 12 Installatie bij een glastuinbouwbedrijf voor warmtekrachtkoppeling
Voor de planologische gebruiksactiviteit ten behoeve van
zijn GÉÉN beleidsregels vastgesteld. Per verzoek zal een afweging worden gemaakt.
Artikel 13 Installatie bij een agrarisch bedrijf waarmee duurzame energie wordt geproduceerd
Voor de planologische gebruiksactiviteit ten behoeve van
zijn de volgende beleidsregels vastgesteld:
Artikel 14 Het gebruik van gronden voor herinrichting van openbaar gebied
Voor de planologische gebruiksactiviteit ten behoeve van
zijn GÉÉN beleidsregels vastgesteld. Per verzoek zal een afweging worden gemaakt.
Artikel 15 Een wijziging in het gebruik van bouwwerken
Voor de planologische gebruiksactiviteit ten behoeve van
zijn de volgende beleidsregels vastgesteld:
voor een wijziging in het gebruik van de woning/agrarische bedrijfswoning en/of de bijbehorende bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van een Bed&Breakfast accommodatie, mits:
de activiteit een ondergeschikt medegebruik van de woning/agrarische bedrijfswoning en/of de bijbehorende bouwwerken betreft en beperkt blijft tot een ruimte (of ruimten) met een maximum totale bruto-vloeroppervlakte van 25% van de bruto-vloeroppervlakte van de woning/agrarische bedrijfswoning en alle bijbehorende bouwwerken;
bij het parkeren in het centrum en de schil eromheen (blauwe zone) wordt voldaan aan de beleidsregels, zoals opgenomen in het Parkeerbeleidsplan gemeente Almelo 2012. Bij het parkeren in de schil (blauwe zone) en rest bebouwde kom geldt het maximale parkeerkencijfer voor een woning én een hotel met een vergelijkbaar aantal sterren (ASVV, CROW 2012). Het parkeren dient in principe op eigen terrein plaats te vinden en mag in de rest bebouwde kom en de schil (blauwe zone) leiden tot een maximale toename van 1 auto in de openbare ruimte.
Artikel 16 Het gebruik van een recreatiewoning voor bewoning
Voor de planologische gebruiksactiviteit ten behoeve van
zijn GÉÉN beleidsregels vastgesteld. Per verzoek zal een afweging worden gemaakt.
Artikel 17 Ander gebruik van gronden of bouwwerken voor ten hoogste 10 jaar
Voor de planologische gebruiksactiviteit ten behoeve van
zijn GÉÉN beleidsregels vastgesteld. Per verzoek zal een afweging worden gemaakt.
Burgemeester en wethouders blijven bevoegd om af te wijken van de regeling wanneer deze voor een of meer belanghebbenden gevolgen hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen.
Deze beleidsregel wordt aangehaald als “Beleidsregels gemeente Almelo voor de toepassing van planologische gebruiksactiviteiten op grond van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (2015)”.
Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Almelo
Bijlage wetteksten (geldend per 1 januari 2015)
Wettekst artikel 2.12 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld omtrent de inhoud van de ruimtelijke onderbouwing, bedoeld in het eerste lid, onder a, onder 3°.
Wettekst artikel 2.7 Besluit omgevingsrecht (Planologische gebruiksactiviteiten)
Als categorieën gevallen als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2°, van de wet worden aangewezen de categorieën gevallen in artikel 4 van bijlage II.
Wettekst artikel 4 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht
·Hoofdstuk IV. Categorieën gevallen waarin voor planologische gebruiksactiviteiten een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2°, van de wet kan worden verleend
Voor verlening van een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de wet waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2°, van de wet van het bestemmingsplan of de beheersverordening wordt afgeweken, komen in aanmerking:
7. een installatie bij een agrarisch bedrijf waarmee duurzame energie wordt geproduceerd door het bewerken van uitwerpselen van dieren tot krachtens artikel 5, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet aangewezen eindproducten van een krachtens dat artikellid omschreven bewerkingsprocedé dat ziet op het vergisten van ten minste 50 gewichtsprocenten uitwerpselen van dieren met in de omschrijving van dat procedé genoemde nevenbestanddelen;
Op 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (verder: Wabo) in werking getreden. De planologische afwijkingsmogelijkheden staan in de Wabo beschreven.
Op 19 oktober 2010 heeft het college de “Beleidsregels voor de toepassing van planologische gebruiksactiviteiten op grond van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º Wet algemene bepalingen omgevingsrecht” vastgesteld. Op 10 september 2013 zijn deze beleidsregels aangevuld met beleidsregels voor Bed & Breakfast.
Op 1 november 2014 heeft er een wijziging van het Besluit omgevingsrecht plaatsgevonden. In artikel 4 van Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht zijn wijzigingen doorgevoerd welke vertaald zijn naar deze beleidsregels. Door deze actualisatie kunnen de beleidsregels welke zijn vastgesteld op 19 oktober 2010 en 10 september 2013 worden ingetrokken. Hetzelfde geldt voor de beleidsregels die nog van toepassing waren voor aanvragen van vóór 1 oktober 2010 ontvangen zijn. De “Beleidsregels gemeente Almelo voor de toepassing van ontheffingen op grond van artikel 3.23 Wro” worden niet meer toegepast en kunnen dus worden ingetrokken.
Voor de horecaterrassen in de binnenstad wordt het wenselijk geacht dat hiervoor beleidsregels worden vastgesteld. Hiervoor is een nieuw artikel aan de beleidsregels toegevoegd. Bij de artikelsgewijze (artikel 9) toelichting wordt hier uitgebreid aandacht aan geschonken.
In artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht (verder Awb) is opgenomen dat beleidsregels kunnen worden vastgesteld ten behoeve van een aan het bestuur toekomende bevoegdheid. Ten aanzien van de in artikel 2.12 Wabo opgenomen planologische afwijkingsmogelijkheden zijn burgemeester en wethouders bevoegd maar niet wettelijk verplicht tot het vaststellen van beleidsregels.
Op grond van de Inspraakverordening voor de gemeente Almelo kunnen burgemeester en wethouders besluiten of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid. Het gaat hier om enerzijds een aanpassing van gemeentelijk beleid aan veranderde wetgeving. Er is daar geen sprake van een beleidsverandering. Daarom is inspraak niet zinvol. Anderzijds is er sprake van een nieuw artikel met betrekking tot de horecaterrassen. Dit beleid is in nauwe samenspraak met de horeca opgesteld en ook besproken met andere belanghebbenden in het gebied. Gelet hierop is inspraak ook niet meer zinvol. Dit betekent dat het voornemen tot deze aanpassing wordt gepubliceerd maar dat geen inspraak mogelijk is tegen deze beleidsregels. Vanzelfsprekend zijn bezwaar en beroep mogelijk bij toepassing van deze beleidsregels bij een concreet geval.
In artikel 4:82 Awb is bepaald dat ter motivering van een afzonderlijk besluit kan worden verwezen naar de beleidsregels. Dit vereist wel dat de beleidsregels duidelijk (o.a. artikelsgewijze opbouw) en gemotiveerd (de toelichting) zijn.
In de beleidregels is een inherente afwijkingsbevoegdheid opgenomen. Dit betekent dat indien het conform de beleidsregel handelen een onevenredig nadeel voor de belanghebbende oplevert van de beleidsregel kan worden afgeweken. De Awb schrijft deze mogelijkheid tot afwijken overigens ook al voor (4:84 Awb).
Procedure artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º Wabo
De Wabo onderscheidt twee procedures: de reguliere en de uitgebreide.
Regel bij het bepalen van de te volgen procedure (regulier of uitgebreid) is dat de reguliere procedure wordt gevolgd, tenzij anders is bepaald. In artikel 3.10 Wabo staat expliciet aangegeven wanneer de uitgebreide procedure moet worden gevolgd.
Een activiteit die in strijd is met het bestemmingsplan, en waarbij slechts vergunning kan worden verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, wordt niet genoemd in artikel 3.10 Wabo, wat inhoud dat deze planologische afwijkingsmogelijkheid onder de reguliere procedure valt. Een reguliere procedure voor een omgevingsvergunning moet binnen 8 weken (eventueel plus een verlenging van 6 weken) worden doorlopen. Als de wettelijke termijn wordt overschreden, dan ontstaat er een van rechtswege verleende vergunning. Op het besluit tot het verlenen van de omgevingsvergunning voor de activiteiten bouwen en de planologische afwijkingsmogelijkheid is de bezwaar- en beroepsprocedure (ex de hoofdstukken 6, 7 en 8 Awb) van toepassing.
In artikel 1 is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij recente bestemmingsplannen.
Voorts zijn een aantal begrippen overgenomen uit het Besluit omgevingsrecht. Tenslotte is het begrip “achtertuingebied” opgenomen als tegenhanger van het begrip “achtererfgebied” uit het Besluit omgevingsrecht. Dit om de realisatie van een bijbehorend bouwwerk mogelijk te maken in de naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant.
In artikel 2 is eveneens zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij recente bestemmingsplannen en de SVBP 2012. De begripsbepalingen en de wijze van meten zijn opgenomen in deze beleidsregels om te komen tot uniforme bouw- en gebruiksmogelijkheden. Echter als maten of percentages niet genoemd worden in deze beleidsregels wordt zowel bij de begripsbepalingen als wijze van meten verwezen naar voorschriften van het ter plaatse geldende bestemmingsplan. Zo wordt voorkomen dat er leemtes in deze beleidsregels kunnen ontstaan.
Dit artikel verwoordt een aantal randvoorwaarden waaraan een aanvraag voor planologische gebruiksactiviteiten dient te voldoen.
De bouwmogelijkheden voor woningen zijn gebaseerd op de bouwmogelijkheden in recente bestemmingsplannen. Immers het gewenste beleid ten aanzien van bouwmogelijkheden is vastgelegd in de voorschriften c.q. regels van die bestemmingsplannen.
Verder verdient het onderscheid tussen het bouwen binnen en buiten de bebouwde kom aandacht. In het Besluit omgevingsrecht zit dit onderscheid. De bouwmogelijkheden bij woningen binnen en buiten de bebouwde kom zijn daarom in aparte artikelen (4 en 5) behandeld.
Dit artikel verwoordt de mogelijkheden voor een afwijking ten behoeve van een bijbehorend bouwwerk bij niet-woningen. De reikwijdte van het begrip is groot. Het kan gaan om bijbehorende bouwwerken bij onder andere scholen, maatschappelijke instellingen en (agrarische) bedrijven, zowel binnen als buiten de bebouwde kom.
Vanwege deze diversiteit aan bestemmingen is het niet mogelijk eenduidige beleidsregels op te stellen die aan de ene kant voldoende bebouwingsmogelijkheden bieden maar aan de andere kant waarborgen dat er geen onwenselijke situaties gaan ontstaan. Daarom is er voor gekozen om per verzoek een afweging te maken en geen specifieke beleidsregels vast te stellen.
In artikel 7,8 en 11 is aansluiting gezocht bij de in de recente bestemmingsplannen opgenomen van bij het plan aangegeven regels waar van kan worden afgeweken.
Dit artikel maakt een afwijking mogelijk voor zowel bijbehorende bouwwerken (in de vorm van overkappingen) als bouwwerken, geen gebouwen zijnde, op horecaterrassen mogelijk. Daarnaast gelden voor deze bouwwerken ook welstandseisen die zijn vastgesteld door de gemeenteraad.
Benadrukt wordt dat de beleidsregels zich niet uitspreken over niet-vergunningplichtige bouwwerken zoals losse tafels en stoelen.
In de bestemmingsplannen die gelden voor de binnenstad (zie www.ruimtelijkeplannen.nl) zijn binnen een specifieke verkeersbestemming horecaterrassen toegestaan. Hiermee is het gebruik geregeld. In de bestemmingsplannen zijn echter geen bouwregels opgenomen. Deze beleidsregels geven daar inhoud aan.
Dit lid geeft een aantal randvoorwaarden waaraan een aanvraag voor planologische gebruiksactiviteiten voor horecaterrassen dient te voldoen. De stedenbouwkundige situatie is dusdanig divers dat het onmogelijk is om een voor alle situaties het geldende stedenbouwkundig beeld weer te geven. Voorts zijn hulpverleningsroutes en laad- en losroutes aspecten die om nadere afstemming vragen alsmede de inrichting van de openbare ruimte (bomen, kabels en leidingen etc.), de weekmarkt en evenementen.
De formulering biedt ruimte voor de horeca ondernemers om met de gemeente in gesprek te gaan om zo tot een breed gedragen oplossing te komen voor het pand waar het om gaat.
Vergunningplichtige bouwwerken op een eilandterras worden als niet wenselijk beschouwd omdat dit de ruimtelijke kwaliteit niet ten goede komt.
Vergunningplichtige bouwwerken op een horecaterras mogen niet breder zijn dan de gevel van het horecapand. Dit om te voorkomen dat een naastgelegen pand de negatieve gevolgen (zoals bereikbaarheid en beperkt zicht) hiervan ondervindt.
Om in de zomermaanden te bewerkstelligen dat het terras een transparante aanblik heeft, is het een voorwaarde dat een terras aan de voorzijde open is. Een afscheiding tot 1 meter is wel toegestaan. Dit kan uit veiligheidsoverwegingen op diverse plaatsen wenselijk zijn (men kan dan bijvoorbeeld niet zo maar met glaswerk van het terras af).
Het terras is gesitueerd in de openbare ruimte. In situaties kan het nodig zijn dat het terras tijdelijk ontruimd te worden bijvoorbeeld voor een evenement. Het is om die reden noodzakelijk dat de zij- en/of voorwanden makkelijk demontabel zijn. Aan de te verlenen omgevingsvergunning wordt ook de voorwaarde verbonden dat het terras op eerste aanzegging verwijderd moet worden.
Deze leden behoeven geen nadere uiteenzetting.
De diepte van een terras is standaard op 4 meter gesteld, hierdoor is een opstelling met 2 rijen tafels en stoelen mogelijk. Dit wil niet zeggen dat deze maat ook overal tot de mogelijkheden behoort. Zo zijn er belemmerende elementen die een dergelijke maat voorkomen zoals een boom of een hulpverleningsroute. Zo moet op een hulpverleningsroute een minimale doorgangsbreedte van 3,50 meter gegarandeerd zijn. Op diverse plaatsen behoort een grotere maat dan 4 meter tot de mogelijkheden. Die plaatsen zijn op een drietal kaarten aangeven, die kaarten maken onderdeel uit van de beleidsregels.
In de loop der tijd zijn op diverse plekken vergunningplichtige bouwwerken ontstaan. Door het ontbreken van een toetsingskader is formeel niet opgetreden, dan wel in de sfeer van vergunningverlening dan wel in de handhavingssfeer. Door het vaststellen van deze beleidsregels en een welstandskader is het toetsingskader nu voorhanden. Er moet echter wel een redelijke termijn worden gegund om te kunnen voldoen aan dit kader. De overgangsregeling is om die reden op twee jaar gesteld.
Dit artikel maakt een afwijking ten behoeve van een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw mogelijk. Omdat dakkapellen vrijwel nooit in strijd zijn met het bestemmingsplan zal naar verwachting vrijwel geen gebruik worden gemaakt van dit artikel. Een dakopbouw kan, vanwege toename van de hoogte van het gebouw, wel in strijd zijn met de bouwvoorschriften uit het bestemmingsplan. Dit komt echter zelden voor.
In de wijze van meten (artikel 2) is al opgenomen dat bouwdelen van ondergeschikte aard niet mee tellen. Aanvullende beleidsregels worden hier niet zinvol geacht.
Om deze reden is gekozen om per verzoek een afweging te maken en geen aanvullende beleidsregels vast te stellen.
In de gemeente Almelo zijn geen glastuinbouwbedrijven aanwezig. Om deze reden is gekozen om, indien er sprake van is, per verzoek een afweging te maken en geen aanvullende beleidsregels vast te stellen.
De bouwmogelijkheden voor een installatie voor het opwekken van duurzame energie is gebaseerd op het bestemmingsplan “Buitengebied Almelo”.
Dit artikel verwoord de mogelijkheden voor een niet-ingrijpende herinrichting van openbaar gebied. Het kan bijvoorbeeld gaan om het toevoegen van een aantal parkeerplaatsen in een groenstrook, het verleggen van trottoirs of het aanbrengen van groenvoorzieningen.
Dit onderdeel is met de wijziging van het Besluit omgevingsrecht van 1 november 2014 geïntroduceerd.
De reikwijdte van het begrip kan groot zijn, hierdoor is het niet mogelijk eenduidige beleidsregels op te stellen die aan de ene kant voldoende mogelijkheden biedt en aan de andere kant waarborgt dat er geen onwenselijke situaties ontstaan. Daarom is er voor gekozen om per verzoek een afweging te maken en geen specifieke beleidsregels vast te stellen.
Dit artikel maakt een afwijking van het plan ten behoeve van een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit mogelijk alsmede voor Bed & Breakfast. Ten aanzien van andere wijzigingen in gebruik van opstallen zal per verzoek een afweging moeten worden gemaakt. Omdat hier een scala aan mogelijkheden gelden bijvoorbeeld ook het ombouwen van een kantoorpand naar woningen. De reikwijdte is te groot om eenduidige algemene beleidsregels op te stellen. Opgemerkt wordt hierbij dat voor kinderopvang separate beleidsregels gelden, namelijk de “Ruimtelijke beleidsregels voor de huisvesting van kinderopvang”.
In de gemeente Almelo zijn slechts een aantal recreatiewoningen aanwezig. Een aanvraag om afwijking van het plan zal dan ook naar alle waarschijnlijkheid niet of sporadisch voorkomen. Om deze reden is gekozen om per verzoek een afweging te maken en geen aanvullende beleidsregels vast te stellen.
Dit onderdeel is met de wijziging van het Besluit omgevingsrecht van 1 november 2014 geïntroduceerd.
Het feit dat het hier gaat om ander gebruik van gronden of bouwwerken dan bedoeld in de overige artikelen, houdt in dat voor een omgevingsvergunning voor een tijdelijke afwijking van het bestemmingsplan voor gebruik dat wél is genoemd in een van die artikelen, het desbetreffende artikel en niet dit artikel, de grondslag voor vergunningverlening dient te zijn.
Er is bij dit artikel sprake van een soort “restartikel”. Op voorhand valt niet in te schatten waar de aanvragen betrekking op zullen hebben. Daarom is er voor gekozen om per verzoek een afweging te maken en geen specifieke beleidsregels vast te stellen.
In de beleidsregels is een inherente afwijkingsbevoegdheid opgenomen. Dit betekent dat indien ‘het conform de beleidsregel handelen’ een onevenredig nadeel voor de belanghebbende oplevert van de beleidsregel kan worden afgeweken. De Awb schrijft deze mogelijkheid tot afwijken overigens ook al voor.
Dit artikel regelt de inwerkingtreding van de beleidsregels.
Ter motivering van een afzonderlijke aanvraag kan, voor zover de aanvraag conform de voorwaarden en de aanvullende beleidsregels is, worden verwezen naar de beleidsregels.