Organisatie | Putten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Mandaatbesluit gemeente Putten 2015 |
Citeertitel | Mandaatbesluit gemeente Putten 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | bestuur en recht |
Geen
Gemeentewet artikel 160
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-06-2015 | 25-08-2016 | 2e wijziging | 23-06-2015 Puttens Weekblad 24 juni 2015 | 404057 | |
18-06-2015 | 24-06-2015 | 1e wijziging | 16-06-2015 Puttens Weekblad 17 juni 2015 | 404212 | |
01-05-2015 | 18-06-2015 | nieuwe regeling | 23-04-2015 Puttens Weekblad 6 mei 2015 | 399748 |
De burgemeester, het college van burgemeester en wethouders van Putten (het college) en de gemeenteambtenaar als bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b en c van de Gemeentewet en artikel 1, tweede lid van de Wet Waardering onroerende zaken (de heffings-, invorderings- en WOZ-ambtenaar), elk voor zover bevoegd;
overwegende dat per 1 mei 2015 de structuur binnen de organisatie van de gemeente Putten wijzigt, waarbij het aantal afdelingen wordt teruggebracht van zes naar vier;
overwegende dat het net als in de huidige situatie wenselijk is verschillende bevoegdheden van de burgemeester en het college als genoemd in de bijlage bij dit besluit te mandateren aan de afdelingsmanagers van de volgende afdelingen, c.q. hiervoor machtigingen af te geven en volmachten te verlenen:
met de mogelijkheid tot ondermandaat aan medewerkers van voornoemde afdelingen c.q. met de mogelijkheid om op zijn/haar beurt medewerkers te machtigen, mits de mogelijkheid hiertoe vermeld staat in de bijlage bij dit besluit;
overwegende dat het wenselijk is dat het college - net als in de huidige situatie - een aantal mandaten en volmachten verleend en machtigingen afgeeft, zoals opgenomen in de bijlage bij dit mandaatbesluit, aan het hoofd van de afdeling Ruimte, de medewerker belast met aansprakelijkstellingen, de medewerkers van de afdeling Ruimte die zich bezig houden met de betreffende activiteit, de betrokken medewerkers van de afdeling Ruimte, de hoofdbode, de bode, seniormedewerker buitendienst, bedrijfsleider, toezichthouder afval, toezichthouder / buitengewoon opsporingsambtenaar openbare ruimte en bijzondere wetgeving, medewerkers deurwaarder/marktmeester, buitengewoon opsporingsambtenaar en de piketambtenaar;
overwegende dat het net als in de huidige situatie ook gewenst is om een aantal bevoegdheden van het college als genoemd in de bijlage bij dit besluit te mandateren aan de portefeuillehouder Volkshuisvesting, de portefeuillehouder Ruimtelijke Ordening, de portefeuillehouder Monumenten en de portefeuillehouder Natuur en Landschapsbehoud;
overwegende dat het daarnaast wenselijk is om diverse bevoegdheden van het college met betrekking tot de uitvoering van milieutaken die genoemd worden in de bijlage bij dit besluit te mandateren aan de Directeur van de Omgevingsdienst Noord-Veluwe (ODNV), waarbij een nieuw mandaat wordt verleend voor de behandeling van sloopmeldingen en de handhaving hieromtrent;
overwegende dat het ook wenselijk is om diverse bevoegdheden van het college met betrekking tot de uitvoering van milieutaken die genoemd worden in de bijlage bij dit besluit te mandateren aan de Omgevingsdienst Regio Nijmegen (ODRN), met de mogelijkheid tot ondermandaat aan medewerkers van de ODRN;
overwegende dat het ook gewenst is om diverse bevoegdheden van de heffings-, invorderings- en WOZ-ambtenaar te mandateren aan:
waarbij alleen voornoemde afdelingsmanagers de mogelijkheid hebben tot het verlenen van ondermandaat c.q. de mogelijkheid hebben om op zijn/haar beurt medewerkers te machtigen.
overwegende dat per 1 januari 2015 de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de Participatiewet en de Jeugdwet is ingegaan en de mandaten, volmachten en machtigingen die zien op bevoegdheden uit deze wetten tevens opgenomen dienen te worden in dit mandaatbesluit, met de mogelijkheid tot ondermandaat c.q. met de mogelijkheid om medewerkers te machtigen of volmacht te verlenen, mits de mogelijkheid hiertoe vermeld staat in de bijlage bij dit besluit;
gelet op het bepaalde in afdeling 10.1.1 (mandaat) van titel 10.1 (mandaat en delegatie)
van hoofdstuk 10 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 160 en 171 van de
Bevoegdheden van de burgemeester, respectievelijk het college, conform bijgevoegde bijlage te mandateren c.q. hier volmacht voor te verlenen en machtiging af te geven aan de portefeuillehouder Volkshuisvesting, de portefeuillehouder Ruimtelijke Ordening, de portefeuillehouder Monumenten, de directeuren van de ODNV en de ODRN, evenals de afdelingsmanagers van de volgende afdelingen:
met de mogelijkheid tot ondermandaat aan medewerkers van voornoemde afdeling c.q. met de mogelijkheid om op zijn/haar beurt medewerkers te machtigen, mits de mogelijkheid hiertoe vermeld staat in de bijlage bij dit besluit.
Diverse bevoegdheden van het college te mandateren, c.q. volmacht te verlenen of machtiging af te geven, aan het hoofd van de afdeling Ruimte, de medewerker belast met aansprakelijkstellingen, de medewerkers van de afdeling Ruimte die zich bezig houden met de betreffende activiteit, de betrokken medewerkers van de afdeling Ruimte, de hoofdbode, de bode, seniormedewerker buitendienst, bedrijfsleider, toezichthouder afval, toezichthouder / buitengewoon opsporingsambtenaar openbare ruimte en bijzondere wetgeving, medewerkers deurwaarder/marktmeester, buitengewoon opsporingsambtenaar en de piketambtenaar conform hetgeen genoemd in de bijlage bij dit mandaatbesluit.
Bevoegdheden van het hoofd van de afdeling Dienstverlening, aangewezen als gemeenteambtenaar bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b en c van de Gemeentewet en artikel 1, tweede lid van de Wet Waardering onroerende zaken conform de bijlage bij dit besluit te mandateren aan:
waarbij alleen voornoemde afdelingsmanagers de mogelijkheid hebben tot het verlenen van ondermandaat c.q. de mogelijkheid hebben om op zijn/haar beurt medewerkers te machtigen.
Bevoegdheden van de burgemeester, respectievelijk het college, conform bijgevoegde bijlage te mandateren c.q. hier volmacht voor te verlenen en machtiging af te geven aan:
met de mogelijkheid tot ondermandaat aan medewerkers van voornoemde afdeling c.q. met de mogelijkheid om op zijn/haar beurt medewerkers te machtigen of volmacht te verlenen, mits de mogelijkheid hiertoe vermeld staat in de bijlage bij dit besluit.
Bijlage 1 bij het mandaatbesluit
Omschrijving bevoegdheid die wordt gemandateerd aan de afdelingsmanagers | |||
Art. 7 Verordening SVN Duurzaamheidsregeling gemeente Putten |
Directeur Woningstichting Putten, directeur Stichting Habion | |||
Huisvestingsverordening gemeente Putten artikelen 8, 9 en 12 |
Verlenen, vaststellen en afwijzen subsidie ingevolge Subsidieverordening instandhouding gemeentelijke monumenten | Titel 4.2 Awb en Subsidie-verordening instandhouding gemeentelijke monumenten |
Omschrijving bevoegdheid die wordt gemandateerd aan de afdelingsmanagers | |||
Het ondertekenen van een besluit tot het (gedeeltelijk) weigeren van een omgevingsvergunning. |
Omschrijving bevoegdheid die wordt gemandateerd aan de afdelingsmanagers | |||
---|---|---|---|
Omschrijving bevoegdheid die wordt gemandateerd aan de afdelingsmanagers | |||
---|---|---|---|
Omschrijving bevoegdheid die wordt gemandateerd aan de afdelingsmanagers | |||
---|---|---|---|
Informeren ontbrekende gegevens vergunningaanvraag/in gelegenheid stellen gegevens aan te vullen | |||
Bijlage 2 bij het algemeen mandaatbesluit
Instructies bij die mandaten van Ruimte waar onder het kopje ‘voorwaarde’ verwezen wordt naar instructies die gevolgd moeten worden bij het toepassen van de gemandateerde bevoegdheid:
Indien tijdens de opbouw van de kramen op de dinsdagavond hinder wordt ondervonden van één of meerdere op het marktterrein achtergelaten voertuigen, goederen of anderszins, kan door middel van natrekking van een kenteken of andere herkenningstekens worden getracht de eigenaar te achterhalen om deze eventueel onder dreiging van een geldboete te verzoeken zijn voertuig, goederen of anderszins te verwijderen. Als er vooralsnog geen eigenaar te traceren is, dan wel de eigenaar weigert tot verwijdering over te gaan, worden de aangetroffen voertuigen, goederen of anderszins achtergelaten tot het moment dat de marktmeester van de gemandateerde bestuursdwangbevoegdheid gebruik mag maken. Het wordt de marktmeester iedere woensdagmorgen vanaf 5.30 uur, voor de resterende periode dat het Kerk- en Fontanusplein (inclusief het gedeelte van de Kromme- en Papiermakerstraat) als marktterrein is aangewezen, toegestaan van de gemandateerde bestuursdwangbevoegdheid gebruik te maken. Alvorens feitelijke bestuursdwang aan de orde is, dient de marktmeester bij een achtergelaten motorvoertuig, goederen of anderszins in eerste instantie te pogen (bij voertuigen door middel van het kenteken) de eigenaar te achterhalen om deze vervolgens telefonisch te benaderen met het verzoek het voertuig, goederen of anderszins per direct te verwijderen. Indien de eigenaar aangeeft hiertoe niet bereid te zijn, dan wel in het geheel niet telefonisch bereikbaar is, wordt het de marktmeester vanaf 5.30 uur toegestaan op kosten van de overtreder een sleepdienst of in verband met achtergelaten goederen of anderszins een vervoersbedrijf in te schakelen. Als de eigenaar bereid is het achtergelaten voertuig, goederen of anderszins te verwijderen dient dit uiterlijk om 6.15 uur te zijn gebeurd, bij gebreke waarvan de marktmeester alsnog een sleepdienst of een vervoersbedrijf mag inschakelen. Indien er op de woensdagmorgen bij achtergelaten voertuigen, goederen of anderszins in het geheel geen aanknopingspunten zijn de eigenaar te traceren, wordt het de marktmeester vanaf 5.30 uur toegestaan op kosten van de overtreder een sleepdienst of in verband met achtergelaten goederen of anderszins een vervoersbedrijf in te schakelen.
Indien van een situatie sprake is, zoals verwoord in artikel 5 van de uitvoeringsregels standwerkers en de artikelen 9 en 10 van de Marktverordening, dient de marktmeester de betrokken standwerker/vergunninghouder voor een vaste plaats/vergunninghouder van een dagplaats op de dag dat deze het niet gewenste gedrag vertoont een brief te overhandigen, waarin de aard van het gedrag en de te treffen sanctie wordt vermeld, één en ander conform de bij dit besluit gevoegde en als zodanig corresponderende "sanctiebrieven".