Organisatie | Coevorden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten |
Citeertitel | Verordening lijkbezorgingsrechten 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | belastingen |
Deze regeling vervangt de Verordening lijkbezorgingsrechten 2009.
De verordening bevat overgangsrecht.
Gemeentewet, art. 229, lid 1
1.Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2010 | 27-11-2010 | nieuwe regeling | 03-11-2009 CoevordenHuisAanHuis | Collegevoorstel 22-10-2009, nr. 669 |
De raad van de gemeente Coevorden;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 oktober 2009,
gelet op artikel 229 eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2010.
Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaatsen en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld
De rechten zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.
Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel
De "Verordening lijkbezorgingsrechten 2009", vastgesteld bij raadsbesluit van
4 november 2008, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 3 november 2009.
behorende bij de Verordening lijkbezorgingsrechten 2010.
Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten
1.1 Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf wordt geheven:
1.1.1 voor het tijdvak van 30 jaar € 1.612,00;
1.1.2 voor het daaropvolgende tijdvak van 10 jaar, dit kan
nooit langer zijn dan het tijdstip van geslotenverklaring
van de begraafplaats door het college van
Burgemeester en Wethouders € 537,65;
1.1.3 voor het stoffelijk overschot van een kind tot 12 jaar
die wordt begraven op een speciaal daartoe aangewezen
gedeelte van de begraafplaats € 564,20;
1.1.4 voor het daaropvolgende tijdvak van 10 jaar, dit kan
nooit langer zijn dan het tijdstip van geslotenverklaring
van de begraafplaats door het college van Burgemeester
1.2 Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het doen bijzetten
en bijgezet houden van asbussen op het urnenveld wordt geheven:
1.2.1 op of in een eigen graf voor het tijdvak van 30 jaar € 1.142,70;
1.2.2 voor het daaropvolgende tijdvak van 10 jaar, dit kan
nooit langer zijn dan het tijdstip van geslotenverklaring
van de begraafplaats door het college van Burgemeester
1.3 Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het doen plaatsen
en geplaatst houden van urnen in de urnenmuur wordt geheven:
1.3.1 in een urnennis voor het tijdvak van 30 jaar € 1.142,70;
1.3.2 voor het daaropvolgende tijdvak van 10 jaar, dit kan
nooit langer zijn dan het tijdstip van geslotenverklaring
van de begraafplaats door het college van Burgemeester
1.4 Bij begraving in of bijzetting op een graf, met gelijktijdige verlenging
van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de resterende
uitgiftetermijn gelijk is aan de wettelijke grafrusttermijn van 10 jaar,
wordt een recht geheven van het product van, het aantal jaren keer
een 30e deel van de rechten van het oorspronkelijk bepaald recht,
genoemd in Hoofdstuk 1 van de tarieventabel.
Hoofdstuk 2 Begraven/bijzetten
2.1 Voor het begraven van een stoffelijk overschot van
12 jaar of ouder wordt geheven € 641,45;
2.2 Voor het begraven van een stoffelijk overschot beneden
12 jaar wordt geheven € 137,95;
2.3 Voor het bijzetten van een asbus in een nis, dan wel in of op
een graf of verstrooiing van de as op de verstrooiingsplaats,
3.1 Voor het afgeven van een vergunning voor het plaatsen
of vernieuwen van de voorwerpen, bedoeld in artikel 18
van de Beheersverordening, wordt geheven € 103,20;
4.1 vergunning voor het plaatsen van een grafkelder, per graf € 103,20;
4.2 aankoop van een grafkelder ten behoeve van het plaatsen
van asbussen in een urnengraf € 103,20;
Hoofdstuk 5 Inschrijven en overboeken van eigen graven, urnennissen
5.1 Voor het inschrijven en overboeken van eigen graven,
eigen urnennissen en urnengraven in een daartoe bestemd
register wordt geheven € 8,80;
Hoofdstuk 6 Opgraven, ruimen en herbegraven
6.1 Voor het opgraven van een stoffelijk overschot wordt geheven € 586,10;
6.2 Voor het na het opgraven weer opnieuw begraven in hetzelfde
6.3 Voor het na het opgraven weer begraven in een ander graf
6.4 Voor het na ruiming van een graf afzonderen van een lijk ten
behoeve van crematie of herbegraving € 271,00.
6.5 Geen rechten zijn verschuldigd voor het op wettelijk gezag
lichten en weer in dezelfde grafruimte begraven van een