Organisatie | Landsmeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gedragscode voor de burgemeester en het College van B&W van de gemeente Landsmeer 2015 |
Citeertitel | Gedragscode voor de burgemeester en het College van B&W van de gemeente Landsmeer 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-04-2015 | Nieuwe regeling | 19-03-2015 | Onbekend |
Een groot deel van de artikelen in deze gedragscode heeft als bedoeling de zuiverheid van de besluitvorming op een zichtbare wijze zeker te stellen. Het College van burgemeester en wethouders neemt besluiten over de inzet van overheidsmacht en gemeenschapsgeld. De zuiverheid van de besluitvorming moet daarbij worden gezien als minimale voorwaarde voor de zorgvuldigheid van de besluitvorming.
De burgemeester en leden van het College van B&W ontvangen regelmatig uitnodigingen om de gemeente bij een opening, bijeenkomst, evenement etcetera te vertegenwoordigen. Bij elke uitnodiging moet de ontvanger afwegen of aanwezigheid noodzakelijk is en inherent is aan de uitoefening van de functie (subsidiariteit). Bij het accepteren van de uitnodiging dient tijdens de aanwezigheid representatief gedrag vertoond te worden en rekenschap geven van uitoefening van de functie (proportionaliteit).
Naast regels die betrekking hebben op de zuiverheid van de besluitvorming en het gedrag is het gebruikelijk dat deze gedragscode ook artikelen bevatten die betrekking hebben op een drietal andere onderwerpen: de omgang met vergoedingen en middelen, de omgang met informatie en de onderlinge omgang.
Besluitvorming en onwenselijke beïnvloeding
Het besluitvormingsproces van het College van B&W kent verschillende fases. Voor het Collegebesluit zijn dat het ambtelijk advies, het voorstel van de portefeuillehouder aan het College van B&W, het beraad in het College van B&W en het besluit zelf. De regels van deze gedragscode hebben betrekking op alle fases van de besluitvorming.
De zuiverheid van de besluitvorming kan op twee manieren worden aangetast. Allereerst door belangenverstrengeling en ten tweede door machtsverstrengeling. Van belangenverstrengeling is sprake als een wethouder of de burgemeester zijn invloed op het besluitvormingsproces of zijn stem gebruikt om een persoonlijk belang veilig te stellen of het belang van een ander(e organisatie) bij wie hij een persoonlijke betrokkenheid heeft. Van machtsverstrengeling is sprake als een wethouder of de burgemeester zijn invloed op het besluitvormingsproces of zijn stem laat kopen of beïnvloeden door geld, goederen of diensten die hem door anderen zijn gegeven of in het vooruitzicht zijn gesteld.
De ‘regels rondom de zuiverheid van de besluitvorming’ zijn opgesteld om de burgemeester en het College van B&W te ondersteunen bij het zuiver houden van de gehele besluitvorming. Dit houdt ook in dat zij hun uiterste best doen om ook de schijn ervan te vermijden. Op die manier behouden zij het vertrouwen van de inwoners in de politiek.
De burgemeester en het College van B&W stellen bij hun handelen de kwaliteit van het openbaar bestuur centraal. Integriteit van het openbaar bestuur is daarvoor een belangrijke voorwaarde. Integriteit houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de functie samenhangt wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover verantwoording af te leggen. Verantwoording wordt afgelegd aan de gemeenteraad. Een aantal kernbegrippen is daarbij leidend en plaatst integriteit in een breder perspectief:
Deze kernbegrippen vormen het kader van integriteit. Gedragingen moeten aan deze kernbegrippen getoetst kunnen worden.
3. Regels rondom het voorkomen van belangenverstrengeling
Een bestuurder doet opgaaf van al zijn substantiële belangen – waaronder aandelen, opties en derivaten – in ondernemingen waarmee de gemeente zaken doet of waarin de gemeente een belang heeft. Deze financiële belangen zijn openbaar. Ook een tussentijds ontstaan substantieel financieel belang dient opgegeven te worden. De gemeentesecretaris houdt een openbare lijst met gemelde financiële belangen bij.
Een bestuurder behoudt geen inkomsten uit een q.q.-nevenfunctie, tenzij dat op grond van de wet geheel of gedeeltelijk is toegestaan. De inkomsten komen ten goede aan de kas van de gemeente. Voor een voltijds bestuurder vindt verrekening plaats met inkomsten uit niet aan het ambt gebonden nevenfuncties.
Een bestuurder onthoudt zich van deelname aan de stemming als er sprake is van een beslissing waarbij belangenverstrengeling dreigt. Het gaat dan om kwesties waar hij zelf een persoonlijk belang bij heeft of om kwesties waarbij het gaat om een belang van een individu of organisatie waarbij hij een persoonlijke betrokkenheid heeft.
4. Regels rondom het voorkomen van machtsverstrengeling
Als geschenken om een van de in artikel 4.6 genoemde redenen niet zijn teruggegeven of teruggestuurd, wordt dit gemeld aan de gemeentesecretaris. De geschenken worden dan eigendom van de gemeente en er wordt een gemeentelijke bestemming voor gezocht. De gemeentesecretaris houdt een registratie bij van giften en hun bestemming.
Een bestuurder accepteert werkbezoeken waarbij reis- en verblijfkosten door derden betaald worden alleen bij hoge uitzondering en na unanieme stemming in het College van B&W. Als voorwaarde geldt dat het bezoek aantoonbaar van groot belang is voor de gemeente. Van een dergelijk werkbezoek wordt altijd verslag gedaan aan de raad.
6. Regels rondom declaraties, voorzieningen en buitenlandse dienstreizen Declaraties
Een bestuurder die het voornemen heeft uit hoofde van functie een buitenlandse reis te maken of is uitgenodigd voor een buitenlandse reis of werkbezoek op kosten van derden, heeft vooraf toestemming nodig van het College. Het gemeentelijk belang van de reis is doorslaggevend voor de besluitvorming. Het College stelt de raad van de besluitvorming op de hoogte.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van 19 maart 2015,
De voorzitter,
De griffier,
Toelichting bij de gedragscode
Toelichting bij artikel 3. Regels rondom belangenverstrengeling
De wetgever heeft de burgemeester en leden van het College op vier manieren extra bescherming geboden tegen de verleiding van belangenverstrengeling en tegen de schijn ervan.
(1) De wetgever verbiedt de burgemeester en leden van het College te stemmen over kwesties waar belangenverstrengeling dreigt; dat zijn kwesties waar de burgemeester of een bestuurder zelf een belang bij heeft of kwesties waarbij het gaat om een belang van een persoon of organisatie waarbij hij/zij persoonlijk betrokken is.
(2) In een aantal gevallen vindt de wetgever dat die bescherming door het verbod te stemmen niet ver genoeg gaat. In die gevallen verbiedt de wetgever de burgemeester en leden van het College expliciet bepaalde welomschreven functies te bekleden, rollen te vervullen en (rechts)handelingen uit te voeren.
(3) De wetgever eist van de burgemeester en de leden van het College dat zij al zijn functies en alle substantiële financiële belangen bij ondernemingen die zaken doen met de gemeente bekend maken. Op die manier wordt het voor raadsleden, bestuurders, voor fractievoorzitters en partijbestuurders, voor de griffier en de gemeentesecretaris mogelijk de burgemeester of leden van het College te waarschuwen voor de kwesties waarin belangenverstrengeling dreigt.
(4) De wetgever verbiedt de burgemeester en leden van het College gedurende een bepaalde periode na zijn zittingstermijn buiten een dienstverband om betaalde werkzaamheden voor de gemeente te verrichten. In Landsmeer is die periode bepaald op 1 jaar (zie artikel 3.6)
Toelichting bij artikelen 4. Regels rondom het voorkomen van machtsverstrengeling
Overdreven geschenken kunnen gebruikt worden om de besluitvorming te beïnvloeden. Ze kunnen corrumperen of de aanloop daartoe vormen. Ze kunnen in ieder geval de schijn wekken dat dit het geval is. Het is echter zo dat het weigeren van kleine geschenken (tot € 50,-) als erg onbeleefd en kwetsend kan worden ervaren door de gever. Vandaar dat er als ondergrens een waarde van € 50,- wordt gehanteerd. Geschenken onder € 50,- worden gezien als incidentele, aanvaardbare geschenken. Dit betekent dat de ontvanger deze zelf mag houden. In geval van twijfel bespreekt de ontvanger het geschenk in het College.
Ingeval aan de burgemeester of bestuurder een geschenk wordt aangeboden dat specifiek voor de gemeente bedoeld is, wordt dit geaccepteerd en besproken in het College. In het College wordt definitief besloten of het geschenk wordt geaccepteerd of teruggestuurd. Als het geschenk wordt geaccepteerd wordt er een gemeentelijke bestemming voor gezocht. Registratie van giften en hun bestemming wordt verzorgd door de gemeentesecretaris.
Het accepteren van faciliteiten of diensten van derden kan een afhankelijkheid creëren, of een dankbaarheid die de zuiverheid van het besluitvormingsproces kan aantasten. In ieder geval ontstaat de schijn van beïnvloeding.
De aard van het werk van de burgemeester en leden van het College brengt met zich mee dat er regelmatig de verplichting bestaat om lunches, diners en recepties bij te wonen. Alleen indien er sprake is van twijfel over de intentie van de uitnodiging voor de lunch, het diner of de receptie (dat wil zeggen dat er het idee bestaat dat de uitnodigende partij de intentie heeft misbruik te maken van de aanwezigheid van de burgemeester of leden van het College) dan dient de uitnodiging als zodanig besproken te worden in het College.
De verplichting actief het ontstaan van schijn tegen te gaan, betekent dat het accepteren van reizen, verblijven en werkbezoeken op kosten van derden waar mogelijk moet worden vermeden. Het is zuiverder om deze kosten door de gemeente te laten dragen.
Toelichting bij artikel 5. Regels rondom informatie
Het handelen van de overheid, wetten, verordeningen en beleid hebben grote invloed op het leven van de inwoners. Daaruit volgt dat de inwoner recht heeft over het overheidshandelen goed geïnformeerd te worden. De inwoner heeft ook recht op de onderliggende redeneringen en afwegingen over wie welke positie heeft ingenomen. Dat schept bij elkaar opgeteld de verplichting voor de ambtelijke organisatie, College en raad de burger nauwkeurig en op tijd op de hoogte te brengen van wat er wordt besproken, besloten en uitgevoerd.
Dat neemt niet weg dat het ook voorkomt dat er informatie rond overheidshandelen niet bekend en verspreid mag worden. Het gaat dan altijd om gevallen waarin het openbaar maken zou leiden tot het schenden van rechten van burgers, tot het onterecht toebrengen van schade aan burgers of schade aan collectieve belangen.
Toelichting bij artikel 6. Regels rondom declaraties, voorzieningen en buitenlandse dienstreizen
Bij declaraties moet de hoogte en de functionaliteit ervan worden aangetoond. De kosten mogen niet al langs andere wijze zijn vergoed.
De burgemeester en leden van het College krijgen voor hun bestuurswerk de beschikking over een aantal middelen en voorzieningen van de gemeente. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling dat die privé, voor werk elders, of voor de partij worden ingezet. Gebeurt dat toch dan is er sprake van fraude.
Voor buitenlandse reizen geldt een aantal procedureregels, waaronder de noodzaak een reis vooraf te melden en het verschaffen van informatie over doel, kosten, wijze van verslaglegging en de samenstelling van het gezelschap.
Toelichting bij artikel 7. Regels rondom de onderlinge omgang en de gang van zaken tijdens de bestuursvergadering
Onderlinge omgang vormt een belangrijk onderdeel van de geldende bestuurscultuur. De bestuurscultuur betreft de opvattingen, waarden en normen van bestuurders die vorm, stijl en inhoud van het handelen bepalen.
De omgangsvormen betreffen die van bestuurders onderling, maar ook die met de raadsleden, met het ambtelijk apparaat en met medebestuurders van andere overheden. Elk raadslid en elke bestuurder is een medemens, medeburger en mede gekozen volksvertegenwoordiger. Op basis daarvan verdient ieder raadslid en iedere bestuurder respect.
Een respectvolle omgang met elkaar maakt het daarnaast beter mogelijk met elkaar tot een werkelijke beraadslaging te komen. Dat is wezenlijk voor een zorgvuldige besluitvorming. Bovendien is de manier waarop men met elkaar omgaat van invloed op de geloofwaardigheid van raadsleden en bestuurders.
Toelichting bij artikel 9. Regels rondom de gedragscode zelf
De gemeenteraad is het hoogste bestuursorgaan van de gemeente. Derhalve stelt de raad de gedragscode voor de burgemeester en het College van B&W vast. De bepalingen in de Kieswet, de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht blijven geldig. De handhaving van de code is een gedeelde verantwoordelijkheid van het College van B&W en de burgemeester.