Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Landsmeer

Gedragscode voor de burgemeester en het College van B&W van de gemeente Landsmeer 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLandsmeer
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingGedragscode voor de burgemeester en het College van B&W van de gemeente Landsmeer 2015
CiteertitelGedragscode voor de burgemeester en het College van B&W van de gemeente Landsmeer 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 41c, lid 2
  2. Gemeentewet, art. 69, lid 2

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-04-2015Nieuwe regeling

19-03-2015

Gemeenteblad, 2015, 29169

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Gedragscode voor de burgemeester en het College van B&W van de gemeente Landsmeer 2015

De raad van de gemeente Landsmeer;

 

gezien het voorstel van 17 februari 2015;

 

gelet op de artikelen 41c, lid 2 en 69, lid 2 van de Gemeentewet;

 

b e s l u i t:

 

vast te stellen ‘Gedragscode voor de burgemeester en het College van B&W van de gemeente Landsmeer 2015’

Inhoudsopgave gedragscode

  • 1.

    Inleiding

  • 2.

    Algemene bepalingen

  • 3.

    Regels rondom belangenverstrengeling

  • 4.

    Regels rondom het voorkomen van corruptie

  • 5.

    Regels rondom informatie

  • 6.

    Regels rondom declaraties, voorzieningen en buitenlandse dienstreizen

  • 7.

    Regels rondom de onderlinge omgang en de gang van zaken tijdens de bestuursvergadering

  • 8.

    Vermoeden van integriteitsschending

  • 9.

    Inwerkingtreding en citeertitel

1. Inleiding

Een groot deel van de artikelen in deze gedragscode heeft als bedoeling de zuiverheid van de besluitvorming op een zichtbare wijze zeker te stellen. Het College van burgemeester en wethouders neemt besluiten over de inzet van overheidsmacht en gemeenschapsgeld. De zuiverheid van de besluitvorming moet daarbij worden gezien als minimale voorwaarde voor de zorgvuldigheid van de besluitvorming.

 

De burgemeester en leden van het College van B&W ontvangen regelmatig uitnodigingen om de gemeente bij een opening, bijeenkomst, evenement etcetera te vertegenwoordigen. Bij elke uitnodiging moet de ontvanger afwegen of aanwezigheid noodzakelijk is en inherent is aan de uitoefening van de functie (subsidiariteit). Bij het accepteren van de uitnodiging dient tijdens de aanwezigheid representatief gedrag vertoond te worden en rekenschap geven van uitoefening van de functie (proportionaliteit).

 

Naast regels die betrekking hebben op de zuiverheid van de besluitvorming en het gedrag is het gebruikelijk dat deze gedragscode ook artikelen bevatten die betrekking hebben op een drietal andere onderwerpen: de omgang met vergoedingen en middelen, de omgang met informatie en de onderlinge omgang.

 

Besluitvorming en onwenselijke beïnvloeding

Het besluitvormingsproces van het College van B&W kent verschillende fases. Voor het Collegebesluit zijn dat het ambtelijk advies, het voorstel van de portefeuillehouder aan het College van B&W, het beraad in het College van B&W en het besluit zelf. De regels van deze gedragscode hebben betrekking op alle fases van de besluitvorming.

 

De zuiverheid van de besluitvorming kan op twee manieren worden aangetast. Allereerst door belangenverstrengeling en ten tweede door machtsverstrengeling. Van belangenverstrengeling is sprake als een wethouder of de burgemeester zijn invloed op het besluitvormingsproces of zijn stem gebruikt om een persoonlijk belang veilig te stellen of het belang van een ander(e organisatie) bij wie hij een persoonlijke betrokkenheid heeft. Van machtsverstrengeling is sprake als een wethouder of de burgemeester zijn invloed op het besluitvormingsproces of zijn stem laat kopen of beïnvloeden door geld, goederen of diensten die hem door anderen zijn gegeven of in het vooruitzicht zijn gesteld. 

 

 

Vertrouwen in de politiek

De ‘regels rondom de zuiverheid van de besluitvorming’ zijn opgesteld om de burgemeester en het College van B&W te ondersteunen bij het zuiver houden van de gehele besluitvorming. Dit houdt ook in dat zij hun uiterste best doen om ook de schijn ervan te vermijden. Op die manier behouden zij het vertrouwen van de inwoners in de politiek.

 

 

Integriteit

De burgemeester en het College van B&W stellen bij hun handelen de kwaliteit van het openbaar bestuur centraal. Integriteit van het openbaar bestuur is daarvoor een belangrijke voorwaarde. Integriteit houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de functie samenhangt wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover verantwoording af te leggen. Verantwoording wordt afgelegd aan de gemeenteraad. Een aantal kernbegrippen is daarbij leidend en plaatst integriteit in een breder perspectief:

 

  • Dienstbaarheid: Het handelen van de burgemeester en een bestuurder van B&W is altijd en volledig gericht op het belang van de gemeente Landsmeer en op de organisaties en inwoners binnen de gemeente.

  • Functionaliteit: Het handelen van de burgemeester en een bestuurder van B&W is herkenbaar en herleidbaar naar de functie die hij vervult in het bestuur.

  • Onafhankelijkheid: Het handelen van de burgemeester en een bestuurder van B&W wordt gekenmerkt door onpartijdigheid, dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook iedere schijn van een dergelijke vermenging wordt vermeden.

  • Openheid: Het handelen van de burgemeester en een bestuurder van B&W is open en transparant, zodat altijd verantwoording mogelijk is en de controlerende organen volledig inzicht hebben in het handelen van het bestuurder en de burgemeester.

  • Betrouwbaarheid: Op de burgemeester en elk bestuurder van B&W moet men kunnen rekenen. Ieder houdt zich aan zijn afspraken. Kennis en informatie waarover hij uit hoofde van zijn functie beschikt, wendt hij aan voor het doel waarvoor die zijn gegeven.

  • Zorgvuldigheid: Het handelen van de burgemeester en een bestuurder van B&W is zodanig dat alle organisaties en inwoners op gelijke wijze en met respect worden bejegend en dat belangen van de inwoners op correcte wijze worden afgewogen.

     

Deze kernbegrippen vormen het kader van integriteit. Gedragingen moeten aan deze kernbegrippen getoetst kunnen worden.

2. Algemene bepalingen

  • 2.1

    Deze gedragscode geldt voor de burgemeester als bestuursorgaan en de leden van het College van B&W.

  • 2.2

    Waar in deze gedragscode wordt gesproken over een bestuurder, dient gelezen te worden: de burgemeester als bestuursorgaan, de burgemeester als voorzitter van B&W en de wethouders als leden van het College van B&W.

  • 2.3

    In het College vindt bespreking plaats over een situatie indien:

    • de gedragscode hierin niet voorziet;

    • twijfel bestaat of de gedragscode hierin voorziet, of;

    • de toepassing van de gedragscode niet eenduidig is.

  • 2.4

    De code is openbaar en door derden te raadplegen.

  • 2.5

    De onder 2.2 genoemde personen ontvangen en ondertekenen bij hun aantreden een exemplaar van de gedragscode. Zij verklaren bij de uitoefening van de functie zich daaraan te zullen houden en zijn aanspreekbaar op de naleving ervan.

3. Regels rondom het voorkomen van belangenverstrengeling

  • 3.1

    Een bestuurder gaat actief en uit eigen beweging de schijn van belangenverstrengeling tegen. 

  • 3.2

    Een bestuurder mag bepaalde in de Gemeentewet opgesomde functies niet uitoefenen en daarin opgesomde overeenkomsten en handelingen niet aangaan, in combinatie met zijn politieke functie.

     

    Financiële belangen

  • 3.3

    Een bestuurder maakt openbaar welke betaalde en onbetaalde functies hij vervult. De gemeentesecretaris houdt een openbare lijst van deze functies bij.  

  • 3.4

    Een bestuurder doet opgaaf van al zijn substantiële belangen – waaronder aandelen, opties en derivaten – in ondernemingen waarmee de gemeente zaken doet of waarin de gemeente een belang heeft. Deze financiële belangen zijn openbaar. Ook een tussentijds ontstaan substantieel financieel belang dient opgegeven te worden. De gemeentesecretaris houdt een openbare lijst met gemelde financiële belangen bij.

  • 3.5

    Een bestuurder behoudt geen inkomsten uit een q.q.-nevenfunctie, tenzij dat op grond van de wet geheel of gedeeltelijk is toegestaan. De inkomsten komen ten goede aan de kas van de gemeente. Voor een voltijds bestuurder vindt verrekening plaats met inkomsten uit niet aan het ambt gebonden nevenfuncties.

  • 3.6

    Een oud-lid van het College of oud-burgemeester wordt het eerste jaar na de beëindiging van zijn ambtstermijn uitgesloten van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden voor de gemeente.

     

    Geen invloed op de besluitvorming

  • 3.7

    Een bestuurder mag zijn invloed en stem niet gebruiken om een persoonlijk belang veilig te stellen of het belang van een ander, of andere organisatie, bij wie hij een persoonlijke betrokkenheid heeft.

  • 3.8

    Een bestuurder onthoudt zich van deelname aan de stemming als er sprake is van een beslissing waarbij belangenverstrengeling dreigt. Het gaat dan om kwesties waar hij zelf een persoonlijk belang bij heeft of om kwesties waarbij het gaat om een belang van een individu of organisatie waarbij hij een persoonlijke betrokkenheid heeft.

  • 3.9

    Een bestuurder onthoudt zich bij beslissingen, waarbij belangenverstrengeling dreigt, niet alleen van stemming, maar ook van de beïnvloeding van de besluitvorming in de andere fases van het besluitvormingsproces.

4. Regels rondom het voorkomen van machtsverstrengeling

  • 4.1

    Een bestuurder voorkomt actief uit zichzelf de schijn van machtsverstrengeling. 

  • 4.2

    Een bestuurder mag zijn invloed en zijn stem niet laten kopen of beïnvloeden door geld, goederen of diensten die hem zijn gegeven of hem in het vooruitzicht zijn gesteld.

     

    Aannemen van geschenken

  • 4.3

    Aanbiedingen voor privé-werkzaamheden of kortingen op privé-goederen die een bestuurder uit hoofde van zijn functie ontvangt zijn niet toegestaan.

  • 4.4

    Een bestuurder neemt geen geschenken, die hem uit hoofde van of vanwege zijn functie worden aangeboden, aan die een waarde van € 50,- overschrijden. In onderhandelingssituaties weigert hij elke door betrokken relaties aangeboden geschenken of andere voordelen.

  • 4.5

    Indien een bestuurder toch geschenken van zijn functie heeft ontvangen die de waarde van € 50,- overschrijden, dienen deze te worden teruggegeven of teruggestuurd naar de gever onder vermelding van het feit dat het Collegelid geen geschenken mag aannemen.

  • 4.6

    Een bestuurder mag een geschenk, dat de waarde van € 50,- overschrijdt, niet teruggeven of terugsturen, in gevallen waarin het terugsturen de gever ernstig zou kwetsen of bijzonder in verlegenheid zou brengen of als teruggeven of terugsturen om praktische redenen onwerkbaar is.

  • 4.7

    Als geschenken om een van de in artikel 4.6 genoemde redenen niet zijn teruggegeven of teruggestuurd, wordt dit gemeld aan de gemeentesecretaris. De geschenken worden dan eigendom van de gemeente en er wordt een gemeentelijke bestemming voor gezocht. De gemeentesecretaris houdt een registratie bij van giften en hun bestemming.

  • 4.8

    Geschenken en giften worden niet op het huisadres ontvangen. Indien dit toch is gebeurd, wordt dit gemeld in het College waar een besluit over de bestemming van het geschenk wordt genomen. De gemeentesecretaris houdt een registratie bij van deze giften en hun bestemming.

     

    Aannemen van faciliteiten en diensten

  • 4.9

    Een bestuurder accepteert geen faciliteiten en diensten van derden die hem uit hoofde van of vanwege zijn functie worden aangeboden.

  • 4.10

    Een bestuurder accepteert bij uitzondering faciliteiten of diensten van derden als het weigeren ervan het bestuurswerk onmogelijk of onwerkbaar zou maken. Hiervan wordt melding gemaakt in het College.

  • 4.11

    Een bestuurder gebruikt faciliteiten of diensten van derden die uit hoofde of vanwege de bestuursfunctie worden aangeboden, niet voor privédoeleinden.

     

    Aannemen van lunches, diners en recepties

  • 4.12

    Een bestuurder bespreekt in het College uitnodigingen voor excursies en evenementen op kosten van derden die hij uit hoofde van zijn functie ontvangt.

  • 4.13

    Een bestuurder accepteert lunches, diners en recepties die door derden betaald worden alleen als deze voortvloeien uit het normale bestuurswerk en als noodzakelijk worden geacht. Indien hieraan wordt getwijfeld volgt een bespreking in het College.

     

    Accepteren van reizen, verblijven en werkbezoeken

  • 4.14

    Een bestuurder accepteert werkbezoeken waarbij reis- en verblijfkosten door derden betaald worden alleen bij hoge uitzondering en na unanieme stemming in het College van B&W. Als voorwaarde geldt dat het bezoek aantoonbaar van groot belang is voor de gemeente. Van een dergelijk werkbezoek wordt altijd verslag gedaan aan de raad.

5. Regels rondom informatie

  • 5.1

    Een bestuurder gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij uit hoofde van zijn ambt beschikt. Hij zorgt ervoor dat stukken met vertrouwelijke gegevens veilig worden opgeborgen en dat computerbestanden beveiligd zijn.

  • 5.2

    Een bestuurder betracht maximale openheid als het gaat om beleid en beslissingen en om de beweegredenen daarvoor. Hij handelt in overeenstemming met de Wet openbaarheid van bestuur.

  • 5.3

    Een bestuurder geeft de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang.

  • 5.4

    Een bestuurder verstrekt geen informatie die vertrouwelijk of geheim is.

  • 5.5

    Een bestuurder maakt niet ten eigen bate of ten bate van zijn persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie.

  • 5.6

    Een bestuurder gaat verantwoord om met de e-mail, internetfaciliteiten en sociale media van de gemeente.

  • 5.7

    De bovengenoemde artikelen zijn eveneens van toepassing op voormalige bestuurders zolang de vertrouwelijkheid niet is opgeheven.

6. Regels rondom declaraties, voorzieningen en buitenlandse dienstreizen Declaraties

  • 6.1

    Een bestuurder declareert geen kosten die op andere wijze worden vergoed of gedekt zijn door de vaste onkostenvergoeding.

  • 6.2

    Een bestuurder declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed.

  • 6.3

    Ingeval van twijfel over een declaratie door een bestuurder wordt dit besproken in het College, waar zonodig een besluit over de juistheid van de declaratie wordt genomen.

     

    Gebruik gemeentelijke voorzieningen

  • 6.4

    Gebruik van gemeentelijke eigendommen of voorzieningen voor privédoeleinden is niet toegestaan op andere wijze dan als betamelijk en algemeen geaccepteerd kan worden beschouwd.

     

    Buitenlandse reizen

  • 6.5

    Een bestuurder die het voornemen heeft uit hoofde van functie een buitenlandse reis te maken of is uitgenodigd voor een buitenlandse reis of werkbezoek op kosten van derden, heeft vooraf toestemming nodig van het College. Het gemeentelijk belang van de reis is doorslaggevend voor de besluitvorming. Het College stelt de raad van de besluitvorming op de hoogte.

  • 6.6

    Het verlengen van een buitenlandse dienstreis voor privé-doeleinden is slechts beperkt toegestaan en moet worden betrokken bij de besluitvorming van het College. De extra reis- en verblijfkosten en de fiscale gevolgen komen volledig voor rekening van het Collegelid.

  • 6.7

    Het ten laste van de gemeente meereizen van de partner van een bestuurder is uitsluitend toegestaan wanneer dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij en het belang van de gemeente daarmee gediend is. Het meereizen van de partner wordt bij de besluitvorming van het College betrokken.

  • 6.8

    Een bestuurder die het voornemen van een reis meldt, verschaft informatie over het doel van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap en de geraamde kosten en de wijze waarop van de reis verslag wordt gedaan.

  • 6.9

    Het anderszins meereizen van derden op kosten van de gemeente is niet toegestaan. Het meereizen van derden op eigen kosten is weliswaar niet verboden maar wordt in het algemeen ontraden. In ieder geval wordt dit bij de besluitvorming van het College betrokken.

7. Regels rondom de onderlinge omgang en de gang van zaken tijdens de bestuursvergadering

  • 7.1

    Een bestuurder gaat respectvol met College- en raadsleden om.

  • 7.2

    Een bestuurder bejegent College- en raadsleden correct in woord, gebaar en geschrift.

  • 7.3

    Een bestuurder houdt zich tijdens collegevergaderingen aan het vastgestelde reglement van orde van het College en tijdens raadsvergadering aan het reglement van orde van de raad.

8. Vermoeden van integriteitsschending

  • 8.1

    Bij een vermoeden van integriteitsschending wordt gehandeld conform de meest recente Handreiking onderzoek integriteitsschendingen politieke ambtsdragers, die is opgesteld door het Bureau Integriteitsbevordering Openbare Sector (BIOS).

9. Vermoeden van integriteitsschending

  • 9.1

    Deze gedragscode treedt in werking met ingang van de eerste dag na bekendmaking.

  • 9.2

    Deze gedragscode kan worden aangehaald als: ‘’Gedragscode voor de burgemeester en het College van B&W van de gemeente Landsmeer 2015’’.

  • 9.3

    Deze gedragscode wordt eens per vier jaar geëvalueerd.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van 19 maart 2015,

De voorzitter,

De griffier,

Toelichting bij de gedragscode

Toelichting bij artikel 3. Regels rondom belangenverstrengeling

De wetgever heeft de burgemeester en leden van het College op vier manieren extra bescherming geboden tegen de verleiding van belangenverstrengeling en tegen de schijn ervan.

 

(1) De wetgever verbiedt de burgemeester en leden van het College te stemmen over kwesties waar belangenverstrengeling dreigt; dat zijn kwesties waar de burgemeester of een bestuurder zelf een belang bij heeft of kwesties waarbij het gaat om een belang van een persoon of organisatie waarbij hij/zij persoonlijk betrokken is.

 

(2) In een aantal gevallen vindt de wetgever dat die bescherming door het verbod te stemmen niet ver genoeg gaat. In die gevallen verbiedt de wetgever de burgemeester en leden van het College expliciet bepaalde welomschreven functies te bekleden, rollen te vervullen en (rechts)handelingen uit te voeren.

 

(3) De wetgever eist van de burgemeester en de leden van het College dat zij al zijn functies en alle substantiële financiële belangen bij ondernemingen die zaken doen met de gemeente bekend maken. Op die manier wordt het voor raadsleden, bestuurders, voor fractievoorzitters en partijbestuurders, voor de griffier en de gemeentesecretaris mogelijk de burgemeester of leden van het College te waarschuwen voor de kwesties waarin belangenverstrengeling dreigt.

 

(4) De wetgever verbiedt de burgemeester en leden van het College gedurende een bepaalde periode na zijn zittingstermijn buiten een dienstverband om betaalde werkzaamheden voor de gemeente te verrichten. In Landsmeer is die periode bepaald op 1 jaar (zie artikel 3.6)

 

Toelichting bij artikelen 4. Regels rondom het voorkomen van machtsverstrengeling

Overdreven geschenken kunnen gebruikt worden om de besluitvorming te beïnvloeden. Ze kunnen corrumperen of de aanloop daartoe vormen. Ze kunnen in ieder geval de schijn wekken dat dit het geval is. Het is echter zo dat het weigeren van kleine geschenken (tot € 50,-) als erg onbeleefd en kwetsend kan worden ervaren door de gever. Vandaar dat er als ondergrens een waarde van € 50,- wordt gehanteerd. Geschenken onder € 50,- worden gezien als incidentele, aanvaardbare geschenken. Dit betekent dat de ontvanger deze zelf mag houden. In geval van twijfel bespreekt de ontvanger het geschenk in het College.

 

Ingeval aan de burgemeester of bestuurder een geschenk wordt aangeboden dat specifiek voor de gemeente bedoeld is, wordt dit geaccepteerd en besproken in het College. In het College wordt definitief besloten of het geschenk wordt geaccepteerd of teruggestuurd. Als het geschenk wordt geaccepteerd wordt er een gemeentelijke bestemming voor gezocht. Registratie van giften en hun bestemming wordt verzorgd door de gemeentesecretaris.

 

Het accepteren van faciliteiten of diensten van derden kan een afhankelijkheid creëren, of een dankbaarheid die de zuiverheid van het besluitvormingsproces kan aantasten. In ieder geval ontstaat de schijn van beïnvloeding.

 

De aard van het werk van de burgemeester en leden van het College brengt met zich mee dat er regelmatig de verplichting bestaat om lunches, diners en recepties bij te wonen. Alleen indien er sprake is van twijfel over de intentie van de uitnodiging voor de lunch, het diner of de receptie (dat wil zeggen dat er het idee bestaat dat de uitnodigende partij de intentie heeft misbruik te maken van de aanwezigheid van de burgemeester of leden van het College) dan dient de uitnodiging als zodanig besproken te worden in het College.

De verplichting actief het ontstaan van schijn tegen te gaan, betekent dat het accepteren van reizen, verblijven en werkbezoeken op kosten van derden waar mogelijk moet worden vermeden. Het is zuiverder om deze kosten door de gemeente te laten dragen.

 

Toelichting bij artikel 5. Regels rondom informatie

Het handelen van de overheid, wetten, verordeningen en beleid hebben grote invloed op het leven van de inwoners. Daaruit volgt dat de inwoner recht heeft over het overheidshandelen goed geïnformeerd te worden. De inwoner heeft ook recht op de onderliggende redeneringen en afwegingen over wie welke positie heeft ingenomen. Dat schept bij elkaar opgeteld de verplichting voor de ambtelijke organisatie, College en raad de burger nauwkeurig en op tijd op de hoogte te brengen van wat er wordt besproken, besloten en uitgevoerd.

 

Dat neemt niet weg dat het ook voorkomt dat er informatie rond overheidshandelen niet bekend en verspreid mag worden. Het gaat dan altijd om gevallen waarin het openbaar maken zou leiden tot het schenden van rechten van burgers, tot het onterecht toebrengen van schade aan burgers of schade aan collectieve belangen.

 

Toelichting bij artikel 6. Regels rondom declaraties, voorzieningen en buitenlandse dienstreizen 

Bij declaraties moet de hoogte en de functionaliteit ervan worden aangetoond. De kosten mogen niet al langs andere wijze zijn vergoed.

 

De burgemeester en leden van het College krijgen voor hun bestuurswerk de beschikking over een aantal middelen en voorzieningen van de gemeente. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling dat die privé, voor werk elders, of voor de partij worden ingezet. Gebeurt dat toch dan is er sprake van fraude.

 

Voor buitenlandse reizen geldt een aantal procedureregels, waaronder de noodzaak een reis vooraf te melden en het verschaffen van informatie over doel, kosten, wijze van verslaglegging en de samenstelling van het gezelschap.  

 

Toelichting bij artikel 7. Regels rondom de onderlinge omgang en de gang van zaken tijdens de bestuursvergadering

Onderlinge omgang vormt een belangrijk onderdeel van de geldende bestuurscultuur. De bestuurscultuur betreft de opvattingen, waarden en normen van bestuurders die vorm, stijl en inhoud van het handelen bepalen.

 

De omgangsvormen betreffen die van bestuurders onderling, maar ook die met de raadsleden, met het ambtelijk apparaat en met medebestuurders van andere overheden. Elk raadslid en elke bestuurder is een medemens, medeburger en mede gekozen volksvertegenwoordiger. Op basis daarvan verdient ieder raadslid en iedere bestuurder respect.

 

Een respectvolle omgang met elkaar maakt het daarnaast beter mogelijk met elkaar tot een werkelijke beraadslaging te komen. Dat is wezenlijk voor een zorgvuldige besluitvorming. Bovendien is de manier waarop men met elkaar omgaat van invloed op de geloofwaardigheid van raadsleden en bestuurders.

 

Toelichting bij artikel 9. Regels rondom de gedragscode zelf

De gemeenteraad is het hoogste bestuursorgaan van de gemeente. Derhalve stelt de raad de gedragscode voor de burgemeester en het College van B&W vast. De bepalingen in de Kieswet, de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht blijven geldig. De handhaving van de code is een gedeelde verantwoordelijkheid van het College van B&W en de burgemeester.