Organisatie | Hoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Havenverordening Hoorn 2015 |
Citeertitel | Havenverordening Hoorn 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | 221 binnenhavens en vaarwegen |
Geen
Gemeentewet, art. 108, 147 en 149
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-06-2015 | 11-02-2017 | nieuwe regeling | 19-05-2015 Gemeenteblad 46170 | 1148567 |
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
Havens: de openbare wateren van de Buitenhaven, de Binnenhaven, de Oude Haven, de Vollerswaal, de Turfhaven, de Vluchthaven, de Karperkuil, de Grashaven (evenals het water gelegen langs de dijk bij Achter op ’t Zand). Onder de havens valt ook: de aan de havens gelegen gronden zoals kaden, kadeterreinen en scheepshellingen, de in de havens geplaatste kunstwerken; zoals steigers, bruggen en sluiswerken. Gebieden (water) die door de gemeente aan derden privaatrechtelijk in gebruik zijn gegeven vallen niet onder de definitie havens;
Scheepsafval: afval, met inbegrip van residuen, niet zijnde ladingresiduen, en sanitair afval, dat ontstaat tijdens de bedrijfsvoering van een vaartuig en dat valt onder de reikwijdte van bijlagen I, IV, V en VI van het Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen, met Protocollen en Bijlagen met Aanhangsels, en met het op 17 februari 1978 te Londen tot stand gekomen Protocol bij dat Verdrag met Bijlage en Aanhangsels, alsmede lading gebonden afval, zijnde al het materiaal dat aan boord bij de stuwage en verwerking van de lading als afval overblijft, met inbegrip van stuwmateriaal, schoorpalen, laadborden, verpakkingsmateriaal, houten platen, papier, karton, draad en stalen banden;
Werksteiger: de steiger waar ligplaats ingenomen kan worden voor het uitvoeren van werkzaamheden aan een vaartuig.
Lengte: De totale lengte van het vaartuig met inbegrip van een vaste boegspriet, een papegaaistok en een roer.
Charterschip met Hoorn als thuishaven: Een vaartuig:
dat daadwerkelijk en aantoonbaar wordt gebruikt ten behoeve van de bedrijfsmatige chartervaart, hetgeen moet blijken uit een inschrijving in het handelsregister van de Kamer van Koophandel met Hoorn als vestigingsgemeente en uit de meetbrief: het document als bedoeld in artikel 782, vierde lid, van het Wetboek van Koophandel juncto het besluit van 24 oktober 1983, Stb.548 (Besluit binnenschependocumenten);
Vaartuig: Elk drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebruikt dan wel bestemd of geschikt is voor het vervoer te water van personen of goederen of voor het dragen of vervoeren van al dan niet met het drijvende lichaam één geheel uitmakende voorwerpen, daaronder begrepen drijvende werktuigen zoals kranen, baggermolens, pontons of materieel van soortgelijke aard, evenals bijboten en ponten;
Het college kan binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag deze termijn eenmaal met ten hoogste vier weken verlengen. Paragraaf 4.1.2.2. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing op de volgende artikelen van deze verordening:
- Artikel 2.6 Verblijfsduur vaartuigen
Artikel 1.4 Voorschriften en beperkingen
Het college kan voorschriften en beperkinen verbinden aan een vergunning en/of onthefing.
Artikel 1.6 Weigerings-, wijzigings- en intrekkinigsgronden
Het college kan een vergunning of ontheffing in ieder geval weigeren, wijzigen of intrekken als:
Artikel 1.7 Verplichtingen van houders van vergunningen of ontheffingen
Degene aan wie een vergunning of ontheffing is verleend houdt deze, of een kopie hiervan, aan boord van het vaartuig waarop deze betrekking heeft.
Tenzij in deze verordening anders is bepaald, is de eigenaar of schipper verantwoordelijk voor de naleving van het bepaalde bij of krachts deze verordening.
HOOFDSTUK 2 ORDE IN EN GEBRUIK VAN DE HAVEN
Artikel 2.3 Verbod nemen ligplaats
Het is onverminderd het eerste lid verboden zonder ligplaatsvergunning van het college of een vignet als bedoeld in artikel D. van de beleidsregel Indienings- en verleningsvoorschriften Havenverordening Hoorn 2015, ligplaats in te nemen op een plaats die overeenkomstig de Havenatlas is bestemd voor ligplaatsvergunninghouders.
Artikel 2.5 Bijboten en vlotten
Het tweede lid is niet van toepassing op vlotten, slechts in gebruik zijnde om aan kunstwerken reparatie- of onderhoudswerkzaamheden te verrichten, mits de afmeting niet groter is dan 4,0 meter lang en 1,5 meter breed of vlotten die gebruikt worden bij wedstrijden of evenementen die in de havens plaatsvinden op het moment van die wedstijden of evenementen.
Artikel 2.6 Verblijfsduur in haven
Het is voor zover in de overige artikelen van deze verordening niet anders is bepaald verboden in de periode van 1 mei tot 1 oktober met een vaartuig, met uitzondering van bezoekende charterschepen, langer dan zes dagen achtereen te verblijven in het in de Havenatlas aangegeven passantengebied en de Buitenhaven.
Artikel 2.7 Reddingstrap en watervoorziening
Het is verboden om met een vaartuig zodanig een ligplaats in te nemen dat daardoor het gebruik van een aan de kade gemonteerde reddingstrap of watervoorziening wordt gehinderd.
Het is verboden in de havens te varen met een grotere snelheid dan 6 kilometer per uur (3,2 knopen).
Artikel 2.12 Beschadigde, zinkende, gevaarlijke en niet aan redelijke eisen van welstand voldoende vaartuigen
Artikel 2.13 Overlast aan vaartuigen
Tenzij bij of krachtens deze verordening anders bepaald is het anderen dan de eigenaar of schipper van een schip verboden, zonder goedkeuring van de eigenaar of schipper, dat schip vast te houden, zich door het schip te laten voorttrekken, op het schip te klimmen of te begeven, te bevinden of los te maken.
Het is verboden uit hoofde van het uitoefenen van een beroep, een vaartuig te laden en/of te lossen aan de Vollerswaal, de Overslagkade, de Karperkuilkade, het Baatland, de Nieuwendam, de Korenmarkt, de Appelhaven, de Vismarkt, de Bierkade, het Venidse, de Turfhaven, het Buurtje, de Veermanskade, de Oude Doelenkade, het Houten Hoofd, het Hoofd of het Oostereiland.
Het gestelde in het eerste en tweede lid geldt niet voor het direct in of uit laten stappen van personen, het in- en uitladen van bagage en/of het uitsluitend provianderen van vaartuigen ten behoeve van de chartervaart, rondvaartboten, watertaxi’s, boten voor verhuur, motorcharterschip en veerdienst.
Artikel 2.15 Verhuren en verhandelen vaartuig
Het is een ieder die er zijn bedrijf of nevenbedrijf dan wel een gewoonte van maakt vaartuigen te verhuren of te verhandelen verboden met een of meer vaartuigen een ligplaats in te nemen met het oogmerk deze te verhuren of te verhandelen.
Artikel 2.17 Gebruik reddingsmiddelen en brandbestrijdingsmiddelen
Het is verboden de zich op de wal bevindende reddingsmiddelen en brandbestrijdingsmiddelen te gebruiken anders dan bij onmiddelijk gevaar, dan wel voor dadelijk gebruik ongeschikt te maken.
Artikel 2.21 Maatregelen bij ijsgang of dichtgevroren water
Bij ijsgang of dichtgevroren water in de haven is de schipper verplicht, als hij met zijn schip een ligplaats wenst in te nemen of te verlaten, dan wel een aanwijzing als bedoeld in artikel 4.1 daartoe ontvangt, voor zijn rekening en risico zo nodig het ijs te breken of een sleepboot te gebruiken.
Artikel 2.25 Verplaatsing van schepen
Het college kan een eigenaar of schipper schriftelijk opdragen een schip te verplaatsen of te doen verplaatsen naar een andere ligplaats, als dit in het kader van werkzaamheden, evenementen, de bescherming van de orde, de veiligheid, het milieu in of in de omgeving van de haven noodzakelijk is.
HOOFDSTUK 3 VEILIGHEID EN BESCHERMING MILIEU IN EN IN DE OMGEVING VAN DE HAVEN
Onverlet het bepaalde in de APV en de Regionale Afvalstoffenverordening Westfriesland is het verboden zich van huishoudelijke afvalstoffen afkomstig van een in de havens liggend vaartuig te ontdoen anders dan door gebruikmaking van de daartoe bij de havens geplaatste en als zodanig aangegeven afvalstoffencontainers. Grof huishoudelijk afval dient men aan te bieden aan een erkend inzamelaar.
Onverlet het bepaalde in de APV is het verboden vloeistoffen, uitgezonderd water en huishoudelijk afvalwater (met uitzondering van afvalwater afkomstig van de menselijke stofwisseling), en voorwerpen of zelfstandigheden welke dan ook, over boord of van de wal in het water te werpen, te laten vallen, te pompen of te laten vloeien.
Artikel 3.3 Melding en verwijdering van te water geraakte stoffen of voorwerpen
Degene door wiens toedoen een voorwerp of stof in het water terechtkomt, waardoor gevaar, schade of hinder wordt of kan worden veroorzaakt, draagt ervoor zorg dat:
Artikel 3.7 Voortstuwingsinstallaties e.d.
Degene die aan boord van een vaartuig voortstuwingsinstallaties, motoren, aggregaten, geluidsapparatuur of andere toestellen of installaties in werking heeft of werkzaamheden of activiteiten verricht doet dit op een zodanige wijze dat de nadelige gevolgen voor het milieu worden voorkomen of beperkt die voor zover voorkomen niet mogelijk is en voor zover dit redelijkerwijs van hem kan worden gevergd.
In afwijking van artikel 5:34 van de APV is het verboden om in de havens aan boord van een vaartuig enigerlei wijze open vuur, behoudens vaste kooktoestellen, te bezigen.
Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie.
Artikel 4.4 Betreden van woonruimten
Zij die zijn belast met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften zijn, indien de zorg voor de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde dit vereist, bevoegd om het als woning ingerichte gedeelte van een vaartuig te betreden zonder toestemming van de bewoner.
Artikel 4.5 Ontzegging toegang havens
Indien na overtreding van een verbod in deze verordening naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders ernstige vrees bestaat dat de openbare orde en/of de veiligheid in de haven door de overtreder(s) opnieuw zou kunnen worden verstoord danwel indien het verschuldigde havengeld, zoals bedoeld in de Verordening Havengeld, niet (tijdig) is voldaan, kunnen zij deze overtreder(s) en/of de schipper van het schip waarop/waarmee de overtreding plaatsvond voor maximaal drie maanden de toegang tot de haven ontzeggen. Indien de overtreder c.q. de schipper nadien de orde opnieuw verstoort, kan de ontzegging voor een langere periode worden verleend.
HOOFDSTUK 5 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Een krachtens de Havenverordening Hoorn 2011 verleende vergunning, ontheffing of vrijstelling geldt als vergunning, ontheffing of vrijstelling krachtens deze verordening totdat de tijd waarvoor zij zijn verleend is verstreken of totdat zij worden ingetrokken Het college kan deze vergunning ambtshalve vervangen door een vergunning, ontheffing of vrijstelling krachtens deze verordening. Ambtshalve vervanging kan gepaard gaan met een wijziging van beperkingen en voorschriften.
Een krachtens de Havenverordening Hoorn 2011 verleende vergunning voor niet zeilende historische schepen geldt als vergunning voor onbepaalde tijd tot het moment waarop het betreffende schip door de eigenaar wordt verkocht. Het college kan deze vergunning ambtshalve vervangen door een vergunning, ontheffing of vrijstelling krachtens deze verordening. Ambtshalve vervanging kan gepaard gaan met een wijziging van beperkingen of voorschriften.
De havenverordeing is als volgt opgezet. In hoofdstuk 1 worden de begripsbepalingen en het toepassingsgebied beschreven. Hoofdstuk 2 gaat over de orde in en gebruik van de haven.
Hoofdstuk 3 gaat over de veiligheid en de bescherming van het milieu in en in de omgeving van de haven. Hoofdstuk 4 gaat over de handhavnig. In hoofdstuk 5 zijn de overgangs- en slotbepalingen opgenoemen.
De Havenverordening Hoorn 2015 beoogt de belangen te beschermen die betrekking hebben op de openbare orde, veiligheid, volksgezondheid, milieuhygiëne en het uiterlijk aanzien van de gemeente. Ook is het behoud van het karakter van de passantenhaven een doel van de havenverordening. Daarom staan in de Havenverordening Hoorn 2015 bepalingen m.b.t. de verblijfsduur van het innemen van een ligplaats. De vaartuigen die het meest van de gemeentelijke havens gebruik maken zijn: pleziervaartuigen, en riviercruiseschepen en historische schepen. Voor deze typen vaartuigen zijn in de Havenatlas Hoorn 2015 aparte ligplaatslocaties aangewezen.
De Binnenhaven is aangewezen voor pleziervaartuigen en charterschepen en de Buitenhaven voor charter- en riviercruiseschepen. De onderlinge afstand (spiegel - boeg) tussen een charterschip of riviercruiseschip en een ander vaartuig, is vanwege de noodzakelijke manoeuvreerruimte bepaald op minimaal 2 meter. Dit is geen verandering ten opzichte van de Havenverordening Hoorn 2011 en Havenatlas Hoorn 2011.
Andere medegebruikers van de havens zijn voornamelijk een permanent aanwezig bunkerschip, terrasboot, vissersschepen, een viskaar en kleine boten. Ook voor deze vaartuigen zijn in de havenatlas aparte gedeelten aangewezen. Voor wat betreft het bunkerschip en de vissersschepen zijn de reeds bestaande situatie in de havenatlas vastgelegd. Ten slotte voorziet de havenatlas in een aparte afmeerregeling voor historische zeilende bedrijfsvaartuigen met bijzondere cultuurhistorische waarde. Door dergelijke vaartuigen te clusteren ter hoogte van de Veermanskade, de Korenmarkt en de westzijde van het Oostereiland wordt de attractiviteit en het historische karakter van de Hoornse havens versterkt.
Pleziervaartuigen en riviercruiseschepen mogen maximaal zes dagen binnen de voor hun aangewezen gedeelten van de havens een ligplaats innemen als wordt voldaan aan de voorschriften van de Havenatlas Hoorn 2015. Voor de terrasboot, historische schepen, charterschepen met Hoorn als thuishaven en bezoekende charterschepen geldt geen tijdlimiet. Deze verordening bevat geen mogelijkheid om buiten de aangewezen plaatsen een ligplaats in te nemen.
De Havenverordening Hoorn 2015 beoogt onder meer de openbare orde en veiligheid in de havens te beschermen. Om dit doel te kunnen realiseren, dient het afmeren van vaartuigen in de havens aan dusdanige voorschriften te zijn gebonden dat onveilige situaties (zoveel mogelijk) worden voorkomen. Deze voorschriften zijn opgenomen in het op 1 juni 2004 door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde preventief veiligheidsplan gemeentelijke haven.
Havenatlas (grondslag artikel 2.2 van de Havenverordening Hoorn 2015 ).
De Havenatlas Hoorn 2015 is een nader besluit ter uitvoering van de Havenverordening Hoorn 2015. In de Havenatlas staan de plaatsen waar de verschillende categorieën vaartuigen ligplaatsen in de havens mogen innemen of hebben. De plaatsen worden in de Havenatlas aangegeven op kaarten per gebied en/of per soort vaartuig. In de Havenatlas kunnen per plaats voorschriften worden gegeven over het maximaal aantal vaartuigen dat een ligplaats mag innemen alsmede het aantal vaartuigen dat maximaal naast elkaar mag liggen, de maximale breedte van vaartuigen, de maximale diepte van vaartuigen, de maximale lengte van vaartuigen, de maximale hoogte van vaartuigen boven de waterspiegel, de minimale te hanteren afstand tussen de vaartuigen onderling.
Ligplaatsen voor kleine bootjes.
In de Havenatlas zijn de ligplaatsen voor kleine boten en de vereisten voor het gebruik van een ligplaats voor een klein bootje geregeld. In de beleidsregel Indienings- en verleningsvoorschriften Havenverordening Hoorn 2015 worden de vereisten voor de vergunningaanvraag/verlening en de verstrekking vignet/sticker bij de verlening van een ligplaatsvergunning voor een kleine boot geregeld.
Bevoegdheden voor de handhaving van de Havenverordening Hoorn 2015
Met toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening en het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) zijn belast de integraal toezichthouders werkzaam bij bureau Stadstoezicht. Op grond van de Algemene wet bestuursrecht komen hen bevoegdheden toe als onder meer: het betreden van plaatsen, inlichtingen vorderen, inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden en zaken onderzoeken.
In deze verordening is de expliciete bevoegdheid opgenomen om binnen te treden in het als woning ingerichte gedeelte van een vaartuig zonder toestemming van de bewoner. Deze bevoegdheid volgt uit artikel 149a van de Gemeentewet. Van deze bevoegdheid kan in principe alleen gebruik worden gemaakt indien een machtiging op grond van de Algemene wet op het binnentreden is afgegeven.
Lex silencio positivo is het ontstaan van een positieve fictieve beschikking bij het niet tijdig beslissen op een aanvraag (zie paragraf 4.1.2.2. van de Algemene wet bestuursrecht). Voor vergunningregimes die onder de Europese Dienstenrichtlijn vallen, is de lex silencio positivo van toepassing. Echter om dwingende reden van algemeen belang zoals openbare orde en veiligheid kan hiervan worden afgezien. Dit moet uitdrukkelijk bepaald worden in de betreffende wetten/verordeningen. Op de in artikel 1.3 genoemde artikelen is de Dienstenrichtlijn van toepassing. Deze artikelen zijn met name gericht op de openbare orde en veiligheid op het water. Een lex silencio positivo is om deze dwingende redenen van algemeen belang niet wenselijk. Daarom wordt in deze gevallen van de lex silencio positivo afgezien.
Artikel 2.24 van de Havenverordening Hoorn 2015 is gericht op het beperken van gevaar, schade of hinder. Hierin is gebruik gemaakt van een algemene omschrijving. Ter verduidelijking wordt in deze toelichting een niet uitputtende opsomming gegeven van handelingen die gevaar, schade of hinder op kunnen leveren:
In het vierde lid is bepaald dat vergunningen die verleend zijn aan niet zeilende historische schepen gelden als vergunningen voor onbepaalde tijd. Deze bepaling is opgenomen omdat er in de haven een aantal historische schepen ligt dat niet door zeilen worden voortbewogen. In concreto gaat het om de volgende schepen: Avontuur, Derra en Eems. Deze schepen liggen al zo lang in de haven van Hoorn dat daarin reden is gelegen om die schepen zo lang als zij niet van eigenaar veranderen een ligplaats in de haven van Hoorn te laten houden. Niet zeilende historische schepen die geen vergunning hebben op grond van de Havenverordening Hoorn 2011 of die na het inwerkingtreden van deze verordening vergunning aanvragen, vallen niet onder dit overgangsrecht en komen gezien de Havenverordening 2015 niet in aanmerking voor het verkrijgen van een vergunning.