Organisatie | Moerdijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel maatschappelijke participatie en tijdschriftenregeling gemeente Moerdijk |
Citeertitel | Beleidsregel maatschappelijke participatie en tijdschriftenregeling gemeente Moerdijk |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 4:81, lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-05-2015 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 04-05-2015 Moerdijkse bode week 21, 2015 | Onbekend |
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
Bijstandsnorm: de voor de belanghebbende geldende norm ingevolge de Participatiewet, exclusief vakantietoeslag en inclusief een eventuele verlaging. De kostendelersnorm wordt niet toegepast bij de draagkrachtbepaling. Bij kostendelers wordt voor de van toepassing zijnde norm zoals genoemd in artikel 3 lid 1 van deze beleidsregel uitgegaan van de geldende bijstandsnorm zonder rekening te houden met kostendelers. Voor alleenstaande ouders wordt niet uitgegaan van de verlaagde bijstandsnorm zoals die geldt sinds de invoering van de Participatiewet. Er wordt uitgegaan van 90% van de basisnorm voor gehuwden, zoals in de oude uitkeringssystematiek van de WWB. Dit wordt beschouwd als de van toepassing zijnde bijstandsnorm zoals genoemd in artikel 3 lid 1 van deze beleidsregel.
Inkomen: het netto inkomen exclusief vakantiegeld dat is genoten gedurende de maand waarin de aanvraag wordt ingediend, of maximaal één maand voorafgaande aan de aanvraag. De artikelen 31, 32 en 33 Participatiewet zijn van toepassing. Belanghebbenden die op basis van een uitspraak van de rechter deelnemen aan de WSNP worden geacht een inkomen op bijstandsniveau te hebben.
Artikel 2. Doel van de beleidsregels
Deze beleidsregels geven inzicht in de manier waarop het college bijzondere bijstand verstrekt in verband met de kosten voor maatschappelijke participatie en de tijdschriftenregeling. Het doel van de regelingen in het kader van maatschappelijke participatie is om mensen met een minimuminkomen te stimuleren om actief deel te nemen aan het maatschappelijke verkeer.
Artikel 3. Recht op maatschappelijke participatie en tijdschriftenregeling
Om in aanmerking te kunnen komen voor een tegemoetkoming voor maatschappelijke participatie of de tijdschriftenregeling mag het vermogen niet hoger zijn dan de geldende vermogensgrens volgens artikel 34 van de Participatiewet. Bij de toepassing van artikel 34 wordt ook het vermogen in de woning met bijbehorend erf in aanmerking genomen, voor zover tegeldemaking of (verdere) bezwaring hiervan in redelijkheid kan worden verlangd.
Artikel 4. Kosten maatschappelijke participatie
Als kosten van maatschappelijke participatie worden aangemerkt kosten in het kader van sociaal-culturele, educatieve, recreatieve en/of sportieve activiteiten, te weten:
Artikel 5. Hoogte tegemoetkoming maatschappelijke participatie
De tegemoetkoming in de kosten van maatschappelijke participatie bedraagt maximaal € 180,00 per gezinslid per kalenderjaar.
Artikel 7. Aanvraagprocedure en betaling
Er wordt geen onderzoek gedaan naar de financiële situatie als de belanghebbende een uitkering van de gemeente ontvangt of als de belanghebbende op basis van een uitspraak van de rechter deelneemt aan de WSNP. Wanneer het gaat om een uitkering op grond van de IOAW of IOAZ dient wel onderzoek te worden gedaan naar het inkomen en het vermogen.
Een aanvraag voor maatschappelijke participatie over het voorgaande kalenderjaar kan worden ingediend tot en met 1 maand na afloop van het betreffende kalenderjaar. Vergoeding kan dan uitsluitend op basis van werkelijk gemaakte kosten tot het maximale bedrag genoemd in artikel 5 van deze beleidsregel.
Artikel 8. Inlichtingenplicht en gevolgen niet nakomen daarvan
Onverminderd het bepaalde in artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) verstrekt de belanghebbende die geen uitkering van de gemeente ontvangt, ter inzage, bij de aanvraag de volgende bescheiden: a. een geldig identiteitsbewijs; b. bewijsstukken betreffende het op het aanvraagformulier vermelde inkomen en vermogen.
Artikel 9. Nadere Invulling van beleid
In gevallen, de uitvoering van deze beleidsregels betreffende, waarin deze beleidsregels niet voorzien, beslissen burgemeester en wethouders.