Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
's-Gravenhage

BELEIDSREGELS TEGEMOETKOMING KOSTEN KINDEROPVANG VOOR OUDERS MET EEN SOCIAAL MEDISCHE INDICATIE DEN HAAG 2015.

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Organisatie's-Gravenhage
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBELEIDSREGELS TEGEMOETKOMING KOSTEN KINDEROPVANG VOOR OUDERS MET EEN SOCIAAL MEDISCHE INDICATIE DEN HAAG 2015.
CiteertitelBELEIDSREGELS TEGEMOETKOMING KOSTEN KINDEROPVANG VOOR OUDERS MET EEN SOCIAAL MEDISCHE INDICATIE DEN HAAG 2015.
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze beleidsregels treden met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2015 in werking. Met de inwerkingtreding van deze beleidsregels worden de beleidsregels BSW/2013.290 met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2015 ingetrokken.De beleidsregels van 2013 worden vervangen door de versie van 2015.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Artikel 1.13 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen van1 januari 2013 en artikel 1.4 van de Re-integratieverordening Participatiewet 2015 van de gemeente Den Haag (BSW/2014/196).

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

11-05-201501-01-201501-01-2018Nieuwe regeling

11-05-2015

Publicatie in het gemeenteblad

BSW/2015.62

Tekst van de regeling

Intitulé

BELEIDSREGELS TEGEMOETKOMING KOSTEN KINDEROPVANG VOOR OUDERS MET EEN SOCIAAL MEDISCHE INDICATIE DEN HAAG 2015.

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DEN HAAG ,

 

Overwegende dat:

- In de versie van beleidsregels 2013 (BSW/2013.289 ) een artikel over de definitieve vaststelling ontbrak.

 

Besluit:

 

Vast te stellen de navolgende:

 

BELEIDSREGELS TEGEMOETKOMING KOSTEN KINDEROPVANG VOOR OUDERS MET EEN SOCIAAL MEDISCHE INDICATIE DEN HAAG 2015.

 

Paragraaf 1 ALGEMEEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregels worden verstaan onder:

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag.

  • b.

    de wet: de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, zoals die geldt per 1 januari 2013.

  • c.

    GG&GD: een gemeentelijke gezondheidsdienst als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet collectieve preventie volksgezondheid.

  • d.

    kinderopvang: het bedrijfsmatig of anders dan om niet verzorgen en opvoeden van kinderen tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint.

  • e.

    ouder: de bloed- of aanverwant in opgaande lijn of de pleegouder van een kind op wie de kinderopvang betrekking heeft, met dien verstande dat bij de beoordeling of er sprake is van pleegouderschap, een subsidie op grond van de Wet op de jeugdzorg buiten beschouwing blijft.

  • f.

    sociaal medische indicatie: een schriftelijke verklaring van de arts van de GG&GD waaruit blijkt dat kinderopvang vanwege de sociaal medische situatie van de ouder noodzakelijk is.

  • g.

    tegemoetkoming: een bijdrage in de kosten van de kinderopvang. Bij het bepalen van de hoogte van de bijdrage worden de tabellen van de Belastingdienst gehanteerd die gelden voor de wettelijke doelgroep in de Wet kinderopvang en geldt het wettelijk uurtarief.

Paragraaf 2 RECHT OP TEGEMOETKOMING EN VERGOEDING

Artikel 2 Tegemoetkoming kosten kinderopvang

1. Het college kan een ouder met een sociaal medische indicatie voor kinderopvang een inkomensafhankelijke tegemoetkoming geven in de kosten kinderopvang.

2. Aanvullend op de tegemoetkoming kan de gemeente aan burgers met een bijstandsuitkering van de gemeente een extra vergoeding geven voor van de eigen bijdrage.

Artikel 3 Doelgroep

1. Doelgroep voor de tegemoetkoming is een ouder die op grond van zijn of haar sociaal medische situatie kinderopvang nodig heeft, hiervoor een indicatie heeft en geen recht heeft op een tegemoetkoming op grond van de Wet kinderopvang en waarvoor een andere voorziening geen passende oplossing biedt.

2. Doelgroep voor de vergoeding van de eigen bijdrage zijn burgers met een sociaal medische indicatie voor kinderopvang en een bijstandsuitkering van de gemeente.

Artikel 4 Tegemoetkoming kosten kinderopvang

1. Het college verstrekt een tegemoetkoming in de kosten kinderopvang aan de ouder die op grond van een sociaal medische indicatie kinderopvang nodig heeft en een aanvraag voor een tegemoetkoming bij de gemeente heeft ingediend.

2. Het college baseert het besluit om een tegemoetkoming toe te kennen op basis van een sociaal medische indicatie van de GG&GD.

3. De geldigheidsduur van de indicatie wordt bepaald door de GG&GD, maar is nooit langer dan één jaar.

4. In afwijking van lid 3 kan de GG&GD een indicatie voor een langere periode dan een jaar afgeven.

5. Voor het verkrijgen van een tegemoetkoming moet de ouder en in indien van toepassing de partner voldoen aan de volgende aanvullende voorwaarden:

  • a.

    de ouder moet gebruik maken van een geregistreerde kinderopvanginstelling (dagopvang, buitenschoolse opvang of gastouderopvang).

  • b.

    ingeschreven zijn in de Gemeentelijke basisadministratie (GBA/BRP) van Den Haag

  • c.

    rechtmatig in Nederland verblijven in de zin vanartikel 8, onder a tot en met e en l van de Vreemdelingenwet 2005

6. Het college verleent de tegemoetkoming voor het aantal uren kinderopvang dat op grond van de sociaal medische indicatie dan wel dat naar haar oordeel redelijkerwijs noodzakelijk is.

Artikel 5 Weigeringsgronden

Het college weigert de tegemoetkoming in de kosten kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie in ieder geval indien:

  • a.

    de ouder niet behoort tot de doelgroep in artikel 3 van deze beleidsregels.

  • b.

    de ouder niet voldoet aan de aanvullende voorwaarden in artikel 4 lid 5 a, b, c.

  • c.

    de ouder niet de inlichtingen verstrekt of medewerking verleent als bedoeld in artikel 8 van deze beleidsregels.

  • d.

    de ouder reeds een tegemoetkoming kinderopvang ontvangt of kan aanvragen op grond van de Wet kinderopvang.

Artikel 6 Hoogte van de tegemoetkoming

1. Bij het bepalen van de hoogte van de tegemoetkoming worden de tabellen gehanteerd die gelden voor de wettelijke doelgroep in de Wet kinderopvang. Hiertoe wordt een inkomenstoets gedaan.

2. Het college gaat bij het bepalen van de tegemoetkoming uit van het wettelijk uurtarief.

3. Het aantal uur waarvoor een tegemoetkoming kan worden aangevraagd is maximaal 230 uur per maand per kind.

Artikel 7 Vergoeding van de eigen bijdrage

Het college vergoedt de eigen bijdrage van ouders met een sociaal medische indicatie en een bijstandsuitkering van de gemeente. Hierbij geldt dat de hoogte van deze vergoeding is gebaseerd op het wettelijk uurtarief van de

Belastingdienst.

Paragraaf 3 VERPLICHTING

Artikel 8 Inlichtingenplicht

1. De ouder doet aan het college uit eigen beweging of op verzoek direct mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem / haar redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een tegemoetkoming.

2. Een ouder is verplicht aan het college, daarnaar gevraagd, medewerking te verlenen aan uitvoering van deze beleidsregels.

Paragraaf 4 UITVOERINGSBEPALING

Artikel 9 Aanvraag en betaalbaarstelling

1. De tegemoetkoming en indien van toepassing de vergoeding voor de eigen bijdrage dient schriftelijk te worden aangevraagd door middel van een daarvoor bestemd aanvraagformulier. Alle op dit formulier gevraagde gegevens moeten worden ingevuld en door de ouder, en indien van toepassing door de partner, te worden ondertekend.

2. Bij de aanvraag moet worden meegestuurd:

  • a.

    offerte / plaatsingsbewijs van de kinderopvang of het gastouderbureau waar de opvang plaats vindt. Hierin moet in ieder geval worden vermeld: het aantal uren opvang, de kostprijs per uur en de aanvangsdatum van de opvang.

  • b.

    geldig identiteitsbewijs van de ouder en indien van toepassing van de partner.

  • c.

    inkomensgegevens van de ouder en indien van toepassing van de partner.

3. Het college neemt binnen acht weken na indiening van de aanvraag een besluit.

4. De tegemoetkoming wordt in de vorm van een voorschot in maandelijkse termijnen uitbetaald.

5. De tegemoetkoming wordt rechtstreeks aan de kinderopvang uitbetaald.

6. Het college kan nadere voorschriften stellen aan de wijze van uitbetaling.

Artikel 10 Inhoud van de beschikking

1. Het besluit tot verlening van de tegemoetkoming kosten kinderopvang door de gemeente op grond van een sociaal medische indicatie bevat in ieder geval:

  • a.

    de verwijzing naar de Beleidsregels Tegemoetkoming kosten kinderopvang voor ouders met een sociaal medische indicatie Den Haag 2015. (BSW/2015.62)

  • b.

    naam, adres en BSN van de ouder en indien van toepassing naam, adres BSN van de partner.

  • c.

    naam, adres, BSN en geboortedatum van het kind of de kinderen waarop de verlening van de bijdrage betrekking heeft.

  • d.

    het aantal uren kinderopvang per maand dat op grond van de sociaal medische indicatie noodzakelijk is.

  • e.

    de hoogte van de tegemoetkoming van de gemeente.

  • f.

    indien van toepassing de vergoeding van de eigen bijdrage

  • g.

    de wijze waarop de bijdrage wordt uitbetaald.

  • h.

    de periode waarover de tegemoetkoming zal worden verleend.

  • i.

    de verplichtingen van de ouder waaronder in elk geval de verplichtingen genoemd in artikel 8 van deze beleidsregels.

Artikel 11 Ingangsdatum en duur van de tegemoetkoming

1. De tegemoetkoming wordt verleend vanaf dag één van de maand waarin de ouder de tegemoetkoming aanvraagt en de maand ervoor.

2. Als op deze datum nog geen kinderopvang plaatsvindt, wordt de tegemoetkoming vastgesteld met ingang van de dag waarop de kinderopvang een aanvang neemt.

3. De tegemoetkoming wordt vastgesteld voor de periode van maximaal een kalenderjaar.

4. Een aanvraag voor verlenging van de tegemoetkoming dient voor 1 maart van het volgend kalenderjaar te zijn ingediend om recht te kunnen hebben op de tegemoetkoming met terugwerkende kracht tot 1 januari van dat kalenderjaar.

Artikel 12 Definitieve vaststelling

Na afloop van de periode waarvoor de tegemoetkoming is verleend stelt het college de tegemoetkoming vast; de ouder verstrekt daartoe desgevraagd:

  • a.

    een overzicht van de feitelijke kosten van kinderopvang over deze periode.

  • b.

    een jaaropgave van de inkomsten van de ouder(s).

Artikel 13 Herziening en intrekking

Het college kan het recht op tegemoetkoming herzien of intrekken:

a.als het niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenverplichting als bedoeld in artikel 8geleid heeft tot een onterechte of een te hoog verstrekte tegemoetkoming.

b.als anderszins een tegemoetkoming ten onrechte of tot een te hoog bedrag verstrekt is.

Artikel 14 Terugvordering

Als het college een besluit tot herziening of intrekking als bedoeld in artikel 12 genomen heeft, kan het een ten onrechte of te hoog verstrekte tegemoetkoming terugvorderen

Paragraaf 5 SLOTBEPALING

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2015 in werking.

Artikel 16 Intrekking beleidsregels

Met de inwerkingtreding van deze beleidsregels worden de beleidsregels BSW /2013.289 met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2015 ingetrokken.

Artikel 17 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Tegemoetkoming kosten kinderopvang voor ouders met een sociaal medische indicatie Den Haag 2015. (BSW/2015.62)

 

Vastgesteld op 11 mei 2015

 

Namens deze,

 

Mw. Drs. E.M. ten Hoorn Boer

Algemeen directeur dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheidsprojecten.

 

Op grond van hoofdstuk 1.6 van de mandaatregeling gemeente Den Haag (mandaatbesluit BSW 2008.97 RIS 152615)