Organisatie | Deventer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsregels ontheffing plicht tot arbeidsinschakeling Participatiewet gemeente Deventer 2015 |
Citeertitel | Uitvoeringsregels ontheffing plicht tot arbeidsinschakeling Participatiewet gemeente Deventer 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-06-2015 | nieuwe regeling | 02-12-2014 Elektronisch Gemeenteblad, 26-05-2015 | 2014-002268 |
Een van de uitgangspunten van de Participatiewet, de IOAW en de IOAZ is een algehele plicht tot arbeidsinschakeling voor hen die een beroep doen op een uitkering. Daarom is in de wet volstaan met een algemene omschrijving van deze plicht. De wet onderscheidt daarbij de plicht tot het naar vermogen verkrijgen en aanvaarden van algemeen geaccepteerde arbeid (waaronder begrepen de plicht tot inschrijving als werkzoekende bij het UWV – Werkbedrijf) en de plicht tot het gebruik maken van een door het college aangeboden voorziening (waaronder sociale activering) gericht op arbeidsinschakeling alsmede tot het meewerken aan een onderzoek naar de mogelijkheden tot arbeidsinschakeling. Ze worden hier verder kortheidshalve genoemd respectievelijk arbeidsinschakeling en de re-integratieverplichting. Het is aan het college om aan deze verplichting door middel van maatwerk concreet invulling te geven. In een beschikking zal dan ook de plicht tot arbeidsinschakeling dienen te worden gespecificeerd. Dit is geen statisch gegeven:
Afhankelijk van veranderende omstandigheden, zoals herstel van een ziekte of het afsluiten van een traject, zullen de verplichtingen worden geactualiseerd.
Ontheffing van de plicht tot arbeidsinschakeling
Niettegenstaande bovenstaande uitgangspunten kan in individuele gevallen sprake zijn van dringende redenen om tijdelijk ontheffing van de arbeidsverplichting en de onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden te verlenen (artikel 9 lid 2 Participatiewet).
Geen tijdelijke ontheffing kan verleend worden aan de re-integratieplicht (artikel 9 lid 1) Het gaat dan concreet om het gebruik maken van een door het college aangeboden voorziening en meewerken aan het opstellen,uitvoeren en evalueren van een plan van aanpak.
Een dringende reden is aanwezig indien betrokkene dusdanige belemmeringen heeft richting arbeidsmarkt, dat er ook met de aanwezige re-integratiemiddelen geen weg richting een (gedeeltelijk) zelfstandige bestaansvoorziening openstaat.
Hierbij kan gedacht worden aan de volgende situaties:
Ad 1. Combinatie zorgtaken met arbeid
De algemene beleidslijn is dat het hebben va de zorg voor kinderen op zichzelf niet leidt tot ontheffing.
Voor gehuwden geldt de plicht tot arbeidsinschakeling binnen de hierboven geschetste algemene kader in beginsel voor ieder van hen, ook als er binnen het gezin kinderen zijn.
Wanneer de zorg voor kinderen moet worden gecombineerd met arbeid is het aan beide gehuwden om hierin samen tot een verdeling te komen, waarbij de kansen op toetreding tot de arbeidsmarkt leidend moeten zijn. Met andere woorden: het kan niet zo zijn dat de ouder met een grote kans op toetreding op de arbeidsmarkt geen uitvoering geeft aan de re-integratieverplichting vanwege de zorg voor de kinderen, terwijl de andere ouder deze zorg ook voor zijn rekening neemt.
De alleenstaande ouder met kinderen tot vijf jaar gedurende een periode van maximaal 6 jaar gebruik maken van de wettelijke mogelijkheid ontheffing van de arbeidsverplichting te krijgen in ruil voor een scholingsplicht. Voor een dergelijke ontheffing hoeft geen sprake te zijn van dringende redenen bij de invulling va de scholingsplicht wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de combinatie met de zorg voor de kinderen.
In ieder geval ten aanzien van een alleenstaande ouder met zorg voor kinderen tot 12 jaar dient beoordeeld te worden:
Ook het verrichten van intensieve mantelzorgtaken kan een dringende reden zijn voor (gedeeltelijke) ontheffing van de plicht tot arbeidsinschakeling. Dit is alleen het geval indien:
Ad 2. Medische / psychische redenen
Medische en/of psychische gronden kunnen een dringende reden zijn voor (tijdelijke) ontheffing van de plicht tot arbeidsinschakeling. In bepaalde situaties zal de consulent heel goed in staat zijn dit te boordelen, zo nodig ondersteund door een verklaring van huisarts of behandelend specialist.
Te denken valt aan een arbeidsongeschiktheid van 80-100-%, verblijf in een inrichting/verzorgingshuis, terminale ziekte, drugs-/alcoholverslaving. In die gevallen, dat een verklaring van een huisarts of behandeld specialist naar het oordeel van de consulent onvoldoende duidelijk maakt dat verkrijgen of aanvaarden van arbeid of deelname aan een re-integratietraject niet kan worden verlangd, kan een medisch advies worden opgevraagd.
Indien het Bijzonder Zorgteam een advies heeft opgesteld, kan worden afgezien van het opvragen van een medisch advies.
Gehele of gedeeltelijke ontheffing
De ontheffing van de plicht tot arbeidsinschakeling dient te worden afgestemd op de individuele situatie. De omvang (in de tijd) van de verplichting is van belang.
Een ontheffing van de plicht tot arbeidsinschakeling kan gelden voor een beperkt aantal uren per week. Een ontheffing van de arbeidsverplichting vanwege het ontbreken van voldoende opvang voor schoolgaande kinderen zal bijv. een gedeeltelijke ontheffing zijn. Voor de uren dat de kinderen naar school gaan is immers geen aanleiding voor een ontheffing.