Organisatie | Deventer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Individuele Studietoeslag Gemeente Deventer 2015 |
Citeertitel | Beleidsregels Individuele Studietoeslag Gemeente Deventer 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling treedt met terugwerkende in werking op 1 januari 2015.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-05-2015 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 02-12-2014 Elektronisch Gemeenteblad, 26-05-2015 | 2014-002268 |
Artikel 1: De verdiencapaciteit
Aan de hand van verschillende factoren stelt het college vast of een persoon niet in staat is tot het verdienen van het wettelijk minimumloon, maar wel mogelijkheden heeft tot arbeidsparticipatie. Deze kunnen worden aangetoond met bijvoorbeeld een loonwaardemeting, maar ook aan de hand van zichtbare beperkingen en rapporten van behandelend artsen/specialisten. De Wegwijzer van Deventer Werk Talent kan uitkomst bieden bij het vaststellen van de mogelijkheden tot arbeidsparticipatie. Indien nodig kan extern (medisch) advies worden aangevraagd.
Artikel 2: Hoogte van de individuele studietoeslag
De individuele studietoeslag bedraagt maximaal € 3.600,- per jaar en wordt gekoppeld aan het wettelijk minimumloon. De hoogte van de studietoeslag wordt gekoppeld aan de leeftijd van de aanvrager en bedraagt 25% van het maandelijkse bedrag van het minimumloon.
Rekenvoorbeeld voor een twintig jarige: 25% van € 919,55 (prijspeil 2014) is (afgerond op rond bedrag) € 230,- per maand.
Het college kan op grond van alle relevante omstandigheden en factoren een lager bedrag toekennen. Gedacht kan worden aan een aanvrager die een bijbaantje heeft waarmee hij een lager bedrag verdient dan de studietoeslag. Deze bijverdienste wordt dan verrekend met de studietoeslag.
Er wordt geen studietoeslag toegekend als iemand al een bijbaantje heeft waarmee hij evenveel of meer verdient dan een bedrag van € 3.600,- op jaarbasis. Evenmin wordt een studietoeslag toegekend als iemand een studie kiest waarmee hij zijn kansen op de arbeidsmarkt nauwelijks verhoogt. Hierbij wordt aangesloten bij de regels omtrent het opleggen van de studieplicht.