Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Leusden

Beleidsregels Verordening maatschappelijke ondersteuning Leusden 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Leusden
Officiële naam regelingBeleidsregels Verordening maatschappelijke ondersteuning Leusden 2015
CiteertitelBeleidsregels Verordening Wmo 2015
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Verordening maatschappelijke ondersteuning Leusden 2015
  2. Algemene wet bestuursrecht, art. 4:81 

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201503-02-2015nieuwe regeling

16-12-2014

zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2014-83159.html, 31-12-2014

240846

Tekst van de regeling

Burgemeester en wethouders van Leusden

gelet op:

BESLUIT:

Vast te stellen de volgende beleidsregels:

Beleidsregels Verordening maatschappelijke ondersteuning Leusden 2015

Melding hulpvraag en Persoonlijk plan (PP)

Artikel 1: Melding

  • 1.

    De hulpvraag kan door de aanvrager of namens de aanvrager worden gemeld bij Larikslaan2;

  • 2.

    Larikslaan2 bevestigt de ontvangst van een melding digitaal of schriftelijk;

  • 3.

    De hulpvraag voor opvang als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wmo 2015 wordt gemeld bij een door de centrumgemeente Amersfoort aan te wijzen instelling voor opvang.

Artikel 2: Persoonlijk plan (PP)

  • 1.

    In de fase van vraagverheldering heeft de aanvrager de mogelijkheid een PP in te dienen;

  • 2.

    Bij het opstellen van het PP kan de aanvrager gebruik maken van cliëntondersteuning. Deze ondersteuning wordt door Larikslaan2 aangeboden en is kosteloos;

  • 3.

    De cliëntondersteuner ziet erop toe dat het PP ingaat op alle mogelijkheden waarover de aanvrager zelf beschikt om een (gedeeltelijke) oplossing voor zijn probleem te vinden.

Artikel 3: Inhoud van het persoonlijk plan

  • 1.

    Een beschrijving van de behoeften, persoonskenmerken en voorkeur van de aanvrager;

  • 2.

    Een inventarisatie van de oplossingsmogelijkheden;

  • 3.

    Mogelijkheden om, indien van toepassing, de mantelzorger te ondersteunen;

  • 4.

    Mogelijkheden van lokaal en regionaal beschikbare algemene voorzieningen die bijdragen aan het oplossen van het probleem;

  • 5.

    Mogelijkheden die ontstaan door voorliggende voorzieningen vanuit diverse regelingen, zoals zorgverzekering, openbare gezondheidszorg, jeugdhulp, (passend) onderwijs, wonen, werk en inkomen;

  • 6.

    Toestemming om in het kader van de hulpvraag relevante persoonlijke gegevens uit te wisselen met personen betrokken bij de uitvoering van het plan.

Vraagverheldering, advies, verslag en aanvraag

Artikel 4: Vraagverheldering

  • 1.

    De aanvrager brengt alle feiten en omstandigheden naar voren die verband houden met de hulpvraag.

  • 2.

    Als de aanvrager bekend is bij Larikslaan2 dan worden reeds beschikbare en voor de aanvraag relevante gegevens bij de vraagverheldering betrokken.

  • 3.

    In de fase van vraagverheldering (gesprek en aanvullend onderzoek) komen in ieder geval aan de orde:

    • Identificatie aan de hand van een geldig indentiteitsbewijs (artikel 5 lid 2 van de verordening);

    • De onderwerpen in artikel 2.3.2 lid 4 van de Wmo 2015;

    • Het PP (indien van toepassing);

    • De mogelijkheid van indiening van een aanvraag voor een maatwerkvoorziening na afronding van de vraagverheldering en binnen zes weken na de melding. De wijze van indiening van deze aanvraag;

    • De mogelijkheden van een PGB, de motivatie-eisen, de bijzondere voorwaarden daarvan en de gevolgen van een eventuele keuze voor een PGB;

    • Toestemming van de aanvrager om persoonlijke gegevens die betrekking hebben op de hulpvraag met anderen te delen.

Artikel 5: Het gesprek

  • 1.

    Larikslaan2 informeert de aanvrager vooraf over de bedoeling van het gesprek.

  • 2.

    Larikslaan2 schakelt externe deskundigheid in voor zover dat noodzakelijk is om te komen tot een volledig en goed beeld van de problematiek en van de beschikbare oplossingen.

Artikel 6: Het verslag

  • 1.

    Het verslag is een zorgvuldige weergave van alle relevante feiten en omstandigheden die in de fase van vraagverheldering zijn verzameld.

  • 2.

    Een ingediend PP maakt (als bijlage) onderdeel uit van het verslag

  • 3.

    Larikslaan2 verstrekt het verslag aan de aanvrager zo spoedig mogelijk maar uiterlijk binnen vijf werkdagen na het gesprek. Indien deze termijn door omstandigheden niet kan worden gehaald, stuurt Larikslaan2 een bericht van vertraging naar aanvrager

  • 4.

    De aanvrager tekent het verslag voor gezien of akkoord en zorgt ervoor dat een getekend exemplaar wordt geretourneerd aan Larikslaan2

  • 5.

    Als de aanvrager slechts tekent voor gezien, wordt de reden op het verslag aangegeven.

Artikel 7: Aanvraag

1. Als de aanvrager het verslag zoals genoemd in artikel 6 ondertekent en het voorziet van zijn naam, Burgerservicenummer, geboortedatum, en dagtekening, kan het verslag fungeren als een aanvraag voor een maatwerkvoorziening.

Algemene voorzieningen

Artikel 8: Hulp bij de huishouding (HH)

  • 1.

    De algemene voorziening HH is vrij toegankelijk voor iedere inwoner van Leusden;

  • 2.

    Om vast te stellen of een aanvrager behoort tot de doelgroep van de Wmo voert Larikslaan2 een lichte toegangstoets uit;

  • 3.

    Onderdeel van de toegangstoets is het bepalen van een bandbreedte van de in te zetten uren HH.

Artikel 9: Vervoersvoorzieningen (regionaal)

1. Voor regionaal vervoer gericht op participatie kan gebruik worden gemaakt van het collectief vraagafhankelijk vervoer “Regiotaxi”, indien en voor zover geen gebruik kan worden gemaakt van het openbaar vervoer.

Maatwerkvoorzieningen

Artikel 10: Maatwerk als sluitsteen

  • 1.

    Aanspraak op een maatwerkvoorziening bestaat als er geen toereikende (voorliggende) voorzieningen zijn en de betreffende maatwerkvoorziening bijdraagt aan participatie van de aanvrager in de samenleving

  • 2.

    Mantelzorg en mogelijkheden uit het sociale netwerk van de aanvrager gelden niet als afdwingbare voorliggende voorziening

  • 3.

    Wanneer een wettelijke voorziening toereikend wordt geacht maar dit feitelijk niet is, kan een maatwerkvoorziening niet in de plaats van die voorliggende voorziening komen

  • 4.

    Het college bepaalt jaarlijks de hoogte van de vergoedingen

  • 5.

    Voor de hoogte van de vergoedingen wordt verwezen naar bijlage.

Artikel 11: Vervoersvoorzieningen

  • 1.

    Bij het bepalen van de vervoersbehoefte wordt rekening gehouden met een lagere behoefte vanwege:

    • intramuraal verblijf in een instelling

    • een samenvallende vervoersbehoefte

    • een beperkte vervoersbehoefte

    • andere aanwezige vervoersvoorzieningen.

Artikel 12: Vervoersvoorzieningen (in en om de woning)

  • 1.

    Voor het verplaatsen in en om de woning is verstrekking van een rolstoel mogelijk;

  • 2.

    De rolstoel kan bestaan uit handmatig voortbewogen rolstoel voor zowel binnen- als buitengebruik of een elektrisch voortbewogen rolstoel voor zowel binnen- als buitengebruik;

  • 3.

    Voor vervoer op korte afstanden, in de directe omgeving van de woning is verstrekking van een scootmobiel of verglijkbaar vervoermiddel mogelijk.

Artikel 13: Vervoersvoorzieningen (lokaal)

  • 1.

    Voor lokaal vervoer gericht op participatie zijn afhankelijk van de afstandsdoelen de volgende voorzieningen mogelijk:

    • taxi individueel

    • rolstoeltaxi

    • autokosten (eigen of bruikleen)

  • 2.

    Voor lokaal vervoer op middellange afstanden is een driewielfiets mogelijk

  • 3.

    Voor sportactiviteiten is verstrekking van een sportrolstoel mogelijk

  • 4.

    Voor alle andere vervoersdoelen, zoals woon-werkverkeer en zakelijk verkeer zijn vervoersvoorzieningen in het kader van de Wmo uitgesloten

  • 5.

    De individuele voorzieningen in lid 1 en lid 2 zijn alleen mogelijk voor zover collectief vervoer geen passende voorziening is.

Artikel 14: Vervoersvoorzieningen (regionaal)

  • 1.

    Indien en voor zover geen gebruik kan worden gemaakt van het openbaar vervoer is vervoer per regiotaxi (collectief vraagafhankelijk vervoer) mogelijk

  • 2.

    Voor deze maatwerkvoorziening wordt een vervoerspas beschikbaar gesteld als niet van het openbaar vervoer gebruik gemaakt kan worden.

Artikel 15: Combinatie van vervoersvoorzieningen

  • 1.

    Indien sprake is van vervoersbehoeften met diverse afstandsdoelen is een combinatie van vervoersvoorzieningen mogelijk

  • 2.

    Voor gebruik in combinatie met bijvoorbeeld vervoer per auto of taxi is een transportrolstoel mogelijk.

Artikel 16: Vervoersvoorzieningen voor begeleiding of dagbesteding

1. Voor vervoer in verband met begeleiding of dagbesteding kan gebruik worden gemaakt van voorzieningen als bedoeld in artikel 13 en 14. De keuze van de voorziening is afhankelijk van de af te leggen afstand.

Artikel 17: Hulp bij het huishouden (HH)

  • 1.

    De maatwerkvoorziening HH bestaat uit de volgende categorieën:

    • schoonmaakwerkzaamheden

    • schoonmaakwerkzaamheden met andere lichte ondersteuning in de huishouding

    • schoonmaakwerkzaamheden met ondersteuning binnen de ontregelde huishouding

Artikel 18: Woonvoorzieningen

  • 1.

    Voor het opheffen van belemmeringen in het normaal gebruik van de zelfbewoonde woning zijn de volgende voorzieningen mogelijk:

    • niet bouwtechnische en woontechnische aanpassingen

    • losse woonunits

    • verhuiskostenvergoeding

    • vergoeding voor huurderving aan verhuurder

    • tijdelijke huisvesting, dubbele huur

  • 2.

    Aanpassingen aan de zelfbewoonde woning zijn alleen mogelijk in gevallen waarin een verhuizing naar een passende woning niet mogelijk is of redelijkerwijs van aanvrager niet kan worden verwacht en ook anderszins geen goedkopere adequate oplossingen beschikbaar zijn

  • 3.

    Een aanvraag voor niet bouwtechnische en woontechnische aanpassingen die een jaarlijks door het college vast te stellen bedrag (zie bijlage) te boven gaat, gaat vergezeld van tenminste drie offertes

  • 4.

    Losse woonunits worden verstrekt voor noodzakelijke extra leefruimte

  • 5.

    In gevallen waarin vanwege nog uit te voeren aanpassing werkzaamheden en om medische redenen tijdelijke huisvesting (dubbele huur) noodzakelijk is, kan gedurende maximaal 6 maanden tot maximaal de bovengrens voor huurtoeslag een budget worden verleend.

Artikel 19: Respijtzorg

1. De mantelzorger die vanwege dreigende overbelasting de ondersteuning (op termijn) niet kan voortzetten of waarvan aannemelijk is dat op korte termijn niet meer kan, kan aanspraak maken op respijtzorg.

Artikel 20: Persoonlijke verzorging (Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL))

1. Voor het behoud of het vergroten van de zelfredzaamheid is ADL-dienstverlening mogelijk.

Artikel 21: Begeleiding

  • 1.

    Voor het behoud of het vergroten van de zelfredzaamheid is begeleiding mogelijk

  • 2.

    Deze voorziening kan bestaan uit groeps- en individuele begeleiding of een combinatie van beiden

  • 3.

    Individuele begeleiding is alleen mogelijk als groepsbegeleiding niet passend is.

Bijdrage in de kosten

Artikel 22: Eigen bijdrage in de kosten van algemene voorzieningen

1. Voor de algemene voorziening hulp bij de huishouding (HH) is de eigen bijdrage gelijk aan de kosten van de voorziening. Voor aanvragers die behoren tot de doelgroep van de Wmo geldt in 2015 en 2016 een gereduceerd tarief.

Artikel 23: Eigen bijdrage in de kosten van een maatwerkvoorziening

  • 1.

    Voor een maatwerkvoorziening, dan wel PGB, wordt aan de cliënt een eigen bijdrage gevraagd, maar niet langer dan dat hij van de maatwerkvoorziening gebruik maakt of gedurende de periode waarvoor het PGB wordt verstrekt

  • 2.

    Voor de bepaling van de hoogte van de eigen bijdragen en inkomensgrenzen wordt aangesloten bij het uitvoeringsbesluit Wmo 2015;

  • 3.

    Het aantal perioden van 4 weken waarover een eigen bijdrage wordt berekend, is afhankelijk van de kostprijs van de voorziening;

  • 4.

    De eigen bijdrage wordt, bij afschrijving van voorzieningen, maximaal tot het moment dat de voorziening economisch is afgeschreven, opgelegd.

Persoonsgebonden budget

Artikel 24: Toetsing motivatie-eis

  • 1.

    Een PGB wordt versterkt als aanvrager kan motiveren dat de verstrekking van de voorziening, gelet op diens participatie in de samenleving, de voorkeur heeft boven ondersteuning in natura

  • 2.

    Van meerwaarde als bedoeld in artikel 12.4 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning is sprake indien uit de motivering blijkt dat:

    • een verstrekking in de vorm van een PGB aantoonbaar tot betere en effectievere ondersteuning leidt en aantoonbaar doelmatiger is dan zorg in natura

    • een verstrekking in de vorm van een PGB aantoonbaar meerwaarde heeft als dat aansluit bij de levensbeschouwelijke, godsdienstige of culturele achtergrond van de aanvrager

  • 3.

    Een PGB wordt ook verstrekt voor voorzieningen die vanwege hun aard niet in natura kunnen worden aangeboden.

Artikel 25: Aanvragen van een PGB

  • 1.

    Bij de aanvraag voor een PGB verstrekt de aanvrager de volgende informatie:

    • welke voorziening wordt met het PGB ingekocht en door wie deze wordt geleverd

    • indien het PGB wordt ingezet voor het afnemen van diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen van iemand die behoort tot het sociale netwerk van aanvrager dan wordt de meerwaarde daarvan aangetoond

    • uit de aanvraag blijkt op welke wijze deze voorziening bijdraagt aan participatie en zelfredzaamheid

    • uit de aanvraag blijkt op welke wijze de kwaliteit van de voorziening is gewaarborgd

    • uit de aanvraag blijkt op welke wijze eventuele meerkosten van de voorziening worden bekostigd.

Artikel 26: Grondslag voor een PGB

  • 1.

    De hoogte van het PGB wordt bepaald aan de hand van de door de aanvragen ingediende specificatie als onderdeel van het PP;

  • 2.

    Het PGB is toereikend om veilige, doeltreffende en kwalitatief goede diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot de maatwerkvoorziening behoren, van derden te betrekken;

  • 3.

    Het PGB bedraagt niet meer dan de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopste adequate voorziening in natura;

  • 4.

    Bij de berekening van het PGB gaat de gemeente uit van een all- inn tarief. Dit bedrag is inclusief reiskostenvergoeding, feestdagenuitkering, eenmalige uitkering, administratiekosten en bemiddelingskosten.

Artikel 27: PGB bij vergoeding van vervoerskosten

1. Het college bepaalt jaarlijks de budgetten per vervoermiddel (zie bijlage).

Artikel 28: Noodzakelijke aanpassingen eigen auto

  • 1.

    Voor noodzakelijke aanpassingen aan een eigen auto, die niet ouder is dan 3 jaar en de afschrijvingstermijn van de voorziening is ten minste vijf jaar, wordt een budget beschikbaar gesteld

  • 2.

    Voor het overzetten van noodzakelijke voorzieningen in de eigen auto naar een andere auto wordt ongeacht de leeftijd van de auto waarin de voorziening wordt geplaatst een budget beschikbaar gesteld, tenzij de voorziening niet langer als adequaat kan worden aangemerkt

  • 3.

    Het budget wordt verhoogd met de noodzakelijke kosten voor rij- en gewenningslessen (zie bijlage).

Artikel 29: Vergoeding woonvoorziening (niet bouwkundige of woon technisch)

1. Het budget is gelijk aan de goedgekeurde offerte, eventueel verhoogd met instandhoudingskosten bedoeld voor reparatie en onderhoud van de desbetreffende voorziening.

Artikel 30: De hoogte van een PGB

  • 1.

    De hoogte van het PGB is maximaal de kostprijs van een maatwerkvoorziening in natura

  • 2.

    De hoogte van een PGB voor huishoudelijke hulp, individuele begeleiding en dagbesteding door:

    • Professionals in dienst van een instelling wordt per uur of per resultaat bepaald op basis van het door het college vastgestelde tarief voor het betreffende onderdeel.

    • Professionals werkzaam als zelfstandigen worden per uur of per resultaat bepaald op basis van 75% van het door het college vastgestelde tarief voor het betreffende onderdeel

    • Niet professionals wordt bepaald op basis van 50% van het door het college vastgestelde tarief voor het betreffende onderdeel

  • 3.

    De hoogte van een PGB voor kortdurend verblijf- en respijtzorg:

    • met laag intensieve ondersteuning uitgevoerd door vrijwilligers met ondersteuning van een beroepskracht, of

    • met hoog intensieve ondersteuning uitgevoerd door daartoe opgeleide personen wordt per dagdeel bepaald op basis van het door het college vastgestelde tarief voor het betreffende onderdeel.

  • 4.

    Het college stelt het tarief voor de onderdelen genoemd onder 2 en 3 vast in het financieel besluit maatschappelijke ondersteuning en Jeugdwet Leusden.

Artikel 31: Bestedingstermijn

  • 1.

    De aanvrager kan schriftelijk en gemotiveerd vragen het PGB later te mogen aanwenden dan zes maanden na toekenning van de voorziening

  • 2.

    Dit verzoek wordt gehonoreerd indien latere aanwending van het budget onvermijdbaar is en de aanvrager nog steeds is aangewezen op de voorziening.

Waardering mantelzorgers

Artikel 32: Jaarlijkse waardering mantelzorgers

1. Voor de jaarlijkse blijk van waardering voor mantelzorgers in Leusden wordt aangesloten bij de landelijke dag van de mantelzorg. Nieuw beleid op dit punt is in voorbereiding.

Tegemoetkoming meerkosten

Artikel 33: Financiële tegemoetkoming meerkosten

1. Op basis van artikel 19 in de maatschappelijke verordening Leusden kan op aanvraag een financiële tegemoetkoming worden verstrekt aan personen met een beperking of chronische of psychische of psychosociale problemen die daarmee verband houdende aannemelijke meerkosten hebben, ter ondersteuning van de zelfredzaamheid en participatie. Beleid op dit punt is in voorbereiding.

Bijlage: overzicht vergoedingen en maximum bedragen [1]

Collectief vervoer (artikel 14.1) Gereduceerd tarief (vervoerspas) € 0,65 (2014) 675 zones, inclusief opstapzone 
Artikel 13.3 en artikel 29.1Sportrolstoel  € 3.116[3]
Artikel 14.2Transportrolstoel  € 500
12 jaar en ouder (artikel 11.1 en artikel 28.1) Taxi individueel€ 1,741.500 km€ 2.606
Rolstoeltaxi individueel€ 1,991.500 km€ 2.985
Autokosten (eigen of bruikleen)€ 0,341.500 km€ 515
4 tot 12 jaar (artikel 11.1) Individueel taxivervoer  € 2.159
Rolstoeltaxi individueel  € 2.238
Autokosten (eigen of bruikleen)  € 387
Echtparen, beiden geïndiceerd (artikel 11.1 ) Individueel taxivervoer  € 2.159
Rolstoeltaxi individueel  € 2.238
Autokosten (eigen of bruikleen)  € 387
Bewoners intramurale instelling (artikel 11.1) Individueel taxivervoer  € 1.439
Rolstoeltaxi individueel  € 1.493
Autokosten (eigen of bruikleen)  € 258
Aanvullend op andere vervoersvoorziening (artikel 14.1) Individueel taxivervoer  € 720
Individueel rolstoeltaxivervoer  € 746
Gebruik eigen auto (artikel 13.1) Voor reiskosten in verband met de rij-, gewenningslessen.€ 0,34 Kortst mogelijke route.
Drempelbedrag offertes van € 6.875Woonvoorziening van niet-bouwkundige woont technische aard   
HH algemeen (artikel 8.) Gereduceerd tariefPMBandbreedteN.v.t.
HH maatwerk (artikel 17.1) Schoonmaakwerkzaamheden (HH1)PMindicatie
Schoonmaakwerkzaamheden met andere lichte ondersteuning in de huishouding (HH2)PM
Schoonmaakwerkzaamheden met ondersteuning binnen de ontregelde huishouding (HH3)PM 
MantelzorgBovenop de gebruikelijke mantelzorg€ 12.50Aantal geïndiceerde uren per jaar x tarief
MantelzorgMantelzorg met inkomenscompensatie (mantelzorger heeft minder of geen mogelijkheden om inkomen uit arbeid te verwerven.€ 20,-Aantal geïndiceerde uren per jaar x tarief.

[1] Bedragen zijn inclusief verhoging per 1-1-2015 met 1% op basis van index uit de kadernota.

[2] Afhankelijk van de soort voorziening is dit per km, uur, zone, dag, dagdeel of etmaal.

[3] Aanschaf: € 2.424, - te verhogen met kosten voor keuring, onderhoud en reparatie á € 692, -.

Bijlage 5: Financieel besluit Wmo en Jeugdhulp

Maximum PGB-tarieven per Nza-code voor Wmo

F125Dagactiviteit (begeleiding) LZAuur€ 9,79€ 7,34€ 4,89
H126Persoonlijke verzorginguur€ 42,11€ 31,58€ 21,05
H127Persoonlijke verzorging extrauur€ 47,63€ 35,72€ 23,82
H150Begeleiding extrauur€ 48,67€ 36,50€ 24,34
H152Begeleiding speciaal 1 (nah)uur€ 69,67€ 52,25€ 34,83
H153Gespecialiseerde begeleiding (psy)uur€ 84,01€ 63,01€ 42,01
H300BG Begeleidinguur€ 45,05€ 33,79€ 22,53
H531Dagactiviteit Basisdagdeel€ 29,87€ 22,40€ 14,94
H533Module cliëntmerk PG (dagactiviteit)dagdeel€ 53,27€ 39,95€ 26,63
H800Module cliëntmerk SOM-ondersteunend (dagactiviteit)dagdeel€ 51,94€ 38,96€ 25,97
H803Vervoer dagbesteding/dagbehandeling V&Vdag€ 5,81€ 4,36€ 2,91
H811Dagactiviteit VG lichtdagdeel€ 32,21€ 24,16€ 16,10
H812Dagactiviteit VG middendagdeel€ 39,74€ 29,81€ 19,87
H813Dagactiviteit VG zwaardagdeel€ 62,21€ 46,65€ 31,10
H831Dagactiviteit (begeleiding) LG lichtdagdeel€ 34,78€ 26,09€ 17,39
H832Dagactiviteit (begeleiding) LG middendagdeel€ 44,40€ 33,30€ 22,20
H833Dagactiviteit LG zwaardagdeel€ 48,12€ 36,09€ 24,06
H871Dagactiviteit (begeleiding) ZG visueel lichtdagdeel€ 27,23€ 20,42€ 13,62
H894Vervoer dagbesteding/dagbehandeling GHZ extramuraaldag€ 7,91€ 5,93€ 3,96
H895Vervoer dagbesteding/dagbehandeling GHZ rolstoel extramuraaldag€ 18,96€ 14,22€ 9,48
H990Vervoer dagbesteding/dagbehandeling GGZdag€ 5,84€ 4,38€ 2,92
H993Dagbesteding 3GGZ-Cdagdeel€ 35,67€ 26,75€ 17,84
V320Per dag VPT 2GGZ-C excl.BH excl.DBdag€ 82,50€ 61,88€ 41,25
V330Per dag VPT 3GGZ-C excl.BH excl.DBdag€ 91,01€ 68,26€ 45,51
V331Per dag VPT 3GGZ-C excl.BH incl.DBdag€ 113,49€ 85,12€ 56,75
V341Per dag VPT 4GGZ-C excl.BH incl.DBdag€ 133,08€ 99,81€ 66,54
V351Per dag VPT 5GGZ-C excl.BH incl.DBdag€ 143,29€ 107,47€ 71,64
V885Opslag Kapitaallasten dagb VPT3dag€ 2,05€ 1,54€ 1,02
V886Opslag Kapitaallasten dagb VPT4dag€ 1,90€ 1,42€ 0,95
V887Opslag Kapitaallasten dagb VPT5dag€ 2,28€ 1,71€ 1,14
V895Opslag Inventaris dagb VPT3dag€ 0,79€ 0,59€ 0,39
V896Opslag Inventaris dagb VPT4dag€ 0,73€ 0,55€ 0,37
V897Opslag Inventaris dagb VPT5dag€ 0,88€ 0,66€ 0,44
X383Opslag NHC dagb VPT3dag€ 1,85€ 1,39€ 0,93
X384Opslag NHC dagb VPT4dag€ 2,25€ 1,69€ 1,13
X385Opslag NHC dagb VPT5dag€ 2,02€ 1,52€ 1,01
Z310Per dag ZZP 1GGZ-C excl.BH excl.DBdag€ 58,44€ 43,83€ 29,22
Z320Per dag ZZP 2GGZ-C excl.BH excl.DBdag€ 96,59€ 72,44€ 48,29
Z321Per dag ZZP 2GGZ-C excl.BH incl.DBdag€ 122,20€ 91,65€ 61,10
Z330Per dag ZZP 3GGZ-C excl.BH excl.DBdag€ 109,69€ 82,27€ 54,84
Z331Per dag ZZP 3GGZ-C excl.BH incl.DBdag€ 136,60€ 102,45€ 68,30
Z340Per dag ZZP 4GGZ-C excl.BH excl.DBdag€ 132,00€ 99,00€ 66,00
Z341Per dag ZZP 4GGZ-C excl.BH incl.DBdag€ 159,57€ 119,68€ 79,78
Z350Per dag ZZP 5GGZ-C excl.BH excl.DBdag€ 141,50€ 106,13€ 70,75
Z351Per dag ZZP 5GGZ-C excl.BH incl.DBdag€ 170,66€ 127,99€ 85,33
Z360Per dag ZZP 6GGZ-C excl.BH excl.DBdag€ 177,37€ 133,03€ 88,69
Z361Per dag ZZp 6GGZ-C excl.BH incl.DBdag€ 205,99€ 154,50€ 103,00
Z884Opslag Kapitaallasten dagb ZZP2dag€ 2,04€ 1,53€ 1,02
Z885Opslag Kapitaallasten dagb ZZP3dag€ 2,06€ 1,54€ 1,03
Z886Opslag Kapitaallasten dagb ZZP4dag€ 1,95€ 1,46€ 0,98
Z887Opslag Kapitaallasten dagb ZZP5dag€ 2,34€ 1,76€ 1,17
Z888Opslag Kapitaallasten dagb ZZP6dag€ 1,84€ 1,38€ 0,92
Z894Opslag Inventaris dagb ZZP2dag€ 0,77€ 0,58€ 0,38
Z895Opslag Inventaris dagb ZZP3dag€ 0,79€ 0,59€ 0,39
Z896Opslag Inventaris dagb ZZP4dag€ 0,73€ 0,55€ 0,37
Z897Opslag Inventaris dagb ZZP5dag€ 0,88€ 0,66€ 0,44
Z898Opslag Inventaris dagb ZZP6dag€ 0,70€ 0,52€ 0,35
Z902Vervoer dagbesteding GGZdag€ 6,62€ 4,97€ 3,31
Z992ZP GGZ verblijfscomponentdag€ 20,52€ 15,39€ 10,26
Z993ZZP VG&LG verblijfscomponentdag€ 41,36€ 31,02€ 20,68
Z996ZZP V&V verblijfscomponentdag€ 31,91€ 23,93€ 15,95

3. Maximum PGB-tarieven per Nza-code voor jeugdzorg

180001Generalistische Basis GGZ - Lichttraject€ 422,02€ 316,51€ 211,01
180002Generalistische Basis GGZ - Middentraject€ 716,00€ 537,00€ 358,00
180003Generalistische Basis GGZ - Zwaartraject€ 1.114,66€ 836,00€ 557,33
180004Generalistische Basis GGZ - Chronischtraject€ 1.033,27€ 774,95€ 516,63
180005Generalistische Basis GGZ - Onvolledig behandeltrajecttraject€ 173,00€ 129,75€ 86,50
27Aandachtstekort en gedrag - vanaf 250 tot en met 799 minutendbc€ 1.109,53€ 832,15€ 554,77
169Aandachtstekort en gedrag - vanaf 800 tot en met 1799 minutendbc€ 2.317,10€ 1.737,83€ 1.158,55
30Aandachtstekort en gedrag - vanaf 1800 tot en met 2999 minutendbc€ 4.120,30€ 3.090,22€ 2.060,15
31Aandachtstekort en gedrag - vanaf 3000 tot en met 5999 minutendbc€ 6.923,11€ 5.192,33€ 3.461,55
131Aandachtstekort en gedrag - vanaf 6000 tot en met 11999 minutendbc€ 13.639,79€ 10.229,84€ 6.819,89
170Aandachtstekort en gedrag - vanaf 12000 tot en met 17999 minutendbc€ 22.837,94€ 17.128,46€ 11.418,97
221Aandachtstekort en gedrag - vanaf 18000 tot en met 23999 minutendbc€ 35.252,12€ 26.439,09€ 17.626,06
52Alcohol - vanaf 800 tot en met 1799 minutendbc€ 1.984,07€ 1.488,05€ 992,04
53Alcohol - vanaf 1800 tot en met 2999 minutendbc€ 3.796,91€ 2.847,68€ 1.898,46
54Alcohol - vanaf 3000 tot en met 5999 minutendbc€ 6.725,31€ 5.043,98€ 3.362,66
237Angst - vanaf 250 tot en met 799 minutendbc€ 1.143,47€ 857,60€ 571,73
238Angst - vanaf 800 tot en met 1799 minutendbc€ 2.309,09€ 1.731,81€ 1.154,54
239Angst - vanaf 1800 tot en met 2999 minutendbc€ 4.167,98€ 3.125,98€ 2.083,99
193Angst - vanaf 3000 tot en met 5999 minutendbc€ 6.913,38€ 5.185,04€ 3.456,69
196Angst - vanaf 24000 minutendbc€ 44.774,81€ 33.581,11€ 22.387,41
215Behandeling kort - vanaf 0 tot en met 99 minutendbc€ 122,18€ 91,64€ 61,09
216Behandeling kort - vanaf 100 tot en met 199 minutendbc€ 291,23€ 218,42€ 145,61
217Behandeling kort - vanaf 200 tot en met 399 minutendbc€ 561,84€ 421,38€ 280,92
264Behandeling kort - vanaf 400 minutendbc€ 938,42€ 703,82€ 469,21
189Bipolair en overig - vanaf 250 tot en met 799 minutendbc€ 1.170,22€ 877,66€ 585,11
236Bipolair en overig - vanaf 800 tot en met 1799 minutendbc€ 2.178,00€ 1.633,50€ 1.089,00
190Bipolair en overig - vanaf 1800 tot en met 2999 minutendbc€ 3.888,00€ 2.916,00€ 1.944,00
231Depressie - vanaf 250 tot en met 799 minutendbc€ 1.176,67€ 882,50€ 588,33
232Depressie - vanaf 800 tot en met 1799 minutendbc€ 2.249,72€ 1.687,29€ 1.124,86
233Depressie - vanaf 1799 tot en met 2999 minutendbc€ 4.083,29€ 3.062,47€ 2.041,65
234Depressie - vanaf 3000 tot en met 5999 minutendbc€ 6.878,06€ 5.158,54€ 3.439,03
7Diagnostiek - vanaf 0 tot en met 99 minutendbc€ 166,94€ 125,21€ 83,47
8Diagnostiek - vanaf 100 tot en met 199 minutendbc€ 267,31€ 200,48€ 133,65
9Diagnostiek - vanaf 200 tot en met 399 minutendbc€ 529,58€ 397,19€ 264,79
162Diagnostiek - vanaf 400 tot en met 799 minutendbc€ 1.006,39€ 754,79€ 503,19
163Diagnostiek - vanaf 800 tot en met 1199 minutendbc€ 1.733,23€ 1.299,92€ 866,62
262Diagnostiek - vanaf 1.200 tot en met 1.799 minuten (alleen jeugd)dbc€ 2.597,07€ 1.947,80€ 1.298,54
263Diagnostiek - vanaf 1.800 minuten (alleen jeugd)dbc€ 3.946,75€ 2.960,07€ 1.973,38
252Eetstoornis - vanaf 250 tot en met 799 minutendbc€ 1.095,59€ 821,69€ 547,80
253Eetstoornis - vanaf 800 tot en met 1799 minutendbc€ 2.209,00€ 1.656,75€ 1.104,50
254Eetstoornis - vanaf 1800 tot en met 2999 minutendbc€ 4.162,66€ 3.121,99€ 2.081,33
255Eetstoornis - vanaf 3000 tot en met 5999 minutendbc€ 6.570,00€ 4.927,50€ 3.285,00
56Overige aan een middel - vanaf 250 tot en met 799 minutendbc€ 959,05€ 719,29€ 479,53
181Overige aan een middel - vanaf 800 tot en met 1799 minutendbc€ 2.194,48€ 1.645,86€ 1.097,24
59Overige aan een middel - vanaf 1800 tot en met 2999 minutendbc€ 4.108,62€ 3.081,47€ 2.054,31
60Overige aan een middel - vanaf 3000 tot en met 5999 minutendbc€ 6.621,52€ 4.966,14€ 3.310,76
40Overige kindertijd - vanaf 250 tot en met 799 minutendbc€ 1.159,76€ 869,82€ 579,88
41Overige kindertijd - vanaf 800 tot en met 1799 minutendbc€ 2.022,52€ 1.516,89€ 1.011,26
42Overige kindertijd - vanaf 1800 tot en met 2999 minutendbc€ 4.019,85€ 3.014,89€ 2.009,93
135Overige kindertijd - vanaf 3000 tot en met 5999 minutendbc€ 6.484,54€ 4.863,40€ 3.242,27
227Overige kindertijd - vanaf 18000 minutendbc€ 40.318,58€ 30.238,94€ 20.159,29
206Persoonlijkheid - vanaf 800 tot en met 1799 minutendbc€ 2.257,37€ 1.693,03€ 1.128,69
243Persoonlijkheid - vanaf 1800 tot en met 2999 minutendbc€ 4.061,67€ 3.046,25€ 2.030,84
207Persoonlijkheid - vanaf 3000 tot en met 5999 minutendbc€ 7.056,29€ 5.292,22€ 3.528,14
33Pervasief - vanaf 250 tot en met 799 minutendbc€ 1.059,36€ 794,52€ 529,68
172Pervasief - vanaf 800 tot en met 1799 minutendbc€ 1.886,52€ 1.414,89€ 943,26
223Pervasief - vanaf 1800 tot en met 2999 minutendbc€ 3.096,04€ 2.322,03€ 1.548,02
38Pervasief - vanaf 3000 tot en met 5999 minutendbc€ 5.227,43€ 3.920,57€ 2.613,72
224Pervasief - vanaf 18000 tot en met 23999 minutendbc€ 35.026,52€ 26.269,89€ 17.513,26
242Restgroep diagnoses - vanaf 250 tot en met 799 minutendbc€ 1.182,93€ 887,20€ 591,47
203Restgroep diagnoses - vanaf 800 tot en met 1799 minutendbc€ 2.382,94€ 1.787,20€ 1.191,47
118Restgroep diagnoses - vanaf 1800 tot en met 2999 minutendbc€ 4.230,41€ 3.172,81€ 2.115,21
119Restgroep diagnoses - vanaf 3000 tot en met 5999 minutendbc€ 6.928,92€ 5.196,69€ 3.464,46
156Restgroep diagnoses - vanaf 6000 tot en met 11999 minutendbc€ 15.479,79€ 11.609,84€ 7.739,90
184Schizofrenie - vanaf 800 tot en met 1799 minutendbc€ 2.101,04€ 1.575,78€ 1.050,52
66Schizofrenie - vanaf 1800 tot en met 2999 minutendbc€ 3.721,93€ 2.791,44€ 1.860,96
68Schizofrenie - vanaf 6000 tot en met 11999 minutendbc€ 13.920,62€ 10.440,47€ 6.960,31
246Somatoforme - vanaf 250 tot en met 799 minutendbc€ 605,19€ 453,89€ 302,60
247Somatoforme - vanaf 800 tot en met 1799 minutendbc€ 2.060,00€ 1.545,00€ 1.030,00
248Somatoforme - vanaf 1800 tot en met 2999 minutendbc€ 3.840,00€ 2.880,00€ 1.920,00
251Somatoforme - vanaf 12000 minutendbc€ 24.535,05€ 18.401,29€ 12.267,53
H126Persoonlijke Verzorginguur€ 43,26€ 32,45€ 21,63
H153Gespecialiseerde begeleidinguur€ 86,99€ 65,24€ 43,50
H300Begeleidinguur€ 46,79€ 35,10€ 23,40
H321Reiskosten prestaties Behandeling (H325-H334)uur€ 22,74€ 17,06€ 11,37
H325Behandeling (j)lvguur€ 99,52€ 74,64€ 49,76
H329Behandeling gedragswetenschapperuur€ 104,57€ 78,43€ 52,28
H330Behandeling paramedischuur€ 52,50€ 39,37€ 26,25
H334Behandeling IOG (j)lvguur€ 89,77€ 67,33€ 44,89
H811Dagactiviteit VG licht H811dagdeel€ 30,98€ 23,24€ 15,49
H815Dagactiviteit (begeleiding) VG kind middendagdeel€ 63,18€ 47,38€ 31,59
H816Dagactiviteit (begeleiding) VG kind zwaardagdeel€ 93,81€ 70,35€ 46,90
H820Dagbehandeling VG kind middendagdeel€ 80,97€ 60,73€ 40,49
H891Dagbehandeling JLVG (naschools)dagdeel€ 109,11€ 81,83€ 54,55
H894Vervoer dagbesteding/dagbehandeling GHZ extramuraaldagdeel€ 7,20€ 5,40€ 3,60
H896Vervoer dagbesteding /behandeling kinddag€ 18,67€ 14,01€ 9,34
Z432ZZP 3VG excl. dagbesteding (wel behandeling)dag€ 104,98€ 78,74€ 52,49
Z523ZZP 2 LVGdag€ 169,20€ 126,90€ 84,60
Z533ZZP 3 LVGdag€ 209,78€ 157,34€ 104,89
Z543ZZP 4 LVGdag€ 272,04€ 204,03€ 136,02
Z553ZZP 5 LVGdag€ 271,78€ 203,84€ 135,89
Z560Crisisopvang/spoedzorg LVGdag€ 272,81€ 204,61€ 136,41
Z993Verblijfscomponent kortdurend verblijf GHZ: VG en LGdag€ 44,09€ 33,07€ 22,05

Mocht blijken dat iemand een PGB aanvraagt voor een functie die wij niet als zorg in natura hebben ingekocht voor de Wmo of Jeugdhulp, dan kan het college alsnog een besluit nemen over het toe te passen uurtarief.

6. Woontoeslag voor wonen met een PGB ZZP

Clienten met een ZZP indicatie komen in aanmerking voor een toeslag van € 4.000,- als dekking van de kosten van de gezamenlijke ruimtes.

Toelichting beleidsregels Wmo 2015

Melding

In gevallen waarin sprake is van een melding van een hulpvraag voor “beschermd wonen” kan de melding worden gedaan bij Larikslaan2. Larikslaan2 zorgt voor toeleiding naar de door de gemeente Amersfoort aangewezen instelling als bedoeld in artikel 1.3 van de beleidsregels.

Het persoonlijk plan

De beleidsregels gaan uit van de eigen verantwoordelijkheid van de aanvrager om een oplossing te vinden voor het probleem dat wordt voorgelegd. Dit wordt nog eens bevestigd door de mogelijkheid voor de cliënt om een persoonlijk plan (PP) in te dienen.

Het PP is een belangrijk document in de fase van vraagverheldering en onderzoek, omdat daarin de aanvrager zelf een beeld geeft van de relevante feiten en omstandigheden, van te ondernemen acties en van resultaten die bijdragen aan zijn participatie in de samenleving. Door het opstellen van een PP geeft de aanvrager blijk van eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid. Het PP biedt de aanvrager de mogelijkheid zelf optimaal vorm te geven aan het pakket van maatregelen en voorzieningen om het probleem op te lossen. Het geeft een goede uitgangspositie voor het inzetten van de juiste en passende acties.

Het PP is nadrukkelijk aan de orde bij een aanvraag van een PGB en geeft inzicht in de keuze van een PGB boven verstrekking in natura. Op basis van de specificaties van het plan moet de hoogte van het budget op een zorgvuldige wijze kunnen worden vastgesteld.

De gemeente Leusden vraagt in het bijzonder aandacht voor de rol van de samenleving in het sociaal domein. Het PP van de aanvrager gaat daarom specifiek in op de mogelijkheden en eigen kracht van de aanvrager. Het PP geeft nadrukkelijk aan waardoor (ontbreken van welke mogelijkheden) een beroep moet worden gedaan op een maatwerkvoorziening.

De Wmo 2015 gaat uit van een “aantoonplicht” voor de aanvrager. Dit betekent in beginsel dat de medewerker van Larikslaan2 niet zelf actief op zoek gaat naar relevante feiten. Het is aan de aanvrager alle relevante feiten naar voren te brengen. Vervolgens is het aan de medewerkers van Larikslaan2 om de juistheid van deze feiten te verifiëren. De aanvrager geeft daartoe uitdrukkelijk toestemming. Het spreekt vanzelf dat de aanvrager door de medewerker van Larikslaan2 ondersteund wordt in het volledig en duidelijk presenteren van de relevante feiten en omstandigheden.

Cliëntondersteuning

De aanvrager krijgt daarnaast de mogelijkheid zich te laten ondersteunen door een cliëntondersteuner. Larikslaan2 biedt dit actief aan.

Gegevensverstrekking

De Wmo 2015 kent geen limitatieve opsomming van gegevens die de aanvrager moet verstrekken. Wel is de aanvrager verplicht mededeling te doen van alle feiten en omstandigheden waarvan de aanvrager redelijkerwijs mag verwachten dat deze belangrijk zijn voor het vinden van een passende oplossing. Hieruit blijkt dat de Wmo 2015 niet is gericht op het vaststellen van het recht op een bepaalde voorziening, indien aan bepaalde criteria wordt voldaan. De Wmo 2015 beoogt maatwerk te leveren dat aansluit bij de vraag en de geconstateerde problematiek.

Het gesprek

Het gesprek is de belangrijkste stap in de fase van vraagverheldering en staat in beginsel volledig los van een maatwerkvoorziening als bedoeld in artikel 9 en 10 van de verordening. Het gesprek wordt uitgevoerd naar aanleiding van een ondervonden probleem en is oplossingsgericht. Dit is van groot belang om te voorkomen dat er een claimgerichte invulling van de Wmo plaatsvindt.

Het verslag

Het geeft de mogelijkheden van de aanvrager zelf, de mogelijkheden in zijn netwerk en/of vrijwilligers en de mogelijkheden van algemene voorzieningen weer. Indien nodig geeft het een beschrijving van de in te zetten maatwerkvoorzieningen. Een ingediend PP maakt onderdeel uit van de aanvraag en is een bijlage bij het verslag.

Van het verslag kan niet verwacht worden dat het een altijd een objectieve weergave van de situatie van aanvrager weergeeft: het kan duidelijk subjectieve aspecten bevatten. Deze subjectieve aspecten zullen als zodanig herkenbaar moeten zijn.

Voorzieningen

Algemene voorzieningen

Volgens de Wmo 2015 is een algemene voorziening: een aanbod van diensten of activiteiten dat, zonder voorafgaand onderzoek naar de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van de gebruikers, toegankelijk is. Een algemene voorziening is laagdrempelig en zonder toegangsbesluit beschikbaar voor alle inwoners van Leusden. Dit roept de vraag op hoe algemene voorzieningen zich verhouden tot algemeen gebruikelijke voorzieningen, collectieve voorzieningen en maatwerk (individuele) voorzieningen.

Algemeen gebruikelijke voorzieningen

Algemeen gebruikelijke voorzieningen vallen buiten de reikwijdte van de Wmo en komen daarom niet voor verstrekking in aanmerking. Ook niet als sprake is van een laag inkomen, in dat geval is de Wet werk en bijstand (Wwb) voorliggend. Algemeen gebruikelijke voorzieningen zijn voor iedereen bereikbaar en behoren dus tot hetgeen inwoners zelf kunnen regelen (eigen kracht). Een voorziening is dus algemeen gebruikelijk als deze:

  • niet speciaal bedoeld is voor mensen met een beperking,

  • algemeen verkrijgbaar is en

  • niet (aanzienlijk) duurder is dan vergelijkbare producten.

Collectieve voorzieningen.

Collectieve voorzieningen zijn algemene voorzieningen die individueel worden verstrekt maar die toch door meerdere personen tegelijk worden gebruikt. Een collectieve voorziening wordt ingezet op basis van de vraag. Een voorbeeld is de regiotaxi. Onder de Wmo 2015 vallen collectieve voorzieningen onder het begrip algemene voorziening.

Algemene voorzieningen

Bij algemene voorzieningen kan gedacht worden aan: boodschappendiensten van bijvoorbeeld supermarkten, pools voor rolstoelen en scootmobiels, en klussendiensten voor bijvoorbeeld kleine woningaanpassingen.

Deze en andere algemene voorzieningen komen, met of zónder gemeentelijke inmenging, voor steeds meer personen beschikbaar. Een algemene voorziening is per definitie geen individuele voorziening en de wettelijke regels rond eigen bijdragen gelden niet. De gemeente kan wel een eigen bijdrage rekenen voor een algemene voorziening die bij verordening is ingesteld.

Vanaf 1 februari 2015 bestaat er in Leusden een algemene voorziening voor hulp bij de huishouding (HH). De kosten zijn afhankelijk van het tarief dat aanbieders stellen en van de budgettaire ruimte bij de gemeenten om deze voorziening in 2015 en 2016 in stand te houden [1]

De algemene voorziening HH is gelijkwaardig aan de maatwerkvoorziening en geldt als voorliggend voor de maatwerkvoorziening. Als richtsnoer geldt dat mensen met een Wmo-norminkomen als bedoeld in artikel 3.1 lid 1 van het Uitvoeringsbesluit Wmo en jonger zijn dan 85 jaar gebruik kunnen maken van de algemene voorziening. Verschil met de maatwerkvoorziening is dat:

  • een indicatie ontbreekt, volstaan kan worden met een lichte toegangstoets om te beoordelen of aanvrager tot de personen kring van de Wmo 2015, in Leusden woont en om een bandbreedte van in te zetten uren HH te bepalen. Tot de doelgroep van de Wmo behoren inwoners die zelf, dan wel samen met personen in hun naaste omgeving, onvoldoende zelfredzaam zijn of onvoldoende in staat zijn tot participatie

  • de cliënt maakt met de aanbieder naar keuze zelf afspraken over die diensten die de aanbieder levert en welk resultaat dit moet opleveren

  • Larikslaan2 verwijst cliënt naar een aanbieder en stuurt daarvan een melding naar de gemeente.

Collectief vraagafhankelijk vervoer (regiotaxi)

Voor personen die geen gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer kunnen ook onder de Wmo 2015 tegen gereduceerd tarief gebruik maken van de Regiotaxi (ofwel het collectief vraagafhankelijk vervoer). Deze voorziening wordt verstrekt door middel van het beschikbaar stellen van een Wmo-vervoerspas. Met deze pas reist men tegen een gereduceerd tarief. Het maximum is 675 zones inclusief opstapzone op jaarbasis. Het is niet mogelijk bij een beroep op deze voorziening keuzevrijheid te bieden.

Maatwerkvoorzieningen

Een maatwerkvoorziening kan worden verstrekt voor het behoud en bevorderen van participatie en zelfredzaamheid. In dat geval betreft het een maatwerkvoorziening gericht op het vergroten van het vermogen van de cliënt om zichzelf te redden op alle levensterreinen. In dat geval is de maatwerkvoorziening gericht op het deelnemen aan de maatschappij. Dat wil zeggen dat de aanvrager een dagstructuur heeft (onderwijs, dagbesteding, werk) en zowel lichamelijk als psychisch zo goed mogelijk kan functioneren.

Dit betekent voor de motivering van de beschikking dat bij het toewijzen van een maatwerkvoorziening steeds een verwijzing wordt gemaakt naar de doelstelling van participatie in de samenleving met een korte beschrijving op welke wijze de maatwerkvoorziening daaraan bijdraagt. Bij een afwijzende beschikking is sprake van een zwaardere motivering. De motivering wordt dan opgebouwd vanuit de aanwezige mogelijkheden van:

  • eigen kracht

  • gebruikelijke hulp

  • mantelzorg

  • andere wettelijke (voorliggende) voorzieningen

  • algemene voorzieningen.

Het derde lid bij artikel 10 van de beleidsregels is opgenomen vanwege het complementaire karakter van de Wmo 2015 ten opzichte van met name de Zorgverzekeringswet. De kamerbrief d.d. 4 maart 2014 inzake “Samenhang in zorg en ondersteuning” schrijft hierover het volgende:

  • ”De veranderde behoefte aan passende zorg en ondersteuning vraagt om een multidisciplinair aanbod vanuit een medische, sociale en psychische invalshoek en om meer coördinatie, samenhang en lokaal maatwerk. Met de hervorming wordt beoogd fragmentatie en versnippering van zorg en ondersteuning tegen te gaan door de (soms meervoudige) zorgbehoefte van mensen meer integraal te benaderen. Door de nieuwe ordening van zorg en ondersteuning ontstaat meer ruimte voor lokaal individueel maatwerk en ontstaan er meer mogelijkheden voor de noodzakelijke verbinding tussen het medische en het sociale domein. Om deze doelstelling te bereiken, worden de taken en verantwoordelijkheden van gemeenten en zorgverzekeraars uitgebreid”

  • “De Wmo 2015, de Zvw en de Wlz kennen elk een eigen sturingsmechanisme, uitvoeringsmethodiek en informatiestroom, maar zijn vooral aanvullend op elkaar. Het is van groot belang dat burgers en cliënten weten waar zij met hun vraag naar zorg en ondersteuning terecht kunnen. Tevens is van belang dat afwenteling tussen domeinen wordt voorkomen. Om dit te bereiken, worden de rechten op zorg en ondersteuning alsmede de verantwoordelijkheden van bij de uitvoering betrokken partijen in de wet- en regelgeving scherp afgebakend”

  • “Ondersteuningsactiviteiten die primair gericht op zijn participatie in brede zin worden onder verantwoordelijkheid van gemeenten gebracht (Wmo 2015). Dit geldt ook voor de doventolkzorg. Ondersteuning en hulp, waarvoor men zich moet wenden tot de gemeente, is in de Wmo 2015 geborgd. Omdat ondersteuning en zorg vaak nauw met elkaar verbonden zijn, zullen gemeenten en zorgverzekeraars meer onderlinge afspraken maken om de cliënt te voorzien van integrale zorg en ondersteuning”. Dit betekent dat zorgverzekeraars en gemeenten afspraken zullen moeten maken over de inzet van de wijkverpleegkundige en de afstemming tussen zorg en maatschappelijke ondersteuning in de wijk”

  • “De hervorming van de langdurige zorg leidt tot een vereenvoudiging van het stelsel van zorg en ondersteuning. Door de nieuwe ordening vermindert voor veel burgers het aantal terreinen, van waaruit zorg en ondersteuning wordt geboden. In het nieuwe stelsel zal vooral sprake zijn van samenloop van Wmo-ondersteuning en Zvw-zorg”

  • “Naast het stimuleren van samenwerking dient ook “ afschuifgedrag” te worden tegen gegaan. Dit door het formuleren van duidelijke aanspraken (zoals de aanspraak wijkverpleging of de toegangscriteria tot de Wlz) en het organiseren van een strakke toegang (zoals door het CIZ)”.

Afstemmen op vervoersbehoefte

Bewoners van een intramurale instelling hebben over het algemeen een lagere vervoersbehoefte dan mensen die zelfstandig wonen. Dit omdat zij bijvoorbeeld niet of in mindere mate boodschappen hoeven te doen. Bovendien geldt dat een aantal 'bestemmingen in het kader van het leven van alledag' vervallen, omdat daarin op andere wijze wordt voorzien. Ook sommige gezamenlijke sociale activiteiten waarvoor vervoer nodig is, worden vanuit de instelling georganiseerd, inclusief vervoer. Met deze verminderde vervoersbehoefte wordt bij de beoordeling van aanvragen voor vervoersvoorzieningen dan ook rekening gehouden. Daarom is de vergoeding maximaal 50% van de maximale forfaitaire tegemoetkoming. Indien er sprake is van een zeer beperkte vervoersbehoefte wordt de vergoeding met 75% gekort. Hieraan ligt een individuele motivering ten grondslag.

Bijzondere rolstoel:

Het betreft hier rolstoelen die een ander resultaat dienen. Een sportrolstoel maakt het mogelijk om aan sport deel te nemen en mensen te ontmoeten. Een transportrolstoel geldt als meeneembare vervoersvoorziening. Nadrukkelijk is het hier van belang naar uitleenmogelijkheden te kijken, bijvoorbeeld in het kader van de Wlz en de Zorgverzekeringswet. Een elektrische rolstoel die uitsluitend voor buitengebruik bedoeld is betreft een vervoersvoorziening die qua gebruiksdoel gelijk is aan een scootmobiel.

Combinatie van vervoersvoorzieningen

Bij een combinatie van vervoersvoorzieningen valt te denken aan een scootmobiel voor het verplaatsen rondom de woning en middellange afstanden naast een pasje voor collectief vervoer (vervoersdoel middellange en lange afstanden).

Categorieën Hulp bij het huishouden

Voor de maatwerkvoorziening HH geldt de indeling in drie categorieën, die hierna worden toegelicht:

  • Alleen schoonmaakwerkzaamheden (HH1). Veel cliënten hebben hulp nodig in de huishouding voor het schoonmaken van het huis. Het gaat hierbij om licht en zwaar huishoudelijk werk zoals de was doen en huishoudelijke spullen in orde maken.

  • Schoonmaakwerkzaamheden met andere lichte ondersteuning in de huishouding (HH2) Een deel van de cliënten heeft hulp nodig bij het organiseren van het huishouden, zoals het regelen van de maaltijden. Voor deze categorie cliënten wordt een zwaardere vorm van hulp ingezet.

  • Schoonmaakwerkzaamheden met ondersteuning binnen de ontregelde huishouding (HH3) .Hierbij gaat het om aanvullende ondersteuning op het gebied van instructie, advies, voorlichting en eenvoudige psychosociale begeleiding.

Voor een nadere detaillering van de categorieën HH wordt verwezen naar de 'Richtlijn indicatieadvisering Hulp bij het Huishouden' van De MO-zaak (2011).

Woonvoorzieningen

Voor toepassing van artikel 17 hebben woontechnische aanpassingen betrekking op voorzieningen die de woning geschikt maken voor specifieke beperkingen. Denk hierbij aan trapliften, beugels en wegnemen van drempels.

Bouwtechnische aanpassingen zijn aanpassingen die ingrijpen op de constructie van de woning. Denk hierbij aan het verplaatsen van een steunmuur of veranderen van de dakconstructie. Deze aanpassingen zijn niet aan te merken als een Wmo voorziening.

Woonvoorzieningen worden tot een bedrag van € 2.000 als algemeen gebruikelijk aangemerkt. Dit geldt niet voor mensen met een inkomen op bijstandsniveau.

Respijtzorg

Respijtzorg betreft een specifieke vorm van ondersteuning ter ontlasting van de mantelzorger, waarbij ondersteuning wordt versterkt aan de mantelzorger op grond van (dreigende) overbelasting. De belangrijkste afweging bij het toekennen van respijtzorg betreft het concrete resultaat dat bestaat uit het duurzaam uitstellen of voorkomen van de noodzaak om duurdere/zwaardere ondersteuning in te zetten.

Persoonlijke verzorging

Persoonlijke verzorging is een vorm van lichamelijke ondersteuning die wordt geboden in het verlengde van begeleiding aan inwoners, waarbij er geen sprake is van een somatische aandoening of primaire medische problematiek, maar van cognitieve of psycho-sociale problematiek. Het gaat hier om Algemene Dagelijkse Levensverrichting (ADL). De cliënt heeft behoefte aan ondersteuning bij de persoonlijke verzorging (ADL), maar de persoonlijke verzorging wordt niet door de professional overgenomen. De belangrijkste afweging bij het toekennen van persoonlijke verzorging is het behoud of het vergroten van de zelfredzaamheid.

Begeleiding

Begeleiding bevordert de zelfredzaamheid van de cliënt en draagt bij aan zijn participatie. Begeleiding maakt langer zelfstandig wonen mogelijk en voorkomt duurdere vormen van ondersteuning en zorg.

Groepsbegeleiding

De doelstelling van groepsbegeleiding is gelijk aan individuele begeleiding. Groepsbegeleiding is voorliggend op individuele begeleiding. Individuele begeleiding is pas aan de orde wanneer vanwege persoonskenmerken deelname aan groepsbegeleiding (nog) niet voldoet. Ook een combinatie van beiden vormen van begeleiding is mogelijk.

Eigen bijdrage

Bij de vaststelling van eigen bijdragen en inkomensgrenzen wordt voor maatwerkvoorzieningen aangesloten bij het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015. Op grond van artikel 3.1 van dit besluit wordt de eigen bijdrage voor een maatwerkvoorziening vastgesteld binnen (maximaal) 24 maanden na het tijdstip waarop het CAK in kennis is gesteld dat een maatwerkvoorziening is verstrekt. De eigen bijdrage gaat met terugwerkende kracht in. De huidige praktijk is dat meestal binnen 4 maanden de eigen bijdrage is vastgesteld. Uitzondering op de eigen bijdrage geldt voor het collectief vervoer (de reiziger betaalt immers al een eigen bijdrage per zone) en rolstoelen (wettelijk niet toegestaan).

Wettelijk is geregeld dat het CAK (Centraal Administratie Kantoor) de enige instantie is die namens de gemeente de eigen bijdrage vaststelt, oplegt en int. Vervolgens vindt afdracht aan de gemeente plaats.

De eigen bijdrage voor maatwerkvoorzieningen is gelijk aan de looptijd van de voorziening. Een uitzondering hierop zijn de bouwkundige woningaanpassingen, de duur van de eigen bijdrage is dan gelijk aan de afschrijvingstermijn van de verstrekte voorziening. Dit sluit aan bij de koppeling van duur van eigen bijdrage aan de looptijd van de voorziening.

Het persoonsgebonden budget

Een PGB wordt verstrekt als de cliënt heeft gemotiveerd dat in zijn geval de maatwerkvoorziening als PGB de voorkeur heeft boven een verstrekking in natura. Hiertoe dient de aanvragen een PP met (financiële) onderbouwing in bij Larikslaan2. Het PP gaat ook in op de kwaliteit van de voorziening waarop het betrekking heeft en aan welk resultaat het bijdraagt.

Het PGB wordt ook gebruikt voor voorzieningen die vanwege hun aard niet in natura kunnen worden verstrekt. Denk hierbij aan de financiële tegemoetkomingen voor bijvoorbeeld kosten van vervoer, gebruik eigen auto, verhuiskostenvergoeding etc.

De medewerker van larikslaan2 vormt zich een oordeel over de bekwaamheid van aanvrager om de taken en verantwoordelijkheden die verbonden zijn aan een PGB verantwoord uit te voeren. De PGB-zelftest van “Per Saldo” kan hierbij dienen als toetsingskader.

De hoogte van het PGB

Voor het vaststellen van de hoogte van het PGB voor inzet van een mantelzorger is aansluiting gezocht bij het beleid van Mezzo (brancheorganisatie van organisatie van Mantelzorg).

We maken onderscheid tussen mantelzorgondersteuning boven op de gebruikelijke mantelzorgondersteuning Dit tarief is € 12,50. Een tarief van € 12,50 per uur is in lijn met gangbare bedragen voor informele hulp. En een tarief van € 20,- per uur voor waar ook een deel inkomenscompensatie zit voor mantelzorgers die minder of geen mogelijkheden hebben om inkomen uit arbeid te verwerven.

Hoog intensieve- en laag intensieve ondersteuning

Onder hoog intensieve ondersteuning verstaan we ondersteuning die alleen geboden kan worden door een opgeleide/gekwalificeerde professional. In tegenstelling tot laag intensieve ondersteuning, deze intensieve ondersteuning kan geboden worden door niet opgeleid persoon, maar indien nodig kan hij/zij wel een beroep doen op een professional voor coaching of ter consultering.

De hoogte van het PGB wordt bepaald aan de hand van het door de aanvrager ingediend PP. Het PGB is toereikend om veilige, doeltreffende en kwalitatief goede diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot de maatwerkvoorziening behoren, van derden te betrekken, en wordt aangevuld met een vergoeding van kosten noodzakelijk voor de instandhouding van de voorziening.

[1] In december 2014 stelt het college voor 2015 de reductie op het tarief voor HH vast.