Organisatie | Nieuwkoop |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling reis- en verblijfskosten dienstreizen gemeente Nieuwkoop 2014 |
Citeertitel | Regeling reis- en verblijfskosten dienstreizen gemeente Nieuwkoop 2014 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Regeling reis- en verblijfskosten dienstreizen gemeente Nieuwkoop 2014 |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-01-2014 | Onbekend | 07-01-2014 Onbekend | 13.25614 |
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
De ambtenaar, zoals bedoeld in artikel 1:1, lid 1, onder a., van de CAR/UWO;
Een noodzakelijk geachte verplaatsing van de medewerker buiten de plaats van tewerkstelling en het hiermee verband houdende verblijf, met uitzondering van verplaatsingen die plaatsvinden in het kader van de Regeling studiefaciliteiten gemeente Nieuwkoop 2011;
Het gebouw of terrein, waar of van waaruit de medewerker gewoonlijk zijn werkzaamheden verricht.
Onder noodzakelijke verblijfskosten voor dienstreizen worden de kosten verstaan die gemaakt zijn:
Kosten die direct verband houden met de dienstreis (parkeerkosten, tolgeld, veergeld, e.d.) worden gebruteerd vergoed.
Wanneer een medewerker overwerkt en deze tijd langer dan 1,5 uur bedraagt na 18.00 uur heeft de medewerker recht op een vergoeding voor een avondmaaltijd volgens de “Reisregeling Binnenland” van het Ministerie van Binnenlandse Zaken (zie bijlage).
Uitbetaling van reis- en verblijfskosten gebeurt achteraf, op declaratiebasis. Declaraties moeten voorzien zijn van originele bewijsstukken en moeten worden ingediend door middel van het “Declaratieformulier reis- en verblijfkosten”.
De declaraties van de in een kalendermaand gemaakte kosten moeten zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen één maand na die kalendermaand, ingediend worden.
Burgemeester en wethouders behouden zich het recht voor deze regeling te herzien bij wijzigingen in de fiscale wetgeving.
Bij schade aan eigen motorvoertuig of (brom)fiets tijdens uitoefening van de dienst, als gevolg van verwijtbaar gedrag van de medewerker, is de werkgever niet aansprakelijk voor die schade. Het al of niet verwijtbaar zijn van gedrag wordt vastgesteld door de verzekeringsmaatschappij waar het motorvoertuig is verzekerd.
In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kunnen burgemeester en wethouders een bijzondere regeling treffen.
Vergoedingen van het gebruik van een eigen motorvoertuig of (brom)fiets € 0,37 per afgelegde kilometer. In verband met de wet op de loonheffing wordt er een bepaald bedrag (peildatum 1 november 2013 maximaal € 0,19 netto per km) netto vergoed en wordt het overige deel (peildatum 1 november 2013 € 0,18 bruto) bruto vergoed.