2004, nr. XII-13e
De raad van de gemeente Winterswijk;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;
gelezen het voorstel van van 24 november 2004, nr. XII-13;
b e s l u i t :
vast te stellen de:
Verordening op de heffing en de invordering van rechten voor door de gemeentelijke brandweer bewezen diensten 2005
Artikel 1: Aard van de heffing
Voor het door de brandweer verlenen van diensten, anders dan in geval van brand- en rampbestrijding en het beperken van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen, worden onder de naam "brandweerrechten" rechten geheven.
Artikel 2: Belastingplicht
Belastingplichtige is:
- a.
de aanvrager van de diensten, dan wel;
- b.
degene ten behoeve van wie de diensten worden aangevraagd, dan wel;
- c.
degene die door eigen toedoen aanleiding heeft gegeven tot de dienstverlening door de brandweer.
Artikel 3: Tarieven voor de verrichte diensten
- 1.
De rechten worden geheven naar de geldende tarieven voor de soorten diensten, zoals deze zijn opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
- 2.
Voor de berekening van de rechten worden inzet van personeel en gebruik van materieel korter dan een uur voor een vol uur gerekend. Bij dienstverlening langer dan een uur wordt er op een half uur afgerond.
Artikel 4: Wijze van heffing
De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende nota, waarop het gevorderde bedrag is vermeld.
Artikel 5: Termijn van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de verschuldigde rechten worden betaald binnen 14 dagen na dagtekening van de nota.
- 2.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.
Artikel 6: Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
- 1.
De rechten waarop artikel 4 van toepassing is, zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
- 2.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, zijn de rechten, in zoverre in afwijking van artikel 3, tweede lid, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten, als er in dat jaar, na de aanvang van debelastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
- 3.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 7: Nadere regels door het college van Burgemeester en Wethouders
Het college van Burgemeester en Wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de brandweerrechten.
Artikel 8
Bij de invordering van de Brandweerrechten wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9: Inwerkingtreding en citeerartikel
- 1.
De "Verordening brandweerrechten 2004", vastgesteld bij raadsbesluit van 20 november 2003, nr. XI-6b, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
- 2.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.
- 3.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2005.
- 4.
Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening brandweerrechten 2005" .
Aldus besloten door de raad van de gemeente Winterswijk in
zijn openbare vergadering gehouden op 9 december 2004,
de griffier, de voorzitter,