Organisatie | Putten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet gemeente Putten |
Citeertitel | Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet gemeente Putten |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Welzijn, maatschappelijke zorg, sociale verzekeringen |
Geen
artikel 47 Participatiewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2016 | nieuwe verordening | 05-03-2015 Gemeenteblad 35235 | 370116 |
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 februari 2015, nr. 370116;
gelet op het bepaalde in artikel 47 van de Participatiewet;
in te trekken de Verordening cliëntenraad Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren gemeente Putten;
vast te stellen de Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet
HOOFDSTUK 2 TAKEN EN BEVOEGDHEDEN VAN HET GEMEENTEBESTUUR, HET COLLEGE, DE CLIËNTENRAAD EN DE AMBTELIJK SECRETARIS
Artikel 5 Ondersteuning cliëntenraad
Het college zorgt voor adequate ondersteuning van de cliëntenraad. Hiertoe:
Artikel 7 Geheimhoudingsplicht
Op de cliëntenraad is het bepaalde in artikel 2:5 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
HOOFDSTUK 3 VERGOEDING EN NADERE REGELS
Artikel 9 Vergoeding cliëntenraad
De vergoeding wordt aangemerkt als onkostenvergoeding voor vrijwilligerswerk. Deze wordt als zodanig niet in mindering gebracht op uitkeringen welke de leden ontvangen, voor zover deze vergoeding niet uitgaat boven de maximale vrij te laten kostenvergoeding voor vrijwilligerswerk als bedoeld in artikel 31 lid 2 onder k van de Participatiewet.
Met deze verordening wordt uitvoering gegeven aan artikel 47 van de Participatiewet. Dit artikel draagt de gemeenteraad op bij verordening regels vast te stellen over de wijze waarop personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet of hun vertegenwoordigers betrokken worden bij de ontwikkeling van het gemeentelijke beleid. Personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet zijn personen:
als bedoeld in artikel 34a, vijfde lid onderdelen b en c, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (hierna: WIA), artikel 35, vierde lid, onderdelen b en c, van de WIA en artikel 36, derde lid, onderdelen b en c, van de WIA tot het moment dat het inkomen uit arbeid in dienstbetrekking gedurende twee aaneengesloten jaren ten minste het minimumloon bedraagt en ten behoeve van die persoon in die twee jaren geen loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d van de Participatiewet is verleend;
en, die voor de arbeidsinschakeling zijn aangewezen op een door het college aangeboden voorziening.
Om een goede werking van de cliëntenraad te waarborgen worden de leden van de cliëntenraad ondersteund en gefaciliteerd door de gemeente. De regering hecht sterk aan actieve betrokkenheid van burgers die met de Participatiewet te maken krijgen.
Bijlage ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING
Enkel die bepalingen die nadere toelichting behoeven worden hier behandeld.
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Dit artikel bepaalt hoe de cliëntenparticipatie concreet wordt vorm gegeven.
Omdat het niet mogelijk is om alle personen persoonlijk te betrekken bij het beleid ligt het voor de hand een cliëntenraad samen te stellen die bestaat uit vertegenwoordigers van de doelgroepen zelf of vertegenwoordigers uit belangenorganisaties. De leden van de cliëntenraad worden benoemd door het college.
Om de actieve betrokkenheid van alle personen goed tot zijn recht te kunnen laten komen, is het van belang dat de cliëntenraad een afspiegeling is van alle in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Participatiewet genoemde doelgroepen. Een evenredige vertegenwoordiging van bovengenoemde groepen in de cliëntenraad is daarom het uitgangspunt van deze verordening. Dit voor zover dat redelijkerwijs mogelijk is. Dit uitgangspunt is in overeenstemming met het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. De doelstelling van dit verdrag is het bevorderen, beschermen en waarborgen van het volledige genot door alle personen met een handicap van alle mensenrechten en fundamentele vrijheden op voet van gelijkheid en het bevorderen van de eerbiediging van hun inherente waardigheid (zie het Tractatenblad van het Koninkrijk der Nederlanden, 2007, nummer 169).
In dit lid is geregeld uit hoeveel personen de cliëntenraad bestaat.
Dit lid moet worden bezien in samenhang met artikel 2 lid 4 van de verordening. Cliënten die een uitkering van de gemeente ontvangen kunnen deel uitmaken van de cliëntenraad. Indien de uitkering beëindigd wordt zou het lidmaatschap van de cliëntenraad per diezelfde datum beëindigd moeten worden. Door middel van dit lid is het mogelijk dat lidmaatschap na beëindiging van de uitkering gedurende 12 maanden na beëindiging van die uitkering nog mogelijk is.
Artikel 2 Benoeming en zittingsduur
In dit lid is de benoemingsperiode geregeld.
Er is uitdrukkelijk voor gekozen om de cliëntenraad uit zijn midden de voorzitter te benoemen. Daarmee wordt gewaarborgd dat ook de voorzitter voor en namens de benoemde doelgroep handelt. Om te voorkomen dat de belangen die worden vertegenwoordigd door de voorzitter te prominent in beeld komen, is in de functie van een ambtelijk secretaris voorzien (zie artikel 3). De ambtelijk secretaris verzorgt met de voorzitter de agendering. De voorzitter wordt benoemd voor een termijn van 3 jaar. Deze duur is gekoppeld aan de benoemingsduur van de cliëntenraad.
Artikel 3 Ambtelijk secretaris
Op grond van artikel 47, onderdeel b, van de Participatiewet moet worden voorzien in ondersteuning om de cliëntenraad zijn rol effectief te kunnen laten vervullen. Om hierin te kunnen voorzien wordt een ambtelijk secretaris aan de cliëntenraad toegevoegd. Deze kan de communicatie tussen college en gemeenteraad enerzijds en de cliëntenraad anderzijds stroomlijnen.
HOOFDSTUK 2 TAKEN EN BEVOEGDHEDEN VAN HET GEMEENTEBESTUUR, HET COLLEGE, DE CLIËNTENRAAD EN DE AMBTELIJK SECRETARIS
Artikel 4 Taken van het gemeentebestuur
Het gemeentebestuur zal over beleidsvoornemens van de gemeenteraad en het college via de ambtelijk secretaris advies vragen aan de cliëntenraad op een dusdanig tijdstip dat dit advies van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit. Als de adviesaanvraag uiterlijk 4 weken voorafgaand aan de datum waarop het college of de gemeenteraad voornemens is het beleid vast te stellen, wordt toegezonden aan de cliëntenraad, dan kan het advies van de cliëntenraad van wezenlijke invloed zijn op het door de gemeenteraad of het college te nemen besluit.
Nadere toelichting als het derde lid overgenomen wordt
Het wordt belangrijk geacht dat de cliëntenraad tijdig wordt betrokken bij de totstandkoming van beleid zodat het uitoefenen van invloed op het beleid op die wijze mogelijk is. Daarom is in het derde lid bepaald dat het college ervoor zorgt dat de cliëntenraad wordt betrokken bij de beleidsontwikkeling.
Artikel 5 Ondersteuning cliëntenraad
Om zijn taken effectief te kunnen vervullen is het van belang dat de cliëntenraad wordt gefaciliteerd. Niet alleen vergaderruimte is van belang, maar ook de toegang tot kantoormiddelen. Het college zorgt voor adequate ondersteuning van de cliëntenraad.
Artikel 6 Taken, bevoegdheden en werkwijze van de cliëntenraad
De cliëntenraad is bevoegd gevraagd en ongevraagd advies te geven over het te ontwikkelen beleid. Het advies wordt uiterlijk 10 werkdagen voordat het college of de gemeenteraad voornemens is het beleid vast te stellen uitgebracht door toezending aan de betreffende beleidsafdeling.
Dit artikel regelt tevens uitdrukkelijk dat de cliëntenraad geen bevoegdheid heeft in individuele- en uitvoeringsvraagstukken.
Ieder lid van de cliëntenraad is bevoegd agendapunten aan te dragen. Dit moet uiterlijk vijf werkdagen voorafgaand aan de vergadering gebeuren. De agendapunten moeten worden gezonden aan de voorzitter.
Artikel 7 Geheimhoudingsplicht
In dit artikel is geregeld dat voor leden van de cliëntenraad de geheimhoudingsplicht geldt.
Artikel 8 Taken van de ambtelijk secretaris
De ambtelijk secretaris vormt de ambtelijke schakel tussen de gemeenteraad en het college enerzijds en de cliëntenraad anderzijds. De ambtelijk secretaris zal erop moeten toezien dat alle partijen informatie tijdig ontvangen of verstrekken, zodat alle partijen hun taak effectief kunnen vervullen. Doordat de ambtelijk secretaris (mede) is belast met de agendering en verslaglegging kan hij/zij ervoor waken dat alle partijen naar evenredigheid aan bod komen. De ambtelijk secretaris verzendt de uitnodigingen aan de leden uiterlijk tien werkdagen voordat de vergadering plaatsvindt.
HOOFDSTUK 3 VERGOEDING EN NADERE REGELS
Artikel 9 Vergoeding cliëntenraad
In dit artikel is de vergoeding geregeld die de leden ontvangen voor hun werkzaamheden. Er is hierbij een koppeling gemaakt met leden van andere adviescommissies. Op deze wijze ontvangen alle leden van de gemeentelijke adviescommissies dezelfde vergoeding.
Tevens is geregeld dat de vergoeding wordt aangemerkt als onkostenvergoeding zodat de vergoeding niet aangemerkt wordt als middels in de Participatiewet. De vergoeding bedraagt in 2014 € 75,05 per vergadering en ligt hiermee onder het maximale vrij te laten bedrag voor vrijwilligerswerk van € 95,-- per maand. Deze vrijlating is geregeld in artikel 7 onderdeel h van de Regeling Wwb, Ioaw en Ioaz.
In dit artikel is geregeld dat er nadere regels gesteld kunnen worden door het college en dat, indien het college deze regels stelt, de cliëntenraad hierover hoort.
Tevens is geregeld het college beslist in gevallen waarin de verordening niet voorziet.