Organisatie | Ferm Werk |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Beleidsregels individuele inkomenstoeslag |
Citeertitel | Beleidsregels Individuele inkomenstoeslag |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | individuele inkomenstoeslag |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-03-2019 | 21-12-2019 | wijziging artikel 5, tweede lid | 05-02-2019 | vergadering DB 31 januari 2019; agendapunt 4 | |
07-05-2015 | 01-01-2015 | 08-03-2019 | nieuwe regeling | 22-01-2015 Blad gemeenschappelijke regeling | besluit dagelijks bestuur |
Het is niet nodig dat de belanghebbende die niet de Nederlandse nationaliteit heeft tijdens de gehele referteperiode over een geldige verblijfsvergunning beschikte. Deze persoon kan in aanmerking komen voor een individuele inkomenstoeslag als hij kan aantonen aan de voorwaarden te voldoen.
Artikel 2 - Beoordeling aanvraag
Het dagelijks bestuur beoordeelt aan de hand van de individuele omstandigheden van de aanvrager(s) of deze geen uitzicht op inkomensverbetering heeft (hebben). Hierbij neemt het dagelijks bestuur in ieder geval de krachten en bekwaamheden van de aanvrager in aanmerking alsmede de inspanningen die de aanvrager heeft verricht om tot inkomensverbetering te komen.
Artikel 3 - Geen uitzicht op inkomensverbetering
Een belanghebbende wordt geacht geen uitzicht op inkomensverbetering te hebben als:
Artikel 4 - Uitzicht op inkomensverbetering
Een belanghebbende wordt geacht uitzicht op inkomensverbetering te hebben en komt daardoor niet in aanmerking voor een individuele inkomenstoeslag als hij:
Artikel 5 - Betoonde inspanning om tot inkomensverbetering te komen
Een belanghebbende die niet behoort tot de groepen van personen als bedoeld in artikel 3 dient bij zijn aanvraag voor een individuele inkomenstoeslag te vermelden welke inspanning hij in de periode van 12 maanden voorafgaand aan de peildatum heeft verricht om tot inkomensverbetering te komen of te motiveren waarom dit van hem niet kan worden gevergd.