Organisatie | Ferm Werk |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Verordening cliëntenparticipatie 2015 GR Ferm Werk |
Citeertitel | Verordening cliëntenparticipatie 2015 GR Ferm Werk |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Participatie en Inkomen |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-01-2017 | 01-07-2016 | wijziging bepaling t.a.v. WSW-commissie | 22-12-2016 | wijziging verordening cliëntenparticipatie | |
01-01-2015 | 01-07-2016 | Onbekend | 18-12-2014 | besluit algemeen bestuur |
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Alle begrippen in deze verordening die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Wet sociale werkvoorziening (Wsw), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet. In deze verordening wordt verstaan onder:
Hoofdstuk 2. Taken en bevoegdheden van het dagelijks bestuur en de cliëntenraad
Op grond van artikel 5 lid 2 van de Gemeenschappelijke Regeling (GR) Ferm Werk hebben de raden en de colleges van burgemeester en wethouders hun bevoegdheden overgedragen aan de betreffende bestuursorganen van de GR Ferm Werk. Om die reden wordt in deze verordening gesproken over het algemeen bestuur waar het gaat om een bevoegdheid van de gemeenteraad en over dagelijks bestuur waar het gaat om een bevoegdheid van het college.
Zowel de Participatiewet als de Wsw bevatten een opdracht om de participatie van cliënten c.q. Wsw-geïndiceerden bij verordening te regelen. Nu de deelnemers in de GR Ferm Werk de uitvoering van beide wetten in één uitvoeringsorganisatie hebben ondergebracht, is ervoor gekozen om één gecombineerde verordening op te stellen.
Met deze verordening wordt uitvoering gegeven aan artikel 2, derde lid, van de Wet sociale werkvoorziening. Dit artikel draagt de gemeenteraad op om bij verordening regels vast te stellen over de wijze waarop ingezetenen die voor de Wsw geïndiceerd zijn, of hun vertegenwoordigers betrokken worden bij de uitvoering van de wet.
Tevens wordt met deze verordening uitvoering gegeven aan artikel 47 van de Participatiewet. Dit artikel draagt de gemeenteraad op om bij verordening regels vast te stellen over de wijze waarop personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet of hun vertegenwoordigers betrokken worden bij de uitvoering van de wet. Dat zijn personen:
behorend tot de doelgroep van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (hierna: WIA), die met behulp van loonkostensubsidie aan het werk zijn geholpen, tot het moment dat hun inkomen uit arbeid in dienstbetrekking gedurende twee aaneengesloten jaren ten minste het minimumloon bedraagt zonder dat in die periode loonkostensubsidie is verleend;
en, die voor de arbeidsinschakeling zijn aangewezen op een door het college aangeboden voorziening.
De regering hecht sterk aan actieve betrokkenheid van burgers die met de Participatiewet en de Wsw te maken krijgen. Daarom moet in de verordening worden geregeld hoe cliënten of hun vertegenwoordigers
In het derde lid van dit artikel wordt het begrip “cliënten” omschreven. Omdat Ferm Werk tevens regelingen kan uitvoeren die buiten het bereik van de genoemde wetten vallen, bijvoorbeeld minimaregelingen, worden in deze verordening onder “cliënten” ook inwoners verstaan die gebruik maken van die regelingen.
Artikel 2. Instelling van een cliëntenraad
Dit artikel bepaalt hoe de cliëntenparticipatie concreet wordt vorm gegeven. Omdat het niet mogelijk is om alle personen persoonlijk te betrekken bij het beleid ligt het voor de hand een cliëntenraad samen te stellen die de cliënten vertegenwoordigt. Omdat een verordening minder geschikt is om alle afspraken gedetailleerd vast te leggen is ervoor gekozen om in een convenant nadere afspraken vast te leggen. Die kunnen zowel de interne werkwijze van de cliëntenraad betreffen als de communicatie en samenwerking met (bestuur en medewerkers van) Ferm Werk.
Artikel 3. Samenstelling cliëntenraad
In dit artikel zijn nadere bepalingen opgenomen over de samenstelling van de cliëntenraad. Hier is o.m. geregeld dat de cliëntenraad kan bestaan uit vertegenwoordigers van de doelgroepen zelf of vertegenwoordigers uit belangenorganisaties. In het convenant kunnen afspraken worden gemaakt over het aantal cliënten dat deel uitmaakt van de cliëntenraad, bijvoorbeeld dat wordt gestreefd naar een minimum percentage. Expliciet is vermeld dat in de cliëntenraad wordt gestreefd naar een vertegenwoordiging van alle cliëntgroepen zoals Wsw-geïndiceerden en mensen met een bijstandsuitkering. Dit uitgangspunt is in overeenstemming met het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. De doelstelling van dit verdrag is het bevorderen, beschermen en waarborgen van het volledige genot door alle personen met een handicap van alle mensenrechten en fundamentele vrijheden op voet van gelijkheid en het bevorderen van de eerbiediging van hun inherente waardigheid.
Als de cliëntenraad meent dat de stem van cliënten met een WSW-indicatie binnen de cliëntenparticipatie als geheel hierdoor beter tot zijn recht komt, dan kan hij een aparte commissie in het leven roepen bestaande uit cliënten met een WSW-indicatie en hun ondersteuners of vertegenwoordigers. Deze commissie hoeft zich dan niet bezig te houden met alle zaken die de cliëntenraad behandelt. Uit deze commissie worden vertegenwoordigers afgevaardigd naar de cliëntenraad.
Artikel 4. Benoeming en zittingsduur cliëntenraad
In dit artikel is geregeld dat de leden van de cliëntenraad door het dagelijks bestuur worden benoemd. (Nieuwe) leden kunnen worden aangedragen door organisaties die belangen van cliënten behartigen en door de lokale adviesraden die op gemeentelijk niveau adviseren over het beleid binnen het sociaal domein. De cliëntenraad kan ook buiten die groepen om leden vinden, bijvoorbeeld zittende leden of mensen die behoren tot één van de cliëntgroepen.
Om een zekere mate van “verversing” in de samenstelling van de cliëntenraad te bevorderen, is ervoor gekozen om een benoemingsduur op te nemen. Deze is gesteld op vier jaar zodat de afzonderlijke leden voldoende ervaring kunnen opbouwen. In het convenant kunnen afspraken worden opgenomen over de herverkiesbaarheid van zittende leden.
Artikel 5. Taken van het dagelijks bestuur
Met het oog op het effectief functioneren van de cliëntenraad wordt binnen Ferm Werk een vaste contactpersoon aangewezen voor de cliëntenraad. Op die manier wordt adequate communicatie en informatievoorziening in beide richtingen gewaarborgd. De informatievoorziening is in de overige leden van dit artikel nader gepreciseerd.
Uitgangspunt is dat de cliëntenraad van het DB de informatie krijgt die nodig is om zijn taak naar behoren te kunnen vervullen. De cliëntenraad kan zelf aangeven welke informatie hij voor zijn functioneren nodig acht. Het dagelijks bestuur verstrekt die informatie tenzij daar gemotiveerd bezwaar tegen bestaat. Verder verstrekt het dagelijks bestuur uit eigen beweging de informatie waarvan het dagelijks bestuur redelijkerwijs kan aannemen dat deze voor het functioneren van de cliëntenraad noodzakelijk of bevorderlijk is. De cliëntenraad wordt ook op de hoogte gesteld van de verslagen en andere informatie die naar de raden van de deelnemende gemeenten gaat.
Artikel 6. Taken, bevoegdheden en werkwijze van de cliëntenraad
In dit artikel is de belangrijkste taak van de cliëntenraad, haar adviserende rol, weergegeven. Expliciet is vermeld waar de grens van de bevoegdheid van de cliëntenraad ligt. Zo is het bijvoorbeeld niet de bedoeling dat de cliëntenraad individuele belangen behartigd. Dit neemt overigens niet weg dat de cliëntenraad problemen kan aankaarten op grond individuele zaken die kunnen worden beschouwd als exemplarisch voor die problemen. Verder is dit artikel de zelfstandigheid en de eigen verantwoordelijkheid van de cliëntenraad benadrukt.
Artikel 7. Facilitering cliëntenraad
In dit artikel is beschreven hoe het dagelijks bestuur het functioneren van de cliëntenraad in materiële zin ondersteunt. Voor zover behoefte is aan faciliteiten die bij Ferm Werk aanwezig zijn, worden deze kosteloos beschikbaar gesteld. Mocht zo’n faciliteit niet aanwezig of beschikbaar zijn, dan kan ook het gebruik van faciliteiten elders worden vergoed. Daarnaast wordt een budget beschikbaar gesteld waaruit de kosten van de cliëntenraad en zijn leden kunnen worden voldaan. Enkele bijzondere kostensoorten worden genoemd waarvoor budget beschikbaar kan worden gesteld. Het dagelijks bestuur stelt het budget vast. De cliëntenraad legt jaarlijks achteraf verantwoording af over haar werkzaamheden en de besteding van het budget.