HOOFDSTUK 1 BEGRIPSBEPALINGEN
1.1 | college: | het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sittard-Geleen; |
1.2 | kerkkoor: | een koor dat uitsluitend of hoofdzakelijk kerkelijke muziek ten gehore brengt; |
1.3 | zanggezelschap: | een gezelschap dat de koorzang beoefent; |
1.4 | muziekvereniging: | de harmonie, fanfare, drumband, de majorettes, twirlgroep of onderdelen die als zodanig deel uitmaken van de zelfstandige vereniging; |
1.5 | uniformdragend lid: | elk lid woonachtig in de Gemeente Sittard-Geleen, dat een verenigingsuniform draagt; |
1.6 | bespeeld instrument: | elk instrument (bespeelt door een lid
woonachtig in de Gemeente Sittard-Geleen), waarbij conform de landelijke HaFaBra-reglementen een examen mogelijkheid bestaat. |
HOOFDSTUK 2 CRITERIA VOOR SUBSIDIEVERLENING
2.1. algemeen
- 1.
De stichting of vereniging moet - voor zover aanwezig - aangesloten zijn bij een
landelijk, provinciaal of regionaal erkende overkoepelende organisatie;
- 2.
De stichting of vereniging is verplicht deel te nemen aan de door het
gemeentebestuur gewenste activiteiten of evenementen.
2.2. verdere subsidienormen en verplichtingen
Als subsidienormen en bijzondere verplichtingen worden gehanteerd:
2.2.1. voor muziekverenigingen (HAFA)
- 1.
Een vast subsidiebedrag van € 4.500,00.
- 2.
Een subsidiebedrag van € 20,00 voor elk lid van de harmonie, fanfare of drumband, woonachtig in de gemeente Sittard-Geleen, dat een instrument bespeelt.
- 3.
Een subsidiebedrag van € 25,00 voor elk lid van de harmonie, fanfare of drumband woonachtig in de Gemeente Sittard-Geleen jonger dan 21 jaar.
Bijzondere verplichtingen:
- a.
Het minimum aantal musicerende leden moet 30 bedragen en
- b.
Minimaal 50% van de leden moet woonachtig zijn in de gemeente Sittard-Geleen en
- c.
De muziekvereniging moet per peildatum een ledenlijst overleggen die is gewaarmerkt door de overkoepelende muziekorganisatie waaruit blijkt over hoeveel bespeelde instrumenten de vereniging of het onderdeel beschikt; de ledenlijst moet voorzien zijn van naam, geboortedatum, adres en de woonplaats.
Deze ledenlijst wordt door de gemeente uitsluitend voor intern gebruik aangewend.
2.2.2. voor toneelverenigingen
- 1.
Een vast subsidiebedrag van € 600,00.
- 2.
Een extra subsidie van € 200,00 voor maximaal 1 première per jaar.
Bijzondere verplichting:
Men moet minimaal tweemaal per jaar een openbare uitvoering geven in de Gemeente Sittard-Geleen.
2.2.3. voor schutterijen:
- 1.
Een vast subsidiebedrag van € 1.500,00.
- 2.
Een bedrag van € 15,00 per uniform dragend lid, woonachtig in de Gemeente Sittard-Geleen.
- 3.
Een subsidiebedrag van € 10,00 voor elk lid van de schutterij of drumband woonachtig in de Gemeente Sittard-Geleen jonger dan 21 jaar.
Bijzondere verplichtingen:
- a.
Men moet minimaal 20 leden hebben en
- b.
Minimaal 50% van de leden moet woonachtig zijn in de gemeente Sittard-Geleen en
- c.
De schutterij moet per peildatum een ledenlijst overleggen die is gewaarmerkt door de overkoepelende organisatie waaruit blijkt uit hoeveel uniformdragende leden de vereniging of het onderdeel bestaat; de ledenlijst moet voorzien zijn van naam, geboortedatum, adres, de woonplaats.
Deze ledenlijst wordt door de gemeente uitsluitend voor intern gebruik aangewend.
2.2.4. voor accordeonorkesten, de brassband
- 1.
Een vast subsidiebedrag van € 1.700,00;
- 2.
Een bedrag van € 15,00 per musicerend lid, woonachtig in de gemeente Sittard-Geleen.
Bijzondere verplichting:
- a.
Minimaal 10 musicerende leden moeten woonachtig zijn in de gemeente Sittard-Geleen en
- b.
Minimaal 50% van de leden moet woonachtig zijn in de Gemeente Sittard-Geleen.
2.2.5. voor heemkundeverenigingen
Een vast subsidiebedrag van € 750,00.
2.2.6. voor carnavalsverenigingen:
- 1.
Een vast subsidiebedrag van € 350,00 per wijkcarnavalsvereniging.
- 2.
Een vast subsidiebedrag van € 1.250,00 voor de Stadscarnavalsverenigingen De Flaarisse en De Marotte voor de organisatie van stedelijke carnavalsactiviteiten.
- 3.
Een vast subsidiebedrag van € 8.000,00 voor de Optochtcomités in Sittard respectievelijk Geleen.
Bijzondere verplichtingen:
- a.
Men moet in principe aangesloten zijn bij een overkoepelende organisatie en
- b.
Men moet activiteiten organiseren voor stadsdeel cq. wijk ter versterking van het carnavalsgebeuren.
2.2.7. voor beeldende kunst
- 1.
Een vast subsidiebedrag van € 450,00.
- 2.
Een bedrag van € 12,00 per actief lid, woonachtig in de Gemeente Sittard-Geleen.
Bijzondere verplichting:
- a.
Minimaal 10 actieve leden moeten woonachtig zijn in de gemeente Sittard-Geleen en
- b.
Minimaal 50% van de leden moet woonachtig zijn in de Gemeente Sittard-Geleen.
2.2.8. voor zanggezelschappen
- 1.
Een vast subsidiebedrag van € 1.000,00.
- 2.
Een bedrag van € 9,00 per musiceren/zingend lid, woonachtig in de Gemeente Sittard-Geleen.
Bijzondere verplichting:
- a.
Minimaal 10 musicerende/zingende leden moeten woonachtig zijn in de gemeente Sittard-Geleen en
- b.
Minimaal 50% van de leden moet woonachtig zijn in de Gemeente Sittard-Geleen.
HOOFDSTUK 3 SPECIFIEKE SUBSIDIES CULTUUR
De volgende instellingen ontvangen een vast subsidiebedrag:
naam instelling:
- 1.
Limburgs Toneel € 2.500,00
- 2.
- 3.
Muziekcollectief Sittard € 3.850,00
- 4.
St. Oude Salviuskerk € 950,00
- 5.
- 6.
- 7.
Comité Dialectdag Geleen € 1.360,00
- 8.
Fotokring Geleen € 115,00
- 9.
Orgelkring Geleen € 950,00
- 10.
Cultuurfederatie Geleen € 2.270,00
- 11.
Krombroodrapencomité Sittard € 220,00
- 12.
Krombroodrapencomité Munstergeleen € 155,00
- 13.
Nonnevotteclub Sittard € 220,00
- 14.
Barbaracomité Geleen € 700,00
- 15.
St. Historisch Jaarboek Land van Swentibold € 681,00
- 16.
Kerkenwachtgilde € 1.134,00
- 17.
St. Historie Sittard € 2.723,00
- 18.
Vereniging Veldeke € 113,00
- 19.
Theater Karroessel € 11.345,00
- 20.
St. Pitboeltheater € 2.269,00
- 21.
Lindenheuvelse revue € 950,00
- 22.
Zittesje Revue € 2.270,00
- 23.
HOOFDSTUK 4 BIJZONDERE GEVALLEN
Van deze beleidsregels mag worden afgeweken indien de toepassing zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.
HOOFDSTUK 5 WERKINGSSFEER
- 1.
Niet voor subsidie in aanmerking komt een vereniging of stichting die:
- a.
verbonden is aan of onderdeel is van een andere organisatie, instelling, instituut, bedrijf ed. zoals een dienst-, bedrijfs- of beroepsvereniging c.q. of een gezelschap verbonden aan een inrichting, een onderwijsinstelling of kerkgenootschap;
- b.
zijn openbare en derhalve voor iedereen toegankelijke optredens slecht gedurende een zeer beperkte periode in enig jaar laat plaatsvinden in het kader van of gekoppeld aan evenementen die in hun opzet en/of programmering niet primair van muzikale aard zijn;
- c.
verenigingen c.q stichtingen die voor het eerst een beroep doen op een structureel subsidie komen hiervoor slechts in aanmerking als het activiteitenaanbod naar het oordeel van het college aanvullend is op het reeds bestaande voorzieningenniveau.
- 3.
De subsidiering kan worden geweigerd indien naar het oordeel van het college aannemelijk is dat de stichting of vereniging onvoldoende actief is.
HOOFDSTUK 6 SUBSIDIEPLAFOND
Op deze beleidsregels is een subsidieplafond van toepassing. Indien het in de gemeentebegroting opgenomen budget ontoereikend is voor honorering van alle aanvragen wordt het subsidie van elke aanvrager, die aan de subsidiecriteria voldoet, gekort met een percentage dat gelijk is aan het percentage dat het totaal beschikbare subsidiebedrag wordt overschreden.
HOOFDSTUK 7 CITEERTITEL
Deze beleidsregels worden aangehaald als:
“Beleidsregels subsidiëring op het gebied van CULTUUR”.
HOOFDSTUK 8 INWERKINGTREDING EN OVERGANGSRECHT
- 1.
Deze beleidsregels treden in werking met ingang van het subsidiejaar 2005. Met ingang van 2005 vervallen de bestaande beleidsregels op het gebied van cultuur.
- 2.
Instellingen die er door deze regeling meer dan 10% op achteruitgaan ontvangen op basis van de overgangsregeling:
- a.
in 2005 als extra garantiesubsidie 2/3 deel van het verschil tussen 2005 en 2004;
- b.
in 2006 als extra garantiesubsidie 1/3 deel van het verschil tussen 2005 en 2004.
- 3.
Instellingen die er door deze regeling meer dan 10% op vooruitgaan ontvangen op basis van de overgangsregeling:
- a.
in 2005 2/3 deel van het verschil tussen 2005 en 2004 in mindering gebracht op het berekende subsidie
- b.
in 2006 1/3 deel van het verschil tussen 2005 en 2004 in mindering gebracht op het berekende subsidie
- 3.
Op deze beleidsregels is de Algemene Subsidieverordening gemeente Sittard-Geleen 2003 van toepassing.