Organisatie | Noord-Holland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsregeling bodemsanering Noord-Holland 2015 |
Citeertitel | Uitvoeringsregeling bodemsanering Noord-Holland 2015 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | sanering, land, water, stortplaats |
Deze uitvoeringsregeling vervalt met ingang van 1 januari 2017.
Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011, art. 2
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-05-2015 | 01-01-2017 | nieuwe regeling | 21-04-2015 Provinciaal blad, 2015, 60 | 578971-579004 |
In deze regeling wordt verstaan onder:
stortplaats: een terrein, niet zijnde baggerdepot, slootdemping of erfverharding met opgebracht puin, waar voor 1 september 1996 afvalstoffen zijn gestort en waar sinds 1 september 1996 geen afvalstoffen meer gestort zijn en waar tenminste 25m3 steekvast stortmateriaal aanwezig is dat bodemvreemd is voor meer dan 50% van het volume;
Indien de subsidieontvanger een gemeente, of een openbaar lichaam dat is ingesteld op grond van hoofdstuk I, II of IV van de Wet gemeenschappelijke regelingen is, wordt de aanvraag tot vaststelling van de subsidie uiterlijk 1 augustus van het jaar volgend op het jaar waarin de sanering is voltooid, ingediend.
Subsidie voor een sanering als bedoeld in artikel 5, onderdeel a, wordt uitsluitend verstrekt voor de door gedeputeerde staten noodzakelijk geachte kosten om de negatieve effecten van de ernstige verontreiniging als bedoeld in artikel 29 en 37 van de wet, weg te nemen zodat de locatie geschikt wordt voor het huidig gebruik.
Subsidie kan worden verstrekt voor het saneren van:
waterbodems waarvoor een beschikking is afgegeven, dat er sprake is van ernstige verontreiniging als bedoeld in artikel 29 van de wet en dat spoedige sanering als bedoeld in artikel 37 van de wet noodzakelijk is en voor zover de bodemverontreiniging de oorzaak is van het niet bereiken van de beoogde waterkwaliteit;
bodems en oevers van oppervlaktewaterlichamen als bedoeld in artikel 1 van de Waterwet, zodat de waterkwaliteit voldoet aan de in het nationaal waterplan als bedoeld in artikel 4.1 van de Waterwet, of voldoet aan de in het regionaal waterplan als bedoeld in artikel 4.4 van de Waterwet of voldoet aan het beheersplan van artikel 4.6 van de Waterwet, opgenomen functies of doelstellingen.
Subsidie wordt geweigerd indien de aanvraag betrekking heeft op een sanering als bedoeld in artikel 9, onderdeel a, en gedeputeerde staten niet hebben ingestemd met het saneringsplan.
Indien toepassing van artikel 5 en artikel 9 zou leiden tot het overtreden van het verbod op het geven van staatssteun in de zin van artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, wordt het subsidiebedrag in afwijking van artikel 8 en artikel 12 zodanig vastgesteld dat het totaal van alle subsidies voor de activiteit niet hoger is dan het bedrag dat op grond van de van toepassing zijnde vrijstellingsverordeningen van de Europese Commissie verstrekt mag worden.
In de beschikking tot subsidieverlening kan worden bepaald dat subsidie op grond van deze regeling slechts wordt verstrekt onder voorwaarde dat, binnen een in de beschikking tot subsidieverlening genoemde termijn, een uitvoeringsovereenkomst als bedoeld in artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht wordt gesloten, waarin in ieder geval wordt geregeld: