Organisatie | Midden-Drenthe |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de vertrouwenscommissie |
Citeertitel | Verordening op de vertrouwenscommissie |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
artt. 61, 61a, 84, 86, 147 en 149 Gemeentewet, artt. 15 en 31 Archiefwet 1995 en art. 9 Archiefbesluit 1995
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-05-2015 | 24-02-2017 | nieuwe regeling ter vervanging van de gelijknamige verordening uit 2014 | 30-04-2015 Gemeenteblad nr. 495917, d.d. 7 mei 2015 | Onbekend |
De raad van de gemeente Midden-Drenthe;
gelezen het voorstel van de griffier en de voorzitter van 23 april 2015:
gelet op de artikelen 61, 61a, 84, 86, 147 en 149 van de Gemeentewet, de artikelen 15 en 31 van de Archiefwet 1995 en artikel 9 van het Archiefbesluit 1995;
gelet op de circulaire van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) van augustus 2012 (B-15110);
vast te stellen de Verordening op de vertrouwenscommissie (hierna: de commissie), die de aanbeveling tot (her)benoeming van de burgemeester voorbereidt en de functioneringsgesprekken met de burgemeester houdt.
De commissie legt bij de herbenoemingsprocedure en bij de functioneringsgesprekken in elke vergadering en elk gesprek, met toepassing van artikel 86 van de Gemeentewet, geheimhouding op over de inhoud van de stukken en het behandelde tijdens de vergadering of het gesprek. De voorzitter van de commissie ziet erop toe dat hieraan wordt voldaan.
De geheimhoudingsplicht brengt onder meer mee dat aan raadsleden, die geen zitting (meer) hebben in de commissie, en aan anderen, behoudens het bepaalde in de artikelen 9, vierde lid, 10, tweede lid, en 11 van deze verordening, geen inzage in, of informatie omtrent de inhoud van de stukken of het behandelde ter vergadering of in het gesprek wordt verstrekt.
De commissie treft, met inachtneming van de artikelen 7, 8, tweede lid, en 14 van deze verordening, een voorziening met betrekking tot de wijze waarop de geheimhouding blijft gewaarborgd bij het beheer van bescheiden, het voeren van correspondentie en bij de bepaling van plaats en tijdstip van de gesprekken.
De voorzitter bepaalt dag, uur en plaats van de vergadering. De voorzitter doet van elke vergadering tenminste vierentwintig uur tevoren aankondiging aan de leden van de commissie, indien een adviseur aan de commissie is toegevoegd, aan de adviseur en, indien het gesprek met hem plaatsvindt, aan de burgemeester.
Artikel 7 Contactpersoon bij de (her)benoemingsprocedure
Alle stukken bestemd voor de commissie worden onder vermelding van “persoonlijk en vertrouwelijk” op de envelop en boven aan de ingesloten stukken gericht aan de voorzitter en gezonden aan de griffier in zijn hoedanigheid als secretaris. De secretaris bewaart de stukken tot het moment van archivering op een afgesloten plaats.
Artikel 8 Bijzondere bepalingen over de benoemingsprocedure
De secretaris nodigt, op verzoek van de commissie, de kandidaten uit voor een gesprek met de commissie. De commissie treft voorzieningen met betrekking tot de wijze waarop de privacy van de kandidaten wordt beschermd, bijvoorbeeld door de plaats en het tijdstip van de gesprekken zodanig te kiezen dat de vertrouwelijkheid van de gesprekken is gewaarborgd.
Artikel 9 Bijzondere bepalingen over functioneringsgesprekken
De commissie maakt vooraf kenbaar aan de burgemeester bij wie zij informatie zal inwinnen over zijn functioneren. De commissie en de burgemeester stellen in onderling overleg de agenda voor het functioneringsgesprek vast. De commissie en de burgemeester krijgen voorafgaand aan het gesprek de gelegenheid, voor zover van toepassing, het verslag van het vorige functioneringsgesprek in te zien.
Het gesprek is wederkerig. Zowel het functioneren van de burgemeester als van de gemeenteraad zijn onderwerp van gesprek. De commissie toetst het functioneren van de burgemeester in elk geval aan de profielschets, de wettelijke taken alsmede de andere aan de burgemeester toebedeelde taken. Tevens wordt getoetst aan het verslag van, en de afspraken uit het vorig functioneringsgesprek.
De commissie brengt over haar werkzaamheden ter zake van de voorbereiding van de aanbeveling tot (her)benoeming verslag uit aan de gemeenteraad en de commissaris van de Koning door middel van een verslag van bevindingen. Dit schriftelijke en vertrouwelijke verslag bevat tenminste:
a. een weergave van de wijze waarop de commissie haar werkzaamheden heeft verricht;
b. een gemotiveerde weergave van de bevindingen van de commissie; bij benoemingen wordt in het verslag van bevindingen ook de volgorde van plaatsing van de kandidaten op de aanbeveling gemotiveerd;
c. aangegeven wordt of er sprake is van unanimiteit binnen de commissie;
met in ieder geval de volgende bijlagen:
d. bij benoeming: de conceptaanbeveling van twee personen;
e. bij herbenoeming: het verslag van het gesprek met de burgemeester over het conceptverslag van bevindingen en de conceptaanbeveling.
Artikel 12 Onvoorziene gevallen
In alle gevallen, waarin deze verordening dan wel de circulaire van de minister van BZK niet voorziet, beslist de commissie bij meerderheid van stemmen.
Artikel 13 Ontbinding van de commissie
De commissie is ontbonden met ingang van de dag volgend op die waarop:
De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er bij de (her)benoemingsprocedure zorg voor dat op het tijdstip, bedoeld in artikel 13 alle archiefbescheiden onverwijld ineen verzegelde envelop en gerubriceerd als “geheim” worden overgebracht naar de op grond van artikel 31 van de Archiefwet door de gemeenteraad aangewezen archiefbewaarplaats.
De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er bij de (her)benoemingsprocedure zorg voor dat van de in het eerste lid bedoelde overbrenging een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 wordt opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15, eerste lid, sub a en c van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.