Organisatie | Winterswijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de gemeentelijke rekenkamercommissie 2010 |
Citeertitel | Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, art. 81o
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2010 | 01-05-2013 | Nieuwe regeling | 02-07-2009 Geen | 2009, nr. VII-24b |
De raad van de gemeente Winterswijk;
gelezen het voorstel van het presidium d.d. 22 juni 2009, nr. VII-24;
gelet op de bij besluit van heden vastgestelde samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeenten Aalten, Oost Gelre en Winterswijk;
gelet op artikel 81 o (hoofdstuk IV b) van de Gemeentewet;
vast te stellen de navolgende verordening:
Artikel 5. Vergoeding voor werkzaamheden van de leden van de commissie.
De vergoeding bedraagt voor de leden van de commissie per gezamenlijke vergadering tweemaal het bedrag dat de minister van Buitenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties jaarlijks vaststelt ingevolge artikel 14 eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden voor het bijwonen van commissievergaderingen; de voorzitter ontvangt een vergoeding per vergadering van driemaal dat bedrag. Tevens wordt de reiskosten en eventuele overige onkosten vergoed naar de daarvoor in het algemeen bij de gemeente geldende maatstaf.
Artikel 7 Het reglement van orde.
De commissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.
Artikel 8. Onderwerpselectie en opdrachtverlening.
Jaarlijks vóór 1 mei stuurt de commissie de raad een voorstel, inclusief het jaarverslag, inzake de onderwerpen welke in het volgende jaar mogelijk voor onderzoek in aanmerking kunnen komen. De commissie licht het voorstel in de desbetreffende raadscommissie mondeling toe, waarbij ook aandacht wordt besteed aan de opzet van de betreffende onderzoeken.
De commissie bepaalt vervolgens jaarlijks vóór 1 oktober beargumenteerd de definitieve onderwerpen, welke zij in het volgende jaar wil onderzoeken, omschrijft of en zo ja, in welke mate de in lid 2 bedoelde gevoelens en suggesties van de raad aanleiding hebben gegeven, haar voorstel te wijzigen, formuleert per onderwerp de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.
Artikel 9. Werkwijze van de commissie.
De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de commissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangpunten en werkwijze, waaronder de naleving van deze verordening en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met degenen die het onderzoek uitvoeren en met het secretariaat. Bij ontstentenis van de voorzitter treedt het langst zittende lid op als voorzitter dan wel, als de overige leden een gelijktijdige periode zitting hebben gehad, het oudste lid in jaren.
De commissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen, die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te verstrekken.
De commissie vergadert in beslotenheid. De werkgroep heeft inzage in de verslagen van de commissie. De rapporten van de commissie zijn openbaar. Op grond van de belangen, genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de commissie rapporten die aan raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.