Organisatie | Sittard-Geleen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieverordening vouchers bewonersinitiatieven Sittard-Geleen |
Citeertitel | Subsidieverordening vouchers bewonersinitiatieven Sittard-Geleen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | subsidies |
incl. toelichting
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-11-2008 | 01-10-2008 | 17-07-2020 | n.v.t. | 13-11-2008 Trompetter, 26-11-2008 | Gemeenteblad 2008/088 |
De Raad van de gemeente Sittard-Geleen,
Gezien het voorstel van van 30 september 2008, gemeenteblad 2008,
Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 4:23 van de Algemene wet bestuursrecht;
Overwegende dat de minister voor Wonen, Wijken en Integratie het van belang acht dat bewoners van wijken die met problemen kampen de gelegenheid krijgen om met initiatieven te komen om de leefbaarheid van hun wijk te verbeteren; dat de fondsbeheerders van het Gemeentefonds daartoe jaarlijks ten behoeve van de gemeente Sittard-Geleen een integratie-uitkering storten in het Gemeentefonds; en dat het voor de gemeente noodzakelijk is om regels te stellen voor de subsidieverstrekking aan bewoners uit deze integratie-uitkering;
Gelet op het aangenomen amendement, gericht op het vervangen van de besluitvormende rol van de regiegroep in een adviserende;
Vast te stellen de Subsidieverordening vouchers bewonersinitiatieven Sittard-Geleen.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt verstaan onder:
Het verstrekken van vouchers kan worden geweigerd, indien gegronde reden bestaat om aan te nemen dat:
Hieronder, voor zover nodig, worden de onderdelen van de verordening artikelsgewijs toegelicht. (vastgesteld bij raadsbesluit van 13 november 2008, nummer 88)
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Een voucher is een subsidie in de zin van artikel 4:21 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De algemene bepalingen van de Awb zijn hierop van toepassing. In aanvulling daarop zijn de specifieke bepalingen van deze verordening op de voucher van toepassing.
Vouchers zijn waardebonnen met een tegenwaarde van maximaal € 5.000,- per stuk. Indien gewenst, kan deze tegenwaarde ook lager zijn, afhankelijk van het gevraagde bedrag. Voor een initiatief kunnen ook meerdere vouchers worden ingezet. De vouchers kunnen alleen bij de gemeente worden ingewisseld.
De voucherregeling is bedoeld voor alle initiatieven die de leefbaarheid van de wijk, buurt of straat vergroten. Vele initiatieven zijn denkbaar: verbeteren van de veiligheid van een plein of park, project voor jongeren die werkloos zijn, maatregelen om overlast van jongeren terug te dringen, speelplekken, hangplekken, buurtkrant, website van de wijk, wijkfeest, sportdag, bekostigen beplanting en bloembakken, presentjes voor nieuwe bewoners in de wijk, opstellen leefregels buurt, inhuren van onafhankelijke bewonersondersteuning voor bijvoorbeeld woonwensonderzoek, second opinion bij sloop of renovatie en nieuwe manieren om alle bewoners bij de wijk te betrekken.
De voucherregeling kan niet worden benut voor puur individuele projecten als het opknappen van een woonhuis van een bewoner. Zie in dit verband de weigeringsgrond van artikel 6, onderdeel c.
De aanvrager of initiatiefnemer is altijd een individuele bewoner of een groep van bewoners uit een aangewezen wijk.
Als het gaat om een groep bewoners, is de organisatievorm daarvan niet van belang, wel de doelstelling van deze groep. Het kan hierbij zowel om bestaande groepen of bewonersorganisaties gaan, als speciaal voor het initiatief opgerichte groepen.
De vouchers kunnen niet aan professionele instellingen of bedrijven worden gegeven.
De doelstelling van de initiatiefnemer, individuele bewoner of bewonersgroep, moet zijn de leefbaarheid van de bewoners van de wijk te verbeteren. Deze doelstelling hoeft niet formeel te zijn vastgelegd, maar kan bijvoorbeeld blijken uit het voorgedragen projectplan.
De regiegroep is een buurt- of dorpsplatform dat het college adviseert over aanvragen van bewonersinitiatieven. Buurt- en dorpsbetrokken professionals of woningbouwcorporaties kunnen gevraagd worden een bijdrage te leveren aan het stimuleren en ondersteunen van de regiegroep. In het geval van het beschikbaar stellen van een gemeentelijke functionaris (ambtenaar) door het college kan deze voor de regiegroep ook als vraagbaak en intermediair fungeren naar de gemeentelijke organisatie.
Artikel 2 Bevoegdheid college en mandatering regiegroep
Het college is vrij in de keuze van de stadsdelen, buurten en dorpen. De keuze is dus niet beperkt tot de zogenaamde GSB-aandachtsbuurten. De aanwijzing van een of meer stadsdelen, buurten en dorpen is alleen geldig voor het budget dat in 2008 beschikbaar komt. In 2009 zal opnieuw een aanwijzing plaatsvinden. Dat kunnen dezelfde stadsdelen, buurten en dorpen of een andere zijn, of een combinatie daarvan.
Bij aanwijzing van meer dan een stadsdeel, buurt of dorp is het college vrij in de verdeling van het bedrag van de integratie-uitkering over de aangewezen stadsdelen, buurten of dorpen. Het toegekende bedrag kan dus per stadsdeel, buurt of dorp verschillen.
Met dit artikel wordt voldaan aan artikel 4:25 van de Awb waarin is bepaald dat het subsidieplafond bij of krachtens wettelijk voorschrift wordt vastgesteld. Hiermee wordt voorkomen dat bij het indienen van meerdere initiatieven het maximale budget wordt overschreden.
Het subsidieplafond kan worden gelijkgesteld aan de hoogte van de integratie-uitkering, eventueel verminderd met de beheerskosten op grond van het derde lid.
Gelet op het streven dat de regie van de initiatieven bij voorkeur bij de bewoners zelf komt te liggen, dient het college zich ervoor in te spannen om in het aangewezen stadsdeel, de aangewezen buurt of het dorp een regiegroep te zoeken dan wel te bevorderen dat een regiegroep wordt samengesteld. Als blijkt dat de bewoners dit afwijzen of dit anderszins niet lukt, kan het college een ambtenaar mandateren om de regie voor het college te voeren.
Artikel 3 Reikwijdte van de verordening
Deze verordening is uitsluitend van toepassing op de integratie-uitkering uit het Gemeentefonds. Dit laat onverlet dat de algemene regels van de Awb ook van toepassing zijn. Zie ook de toelichting op artikel 1, onder a.
Om te voorkomen dat de ASV ook op deze subsidieverordening van toepassing is, is het tweede lid opgenomen.
Het initiatief moet al een redelijk uitgewerkt plan zijn. Daarom zijn onder a tot en met d een aantal verplichte indieningsvereisten opgenomen als omschrijving, uitvoering, planning en kostenraming van het initiatief. Zie voor de mogelijke vormen van initiatieven de toelichting op artikel 1, onderdeel b.
Indien het initiatief niet voldoet aan de indieningsvereisten van het tweede lid, kan het college of de regiegroep om aanvulling vragen. Hierbij kan de initiatiefnemer ook actief worden ondersteund om het initiatief goed uit te werken.
Artikel 5 Verstrekking vouchers
De vouchers worden verstrekt aan de initiatiefnemer. Initiatiefnemer zijn individuele bewoners of een bewonersgroep. Indien sprake is van een individuele bewoner als initiatiefnemer, dan worden de vouchers op naam van deze individuele bewoner gezet.
Bij een bewonersgroep als initiatiefnemer zijn er twee mogelijkheden. Indien de groep rechtspersoonlijkheid heeft, worden de vouchers op naam van deze rechtspersoon gezet. Indien de groep geen rechtspersoonlijkheid heeft, worden de vouchers op naam van een natuurlijk persoon gezet, zijnde de contactpersoon van deze groep bewoners.
Het is van belang om een buurt- of dorpsraadpleging op korte termijn te organiseren. Dit is in de eerste plaats van belang om te voorkomen dat het enthousiasme waarmee het initiatief is ingediend, zou verdampen. In de tweede plaats geldt dat bij te lang uitblijven van de buurt- of dorpsraadpleging het subsidieplafond zou kunnen worden bereikt, doordat initiatieven tot € 10.000,- zonder buurt- of dorpsraadpleging kunnen worden gehonoreerd.
Een aanvraag kan ook gedeeltelijk worden ingewilligd en gedeeltelijk worden geweigerd.
De weigering van een aanvraag om een voucher dient uiteraard gemotiveerd te worden met vermelding van de weigeringsgrond.
Beheer en onderhoud van fysieke verbeteringen van de leefomgeving (zoals kinderspeelplaatsen en hangplekken) is noodzakelijk om verloedering tegen te gaan. Vaak is het beheer en onderhoud echter een struikelblok bij het verwezenlijken van goede initiatieven. Het is daarom van belang dat in de aanvraag (het initiatief) wordt aangegeven hoe het beheer en onderhoud is gewaarborgd. De initiatiefnemers kunnen hiervoor zelf borg staan, de gemeente kan beslissen om het beheer en onderhoud op zich te nemen of een derde partij, zoals een corporatie of commercieel bedrijf, kan hierin een rol spelen. Een combinatie van deze opties is uiteraard ook mogelijk.
Artikel 7 Verplichtingen college en regiegroep
De informatieplicht van het eerste en tweede lid is bedoeld om draagvlak en betrokkenheid van de bewoners van de buurt, het dorp of straat te waarborgen. Het initiatief is nadrukkelijk bedoeld voor het collectief belang van de buurt, het dorp of straat. In het derde lid is uitdrukkelijk opgenomen dat de regiegroep verantwoordelijk is voor het creëren van draagvlak voor het vouchersysteem.
Deze bepaling maakt ook duidelijk dat de regiegroep een procesrol heeft in het stimuleren van bewoners om met initiatieven te komen. Het voorleggen van deze initiatieven in een buurt- of dorpsraadpleging en het terugkoppelen van de resultaten van deze initiatieven aan de buurt of het dorp.
Artikel 8 Verplichtingen van de initiatiefnemer
In het derde lid is uitdrukkelijk opgenomen dat de initiatiefnemer verantwoordelijk is voor het creëren van draagvlak onder de bewoners indien de aard van het initiatief dat noodzakelijk maakt. De doelgroep van het initiatief is immers in de regel groter dan alleen de initiatiefnemers.