Organisatie | Castricum |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Financiële verordening gemeente Castricum 2015 |
Citeertitel | Financiële verordening gemeente Castricum 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2017 | Onbekend | 12-10-2014 | Onbekend |
In deze verordening wordt verstaan onder:
netto schuld bruto schuld minus de omvang van de geldelijke bezittingen die niet zijn ingezet voor de publieke taak. Onder bruto schuld wordt verstaan het totaal van langlopende leningen, kortlopende schulden, crediteuren en overlopende passiva. Onder geldelijke bezittingen die niet zijn ingezet voor de publieke taak wordt verstaan het totaal van langlopende uitzettingen, vorderingen, liquide middelen en overlopende activa;
overheidsbedrijf onderneming met privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid, niet zijnde een personenvennootschap met rechtspersoonlijkheid, waarin een publiekrechtelijke rechtspersoon, al dan niet tezamen met een of meer andere publiekrechtelijke rechtspersonen, in staat is het beleid te bepalen of een onderneming in de vorm van een personenvennootschap, waarin een publiekrechtelijke rechtspersoon deelneemt;
2. Begroting en verantwoording
Artikel 3. Inrichting begroting en jaarstukken
Bij de uiteenzetting van de financiële positie in de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven en wordt van de lopende investeringen het geautoriseerde investeringskrediet en de raming van de uitputting van het krediet in het lopende boekjaar weergegeven.
Bij de uiteenzetting van de financiële positie in begroting wordt in aanvulling op het bepaalde in artikel 20 en artikel 21 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten inzicht gegeven in de ontwikkeling van de schuldpositie als gevolg van de begroting, de meerjarenraming en de investeringen.
Artikel 5. Autorisatie begroting en investeringskredieten en begrotingswijzigingen
Het college informeert de raad vooraf als ze verwacht dat de lasten de geautoriseerde lasten of de investeringsuitgaven de geautoriseerde investeringskredieten dreigen te overschrijden of de baten de geautoriseerde baten dreigen te onderschrijden. De raad geeft vervolgens aan of hij hiervoor een voorstel wil voor wijziging van het budget of een voorstel voor bijstelling van het beleid.
Wanneer het Rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het collectieve aandeel van gemeenten in het EMU-tekort, bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën, hebben overschreden, informeert het college de raad of een aanpassing van de begroting nodig is. Als het college een aanpassing nodig acht, doet het college een voorstel voor het wijzigen van de begroting.
Artikel 9. Waarderen, activeren en afschrijving van vaste activa
De waardering, activering en afschrijving van vaste activa wordt geregeld in de Nota activabeleid, die tenminste eens in de vier jaar aan de raad wordt aangeboden ter vaststelling.
Artikel 11. Reserves en voorzieningen
De vorming en besteding van reserves en voorzieningen wordt geregeld in de Nota reserves en voorzieningen, die tenminste eens in de vier jaar aan de raad wordt aangeboden ter vaststelling.
Artikel 12. Kostprijsberekening
Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten van de gemeente, die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten de indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.
Bij de kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor rioolheffing en afvalstoffenheffing de compensabele belasting over de toegevoegde waarde (BTW) en de kosten van het kwijtscheldingsbeleid.
Artikel 13. Prijzen economische activiteiten
Voor de levering van goederen, diensten of werken aan overheidsbedrijven en derden en met welke bijbehorende activiteiten de gemeente in concurrentie met marktpartijen treedt, wordt tenminste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht. Bij afwijking doet het college vooraf voor elk van deze activiteiten afzonderlijk een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de activiteit wordt gemotiveerd.
Bij het verstrekken van kapitaal door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden gaat het college uit van een vergoeding van tenminste de geraamde integrale kosten van de verstrekte middelen. Bij afwijking doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de kapitaalverstrekking wordt gemotiveerd.
Bij de begroting en de jaarstukken neemt het college in de paragraaf lokale heffingen naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 10 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op:
Bij de begroting en de jaarstukken doet het college in de paragraaf financiering in ieder geval verslag van:
Artikel 18. Weerstandsvermogen en risicomanagement
Het college biedt tenminste eens in de vier jaar een Nota Weerstandsvermogen en Risicomanagement aan de raad ter vaststelling aan. In deze nota wordt ingegaan op het risicomanagement, het opvangen van risico´s door verzekeringen, voorzieningen of anderszins. In de nota wordt tevens het gewenste weerstandsvermogen bepaald.
Artikel 19. Onderhoud kapitaalgoederen
Het college biedt tenminste eens in de vier jaar nota’s met betrekking tot het onderhoud van de openbare ruimte aan de raad ter vaststelling aan. De nota’s geven de kaders weer voor de inrichting van het onderhoud en het beoogde onderhoudsniveau voor het openbaar groen (inclusief sportterreinen), water, wegen (inclusief kunstwerken, openbare verlichting en straatmeubilair) en eveneens de normkosten-systematiek en het meerjarig budgettair beslag.
Het college biedt tenminste eens in de zes jaar een Nota rioleringsplan aan de raad ter vaststelling aan. De nota geeft het kader weer voor de inrichting van het onderhoud en het beoogde onderhoudsniveau en de uitbreiding/vervangingen van de riolering alsmede de kwaliteit van het milieu en de normkostensystematiek en het meerjarig budgettair beslag.
Het college biedt tenminste eens in de vijf jaar een Nota onderhoud gebouwen aan ter behandeling en vaststelling door de raad. De nota geeft het kader weer voor het beoogde onderhoudsniveau, het te plegen onderhoud, de bijbehorende kosten aan de gemeentelijke gebouwen en eveneens de normkostensystematiek en het meerjarig budgettair beslag.
Bij de begroting en de jaarstukken doet het college in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen verslag van de voortgang van het geplande onderhoud en het eventuele achterstallige onderhoud van openbaar groen (inclusief sportterreinen), water, wegen (inclusief kunstwerken, openbare verlichting en straatmeubilair), riolering en de gebouwen.
In de bedrijfsvoeringparagraaf in de begroting wordt ingegaan op de tijdelijke en actuele onderwerpen die aandacht behoeven. In de bedrijfsvoeringparagraaf in het jaarverslag wordt gerapporteerd over de bij de begroting bepaalde onderwerpen aangaande de bedrijfsvoering, alsmede over nieuwe ontwikkelingen.
Het college rapporteert in de bedrijfsvoeringparagraaf van de begroting en jaarstukken over de voortgang van de onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid, bedoeld in artikel 213a Gemeentewet.
In de paragraaf grondbeleid van de begroting en de jaarstukken wordt ingegaan op de uitvoering van de nota grondbeleid, met name de belangrijkste financiële ontwikkelingen zoals verlies/winstverwachtingen, de verwerving van gronden e.d. en de relatie(s) van het grondbeleid met de domeinen/programma’s.
5. Financiële organisatie en financieel beheer
Artikel 24. Financiële organisatie
Het college draagt zorgt voor:
opdat aan de eisen van rechtmatigheid, controle en verantwoording wordt voldaan.
Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder a van de Gemeentewet, en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder b van de Gemeentewet, voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.
Het college zorgt voor de systematische controle van de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het vermogen van de gemeente met dien verstande dat de waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de debiteurenvorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen, de kortlopende schulden en de vorderingen van crediteuren jaarlijks worden gecontroleerd en registergoederen en bedrijfsmiddelen tenminste eenmaal in de vier jaar. Bij afwijkingen in de registratie neemt het college maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.
Artikel 26. Intrekken oude verordening en overgangsrecht
De Financiële verordening gemeente Castricum 2012 wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de jaarrekening en het jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar voorafgaand aan het jaar waarin deze verordening in werking treedt en op de begroting, jaarrekening en jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar dat samenvalt met het jaar waarin deze verordening in werking treedt.