Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Lelystad

Verordening op de Erfgoedcommissie Lelystad 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLelystad
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de Erfgoedcommissie Lelystad 2014
CiteertitelVerordening op de Erfgoedcommissie Lelystad
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Monumentenwet 1988, art. 15
  2. Gemeentewet, art. 147
  3. Gemeentewet, art. 149
  4. Erfgoedverordening 2010

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-06-2015nieuwe regeling

31-03-2015

Gemeenteblad, 2015, 54556

141042479

Tekst van de regeling

Intitulé

Raadsbesluit

Nummer: 141042479

 

De raad van de gemeente Lelystad,

 

op voorstel van het college van de gemeente Lelystad d.d. 4 november 2014;

 

B E S L U I T:

vast te stellen de volgende:

 

Verordening op de Erfgoedcommissie Lelystad 2014

Artikel 1. Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

 

  • 1.

    Beschermd monument: beschermd monument als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

  • 2.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lelystad.

  • 3.

    Commissie: Op grond van artikel 15 van de Monumentenwet 1988 en in de Erfgoedverordening ingestelde erfgoedcommissie van de gemeente Lelystad.

  • 4.

    Cultureel erfgoed : cultureel en historisch waardevol geachte kenmerken uit het verleden. Te verdelen in: materieel erfgoed zoals objecten, gebouwen, structuren, bodemarchief, archeologische waarden, verzamelingen, archieven en beschermde landschappen en stads- en dorpsgezichten, maar ook op kunstwerken; en immaterieel erfgoed zoals dialecten, liederen, feesten, recepten voor voeding, tradities, optochten, voedsel.

  • 5.

    Erfgoedverordening: Erfgoedverordening 2010 gemeente Lelystad.

  • 6.

    Gemeentelijk monument: een overeenkomstig de Erfgoedverordening als beschermd gemeentelijk monument aangewezen:

    • a.

      zaak, die van algemeen belang is wegens zijn schoonheid, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische waarde;

    • b.

      Terrein dat van algemeen belang is wegens een daar aanwezige zaak bedoeld onder a.

      Gemeentelijke monumentenlijst: de lijst waarop zijn geregistreerd de overeenkomstig deze als gemeentelijk monument aangewezen zaken of terreinen bedoeld in onderdeel 1.

  • 7.

    Plan: een aanvraag inclusief de daarbij behorende bescheiden voor een vergunning op grond van de WABO dat betrekking heeft op een gemeentelijk monument.

  • 8.

    Spoedeisend geval: situatie waar bij een tijdig ingediend plan, door de termijn voor de advisering door de commissie, de wettelijke bepaalde termijn voor de beslissing op de aanvraag om vergunning op grond van de WABO, dreigt te worden overschreden.

 

Artikel 2 Advisering

1.De advisering op grond van deze verordening is door het college opgedragen aan de commissie ondergebracht bij het Steunpunt Archeologie en Jonge Monumenten van het Erfgoedcentrum Nieuw Land.

Artikel 3 Taak

  • 1.

    De commissie heeft tot taak het college, gevraagd of ongevraagd, te adviseren over de toepassing van de Erfgoedverordening, de Monumentenwet 1988, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot artikel 2.1 lid 1 onder f (Wabo) en verder over andere aangelegenheden, die van belang zijn voor de behartiging van het cultureel erfgoed binnen de gemeente Lelystad.

  • 2.

    Bij het uitbrengen van het advies laat de commissie zich uitsluitend leiden door overwegingen van geschiedkundig, architectonisch, archeologisch, cultuur-, kunst-, bouw-, landschappelijk en sociaalhistorisch belang en/of historisch geografisch belang.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1.

    De commissie bestaat uit tenminste drie leden, waaronder een voorzitter en een secretaris, die gezamenlijk en/of afzonderlijk deskundig zijn op het gebied van cultureel erfgoed.

  • 2.

    De leden hebben zitting voor een periode van vier jaar en zijn onmiddellijk hernoembaar voor nog één zittingsperiode. Na deze tweede zittingsperiode wordt in een rooster van aftreden de wisseling van de commissie leden zodanig geregeld dat jaarlijks minstens een vijfde deel van de commissieleden aftreedt.

  • 3.

    De commissie wijst uit één van de leden een voorzitter aan.

  • 4.

    De commissie kiest uit haar midden een secretaris.

Artikel 5 Afdoening onder verantwoordelijkheid

  • 1.

    De commissie kan de advisering over een aanvraag onder verantwoordelijkheid van de commissie overlaten aan een daartoe gemandateerd lid. Het gemandateerd lid adviseert over erfgoedplannen waarvan volgens hem/haar het oordeel van de commissie als bekend mag worden verondersteld.

  • 2.

    Het gemandateerde lid voldoet aan de benodigde deskundigheid zoals genoemd in artikel 4, lid 1.

  • 3.

    In geval van twijfel wordt de aanvraag voorgelegd aan de commissie.

Artikel 6 Werkwijze

  • 1.

    De commissie vergadert na schriftelijke oproep van de voorzitter en/of secretaris, of op verzoek van tenminste twee van haar leden; of op schriftelijk verzoek van het college. De voorzitter en/of secretaris belegt uiterlijk binnen twee weken na ontvangst van het verzoek de vergadering.

  • 2.

    De commissie vergadert minimaal vier keer per kalenderjaar.

  • 3.

    De commissie vergadert slechts indien minimaal 3 leden aanwezig zijn. Wanneer het vereiste aantal leden niet is opgekomen, zal een nieuwe vergadering worden belegd.

  • 4.

    In spoedeisende gevallen kan van het bepaalde in het derde lid van dit artikel worden afgeweken, waarvan mededeling wordt gedaan in het uit te brengen advies.

  • 5.

    De commissie is bevoegd om zich te laten adviseren door andere personen en/of instanties.

Artikel 7 Termijn van advisering

  • 1.

    De commissie brengt een advies over een plan uiterlijk binnen twee weken nadat door of namens het college schriftelijk daarom is verzocht.

  • 2.

    Voor overige adviesaanvragen niet vallend onder het eerste lid, brengt de commissie een advies uiterlijk binnen 13 weken nadat door of namens het college schriftelijk daarom is verzocht.

Artikel 8 Vorm van advisering

  • 1.

    Adviezen worden uitgebracht met volstrekte meerderheid van stemmen. Staande de vergadering van de commissie wordt het advies vastgesteld.

  • 2.

    Alle adviezen zijn met redenen omkleed.

  • 3.

    De commissie adviseert en motiveert haar advies schriftelijk.

  • 4.

    Indien geen eenstemmig advies wordt uitgebracht, wordt het gevoelen van de minderheid in het advies vermeld.

  • 5.

    Geen lid mag vertegenwoordigd zijn bij de beraadslaging en bij de vaststelling van een advies over onderwerpen, waarbij het lid als belanghebbende is betrokken.

  • 6.

    Alle stukken die van de commissie uitgaan, worden getekend door de voorzitter en de secretaris.

Artikel 9 Benoeming en ontslag

  • 1.

    De leden van de commissie worden op voordracht van het Steunpunt Archeologie en Jonge Monumenten van het Erfgoedcentrum Nieuw Land door het college benoemd.

  • 2.

    Een lid kan te allen tijde zijn ontslag nemen en dient dit schriftelijk in bij het college. De aftredende leden blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien, met een maximum van 6 maanden.

  • 3.

    De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

  • 4.

    Het lidmaatschap vervalt bij overlijden.

Artikel 10 Openbaarheid van vergaderingen en mondelinge toelichting

  • 1.

    De vergaderingen van of onder verantwoordelijkheid van de commissie zijn openbaar, tenzij het een vooroverleg betreft, zoals bedoeld in artikel 11, lid 1.

  • 2.

    Indien de aanvrager van een omgevingsvergunning daar om verzoekt of als de commissie daarom verzoekt, wordt deze door of namens de commissie op een door de commissie te bepalen moment in staat gesteld tot het geven van een toelichting op het plan.

Artikel 11 Vooroverleg

  • 1.

    Het college biedt de mogelijkheid om, voorafgaand aan het indienen van een plan, door middel van het indienen van een aanvraag voor een preadvies vooroverleg te plegen met de commissie dan wel een namens haar gemandateerd lid, over de aantasting van monumentale waarden in het concrete geval van hetgeen in het plan is beschreven.

  • 2.

    Het vooroverleg is niet openbaar, tenzij de aanvrager, het college en de commissie geen bezwaar hebben tegen een openbaar vooroverleg.

  • 3.

    Van het vooroverleg wordt verslag gemaakt, dat met het in het 1e lid genoemde plan wordt opgenomen in het dossier. Dit verslag wordt openbaar als dit vooroverleg leidt tot een plan waarvoor een vergunning wordt aangevraagd.

  • 4.

    De commissie dan wel het namens haar gemandateerde lid geeft aan in welke fase de aanvraag werd beoordeeld en op basis van welke monumentale waarden het plan uiteindelijk zal worden beoordeeld, door de commissie dan wel door een namens haar gemandateerd lid.

Artikel 12 Vergoeding

  • 1.

    Het college stelt jaarlijks een subsidie beschikbaar voor de kosten van de advisering door de commissie, waaronder de eventuele reiskosten- en vacatievergoeding voor de commissieleden, die jaarlijks door het Steunpunt Archeologie en Jonge Monumenten van het Erfgoedcentrum Nieuw Land dient te worden aangevraagd.

  • 2.

    Voor deze subsidie is de AWB en de Algemene subsidieverordening van de gemeente Lelystad van toepassing.

Artikel 13 Jaarlijkse verantwoording

1.Jaarlijks zal de commissie in een jaarverslag aan het college verslag uitbrengen over haar werkzaamheden en de wijze waarop de commissie of het krachtens artikel 5 gemandateerde lid heeft geadviseerd.

Artikel 14 Hardheidsclausule

1 In alle gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college, nadat de commissie om een advies is gevraagd.

 

 

Artikel 15 Inwerkingtreding

1.Deze verordening treedt in werking de dag na bekendmaking, op de daartoe geëigende wijze.

Artikel 16

1.Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening op de Erfgoedcommissie Lelystad”.

Lelystad, 31 maart 2015.

De raad van de gemeente Lelystad,

 

de griffier, de voorzitter,