Organisatie | Tholen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening leerlingenvervoer gemeente Tholen 2015 |
Citeertitel | Verordening leerlingenvervoer gemeente Tholen 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vervangen door de Verordening leerlingenvervoer gemeente Tholen 2016.
Deze verordening treedt in werking op 24 april 2015 en is voor de eerste maal van toepassing op aanvragen voor het schooljaar 2015-2016 of een gedeelte daarvan.
Deze verordening vervangt de Verordening leerlingenvervoer 2013.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-05-2015 | 24-04-2015 | 29-07-2016 | nieuwe regeling | 23-04-2015 Elektronisch gemeenteblad, 06-05-2015 | Geen. |
Artikel 1 - Begripsomschrijving
In deze verordening wordt verstaan onder:
de totale tijdsduur die ligt tussen het verlaten van de woning en de aanvang van de schooldag volgens de schoolgids, minus maximaal 10 minuten indien en voor zover de leerling het schoolgebouw met bijbehorend terrein gewoonlijk eerder bereikt dan de schoolgids aangeeft, dan wel de totale tijdsduur die ligt tussen het einde van de schooldag volgens de schoolgids en de aankomst bij de woning, plus een eventuele wachttijd voor het openbaar vervoer of maximaal 10 minuten bij gebruikmaking van aangepast vervoer.
De begeleiding door een personeelslid van een school of instelling als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra van leerlingen die zijn geplaatst op een basisschool of leerlingen die zijn geplaatst op een school voor voortgezet onderwijs en naar het oordeel van het bevoegd gezag zonder die begeleiding zouden zijn aangewezen op het speciaal onderwijs of het voorgezet speciaal onderwijs.
Artikel 2 - Bekostiging van de door het college noodzakelijk te achten vervoersvoorziening
Indien het college toepassing geeft aan het eerste lid, verlangt zij van de ouders aan wie slechts een gedeeltelijke bekostiging van de vervoerskosten toekomt, betaling van een bijdrage tot ten hoogste het bedrag dat de ouders ingevolge het bepaalde in deze verordening moeten bijdragen aan de kosten van het vervoer. Weigering tot of nalatigheid in de betaling van de in de vorige volzin bedoelde bijdrage doet aanspraak op de vervoersvoorziening vervallen.
Artikel 3 - Vervoersvoorziening naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school
Een vervoersvoorziening wordt toegekend over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school, tenzij vervoer naar een verder weg gelegen school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen en de ouders met het vervoer naar die school schriftelijk instemmen.
Indien ouders een vervoersvoorziening aanvragen voor het bezoeken van een school, die op grotere afstand van de woning is gelegen dan een andere school van dezelfde onderwijssoort, ontstaat er slechts aanspraak op een vervoersvoorziening naar eerstgenoemde school als door de ouders schriftelijk wordt verklaard dat zij overwegende bezwaren hebben tegen het openbaar onderwijs dan wel tegen de richting van het onderwijs van alle bijzondere scholen, van de soort waarop de leerling is aangewezen, die dichterbij de woning zijn gelegen.
Artikel 4 - Toekenning vervoersvoorziening
Het college bepaalt bij het verstrekken van bekostiging van de vervoerskosten de wijze en het tijdstip van de uitbetaling, alsmede de tijdsduur van de verstrekte bekostiging.
Artikel 6 - Doorgeven van wijzigingen
Indien de ouders niet voldoen aan het bepaalde in het eerste lid, en het college een wijziging als bedoeld in het tweede lid vaststelt, waardoor blijkt dat ten onrecht een vervoersvoorziening is verstrekt, vervalt de aanspraak op de vervoersvoorziening terstond en kent het college al dan niet opnieuw een vervoersvoorziening toe.
Het college deelt zijn besluit schriftelijk mee aan de ouders.
TITEL 2 - BEPALINGEN OMTRENT HET VERVOER VAN LEERLINGEN VAN SCHOLEN VOOR PRIMAIR ONDERWIJS
Artikel 9 - Algemene bepalingen omtrent het vervoer van leerlingen van scholen voor primair onderwijs
Artikel 10 - Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets
Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school zoals bedoeld onder artikel 9 bezoekt bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school voor basisonderwijs meer dan 6 kilometer en voor hem toegankelijke speciale school voor basisonderwijs meer dan 6 kilometer bedraagt.
Artikel 11 - Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer of vervoer per fiets ten behoeve van een begeleider
Artikel 12 - Vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer
Het college verstrekt een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school zoals bedoeld onder artikel 9 bezoekt, indien:
aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 11 en door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat begeleiding van de leerling door henzelf of anderen onmogelijk is dan wel tot ernstige benadeling van het gezin zal leiden en een andere oplossing niet mogelijk is; of
Artikel 13 - Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren dan wel laten vervoeren, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto afgeleid van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
Indien aanspraak bestaat op een vervoersvoorziening en het college desgewenst toestaat, dan wel van oordeel is dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets, bekostigt het college aan de ouders een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.
Aan de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs, zoals bedoeld in de Wet op het primair onderwijs bezoekt, van wie het inkomen tezamen meer bedraagt dan € 24.750,00 wordt slechts bekostiging verstrekt voor zover de kosten van het vervoer van die leerling de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 10 bepaalde afstand te boven gaan.
Ingeval het college in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doet verzorgen, betalen de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, per leerling per schooljaar een eigen bijdrage die gelijk is aan de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 10 bepaalde afstand, indien het inkomen van de ouders meer bedraagt dan € 24.750,00.
De kosten voor openbaar vervoer, genoemd in het eerste en tweede lid, betreffen de kosten van openbaar vervoer die bij gebruik van de OV-chipkaart of een andere binnen de gemeente geldende OV-betaalmogelijkheid voor de in artikel 10 bepaalde afstand redelijkerwijs zouden worden gemaakt, ongeacht de aanwezigheid van openbaar vervoer of het daadwerkelijk gebruik ervan. Bij het bepalen van de kosten wordt rekening gehouden met de kortingen die voor de leerling binnen het systeem kunnen gelden.
Het bedrag van € 24.750,00 genoemd in het eerste en tweede lid, wordt met ingang van 1 januari 2009 jaarlijks aangepast door het college aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 450,00. Het aangepaste bedrag treedt in plaats van het in het eerste en tweede lid genoemde bedrag van € 24.750,00.
Artikel 15- Financiële draagkracht
In geval het college in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doet verzorgen, en de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs meer dan 20 km bedraagt, betalen de ouders een van de financiële draagkracht afhankelijke bijdrage, tot ten hoogste het bedrag van de kosten van het vervoer.
De inkomensbedragen, genoemd in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 2014 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van euro 500,-.
De bedragen van de eigen bijdrage, bedoeld in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 2014 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het consumentenprijsindexcijfer van de reeks alle huishoudens op het onderdeel vervoersdiensten heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 5,-.
TITEL 3 - BEPALINGEN OMTRENT HET VERVOER VAN DE LEERLINGEN VAN SCHOLEN VOOR VOORTGEZET ONDERWIJS
Artikel 16 - Algemene bepalingen omtrent het vervoer van leerlingen van scholen voor voortgezet onderwijs
Artikel 17 - Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding en vervoer per fiets
Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school zoals bedoeld onder artikel 16 bezoekt bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer van de leerling en een begeleider, indien de leerling door een structurele lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik kan maken.
In afwijking van de bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, zoals bedoeld in het eerste lid, verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets, indien de leerling naar het oordeel van het college onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets.
Het college verstrekt aan de ouders van de leerling, die een school bezoekt zoals bedoeld onder artikel 16, lid 1b en lid 2, bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer van de leerling indien de leerling zelfstandig reist met het openbaar vervoer en niet in staat is om van de fiets gebruik te maken
Artikel 18 - Vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer
Het college verstrekt een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school zoals bedoeld onder artikel 16 bezoekt indien:
aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 17 en door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat begeleiding van de leerling door henzelf of anderen onmogelijk is dan wel tot ernstige benadeling van het gezin zal leiden en een andere oplossing niet mogelijk is; of
Artikel 19 - Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
Indien aanspraak bestaat op een vervoersvoorziening en het college desgewenst toestaat dan wel van oordeel is dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets,, bekostigt het college aan de ouders een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.
TITEL 4 - BEPALINGEN OMTRENT WEEKEINDE- EN VAKANTIEVERVOER
Artikel 20 - Toekenning vervoersvoorziening voor het weekeinde- en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders
Met inachtneming van artikel 3 kent het college desgewenst een vervoersvoorziening voor het weekeinde- en vakantievervoer toe aan de in de gemeente wonende ouders van de leerling die, met het oog op het volgen van voor hem passend (voortgezet) speciaal onderwijs in een internaat of pleeggezin verblijft, volgens het bepaalde in deze Titel.
Artikel 21 - Vervoersvoorziening voor weekeinde- en vakantievervoer
Het college kent aan de ouders een vervoervoorziening toe voor het weekeindevervoer van de leerling voor de, eenmaal per weekeinde gemaakte, reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de weekeinden niet vallen binnen de in het tweede lid bedoelde schoolvakanties.
Het college kent aan de ouders een vervoersvoorziening toe voor het vakantievervoer van de leerling voor de, eenmaal per schoolvakantie van twee dagen of meer, gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de vakantie voorkomt in de schoolgids van de school die de leerling bezoekt.
Artikel 22 - Beslissing college in gevallen waarin de regeling niet voorziet
In gevallen, de uitvoering van het leerlingenvervoer betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
Artikel 23 - Afwijken van bepalingen
Het college kan in bijzondere gevallen, het vervoer voor onderwijs aangaande, ten gunste van de ouders afwijken van de bepalingen in deze verordening, zo nodig na advies te hebben gevraagd aan deskundigen. Afwijking van bepalingen beperkt zich tot aan de ten behoeve van het schoolbezoek gerelateerde uitzonderingen. Alle overige niet onderwijs gerelateerde zaken zoals buitenschoolse opvang, zorgcomponenten e.d. vallen buiten de reikwijdte van artikel 23.
Artikel 24 - Intrekken oude regeling
De verordening leerlingenvervoer 2013 gemeente Tholen vastgesteld door de raad der gemeente Tholen in zijn vergadering van 27 juni 2013 wordt ingetrokken.
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Tholen in zijn openbare vergadering van 23 april 2015.
w.g. G.J. van de Velde-de Wilde, voorzitter.
w.g. mr. W.C. Antes, griffier.
Behorende bij de 'Verordening leerlingenvervoer gemeente Tholen"
Titel 2, artikel 14 Drempelbedrag (eigen bijdrage)
Artikel 14, De hoogte van het inkomensbedrag per schooljaar 2015-2016 wordt vastgesteld op een bedrag van € 24.750,00
Het drempelbedrag dat betaald dient te worden door de ouders, conform het vermeldde in artikel 14, geldende voor het schooljaar 2015/2016 als volgt vast te stellen;
Peiljaar voor het gecorrigeerde verzamelinkomen is het jaar 2013.
Draagkrachtafhankelijke bijdrage
De draagkrachtafhankelijke bijdrage zoals bedoeld in artikel 15, geldende voor het schooljaar 2015/2016 als volgt vast te stellen;
Indien het college besluit aan ouders een kilometervergoeding voor eigen vervoer toe te kennen, verstrekt zij volgens de artikelen 13 en 19 van de verordening leerlingenvervoer een vergoeding die gebaseerd is op de Reisregeling Binnenland. Voor 2015 geldt op grond van de Reisregeling Binnenland een bedrag van € 0,37 per kilometer. In vervolg op de tot 1 april 1993 geldende systematiek kunnen gemeente kiezen voor een schijvenmodel. Deze systematiek leidt tot de volgende bedragen;
De vergoeding voor het gebruik van een eigen fiets bedraagt € 0,09 per kilometer.
Aldus vastgesteld door het college van Burgemeester en wethouders van Tholen in haar vergadering van 23 april 2015
de secretaris, de burgemeester,
TITEL 6 - BEPALINGEN OMTRENT HET VERVOER VAN GEHANDICAPTE LEERLINGEN VAN SCHOLEN VOOR PRIMAIR ONDERWIJS EN VOORTGEZET ONDERWIJS
De Verordening leerlingenvervoer gemeente Tholen bevat bepalingen omtrent het vervoer van gehandicapte leerlingen naar scholen voor primair onderwijs en voortgezet onderwijs. Ter verduidelijking van de te volgen handelswijze bij de uitvoering van de hieronder vallende artikelen, met name in gevallen waar sprake is van een 'tijdelijke' handicap, hebben burgemeester en wethouders in hun vergadering van 28 januari 2003 de navolgende beleidsregels vastgesteld.
Leerlingen die een aanvraag indienen voor leerlingenvervoer op basis van de Verordening Leerlingenvervoer Gemeente Tholen, in gevallen waar sprake is van een tijdelijke handicap, komen niet eerder in aanmerking voor bekostiging dan is gesteld in de navolgende richtlijnen:
De verwachtte periode van de 'tijdelijke' handicap dient in ieder geval aangetoond te worden middels schriftelijke verklaringen. Deze bewijsstukken kunnen zijn van medisch specialisten, behandelend arts, en dergelijke. Het college behoudt zich te allen tijde het recht voor het advies van andere deskundigen bij de beoordeling te betrekken.
Vervoer wordt niet toegekend voor een volledig schooljaar maar voor een beperkte periode afhankelijk van de aard en ernst van de tijdelijke handicap. Na verloop van deze vastgestelde periode volgt een evaluatie van de situatie waarbij bekeken wordt of er nog beperkende factoren aanwezig zijn welke verlenging van het vervoer rechtvaardigen.