Organisatie | Hendrik-Ido-Ambacht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Controle Verordening openbaar Lichaam Drechtsteden |
Citeertitel | Controle Verordening Openbaar Lichaam Drechtsteden |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-04-2015 | Onbekend | 07-04-2015 Gemeenteblad, 28-04-2015 nr. 35578 | Onbekend |
Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen
boekjaar aan de Drechtsteden is verschuldigd, waartoe indien van toepassing ook de rijksbijdragen die een deelnemer ontvangt worden gerekend;
Deze verordening regelt de grondslag en de wijze van berekening van de door de deelnemers per boekjaar verschuldigde financiële bijdrage aan de Drechtsteden.
Hoofdstuk 2: Algemene bijdragen
Maatstaf voor het aantal inwoners van een deelnemer als bedoeld in het eerste lid is het aantal inwoners dat de deelnemer telt volgens de per 1 juli van het tweede jaar voorafgaande aan het boekjaar waarop de bijdrage betrekking heeft, door het Centraal Bureau voor Statistiek openbaar gemaakte bevolkingscijfers.
Hoofdstuk 3: Specifieke bijdragen
Artikel 7: Van toepassing verklaring
Dit hoofdstuk is alleen op de deelnemer van toepassing voor zover de deelnemer de taken en bevoegdheden als genoemd in dit hoofdstuk heeft overgedragen, heeft gemandateerd, volmacht of machtiging heeft verleend of heeft opgedragen aan een bestuursorgaan van de Drechtsteden.
Artikel 8: Sociale Dienst Drechtsteden
1.De financiële bijdrage van gemeenten voor de bekostiging van de WMO individuele voorzieningen (vervoersvoorzieningen, rolstoelen en woonvoorzieningen), collectief vervoer de Drechthopper en de Huishoudelijke Ondersteuning, worden overgedragen op basis van voorcalculatie. De realisatiecijfers van het voorgaande boekjaar vormen de basis voor de hoogte van de voorcalculatorische budgetoverdracht in enig jaar. De afrekening zal plaatsvinden door middel van nacalculatie.
Voor de bekostiging van de taken die per 1 januari 2015 vanuit de AWBZ overkomen naar de gemeenten, de maatwerkvoorzieningen Begeleiding en Kortdurend Verblijf, Persoonlijke Verzorging en Inkomensondersteuning, is in het Beleidsplan WMO en de Financiële notitie WMO de afspraak gemaakt dat de eerste drie jaren, 2015 tot en met 2017, in financiële solidariteit wordt uitgevoerd. De WMO middelen die de gemeenten hiervoor ontvangen binnen de integratie-uitkering sociaal domein worden 1 op 1 overgedragen aan de SDD. Bij een tekort wordt naar rato van de ingelegde middelen per gemeente het bij te betalen bedrag verdeeld over de gemeenten.
2.De hoogte van de bijdrage van de deelnemer voor de uitvoering van taken als bedoeld in artikel, tweede lid, onder a van de regeling (Participatiewet) is gelijk aan de hoogte van het door het Rijk toegekende integratie-uitkering sociaal domein, onderdeel gebundeld Participatiebudget (re-integratiebudget en middelen Wsw).
In basis zullen zich op dit programma-onderdeel geen tekorten voordoen door budgetsturing.
Binnen het participatiebudget maken de middelen Wsw onderdeel uit van de begroting van de GR Drechtwerk. Tekorten en overschotten worden met de gemeenten verrekend via GR Drechtwerk.
Het onderdeel re-integratiebudget van het Participatiebudget zal de eerste drie jaren, 2015 tot en met 2017, in financiële solidariteit wordt uitgevoerd. Een tekort of overschot wordt naar rato van de ingelegde middelen (gebundeld Participatiebudget) per gemeente verrekend.
De hoogte van de bijdrage van de deelnemer voor de uitvoering van taken als bedoeld in artikel 6, tweede lid, onder b, c en d van de regeling (Inkomensondersteuning, WWB, IOAW, IOAZ, BBZ) is gelijk aan de hoogte van het door het Rijk toegekende budget.
Tekorten en/ of overschotten op dit programmaonderdeel worden in eerste instantie onttrokken of toegevoegd aan de hiervoor bestemde reserve. Resterend tekorten en/ of overschotten worden door de deelnemende gemeenten gezamenlijk gedragen c.q. terugontvangen. De verdeling van een eventueel tekort of overschot gebeurt op grond van de verdeelsleutel die gebaseerd is op het vijfjaar voortschrijdend gemiddelde bijstandsontvangers.
Verbijzondering op het onderdeel BBZ (Rijksverplichting);
Voor het specifieke onderdeel van de BBZ, zijnde declaratiedeel BBZ, dragen de deelnemers bij op basis van voorschot aan de declarabele uitgaven BBZ. De hoogte van de financiële bijdrage wordt bepaald in de maandelijkse liquiditeitsbegroting. Een aan het eind van een jaar wordt op basis van nacalculatie afgerekend met gemeenten. Reserves/voorziening zijn hier niet van toepasing.
De hoogte van de bijdrage van de deelnemer voor de uitvoering van taken als bedoeld in artikel 6, tweede lid, onder f van de regeling (Kinderopvang) is op basis van voor- en nacalculatie. De realisatiecijfers van het voorgaande boekjaar vormen de basis voor de hoogte van de voorcalculatorische budgetoverdracht in enig jaar. Indexatie is hierop van toepassing. Na afloop van enig begrotingsjaar vindt nacalculatie plaats per gemeente.
Kinderopvang voor klanten die re-integratie- of inburgeringstrajecten volgen, worden gedekt uit het Gebundeld Participatiebudget.
De hoogte van de bijdrage van de deelnemer voor de uitvoering van taken als bedoeld in artikel 6, tweede lid, onder b van de regeling (Minimabeleid) wordt vastgesteld op basis op grond van de verdeelsleutel die gebaseerd is op het vijfjaar voortschrijdend gemiddelde bijstandsontvangers. Tekorten en/ of overschotten op dit programmaonderdeel worden in eerste instantie onttrokken cq gestort aan de hiervoor bestemde reserve. Resterend tekorten en/ of overschotten worden door de deelnemende gemeenten gezamenlijk gedragen c.q. terugontvangen. De verdeling van een eventueel tekort of overschot gebeurt eveneens op grond van de genoemde verdeelsleutel.
De hoogte van de bijdrage van de deelnemer voor de uitvoering van de taken als bedoeld in artikel 6, tweede lid, onder h van de regeling (Schuldbemiddeling en budgetadvies) is op basis van voor- en nacalculatie. De realisatiecijfers van het voorgaande boekjaar vormen de basis voor de hoogte van de voorcalculatorische budgetoverdracht in enig jaar Na afloop van enig begrotingsjaar vindt nacalculatie plaats per gemeente.
Uitzondering hierop vormen de uitvoeringskosten voor de WMO. Gemeenten ontvangen van het Rijk hiervoor een bijdrage in de integratie-uitkering WMO in de Algemene Uitkering. Deze kosten worden jaarlijks reëel begroot doch tot maximaal 68,21% van de bijdrage van het Rijk. De SDD zal dit gebruiken om een deel van de apparaatskosten WMO binnen haar begroting te dekken.
Bij de apparaatskosten voor uitvoering van de taken die per 1 januari 2015 vanuit de AWBZ overkomen naar de gemeenten, de maatwerkvoorzieningen Begeleiding en Kortdurend Verblijf, Persoonlijke Verzorging en Inkomensondersteuning, dragen de gemeenten bij naar rato van de WMO middelen (= onderlinge verhouding budget integratie uitkering Sociaal domein tussen gemeenten) die zij hiervoor ontvangen binnen de integratie-uitkering sociaal domein.
Artikel 9: Ingenieursbureau Drechtsteden
Indien de bijdragen als bedoeld in het vierde lid de kosten van het IBD in het betreffende boekjaar niet dekken dienen de deelnemers IBD een aanvullende bijdrage te betalen, waarvan de hoogte wordt bepaald aan de hand van de mate waarin de in dat boekjaar door die deelnemer gegenereerde omzet achterblijft bij de voor die deelnemer IBD geraamde omzet. Indien er sprake is van een negatief bedrijfsresultaat als gevolg van een andere oorzaak dan het niet realiseren van de geraamde omzet, wordt het tekort eveneens verdeeld op basis van de onderlinge verhouding in de afgesproken omzetgarantie.
Artikel 10: Servicecentrum Drechtsteden
In afwijking van het bepaalde in het tweede lid d, e, f en i worden de aantallen waarop de bijdrage is gebaseerd voor de boekjaren 2013, 2014 en 2015 bevroren, en vastgelegd conform de aantallen uit de bijlage.
Artikel 11: Gemeentebelastingen en Basisinformatie Drechtsteden
De hoogte van de voorlopige en definitieve bijdrage van de deelnemer voor de uitvoering van het uniforme basispakket als bedoeld in artikel 7, derde lid van de regeling wordt bepaald op basis van het aantal aanslagregels dat de deelnemer heeft opgelegd in het tweede jaar voorafgaand aan het boekjaar waarop de bijdrage betrekking heeft, in verhouding tot het totaal aantal aanslagregels van alle deelnemers over dezelfde periode.
Artikel 12: Onderzoekcentrum Drechtsteden
De hoogte van de voorlopige en definitieve bijdrage van de deelnemer voor de uitvoering van het basispakket als bedoeld in artikel 7, eerste lid onder j, sub i van de regeling wordt bepaald op basis van het inwoneraantal van elke deelnemer. Maatstaf voor het aantal inwoners van een deelnemer is het aantal inwoners dat de deelnemer telt volgens de per 1 juli van het tweede jaar voorafgaande aan het boekjaar waarop de bijdrage betrekking heeft, door het Centraal Bureau voor Statistiek openbaar gemaakte bevolkingscijfers.
Eventuele opdrachten van (organisatieonderdelen van) de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden zelf, worden beschouwd als opdrachten als bedoeld in het derde lid (pluspakket). Het bedrag dat per organisatieonderdeel wordt geraamd voor de uitvoering van de in dit lid bedoelde opdrachten, wordt bij wijze van voorschot jaarlijks in 2 termijnen betaald.
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015.
Deze verordening kan worden aangehaald als: ‘Verordening financiële bijdragen deelnemers openbaar lichaam Drechtsteden’.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de Drechtraad van 7 april 2015.
De interim regiogriffier, De voorzitter,
drs. B.C.A.M. Poiesz drs. A.A.M. Brok
Bijlage: Aantallen verrekensystematiek SCD voor de jaren 2013, 2014, 2015