Organisatie | Lingewaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieverordening verduurzaming glastuinbouw Lingewaard 2014-2015 |
Citeertitel | Subsidieverordening verduurzaming glastuinbouw Lingewaard 2014-2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-06-2014 | 31-12-2015 | nieuwe regeling | 12-06-2014 | Onbekend. |
De raad van de gemeente Lingewaard;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Lingewaard d.d.22 april 2014;
gehoord de behandeling tijdens de Politieke Avond d.d.21 mei 2014
gelet op het bepaalde in 149 van de Gemeentewet en Hoofdstuk 4, titel 2 van de Algemene wet bestuursrecht;
vast te stellen de. Subsidieverordening verduurzaming glastuinbouw Lingewaard 2014-2015
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
adviescommissie duurzaamheid; een commissie bestaande uit minimaal de portefeuillehouder duurzaamheid van de gemeente Lingewaard, de duurzaamheid coördinator Lingewaard of de eventuele vervangers daarvan en een vertegenwoordiger van de Stichting Greenport Arnhem Nijmegen die over subsidieaanvragen advies uitbrengt aan het college van B&W;
ontwikkelingsproject: een voor de tuinbouwsector in de Stadsregio Arnhem Nijmegen nieuwe, planmatige activiteit, waarin de resultaten van onderzoek in plannen, schema’s of ontwerpen voor nieuwe, gewijzigde of verbeterde producten, processen of diensten worden omgezet, die bijdragen aan de doelstelling van deze verordening;
Stadsregio Arnhem Nijmegen: de 20 gemeenten binnen het grondgebied van de Stadsregio Arnhem Nijmegen: Arnhem, Beuningen, Duiven, Doesburg, Groesbeek, Heumen, Lingewaard, Millingen aan de Rijn, Montferland, Mook en Middelaar, Nijmegen, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rijnwaarden, Roozendaal, Ubbergen, Westervoort, Wijchen en Zevenaar
De totale subsidiebijdrage per project bedraagt maximaal 40% van de totale projectkosten tot een maximum van € 50.000,- per project. Het college kan op advies van de adviescommissie een hogere maximumbijdrage per project vaststellen tot maximaal het subsidieplafond is bereikt. Het college beslist op de aanvragen in volgorde van ontvangst, met dien verstande dat wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 Awb de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de datum waarop de aanvraag naar behoren en compleet is aangevuld, geldt als datum van binnenkomst.
Hoofdstuk 2 Aanvraag en beslissing op de aanvraag
Subsidieverlening voor projecten geschiedt op volgorde van ontvangst, met dien verstande dat indien een aanvrager niet heeft voldaan aan enig wettelijk voorschrift voor het in behandeling nemen van de aanvraag en met toepassing van artikel 4:5 Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvraag voldoet aan de wettelijke voorschriften als datum van ontvangst geldt. Het maximaal subsidiabele bedrag wordt verdeeld op basis van de ontvangstdatum van ingekomen verzoeken voor subsidie voor projecten zoals omschreven in artikel 2, lid 3 van deze verordening, tot het subsidieplafond is bereikt. Het college bepaald bij de toekenning van een subsidiebijdrage het maximum van de te verstrekken bijdrage.
Hoofdstuk 3 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Artikel 10 Overige doelgebonden verplichtingen
Het college kan naast de standaardverplichtingen zoals bedoeld in artikel 4:37 Awb ook doelgebonden verplichtingen opleggen zoals bedoeld in artikel 4:38 Awb.
De subsidieontvanger houdt een inzichtelijke en controleerbare administratie bij met betrekking tot uitvoering van het project en de in verband daarmee gedane uitgaven en verworven inkomsten. De administratie bestaat uit een projectadministratie en een financiële administratie, waarin alle noodzakelijke gegevens tijdig, juist en volledig zijn vastgelegd en zijn te verifiëren met bewijsstukken. Zo dienen op alle facturen en overige bewijsstukken duidelijk de projectnaam en opdrachtgever vermeld te staan, zoals in het projectplan opgenomen.
Artikel 12 Tussentijdse verantwoording
De subsidieontvanger brengt steeds na afloop van een periode van zes maanden, doch uiterlijk 1 november 2015 aan het college schriftelijk verslag uit omtrent de uitvoering van het project of activiteit, meer specifiek de inhoudelijke en financiële voortgang. Verder dient de aanvrager een planning van activiteiten en uitgaven voor de komende periode in te dienen.
Het college kan de subsidieontvanger verplichtingen opleggen met betrekking tot het geven van bekendheid aan het project of activiteit en de resultaten ervan. Zo dient bij alle communicatie-uitingen (website, drukwerk, bouwborden, etc.) het logo van de provincie Gelderland en het logo van de gemeente Lingewaard vermeld te worden en medegedeeld te worden, dat het project mede tot stand is gekomen dankzij financiering van de provincie Gelderland
Ten behoeve van haar financiële en inhoudelijke verslaglegging en administratieve verplichtingen aan de stadsregio Arnhem Nijmegen worden aan de gemeente kopie exemplaren van alle nota’s verstrekt, die betrekking hebben op het project/de activiteit.
Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van.12 juni 2014.
De raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,
Th.G.L. Greep, M.H.F.Schuurmans-Wijdeven
Toelichting op de Subsidieverordening verduurzaming glastuinbouw Lingewaard 2014.
In de kadernotitie duurzaamheid is verwoord dat de gemeente Lingewaard inzet op een toekomstige ontwikkeling van de gemeente waarin de visie, ambitie en doelen zijn omschreven voor een “duurzaam” Lingewaard. ‘ Het behoud van de aarde voor toekomstige generaties is een belangrijk aspect van duurzaamheid. Maar duurzaamheid gaat verder dan milieu alleen. Lingewaard hanteert drie dimensies van duurzaamheid: Het ecologische aspect, het sociale aspect en het economische aspect[1]. Deze verordening heeft betrekking op de groene economie.
De Subsidieverordening verduurzaming glastuinbouw Lingewaard 2014-2015 vormt samen met de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het juridische kader voor het verstrekken van subsidies op het gebied van duurzaamheid in de glastuinbouwsector. De Awb geeft algemene regels voor subsidieverlening en -vaststelling. De verordening volgt het uit de Awb volgende systeem van aanvraag van de subsidie, de verlening van de subsidie, de realisatie van het project en vaststelling van de subsidie. De definitie van subsidie is gegeven in artikel 4:21 van de Awb. Enkele andere specifieke termen die in deze verordening worden gehanteerd, zoals beschikking, subsidieplafond, subsidieverlening en subsidievaststelling zijn eveneens in die wet nader gegeven. De termen die geen algemene strekking hebben worden gedefinieerd in de verordening. Omdat het middelen betreft, die vanuit de provincie c.q. de stadsregio Arnhem Nijmegen specifiek aan de gemeente ter beschikking heeft gesteld onder het zogenoemde regiocontract voor de verduurzaming van de glastuinbouwsector is gekozen voor een afzonderlijke subsidieverordening voor duurzaamheid in de glastuinbouwsector.
Hierin zijn de definities opgenomen die in deze verordening worden gehanteerd en toegepast.
Hierin wordt de doelstelling en reikwijdte van de verordening omschreven.
Dit artikel geeft aan dat het college belast is met de uitvoering van de verordening.
Zoals hiervoor al is beschreven, is het de bevoegdheid van de raad om kaders te stellen en te controleren. Door de kaderstelling bepaalt de raad de doelstellingen en de resultaten die moeten worden bereikt. Het college heeft de taak om aanvragen te beoordelen en de subsidies te verstrekken voor activiteiten die bijdragen aan doelstellingen van het gemeentelijk duurzaamheidsbeleid. Verder legt het college verantwoording af over de uitvoering, maar dat is al wettelijk geregeld en daarom is daarover geen bepaling in deze verordening opgenomen.
Dit artikel beschrijft de basis en werkwijze van de onafhankelijke adviescommissie. De commissie zal de aanvragen voor een project op volgorde van binnenkomst beoordelen. Het college regelt de samenstelling en de werkwijze van de commissie. Zie tevens de toelichting bij artikel 9.
Artikel 5 regelt het subsidieplafond.
Dit artikel geeft een aantal gronden weer waarop de subsidieaanvraag in ieder geval wordt afgewezen. Projecten of initiatieven waarvan op voorhand gerede twijfel bestaat of zij wel uitgevoerd, gerealiseerd of gefinancierd kunnen worden, komen niet voor subsidie in aanmerking.
Het aanvraagformulier wordt op de website van de gemeente Lingewaard gepubliceerd.
Daarnaast wordt aangegeven welke bijlagen nodig zijn voor een beoordeling van de aanvraag.
Uit dit artikel volgt dat bij subsidieaanvragen voor projecten de termijn waarbinnen een beschikking wordt afgegeven, de dag waarop de aanvraag compleet is als startdatum wordt genomen.
De adviescommissie adviseert over de ingediende aanvragen.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting
In deze artikelen worden de algemene verplichtingen met betrekking tot de uitvoering van het project vastgesteld. De subsidieontvanger is verplicht om op voorhand om ontheffing te vragen indien het project vertraagt, essentieel wordt gewijzigd of wordt stopgezet. Het verzoek om ontheffing dient deugdelijk te worden gemotiveerd. In de regel zal geen ontheffing worden verleend voor situaties die geheel zijn te wijten aan de subsidieontvanger.
Tevens worden de algemene verplichtingen met betrekking tot de uitvoering van het project vastgesteld. De subsidieontvanger is verplicht om op voorhand om ontheffing te vragen indien het project vertraagt, essentieel wordt gewijzigd of wordt stopgezet. Het verzoek om ontheffing dient deugdelijk te worden gemotiveerd. In de regel zal geen ontheffing worden verleend voor situaties die geheel zijn te wijten aan de subsidieontvanger.
De subsidieontvanger dient iedere zes maanden een halfjaarrapportage te overleggen. Ook kan de subsidieontvanger door het college worden gevraagd om de resultaten van het project openbaar te maken.
Indien voor een subsidieontvanger een verzoek tot verlening van surcéance van betaling aan of faillietverklaring van hem bij de rechtbank is ingediend, dient de subsidieontvanger het college daarvan onverwijld in kennis te stellen. Het college is bevoegd om op grond van artikel 4:48 Awb aan een dergelijke melding de consequentie te verbinden een subsidieverlening in te trekken of ten nadele van de subsidieontvanger te wijzigen.
De subsidieontvanger ontvangt de subsidiebijdrage pas na afronding en verantwoording van het project/activiteit.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Deze verordening treedt in werking nadat deze na vaststelling door de raad is bekendgemaakt via wwww.officielebekendmakingen.nl.