Organisatie | Nieuwkoop |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Het beschrijven en waarderen van functies bij de gemeente Nieuwkoop |
Citeertitel | Het beschrijven en waarderen van functies bij de gemeente Nieuwkoop |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Het beschrijven en waarderen van functies bij de gemeente Nieuwkoop |
1e verordening tot wijziging: collegebesluit 24-11-15 / ingang 1-1-2016
Hoofdstuk 3 CAR
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2016 | 01-01-2020 | 1e verordening tot wijziging | 24-11-2015 Elektronisch gemeenteblad d.d. 2-12-2015 | 15.23025 | |
17-05-2008 | 01-01-2020 | Onbekend | 17-05-2008 Onbekend | Onbekend |
Het samenstel van taken en/of werkzaamheden dat de functiehouder dient uit te voeren in het geheel van werkzaamheden dat door de ambtenaar is ter verrichten conform artikel 3:1 Car/Uwo.
Degene die krachtens een besluit van het College van B&W aangewezen is om een functie te bekleden.
Een groep van functies die qua aard, karakter, complexiteit en niveau gelijksoortig zijn en vergelijkbare eisen stellen aan de functiehouders.
De organieke beschrijving die door of namens het College als zodanig is vastgesteld voor een functie binnen een functiefamilie, voortvloeiend uit de organisatiestructuur en verdeling van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden binnen de organisatie.
Het bepalen van de functiewaarde van de functieprofielen met behulp van de vastgestelde waarderingsmethode RATO.
De gemeentesecretaris/algemeen directeur.
De bestuurder in de zin van de Wet op de Ondernemingsraden (WOR).
Een als zodanig door de systeemhouder erkend deskundige inzake de toepassing en werking van de functiewaarderingsmethode.
De commissie die belast is met de toetsing van het functiewaarderingsadvies van de functiewaarderingsdeskundige.
De commissie die is ingesteld op grond van artikel 7:13 AWB en die in het kader van deze regeling belast is met de behandeling van bezwaren tegen de besluiten als bedoeld in artikel 7.
Artikel 2: VASTSTELLING FUNCTIEBESCHRIJVINGEN
Door of namens de directie wordt schriftelijk aan de functiehouder bekend gemaakt welke functiebeschrijving op de functie van toepassing is. De functiehouder wordt in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze over de toedeling kenbaar te maken. De termijn voor het kenbaar maken van de zienswijze bedraagt twee weken. De zienswijze wordt schriftelijk en gemotiveerd ingediend bij de directie. Door of namens de directie wordt gemotiveerd aan de functiehouder mededeling gedaan of de zienswijze al dan niet wordt overgenomen.
Het samenstel van voorlopig vastgestelde functiebeschrijvingen (het functieboek), wordt ter advies aangeboden aan de ondernemingsraad (OR). De datum van de te houden overlegvergadering wordt in gezamenlijk overleg vastgesteld, doch vindt niet later plaats dan zes weken nadat de bestuurder de OR om advies heeft gevraagd.
ARTIKEL 4: DE FUNCTIEWAARDERING
In opdracht van het College zal door een functiewaarderingsdeskundige aan de hand van de vastgestelde functiewaarderingsmethode worden voorzien in een analyse en waardering van alle vastgestelde functiebeschrijvingen. Deze analyse en waardering zal, resulterend in een waarderingsadvies, aan de toetsingscommissie als bedoeld in artikel 5, beschikbaar worden gesteld.
De toetsingscommissie toetst het waarderingsadvies op onderlinge samenhang en opbouw en adviseert het College ter zake haar bevindingen. Het staat de toetsingscommissie vrij bij de behandeling van het waarderingsadvies informanten te raadplegen. De commissie krijgt alle informatie die zij nodig acht om haar werkzaamheden naar behoren te kunnen verrichten. Minderheidsstandpunten kunnen worden ingenomen.
Door of namens het College wordt schriftelijk aan de functiehouder bekend gemaakt welke functiebeschrijving op de functie van toepassing is, de waardering van de functiebeschrijving, alsmede de gevolgen voor de inpassing in de salarisschaal en bezoldiging. Elk van deze onderdelen is een besluit als bedoeld in artikel 1:3 van de Algemene Wet Bestuursrecht.
Ingevolge de Algemene Wet Bestuursrecht kan de functiehouder/belanghebbende die zich met het besluit inzake de toedeling van de functiebeschrijving en/of de waardering en/of de salarisinpassing niet kan verenigen, bij het College schriftelijk bezwaar aantekenen. Het bezwaar dient binnen zes weken na bekendmaking van het besluit te worden ingediend en bevat tenminste de naam van de indiener, de dagtekening en de gronden waarop het bezwaar rust.
Het College legt het bezwaarschrift ter advisering voor aan de bezwarencommissie als bedoeld in artikel 8. Het College neemt in principe binnen tien weken na de datum van indiening van het bezwaarschrift een beslissing op het bezwaar en doet hiervan schriftelijk en gemotiveerd mededeling aan de functiehouder/belanghebbende.