Organisatie | Lingewaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Financiële verordening gemeente Lingewaard 2015 |
Citeertitel | Financiële verordening gemeente Lingewaard 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vervangen door de Financiële verordening gemeente Lingewaard 2018.
Artikel 17 bevat overgangsrecht.
Deze regeling vervangt de Financiële verordening gemeente Lingewaard en de Regeling begrotingswijzigingen 2007.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2018 | nieuwe regeling | 13-11-2014 | 14RDS00260 |
2. Begroting en verantwoording
Artikel 4. Autorisatie begroting
Bij de begrotingsbehandeling kan de raad aangeven van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de begroting geautoriseerd voor het begrotingsjaar.
Wanneer het Rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het collectieve aandeel van de gemeenten in het EMU-tekort, bedoeld in artikel 3 zesde lid van de Wet houdbare overheidsfinanciën, hebben overschreden, informeert het college de raad of een aanpassing van de begroting nodig is.
Als het college een aanpassing nodig acht, doet het college een voorstel voor het wijzigen van de begroting.
Artikel 7. Waardering en afschrijving vaste activa
Het college biedt de raad minimaal een keer in de vier jaar een nota activabeleid aan.
Artikel 8. Reserves en voorzieningen
Het college biedt de raad minimaal een keer in de vier jaar een nota reserves en voorzieningen aan.
Artikel 9. Risicomanagement en weerstandsvermogen
Het college biedt de raad minimaal een keer in de vier jaar een nota risicomanagement en weerstandsvermogen aan. De raad stelt de nota vast.
Artikel 10. Financieringsfunctie
Het college biedt de raad minimaal een keer in de vier jaar een treasurystatuut aan.
Artikel 11. Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen
Het college doet de raad jaarlijks een voorstel over de hoogte van alle gemeentelijke tarieven.
Artikel 12. Kostprijsberekening
Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten van de gemeente Lingewaard wordt een systeem van kostentoerekening, zoals jaarlijks in de begroting is opgenomen, gehanteerd. Binnen deze kostentoerekening worden naast de directe kosten ook de indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.
Bij de begroting wordt de omslagrente voor de rentetoerekening aan de activa afgeleid van het rentetotaal van de uitstaande leningen en de bij begroting vastgestelde gecalculeerde rente over het eigen vermogen en de voorzieningen. Bij de jaarrekening wordt de bij de begroting bepaalde omslagrente gehanteerd.
Artikel 13. Prijzen economische activiteiten
Voor de levering van goederen, diensten of werken aan overheidsbedrijven en derden en met welke bijbehorende activiteiten de gemeente in concurrentie met marktpartijen treedt, wordt tenminste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht. Bij afwijking doet het college vooraf voor elk van deze activiteiten afzonderlijk een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de activiteit wordt gemotiveerd.
Bij het verstrekken van kapitaal door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden gaat het college uit van een vergoeding van tenminste de geraamde integrale kosten van de verstrekte middelen. Bij afwijking doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de kapitaalverstrekking wordt gemotiveerd.
4. Financiële organisatie en financieel beheer
De gemeentelijke administraties zijn zodanig van opzet en werking, dat zij dienstbaar is voor:
Artikel 15. Financiële organisatie
Het college draagt zorgt voor:
opdat aan de eisen van rechtmatigheid, controle en verantwoording wordt voldaan.
Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder a van de Gemeentewet, en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties bedoeld in artikel 213, derde lid, onder b van de Gemeentewet, voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.
Artikel 17. Intrekken oude verordening en overgangsrecht
De ‘Financiële verordening gemeente Lingewaard’ en de “Regeling begrotingswijzigingen 2007”, zoals deze zijn vastgesteld op 19 april 2007, worden ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de jaarrekening en het jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar voorafgaand aan het jaar waarin deze verordening in werking treedt.
Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 13 november 2014.
De raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,
Th.G.L. Greep M.H.F. Schuurmans-Wijdeven
Bijlage 1 Autorisatie begrotingswijzigingen 2015
(regeling gebaseerd op artikel 4, lid 3 van de Financiële verordening gemeente Lingewaard 2015)
Onderstaand een samenvatting van het proces rondom de begrotingswijzigingen en de administratieve wijzigingen. In de toelichting wordt een nadere omschrijving gegeven.
De raad stelt de begrotingswijzigingen op programmaniveau vast indien sprake is van wijziging van bestaand beleid/ starten nieuwe activiteiten/ intensiveren bestaande activiteiten waarvoor geen budget in de begroting is opgenomen/ overige budgetwijzigingen op programmaniveau die niet vallen onder B.
De wijzigingen die betrekking hebben op:
worden achteraf gemeld in de tussentijdse rapportage, de jaarrekening of middels separate documenten. De financiële afwijkingen mogen geen gevolg zijn van een beleidswijziging. De over- of onderschrijdingen op productgroepniveau die met een percentage van 10% of meer worden onder/overschreden moeten nader worden toegelicht. Hierbij geldt voor investeringskredieten een minimumbedrag van € 50.000 en voor budgetten op productniveau een minimumbedrag van € 25.000.
In de praktijk kunnen zich op beleids- en/of bestuursniveau zaken voordoen waarbij het reguliere besluitvormingsproces niet binnen de daarvoor geldende termijnen kan worden gevolgd. Alleen in die gevallen die een uitzonderlijk dan wel een spoedeisend karakter hebben (en waarbij dus onmiddellijke afdoening noodzakelijk is) is vooraf geen budgetverlening door de raad noodzakelijk. De raad dient zo spoedig mogelijk na het spoedeisende voorval te worden geïnformeerd.
Voor investeringen in de loop van het begrotingsjaar die niet in de begroting zijn opgenomen legt het college vooraf aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel en een voorstel voor het autoriseren van een investeringskrediet aan de raad voor, met uitzondering van die gevallen hierboven genoemd onder C.
Indien in het lopende het jaar een beleids- en/of beheersplan wordt geactualiseerd, met als gevolg een wijziging van de dotaties aan de voorzieningen, dan worden bij de vaststelling van het beleids- of beheersplan door de dotaties aan de voorziening en de begrotingswijziging door de raad vastgesteld.
Een administratieve wijziging is een wijziging op werkbudgetniveau binnen een product. Om deze reden kan worden volstaan met autorisatie van de wijziging door de budgethouder of de directie en kan de wijziging daarna worden verwerkt. Om de autorisatie begrotingswijzigingen in overeenstemming te brengen met de mandaatregeling is opgenomen dat de directie/budgethouder ook mag schuiven met die budgetten die betrekking hebben op de personeelslasten. Voor zover dit budgettair neutraal gebeurt kan dit zowel binnen het programma als over de programma’s heen. Het college en de raad hoeven in principe niet geïnformeerd te worden. Het college legt deze voorwaarden vast in bijvoorbeeld de mandaatregeling en/of in een budgethoudersregeling.
BIJLAGE 2 Financiële verordening gemeente Lingewaard 2015
Niet alle begripsbepalingen uit de modelverordening van de VNG zijn overgenomen, veelal omdat begrippen in andere wet- en regelgeving al zijn gedefinieerd.
Ten opzichte van de financiële verordening 2007 is dit artikel vrijwel ongewijzigd.
Artikel 2. Inrichting begroting en jaarstukken
Dit artikel is grotendeels conform artikel 3 van de modelverordening van de VNG. Alleen de term “prioriteit” is vervangen door “prestatiedoel” en daarmee in overeenstemming gebracht met de terminologie in onze begroting.
In dit artikel zijn aanvullend op het BBV bepalingen opgenomen voor de inrichting van de begroting en de jaarstukken. Doordat in dit artikel wordt bepaald dat onder elk van de programma’s de lasten en baten per prestatiedoel worden weergegeven is het bijvoegen van de productenraming bij de begroting en de productenrealisatie bij de jaarstukken niet meer nodig.
In overleg met de auditcommissie is in lid 3 opgenomen dat de raad bij de kadernota de programma-indeling vaststelt. In de verordening 2007 was dit nog apart geregeld in artikel.
Dit artikel komt verder grotendeels overeen met artikel 3a van de financiële verordening 2007 en richt zich vooral op het proces om tot aanbieding van de kadernota aan de raad te komen.
Artikel 4. Autorisatie begroting
Dit artikel bevat nadere regels voor de autorisatie van de baten en lasten in de begroting en van de investeringskredieten. Autorisatie vindt plaats op het niveau van het de totale lasten en de totale baten per programma alsmede het overzicht van de algemene dekkingsmiddelen.
De nadere uitwerking van de autorisatie van de begrotingswijzigingen is nu in bijlage 1 “Autorisatie begrotingswijzigingen 2015” opgenomen en wordt daarmee gelijktijdig met de verordening vastgesteld.
De regeling “Autorisatie begrotingswijzigingen 2015” is op één punt na ongewijzigd ten opzichte van de regeling uit 2007. In onderdeel I van de regeling wordt nu bepaald dat onder welke voorwaarden de organisatie mag schuiven met budgetten binnen het product, alsmede mag schuiven met die budgetten die betrekking hebben op de personeelslasten. Door toevoeging van dit laatste wordt de regeling in overeenstemming gebracht met de door het college vastgestelde mandaatregeling.
Artikel 5. Tussentijdse rapportages
In overleg met de auditcommissie wordt in 2015 proef gedraaid met een beperking van het aantal tussentijdse rapportages dat inclusief begrotingswijziging aan de raad wordt voorgelegd tot (ten minste) één rapportage onder gelijktijdige borging van de overige informatievoorziening die zoveel mogelijk digitaal zal gaan plaatsvinden.
Dit artikel richt zich vooral op het proces om tot aanbieding van de tussentijdse rapportage aan de raad te komen en waarover in de tussentijdse rapportage wordt gerapporteerd.
De overige informatievoorziening zal in overleg met de auditcommissie vorm worden gegeven.
Dit artikel is conform artikel 8 van de modelverordening van de VNG.
Voor gemeenten is in de Wet houdbare overheidsfinanciën vastgelegd dat ze aandeel hebben in plafond voor het totale EMU-tekort van Nederland. Wordt dit gemeentelijk aandeel in het EMU-tekort door de gezamenlijke gemeenten overschreden dan kan dat tot een correctieve maatregel van het Rijk leiden of tot een boete uit Europa die naar gemeenten wordt door vertaald. Maar het kan ook zijn dat de overschrijding niet erg is.
Gemeenten krijgen in het voorjaar van het Rijk bericht of het gemeentelijk aandeel in het nationale toegestane EMU-tekort met de lopende begroting dreigt te worden overschreden. Ook wordt dan duidelijk of daarop actie van gemeenten is gewenst. Pas als dit laatste het geval is, moeten gemeenten met een individueel EMU-saldo hoger dan gemeentelijke EMU-referentiewaarde hun begroting neerwaarts bijstellen om de overschrijding van het collectieve aandeel ongedaan te maken.
In het artikel is opgenomen dat het college de raad informeert bij een overschrijding van het toegestane EMU-tekort voor alle gemeenten. Als daarop actie nodig is van de gemeente, doet het college een voorstel voor het wijzigen van de begroting.
Artikel 7. Waardering en afschrijving vaste activa
In het tweede lid, onder a, van artikel 212 Gemeentewet is opgenomen dat de financiële verordening in elk geval de regels voor waardering en afschrijving van activa bevat. Hieraan is in artikel 7 invulling gegeven door te bepalen dat het college minimaal een keer in de vier jaar een nota activabeleid ter vaststelling aanbiedt aan de raad.
In overleg met de auditcommissie is de termijn waarbinnen het college de nota aanbiedt bepaald op vier jaar.
Artikel 8. Reserves en voorzieningen
De nota reserves en voorzieningen wordt door het college minimaal een keer in de vier jaar ter vaststelling aangeboden aan de raad. In overleg met de auditcommissie is de termijn waarbinnen het college de nota aanbiedt bepaald op vier jaar.
Artikel 9. Risicomanagement en weerstandsvermogen
De nota risicomanagement en weerstandsvermogen wordt door het college minimaal een keer in de vier jaar ter vaststelling aangeboden aan de raad. In overleg met de auditcommissie is de termijn waarbinnen het college de nota aanbiedt bepaald op vier jaar.
Artikel 10. Financieringsfunctie
Artikel 212 Gemeentewet bevat de bepaling dat de financiële verordening in elk geval regels voor de algemene doelstelling en de te hanteren richtlijnen en limieten van de financieringsfunctie bevat. Hieraan is in artikel 10 invulling gegeven door te bepalen dat het college minimaal een keer in de vier jaar het treasurystatuut ter vaststelling aanbiedt aan de raad.
In overleg met de auditcommissie is de termijn waarbinnen het college de nota aanbiedt bepaald op vier jaar.
Artikel 11. Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen
Dit artikel is vrijwel gelijk aan artikel 8 van de financiële verordening 2007.
Het vaststellen van de tarieven voor belastingen, rechten en leges is een bevoegdheid van de raad. Deze bevoegdheid kan niet worden gedelegeerd (artikel 156 Gemeentewet).
Artikel 12. Kostprijsberekening
Dit artikel is grotendeels gelijk aan artikel 7 van de financiële verordening 2007.
Artikel 212 Gemeentewet bepaalt in het tweede lid, onder b, dat de verordening in ieder geval bevat de grondslagen voor de berekening van de door het gemeentebestuur in rekening te brengen prijzen en tarieven voor rechten en heffingen. De grondslag voor de prijzen en tarieven vormt de opbouw van de kostprijs van de goederen en diensten waarvoor prijzen en heffingen in rekening worden gebracht.
Artikel 13. Prijzen economische activiteiten
Dit artikel is conform artikel 13 van de modelverordening van de VNG.
Als een gemeente goederen, diensten of werken levert aan overheidsbedrijven of derden dan mag zij deze activiteiten niet bevoordelen als het economische activiteiten betreft. Economische activiteiten zijn hier activiteiten waarmee de gemeenten in concurrentie met ander ondernemingen treedt. Het bevoordelingsverbod houdt feitelijk in dat tenminste een integrale kostprijs voor de levering van goederen, diensten werken en het verstrekken van leningen garanties en kapitaal in rekening moet worden gebracht.
Van deze verplichting kan worden afgeweken als de activiteiten worden ontplooid in het kader van het publiek belang. Daarvoor is wel nodig dat in een raadbesluit het publiek belang van de activiteit wordt gemotiveerd.
Voor het verplicht in rekening brengen van minimaal een integrale kostprijs voor de levering van goederen, werken en diensten of voor het verstrekken van leningen, garanties en kapitaal gelden een aantal uitzonderingen. Deze uitzonderingen worden in het vierde lid opgesomd.
Dit artikel is conform artikel 10 van de financiële verordening 2007 en artikel 23 van de modelverordening van de VNG.
Onder artikel 14 zijn algemene bepalingen opgenomen voor de inrichting van de gemeentelijke administratie. Op hoofdlijnen wordt opgedragen welke gegevens systematisch moeten worden vastgelegd en aan welke eisen deze gegevens en de vastlegging er van moeten voldoen.
Artikel 15. Financiële organisatie
Dit artikel is conform artikel 13 en 13a van de financiële verordening 2007.
Artikel 15 geeft de uitgangspunten voor de financiële organisatie en draagt het college op hiervoor zorg te dragen. Het college is op grond van artikel 160 Gemeentewet bevoegd regels te stellen over de ambtelijke organisatie. Deze bevoegdheid betreft ook het stellen van regels voor de financiële organisatie, blijkt uit het advies van de Raad van State en het Nader rapport uit 2003 over de wijziging van artikel 212 Gemeentewet.
Dit artikel is in overeenstemming gebracht met artikel 25, lid 1 van de modelverordening van de VNG.
De accountant toetst jaarlijks of de gemeenterekening een getrouw beeld geeft van de gemeentelijke financiën en of de (financiële) beheershandelingen die eraan ten grondslag liggen rechtmatig zijn verlopen. Artikel 16 draagt het college op maatregelen te treffen opdat gedurende het jaar of vooraf aan de accountantscontrole de gemeente zelf nagaat of de cijfers in de administraties een getrouw beeld geven en of de financiële beheershandelingen die aan de baten, de lasten en de balansmutaties ten grondslag liggen rechtmatig (zijn) verlopen.
Artikel 17. Intrekken oude verordening en overgangsrecht
Bij het inwerkingtreden van de nieuwe verordening moet de oude worden ingetrokken. Volgens de Gemeentewet is een begrotingsjaar gelijk aan een kalenderjaar. In begrotingsjaar t worden de jaarstukken uit het begrotingsjaar t-1 vastgesteld, wordt uitvoering gegeven aan de begroting voor het jaar t en wordt tot slot de begroting voor het jaar t+1 vastgesteld. De nieuwe verordening is van toepassing op alle stukken die betrekking hebben op het begrotingsjaar t+1 en later. De oude verordening is ondanks het intrekken nog wel van toepassing op de jaarstukken van het begrotingsjaar t-1 en de begroting en jaarstukken van het jaar t. Hiervoor is in artikel 17 een overgangsbepaling opgenomen.
Artikel 18. Inwerkingtreding en citeertitel
De nieuwe verordening treedt in werking op 1 januari 2015 en is van toepassing op alle planning & controlproducten die betrekking hebben op het begrotingsjaar 2015 en later (tot het moment dat er weer een nieuwe, geactualiseerde verordening wordt vastgesteld en in werking treedt).