Organisatie | Lisse |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nota Uitvoeringsbeleid Terrassen 2015 |
Citeertitel | Nota Uitvoeringsbeleid Terrassen gemeente Lisse 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | bijlage 3 |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-04-2015 | Onbekend | 14-04-2015 | Onbekend. |
Uitvoeringsbeleid en -regels voor het inrichten en exploiteren van terrassen in de openbare ruimte(regels op grond van artikel 2:17, elfde lid, APV)
Het huidige terrassenbeleid is van 2006. Sinds die tijd is wet- en regelgeving op veel punten veranderd.
Er zijn maatschappelijke wensen en inzichten, maar ook de behoeften vanuit de horeca. Ook de openbareruimte is veranderd. Eind 2014 is bijvoorbeeld het plein ’t Vierkant heringericht.
Het gevolg hiervan is dat het terrassenbeleid uit 2006 niet meer voldoende actueel is om daarmee nog effectief op de kwaliteit, bruikbaarheid, veiligheid, etc. van terrassen te kunnen sturen. Een actualisatie van het terrassenbeleid was daarom noodzakelijk. Dit heeft geleid tot de nu voorliggende ‘Nota Uitvoeringsbeleid Terrassen 2015’.
Voor een duidelijke afbakening van het doel en het bereik van terrassenbeleid is een heldere, eenduidige bepaling van het begrip ‘terras’ nodig. Voor deze beleidsnota en de toepassing daarvan hanteren we voor ‘terras’ de volgende definitie:
‘Een buiten de besloten ruimte van een openbare inrichting liggend deel daarvan waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt (Artikel 2:16, eerste lid onder b APV Lisse).’
Het doel van deze nota is om tot uitvoeringsregels te komen voor het inrichten en gebruik van het terras.
Leefbaarheid, veiligheid, uitstraling en levendigheid van het openbaar gebied zijn hierbij kernwaarden.
De horeca levert een belangrijke bijdrage aan het behoud van deze kernwaarden en daarmee ook aan de economische positie van Lisse in de regio. Terrassen zijn een wezenlijk onderdeel van de horeca.
Ze bepalen in sterke mate de sfeer in hun omgeving en hebben een grote vaak positieve invloed op de kwaliteit, de uitstraling en de waardering van de buitenruimte.
De gemeente heeft op het gebied van terrassen vooral een voorwaardenscheppende rol. Dat betekent dat er een effectief en efficiënt toetsingskader voorhanden moet zijn om te kunnen bepalen of een terras op een bepaalde plaats en in een bepaalde vorm past in de openbare ruimte. Zo’n toetsingskader is ook nodig om in geval van ongewenste situaties handhavend op te kunnen treden.
Het vaststellen van uitvoeringsbeleid is een bevoegdheid die het college en/of de burgemeester heeft op basis van de Algemene Plaatselijke Verordening 1
Met behulp van dit beleid geeft de gemeente duidelijkheid aan alle betrokken partijen (ondernemers, inwoners en ook de gemeente zelf) over het exploiteren van terrassen. De uitvoeringsregels worden gebruikt als toetsingskader voor aanvragen van terrasvergunningen. Voorschriften die aan een verleende vergunning worden verbonden dienen als beoordelingskader in het geval regels overtreden worden. In het samenspraakplan bij dit beleidsvoorstel wordt beschreven op welke wijze participatie over dit onderwerp plaatsvindt.
1.4 VOOR WIE IS HET UITVOERINGSBELEID TERRASSEN?
Zoals onder 1.3 beschreven zijn omvat dit beleid regels voor de uitvoering van terrassen. Eerste doelgroep is dan ook de horecaexploitant. Voor hem is het belangrijk te weten welke regels van toepassing zijn voor het exploiteren van een terras bij zijn horecagelegenheid. Een andere doelgroep is de inwonervan Lisse. Het is fijn te weten als inwoner wat de buren / horecaexploitanten wel en niet met hun terras kunnen doen. Andere betrokkenen zijn de hulpdiensten, medetoezichthouders die vanuit hun rol en opdracht de horecagelegenheden bezoeken. Tot slot is het voor de vergunningverlener bij de gemeente belangrijk te weten welke regels voor terrassen zijn afgesproken.
1.5 KERN VAN HET NIEUWE UITVOERINGSBELEID TERRASSEN 2015
Met dit nieuwe beleid regelen we datgene wat nodig is om het algemeen belang te bewaken, maar laten we waar mogelijk ook ruimte aan de markt om zaken zelf in te vullen. Met dit nieuwe beleid zijn algemene regels voor terrassen gesteld en zijn vervolgens voor de verschillende soorten terrassen specifieke regels geschreven. Voor het plein ’t Vierkant zijn vanwege haar specifieke karakter en de recente herinrichting afzonderlijke aanvullende regels opgesteld. Tot slot behoort de handhavingsparagraaf ook tot de kern van dit nieuwe beleid. Deze paragraaf is overigens nieuw vergeleken met het terrassenbeleiduit 2006.
Na dit inleidende Hoofdstuk 1 wordt in Hoofdstuk 2 ingegaan op het aspect Handhaving. Hoofdstuk 3 bevat de algemene uitvoeringsregels. Hoofdstuk 4 bevat regels specifiek voor terrassen en die gelden voor heel Lisse, met uitzondering van ’t Vierkant. Hoofdstuk 5 beschrijft de regels die juist specifiek voor ’t Vierkant gelden. Hoofdstuk 6 bevat de afsluitende bepalingen zoals een hardheidsclausule en overgangsregeling.
Dit terrassenbeleid is geen statisch document. Het is voor langere tijd bruikbaar en kent geen vooraf bekende einddatum. Daarom is het belangrijk de vinger aan de pols te houden waar het gaat om de effectiviteit van dit beleid. Het voorliggende beleid wordt dan ook na het eerste terrasseizoen geëvalueerd.
Bij die evaluatie worden alle relevante stakeholders (horeca, inwoners, hulpdiensten, etc.) betrokken.
Ook daarna blijft regelmatig evalueren uiteraard zinvol, waarbij ook combinaties met andere thema’s 2 goed denkbaar zijn.
De terrasexploitant is verantwoordelijk voor de levendigheid en uitstraling van zijn terras. Hierbij houdt de exploitant rekening met de leefbaarheid en veiligheid op en rondom zijn terras. In samenwerking met de gemeente zorgt de terrasexploitant voor het behoud van deze kernwaarden. Hiervoor is nodig dat er duidelijke en handhaafbare uitvoeringsregels zijn waarop in geval van onduidelijkheden kan worden teruggevallen.
Gemeente en terrasexploitant hebben verschillende rollen. De exploitant zorgt ervoor dat hij de terrasvergunning nakomt. De gemeente faciliteert hierbij en houdt hierop toezicht door de inzet van de Buitengewoon opsporingsambtenaren. De exploitant is als het gaat om het reilen en zeilen op en rond het terras altijd het eerste aanspreekpunt voor de gemeente, voor hulpdiensten en voor andere instanties, betrokkenen en belanghebbenden.
In het horecapand waar het terras bij hoort moeten verleende exploitatie-, terras- en Drank- en horecawetvergunningen altijd aanwezig zijn, met daarbij behorende bijlagen. Dat is nodig om toezicht en handhaving eenvoudiger en effectiever te kunnen uitvoeren. Zijn deze documenten niet aanwezig, dan is dat op zichzelf ook een overtreding die tot handhaving kan leiden.
Binnen de gemeente voeren de buitengewoon opsporingsambtenaren het toezicht uit op de openbare ruimte en het gebruik daarvan. Welke procedures daarbij gevolgd moeten worden, welke instrumenten ingezet kunnen worden, etc. staan in hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht. Die instrumenten zijn er in de eerste plaats op gericht dat alsnog de spelregels uit dit beleid worden gevolgd. Toch kan een handhavingstraject er uiteindelijk ook toe leiden dat een terrasvergunning wordt ingetrokken. De exploitant moet zijn terras dan afbreken en sluiten. In bijlage 2 bij deze nota wordt de handhavingsstrategie uiteengezet en wordt uitleg gegeven aan de verschillende handhavingsinstrumenten.
Naast de gemeente hebben de politie en de brandweer een taak als het gaat om de openbare orde en veiligheid. Aanwijzingen die door de brandweer en de politie worden gegeven moeten altijd en onmiddellijk worden opgevolgd.
Ten slotte heeft de Omgevingsdienst West-Holland een toezichthoudende en handhavende taak als hetgaat om milieu gerelateerde onderwerpen. Denk aan regels over geluid, stank, etc.
Klachten over overlast en hinder van terrassen, of over het niet nakomen van vergunningvoorschriften of algemene regels bij het inrichten en exploiteren van terrassen, kunnen worden gemeld bij de gemeente. Dat kan tijdens kantooruren aan de publieksbalie of telefonisch, maar ook via het online-meldpunt www.verbeterdebuurt.nl dat speciaal bedoeld is voor meldingen en ideeën over de openbare ruimte.
Daarnaast kunnen klachten over overlast of verstoring van de openbare orde bij de politie gemeld worden. Milieuklachten over bijvoorbeeld geluidhinder of stankoverlast van terrassen kunnen gemeld worden bij de Omgevingsdienst West-Holland, via:
een online klachtenformulier op www.odwh.nl/klachten
Klachten worden geregistreerd en waar mogelijk wordt direct actie ondernomen om de oorzaak van de klacht aan te pakken. Als blijkt dat die oorzaak ligt in een overtreding van wettelijke regels of voorschriften of het bepaalde in of bij de vergunning, dan kan daartegen handhavend worden opgetreden.
Uiteindelijk kan dat betekenen dat verleende terrasvergunningen worden omgezet in een vergunning voor bepaalde tijd of zelfs worden ingetrokken.
3 ALGEMENE REGELS VOOR ALLE TERRASSEN
De terrasvergunning kan ingetrokken worden op grond van de algemene intrekkingsbepaling uit artikel 1:6 van de APV of wanneer zich in of bij de horeca-inrichting incidenten met geweld, overlast op straat of drugsgebruik en/of drugshandel voordoen.
3.4 GEBRUIK VAN TERRASSEN ZONDER OVERLAST OF SCHADE
Terrassen moeten zo geplaatst en ingericht worden dat ze geen hinder voor omwonenden veroorzaken en de bereikbaarheid van omliggende bedrijven en voorzieningen voor klanten en leveranciers niet wordt beperkt. Er mag op terrassen geen muziek gemaakt worden en er mogen geen mechanische muziekbronnen gebruikt worden behoudens met gebruikmaking van een ontheffing.
De exploitant van een terras heeft een zorgplicht als het gaat om overlast. Hij doet of laat alles wat binnen zijn mogelijkheden ligt om overlast van zijn terras voor de omgeving te voorkomen. Hij is verantwoordelijk voor het schoonhouden van het terras en de directe omgeving. Op elk terras moet ten minste één afvalbak aanwezig zijn. (Zwerf)afval moet regelmatig, maar ten minste dagelijks na sluitingstijd van het terras en uit de directe omgeving verwijderd worden.
3.5 VEILIGHEID OP EN ROND TERRASSEN
Ingangen en (nood)uitgangen van openbare inrichtingen moeten te allen tijde vrij blijven van obstakels. Bezoekers en hulpdiensten moeten direct en onbelemmerd gebruik kunnen maken van aanwezige in- en (nood)uitgangen. Terrassen moeten zo ingericht zijn dat bezoekers het terras ingeval van een calamiteit veilig en onbelemmerd kunnen verlaten.
3.7 TERRASVERLICHTING & TERRASVERWARMING
Voor terrasverwarming wordt alleen gebruikgemaakt van verwarmingsapparaten die voldoen aan het bepaalde in het Besluit gastoestellen 3 en door een SEI 4 en/of Sterkin erkende installateur worden geplaatst. .
3.8 GEBRUIK GROTE (SEMI-)PERMANENTE PARASOLS
De laatste jaren is binnen de horeca een type parasol in opkomst, die in een speciaal daarvoor in de grond geplaatste put moet worden geplaatst. In passende gevallen of beter: op passende plaatsen kan dit toegestaan worden. De betrokken ondernemer moet wel over alle benodigde vergunningen beschikken. Dat geldt vooral voor een eventueel vereiste omgevingsvergunning. De exploitant is zelf verantwoordelijk voor het tijdig aanvragen van een omgevingsvergunning. De terrasvergunning kan die niet vervangen.
wanneer de parasol permanent wordt verwijderd of wanneer de terrasvergunning vervalt, door het bevoegd gezag wordt ingetrokken of anderszins eindigt komen alle eventueel daaruit volgende kosten voor het verwijderen van de put en het in oorspronkelijke staat herstellen van de weg voor rekening van de exploitant.
3.9 OPSLAG VAN TERRASMEUBILAIR
Indien opslag van terrasmeubilair binnen het horecabedrijf vanwege zwaarwegende redenen niet mogelijk is, dan kan de burgemeester in afwijking van het bepaalde onder 1. door een wijziging van de terrasvergunning toestaan dat het terrasmeubilair ook na sluitingstijd op het terras aanwezig blijft. In dat geval mag het terrasmeubilair niet opgestapeld worden maar moet dit als bruikbaaruitgestald blijven staan.
3.11 EVENEMENTEN IN DE OPENBARE RUIMTE
Wanneer op of in de directe omgeving van het terras een openbaar (publieks)evenement plaatsvindt en de aanwezigheid van het terras het te houden evenement belemmert, mag het terras voor de duur van dat evenement – ook tijdens de periode van op- en afbouw voor het evenement – voorzover naar het oordeel van de burgemeester nodig is, geheel of gedeeltelijk niet gebruikt worden.
Voor zover naar het oordeel van het bevoegd gezag nodig voor het onbelemmerd laten doorgaan van het openbaar (publieks)evenement en de op- en afbouw daarvan wordt het terras door de exploitant, in overleg met de gemeente en/of de organisator van het evenement, tijdig geheel dan wel gedeeltelijk ontruimd.
3.12 VERGOEDING GEBRUIK GEMEENTEGROND VOOR TERRASSEN
Indien het desbetreffende terras op gronden is gesitueerd die eigendom zijn van de gemeenteLisse, maakt een huurovereenkomst voor het gebruik van deze gronden deel uit van de terrasvergunning. De exploitant mag het terras pas inrichten en exploiteren als hij de huurovereenkomstheeft ondertekend en de jaarvergoeding betaald heeft.
4.1 INLEIDING EN VERHOUDING TOT ALGEMENE REGELS
Tussen de gevel- en eilandterrassen én terrassen op specifieke locaties als ’t Vierkant bestaan verschillen in karakteristiek, wensen en knelpunten. Die verschillen komen ook terug in dit terrassenbeleid.
In dit hoofdstuk 4 staan nadere regels opgenomen voor terrassen. Deze zijn van toepassing op alle terrassen in de openbare ruimte in Lisse, met uitzondering van terrassen op / aan ’t Vierkant. Deels zijn ze een aanvulling op de algemene regels maar ze kunnen daar ook van afwijken. Waar sprake is van een afwijking op de algemene regels, gaat het bepaalde in deze nadere regels voor.
In deze nadere regels worden onder terrassen zowel gevel- als eilandterrassen verstaan. Daarnaastwordt onderscheid gemaakt tussen zomer- en winterterrassen.
4.3 EXPLOITATIE TERRASSEN IN ZOMER- EN/OF WINTERSEIZOEN
In afwijking van het bepaalde onder 1. kan het bevoegd gezag voor een horeca-inrichting die toestemming (vergunning) heeft voor het plaatsen van zijwanden/schotten (‘windschermen’) ook vergunning verlenen voor het plaatsen, inrichten en exploiteren van (een gedeelte van) een terras gedurende het winterseizoen.
Voor terrassen mogen zijwanden en/of schotten worden geplaatst. Daarop zijn de volgende bepalingen van toepassing:
5 NADERE REGELS: TERRASSEN OP ‘t VIERKANT
5.1 INLEIDING EN VERHOUDING TOT DE ALGEMENE REGELS
Als horeca- en evenementenplein heeft ’t Vierkant een specifieke plaats en eigen belang binnen Lisse.
Dat blijkt ook uit de recente herinrichting van het plein. De fysieke inrichting van ’t Vierkant maar ook de nadrukkelijke keuze voor een multifunctioneel karakter, waarbinnen ook terrassen een plaats moeten vinden, maakt dat binnen deze beleidsnota een specifieke regeling voor de terrassen op ’t Vierkant nodig is.
Gedeeltelijk vormen deze nadere regels voor ’t Vierkant een aanvulling op de algemene regels uit Hoofdstuk 3. Gedeeltelijk ook wijken ze daar van af. Waar sprake is van een afwijking op de algemene regels, gaat het bepaalde in deze nadere regels voor ’t Vierkant voor.
In deze nadere regels wordt onderscheid gemaakt tussen terrassen en het flexibel terras. Onder terrassen worden in dit Hoofdstuk 5 verstaan de zomer- en winterterrassen die aansluitend aan de gevels van de verschillende horeca-inrichtingen zijn geplaatst. Onder het flexibel terras verstaan we de eilandterrassen die op het middenterrein van ’t Vierkant worden ingericht en die dus niet direct aan de gevel van een horeca-inrichting aansluiten.
De maximale afmetingen van zijwanden of schotten zijn als volgt:
In afwijking van a en b onder 2 kan het bevoegd gezag in bijzondere gevallen toestemming verlenen voor het plaatsen van zijwanden/schotten tot maximaal 6,00 meter, gemeten vanuit de (oorspronkelijke) voorgevel van de betreffende horeca-inrichting aan te houden mits hierbij de maximale diepte van het winterterras wordt aangehouden.
5.7 FLEXIBEL TERRAS OP ’T VIERKANT
Naast de zomer- en winterterrassen kent ’t Vierkant het ‘flexibel terras’. Op een deel van het middenterrein op ‘t Vierkant mogen gedurende het zomerseizoen terrassen worden ingericht door enkele exploitanten van horeca-inrichtingen, die direct aan ’t Vierkant zijn gevestigd.
De verdeling van de ruimte op dit flexibel terras wordt elke tien jaar herzien, vanaf het terrasseizoen 2015. Ook de terrasvergunningen voor het inrichten en exploiteren van (een deel van) het flexibel terras worden vanaf 2015 telkens voor een periode van tien jaar verleend. Vanaf 2015, worden twee vergunningen aan twee horecaexploitanten verleend voor het gebruik van het flexibel terras op ’t Vierkant.
Deze situatie is het uitgangspunt voor het beleid en ligt vast tot en met 2024.
Verleende vergunningen komen na het verstrijken van tien jaar automatisch te vervallen. Vervolgens wordt beoordeeld of er aanleiding is om een nieuwe verdeling vast te stellen. Dit kan zijn als zich andere/nieuwe horecaondernemers vestigen op/aan ’t Vierkant of de fysieke inrichting van het plein verandert.
Daarna wordt de situatie opnieuw voor tien jaar vastgelegd en worden vergunningen voor tien jaar verleend. Ook als uiteindelijk feitelijk sprake is van het continueren van de verdeling moeten ondernemers een nieuwe vergunning aanvragen.
5.8 PROCEDURE VERDELING RUIMTE OP FLEXIBEL TERRAS
De horecaondernemers die ook weer voor tien jaar in aanmerking willen komen voor een vergunning voor het gebruik van (een deel van) het flexibel terras, melden dit vóór een door de burgemeester nader te bepalen datum. Er kunnen maximaal drie afzonderlijke terrassen worden ingericht op het flexibel terras, respectievelijk maximaal drie vergunningen voor het gebruik van het flexibel terras worden verleend.
Wanneer er twee belangstellenden zich hebben gemeld, wordt dezelfde verdeling van de beschikbare ruimte in twee delen aangehouden als ten tijde van de vaststelling van het beleid. Beiden komen in dit geval (behoudens wanneer zich bijzondere weigeringsgronden voor zouden doen) in aanmerking voor een terrasvergunning voor een periode van tien jaar.
Wanneer zich drie belangstellenden melden, wordt de beschikbare hoeveelheid ruimte zo gelijk mogelijk verdeeld, waarbij het terras zo dicht mogelijk bij de betrokken horeca-inrichting wordt gerealiseerd.
Alle drie komen in dit geval (behoudens wanneer zich bijzondere weigeringsgronden voordoen) in aanmerking voor een terrasvergunning voor tien jaar.
Wanneer zich meer dan drie belangstellenden hebben gemeld bepaalt de burgemeester via loting welke drie in aanmerking komen voor een terrasvergunning. De beschikbare hoeveelheid ruimte wordt ook dan zo gelijk mogelijk verdeeld, waarbij het terras zo dicht mogelijk bij de betrokken horeca-inrichtingen aan ’t Vierkant wordt gerealiseerd.
6 AFWIJKINGS-, OVERGANGS- EN SLOTREGELS
6.1 INLEIDING EN VERHOUDING TOT DE OVERIGE REGELS
Afwijken van de normen uit de vorige hoofdstukken is soms vanwege flexibiliteit en nieuwe ontwikkelingen soms wenselijk. Daarvoor kan gebruik worden gemaakt van afwijkingsbevoegdheden. Daarnaast kunnen zich altijd situaties voordoen waarin dit beleid niet of onvoldoende voorziet of waarin striktetoepassing van het beleid in specifieke, individuele gevallen onredelijk uitpakt. Daarom is in dit hoofdstuk een uitzonderingsregeling opgenomen. Ten slotte kan de invoering van nieuw beleid leiden tot een situatie waarin bestaande, volledig legale situaties afwijken van het nieuwe beleid. De redelijkheid en billijkheid vereisen dat voor dit soort gevallen wordt voorzien in een overgangsregeling. Ook die is in dit hoofdstuk opgenomen.
De bepalingen in dit hoofdstuk zijn voor alle soorten terrassen en hun exploitanten van toepassing. In die zin vormen ze een algemeen en aanvullend sluitstuk op het uitvoeringsdeel van het terrassenbeleid.
In alle gevallen waarin deze uitvoeringsregels niet voorzien, waarin strikte toepassing van deze uitvoeringsregels leidt tot onbillijkheden van overwegende aard of tot een inbreuk op de openbare orde of veiligheid beslist het bevoegd gezag.
6.3 VERGUNNINGPLICHT OP GROND VAN ANDERE WET- EN/OF REGELGEVING
Een omgevingsvergunning voor de activiteiten ‘bouwen’ en/of ‘handelen in strijd met een bestemmingsplan’ kan op grond van de Wabo vereist zijn voor:
Een vergunning op grond van de APV kan vereist zijn voor het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg.
Voor het al dan niet vergunning- en/of meldingsplichtig zijn van de hiervoor bedoelde zaken en activiteiten geldt de kanttekening dat het uiteindelijk de wetgeving en de jurisprudentie is die bepalen of al dan niet sprake is van enige vergunningplicht buiten deze regels om. Wanneer deze regels afwijken van enige wettelijke bepaling (wet in formele zin of verordening) dan gaat de wettelijke bepaling altijd voor. Deze regels of een op grond daarvan verleende terrasvergunning komt nooit in de plaats van een wettelijke bepaling of een op grond daarvan vereiste vergunning of melding.
6.4 INWERKINGTREDING EN OVERGANGSBEPALINGEN
Het bepaalde in de hoofdstukken 3, 5 en 6 van deze beleidsnota is met ingang van de datum, waarop dit terrassenbeleid in werking treedt, van toepassing op alle nieuwe en bestaande onder deze hoofdstukken vallende soorten terrassen en alle op die terrassen betrekking hebbende nieuwe aanvragen om terrasvergunning.
BIJLAGE 1: BEGRIPPENLIJST TERRASSENBELEID
Voor de toepassing van deze beleidsnota wordt verstaan onder:
Algemene Plaatselijke Verordening Lisse, zoals die geldt ten tijde van de toepassing van dit beleid;
een bestemmingsplan, beheersverordening, provinciaal inpassingsplan of rijksinpassingsplan op grond van de Wet ruimtelijke ordening;
de burgemeester en/of het college van de gemeente Lisse;
een terras dat niet direct aansluitend aan de gevel van de horecainrichting, waar het bij hoort, is gesitueerd en dat vrij liggend is van bebouwing;
het op een van de terrasvergunning deel uitmakende tekening aangegeven - en in geval van een flexibel (eiland)terras: door middel van punaises in de bestrating gemarkeerd - gebied waarbinnen op grond van die vergunning door de vergunninghouder een terras mag worden ingericht en geëxploiteerd;
een eilandterras dat gesitueerd is op één van deze in deze uitvoeringsregels als zodanig aangewezen locaties;
een terras dat aanpandig is gesitueerd, dat wil zeggen: een terras in het verlengde van én direct aansluitend aan de gevel van de horeca-inrichting waar het terras bij hoort;
een pand dat grenst aan een aanliggend pand, gelegen aan het begin of het einde van een reeks panden en aan twee of meer zijden direct grenzend aan openbaar gebied;
de activiteit in ieder geval bestaande uit het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse;
de lokaliteit waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, met de daarbij behorende terrassen voor zover die terrassen in ieder geval bestemd zijn voor het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse, welke lokaliteit al dan niet onderdeel uitmaakt van een andere besloten ruimte;
een pand waarin een openbare inrichting is gevestigd of op grond van het ter plaatse vigerende bestemmingsplan mag worden gevestigd;
een besloten ruimte, onderdeel uitmakend van een horeca-inrichting;
een afdak, bedoeld om bescherming te bieden tegen regen en felle zonneschijn, dat met de ene horizontale kant aan de buitenzijde van een gebouw is bevestigd, terwijl de daar tegenoverliggende zijde vrij dragend is
de ‘Nota Sfeergebieden – Sfeer in Lisse’ uit maart 2013;
een vergunning als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo);
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden verstrekt of bereid: onder een openbare inrichting wordt in leder geval verstaan een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis: onder openbare inrichting wordt tevens verstaan een bij deze inrichting behorend terras en andere aanhorigheden;
een bescherming tegen de zon die bestaat uit een stok, staander of paal met baleinen, bespannen met een doek (scherm of volant);
een bulten de besloten ruimte van de openbare inrichting liggend deel daarvan waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt;
stoelen, krukken, tafels, banken en alle andere objecten die op het terras zijn geplaatst ten dienste van het terras;
een vergunning als bedoeld in de 2:17 van de APV; en 2:17A van de APV;
alles wat buiten panden met het uiterlijk van een onderneming ter bevordering van de verkoop en/of verstrekking aan het publiek aan zaken, diensten en goederen op of aan de weg wordt uitgestald;
de 'Welstandsnota Lisse 2012' uit mei 2012;
een zonwering in de vorm van een uitklapbaar of uitrolbaar scherm dat aan de buitenzijde, van de gevel is opgehangen;
BIJLAGE 2 HANDHAVINGSSTRATEGIE
De terrasexploitant heeft een eigen verantwoordelijkheid in de naleving van de uitvoeringsregels.
Neemt hij die niet dan zal eerste vanuit het toezicht een gesprek volgen tussen gemeente en terrasexploitant.
Voor de toepassing van deze handhavingsstrategie zijn verschillende instrumenten beschikbaar die ingezet kunnen worden:
Onder bevorderingsinstrumenten verstaan we die instrumenten, die als doel hebben het bereiken van gewenste ontwikkelingen of gewenst gedrag zonder dat hier sancties tegenover staan. Dit instrument zetten we vooral preventief in: we proberen ongewenste ontwikkelingen en ongewenst gedrag op voorhand tegen te gaan.
Uitgangspunt is dat goede communicatie, zowel actief als passief, de belangrijkste manier is om ons doel te bereiken. De inhoud van deze beleidsnota en de daarop gebaseerde uitvoeringsregels dragen we op een heldere manier uit en verduidelijken we waar daaraan behoefte bestaat. Datzelfde geldt voor beslissingen die genomen worden op basis van het terrassenbeleid. Daarnaast gaan we op een correcte en klantvriendelijke/klantgerichte manier om met zowel burgers als horecaondernemers. Onderdeel daarvan is ook dat de gemeente nieuwe horecaondernemers actief informeert over doel en inhoud van het beleid en de manier waarop dat wordt uitgevoerd. Dit alles bevordert uiteindelijk de acceptatie van het beleid.
Onder uitvoeringsinstrumenten verstaan we die instrumenten die ongewenste ontwikkelingen tegen kunnen gaan. Beste voorbeeld hiervan is het verbinden van voorschriften aan een terrasvergunning, maar soms ook het weigeren van een vergunning. De opzet van de uitvoeringsregels, die bij dit terrassenbeleid horen, is mede daarom zodanig dat ze ook als vergunningvoorschrift kunnen worden gebruikt. Ook het intrekken of weigeren van een vergunning hoort bij de uitvoeringsinstrumenten.
Een bijzondere vorm is nog het (bij tijdelijke vergunningen) op basis van concrete negatieve ervaringen aanscherpen van vergunningvoorschriften wanneer de betrokken ondernemer voor een volgende periode opnieuw een vergunning aanvraagt en er nog geen aanleiding bestaat om de vergunning te weigeren. Hier is eigenlijk sprake van een instrument dat al op de grens van uitvoering en sanctionering zit. Zeker een betrokken ondernemer zelf zal dit immers eerder als 'straf' dan als een sturings- of uitvoeringsinstrument zien.
Onder sanctionering verstaan we het inzetten van instrumenten die er op gericht zijn een feitelijke overtreding ongedaan te maken of af te dwingen dat wel volgens de regels gehandeld wordt. Onder regels kunnen we hier verstaan wettelijke bepalingen, de uitvoeringsregels van het terrassenbeleid of vergunningvoorschriften.
Effectieve sanctionering is alleen mogelijk wanneer er regelmatig toezicht plaatsvindt op en bij terrassen. Toezicht kan plaatsvinden in de vorm van algemene controles maar ook in de vorm van gerichte acties wanneer er klachten zijn of wanneer er een concreet vermoeden bestaat dat een ondernemer zich niet aan de regels houdt. De toezichthouders hebben een tweeledige rol. In de eerste plaats gaat van structureel toezicht een preventieve werking uit. Daarnaast kan de toezichthouder handelen op basis van eigen waarnemingen of aan de hand van klachten en melding van burgers, ondernemers en andere partijen.
De gemeenteraad stelt op grond van de Gemeentewet (artikel 154) het overtreden van bepalingen uit een verordening of van voorschriften strafbaar. Het zonder of in afwijking van een vergunning hebben en gebruiken van een terras valt hier ook onder (strafbepaling van artikel 6:1 APV).
Strafrechtelijke vervolging is een bevoegdheid van het Openbaar Ministerie.
Wel kan strafrechtelijke vervolging gelijktijdig met een bestuursrechtelijk handhavingstraject plaatsvinden. Gemeente, OM en politie kunnen in onderlinge afstemming bepalen aan welk instrumentarium in een bepaalde situatie de voorkeur wordt gegeven. Toepassing van bestuursrechtelijke handhavingsmiddelen is meestal het meest effectief.
De meeste terrassen bevinden zlch in de openbare ruimte op gronden die eigendom van de gemeente zijn. Wanneer een exploitant zich niet aan de regels houdt kan de gemeente als eigenaar van die grond actie ondernemen zoals, bijvoorbeeld het opzeggen van een huurovereenkomst. Dit is niet altijd de meest handige weg. Wanneer de gemeente namelijk als bevoegd bestuursorgaan optreedt om de naleving van voorschriften af te dwingen, dan zal het als bestuursorgaan in principe ook in die hoedanigheid moeten blijven optreden en kan niet zondermeer voor aan andere weg worden gekozen. (ook wel ‘ Tweewegenleer’ genoemd). Dat geldt zeker als de exploitant in de eerst genoemde situatie meer rechtsbescherming heeft.
Bestuursrechtelijke handhaving heeft vooral een herstellend karakter. Hiervoor kan het bevoegde gezag op grond van artikel 125 van de Gemeentewet gebruik maken van de last onder bestuursdwang of de last onder dwangsom.
In de meeste gevallen wordt bij geconstateerde overtredingen in eerste instantie gebruik gemaakt van een last onder dwangsom (artikel 5:32 en 5:31d van de Awb). De overtreder wordt dan opgedragen de overtreding op te heffen. Voldoet hij niet aan die opdracht, dan zal hij een dwangsom aan de gemeente moeten betalen. Die dwangsom is niet bedoeld als strafmiddel, maar als stimulans om het illegaal handelen te staken. Leidt de last onder dwangsom niet tot resultaat, dan kan het bevoegd gezag opschalen naar een last onder bestuursdwang (artikel 5:21 van de Awb). De overtreder wordt dan opgedragen de overtreding op te heffen. Voldoet hij niet aan die opdracht, dan kan het bevoegd gezag zelf de nodige feitelijke maatregelen nemen om de overtreding op te heffen. De kosten daarvan zijn voor rekening van de overtreder.
Daarnaast ken het bestuur de mogelijkheid om aan een overtreder van een voorschrift een bestuurlijke boete op te leggen (artikel 5:40 van de Awb). Deze heeft net als het strafrechtelijk instrumentarium vooral een bestraffend karakter.
De vraag welk handhavingsinstrument op welk moment wordt ingezet moet beantwoord worden aan de hand van de aard, omvang en ernst van de overtreding. Het in te zetten instrument moet in een redelijke verhouding staan tot de overtreding (‘ proportioneel zijn’) maar moet effectief zijn in relatie tot het na te streven doel.
Toepassen van de bestuurlijke boete ligt, gezien het strafkarakter, het meest voor de hand als het gaat om incidentele ‘lichte’ overtredingen. Denk bij het terrassenbeleid bijvoorbeeld aan het overtreden van het voorgeschreven sluitingsuur of het opruimen van (zwerf)afval. Gaat het om een meer structurele overtreding van de uitgangspunten en voorwaarden uit (de uitvoeringsregels van) het terrassenbeleid, dan zal het opleggen van een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang zal snel effectiever zijn.
In onderstaand overzicht staat in welke situaties met welke inzet (bestuursrechterlijk) opgetreden zal worden. Dit is geen limitatieve opsomming.