Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Het Gemeenschappelijke besluit mandaat uitvoering Gemeenschappelijke verordening nadeelcompensatie, planschadetegemoetkoming en schadevergoeding voor onrechtmatig handelen Rotterdamsebaan 2014; Het Gemeenschappelijk reglement adviescommissie nadeelcompensatie, planschadetegemoetkoming en schadevergoeding Rotterdamsebaan 2015. |
Citeertitel | Gemeenschappelijk reglement adviescommissie nadeelcompensatie, planschadetegemoetkoming en schadevergoeding Rotterdamsebaan 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
De Gemeenschappelijke verordening nadeelcompensatie, planschadetegemoetkoming en schadevergoeding voor onrechtmatige handelingen Rotterdamsebaan 2014 treedt op 1 februari 2015 in werking, met uitzondering van artikel 4:2 voor zover de adviescommissie als bedoeld in artikel 5:3 van deze verordening de op grond van de Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschadetegemoetkoming gemeente Den Haag aangewezen adviseur is, welk onderdeel in werking treedt op 1 mei 2015
Artikel 5:3 en 6:3 van de Gemeenschappelijke verordening nadeelcompensatie, planschadetegemoetkoming en schadevergoeding voor onrechtmatige handelingen Rotterdamsebaan 2014
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-02-2015 | 01-02-2015 | Nieuwe regeling | 10-02-2015 Gemeentebladen Den Haag, Leidschendam-Voorburg en Rijswijk | BSD/2015.92, RIS 280743 |
Het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag,
het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Leidschendam-Voorburg, enhet college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Rijswijk,
Gelet op artikel 5:3 en 6:3 van de Gemeenschappelijke verordening nadeelcompensatie, planschadetegemoetkoming en schadevergoeding voor onrechtmatige handelingen Rotterdamsebaan 2014 die door de raad van Den Haag is vastgesteld op 26 maart 2014, door de raad van Leidschendam-Voorburg op 4 juni 2014 en door de raad van Rijswijk op 13 mei 2014.
I.Dat op 1 februari 2015 in werking treedt:
de Gemeenschappelijke verordening nadeelcompensatie, planschadetegemoetkoming en schadevergoeding voor onrechtmatige handelingen Rotterdamsebaan 2014, met uitzondering van artikel 4:2 voor zover de adviescommissie als bedoeld in artikel 5:3 van deze verordening de op grond van de Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschadetegemoetkoming gemeente Den Haag aangewezen adviseur is, welk onderdeel in werking treedt op 1 mei 2015.
A. Het Gemeenschappelijke besluit mandaat uitvoering Gemeenschappelijke verordening nadeelcompensatie, planschadetegemoetkoming en schadevergoeding voor onrechtmatig handelen Rotterdamsebaan 2014;
B. Het Gemeenschappelijk reglement adviescommissie nadeelcompensatie, planschadetegemoetkoming en schadevergoeding Rotterdamsebaan 2015.
III. Dat het Gemeenschappelijke besluit mandaat uitvoering Gemeenschappelijke verordening nadeelcompensatie, planschadetegemoetkoming en schadevergoeding voor onrechtmatig handelen Rotterdamsebaan 2014 en het Gemeenschappelijk reglement adviescommissie nadeelcompensatie, planschadetegemoetkoming en schadevergoeding Rotterdamsebaan 2015 in werking treden op de dag nadat zij zijn vastgesteld en terug werken tot en met 1 februari 2015.
IV. De besluiten onder I, II en III binnen twee weken nadat zij zijn genomen bekend te maken in de gemeentebladen van Den Haag, Leidschendam-Voorburg en Rijswijk.
Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris, de burgemeester,
mw. A.W.H. Bertram J.J. van Aartsen
Gemeenschappelijk besluit mandaat uitvoering Gemeenschappelijke verordening nadeelcompensatie, planschadetegemoetkoming en schadevergoeding voor onrechtmatig handelen Rotterdamsebaan 2014
De colleges van de gemeente Den Haag, Leidschendam-Voorburg en Rijswijk,
de burgemeesters van de gemeente Den Haag, Leidschendam-Voorburg en Rijswijk,
gelet op de titel 10.1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);
gezien de schriftelijke instemming van het college van de gemeente Den Haag.
Aan het Hoofd SchadebureauRotterdamsebaan wordt mandaat verleend om namens het college besluiten te nemen op verzoeken om nadeelcompensatie en/of planschadetegemoetkoming en namens burgemeester en wethouders van Den Haag besluiten te nemen op verzoeken om schadevergoeding in het kader van de verordening, met uitzondering van het beslissen op bezwaarschriften tegen voornoemde besluiten.
Aan het Hoofd Schadebureau Rotterdamsebaan wordt mandaat verleend om namens het college besluiten te nemen inzake de verschuldigdheid en de hoogte van de dwangsom als bedoeld in artikel 4:17 Awb bij niet tijdig beslissen op verzoeken als bedoeld in artikel 2, met uitzondering van het beslissen op bezwaar tegen dit besluit. Tevens wordt ook de bevoegdheid bedoeld in artikel 4:5 Awb in het mandaat begrepen.
Bij de uitoefening van het mandaat nemen het Hoofd Schadebureau Rotterdamsebaan of de in artikel 4, eerste lid, bedoelde personen de in de bijlage bij dit besluit opgenomen algemene instructie in acht.
Aan het Hoofd team bezwaar wordt mandaat verleend om namens het college te beslissen op bezwaar tegen de met toepassing van artikel 2 en artikel 3 genomen besluiten.
Aan het Hoofd team bezwaar wordt mandaat verleend om namens het college besluiten te nemen inzake de verschuldigdheid en hoogte van de dwangsom bij niet tijdig beslissen op bezwaar tegen de met toepassing van artikel 2 genomen besluiten.
Aan het Hoofd Schadebureau Rotterdamsebaan wordt mandaat verleend om namens het college het in artikel 4:1 lid 3 en in artikel 4:2 lid 4 van de verordening bedoelde recht van € 300,- te heffen van de aanvrager.
De mandaatverlening aan het Hoofd Schadebureau Rotterdamsebaan geldt niet voor het nemen van een besluit inzake de toekenning van planschadetegemoetkoming of nadeelcompensatie hoger dan € 50.000,- . Daarboven besluit de directeur van het intern dienstencentrum (IDC) van de gemeente Den Haag.
Burgemeester en wethouders van Den Haag mandateren aan het Hoofd Schadebureau Rotterdamsebaan de bevoegdheid om alle in de verordening genoemde aanvraagformulieren namens hen vast te stellen.
Aan het Hoofd Schadebureau Rotterdamsebaan wordt mandaat en machtiging verleend het college te vertegenwoordigen in procedures bij de bestuursrechter naar aanleiding van beroepen tegen beslissingen als bedoeld in artikel 2 en 3 van deze mandaatregeling of naar aanleiding van hoger beroepen tegen de uitspraken van de rechtbank en de daartoe benodigde handelingen te verrichten.
Aan het Hoofd Schadebureau Rotterdamsebaanwordt mandaat en machtiging verleend om namens het college te besluiten bestuursrechtelijke rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratieve beroepsprocedures namens de gemeente of het gemeentebestuur te voeren, of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten, waaronder in ieder geval valt het nemen van een procesbesluit als verwerende partij in bestuursrechtelijke procedures.
Aan het Hoofd SchadebureauRotterdamsebaan wordt door de burgemeester volmacht en machtiging verleend om bestuursprocesrechtelijke rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratieve beroepsprocedures namens de gemeente of het gemeentebestuur te voeren, of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten.
Het Hoofd SchadebureauRotterdamsebaan is namens het college bevoegd om bij geschillen in overleg tot minnelijke oplossingen te komen en in dat verband namens het college besluiten te nemen tot een maximumbedrag van € 50.000,-. Daarboven besluit de directeur van het intern dienstencentrum (IDC) van de gemeente Den Haag.
Bijlage. Algemene Instructie uitoefening mandaat
1.Besluiten in eerste aanleg worden ondertekend met :
Het college van (invullen de toepasselijke gemeente: Den Haag of Leidschendam-Voorburg of Rijswijk,
(bevoegdefunctionaris invullen)
2.Besluiten op bezwaar worden ondertekend met :
Het college van (invullen de toepasselijke gemeente: Den Haag of Leidschendam-Voorburg of Rijswijk,
Hoofd team bezwaar van de afdeling Juridische Zaken van de gemeente Den Haag,
3. Gemandateerden houden een archief met ten minste afschriften van ieder door hen genomen besluit en de verslagen van hoorzittingen van de Adviescommissie bezwaarschriften.
4. Gemandateerden verzenden een afschrift van beslissingen genomen namens burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg of Rijswijk naar de betrokken bestuursorganen.
5. Indien deze advisering is vereist, wordt door gemandateerden niet op bezwaar beslist dan nadat ter zake advies is uitgebracht door of namens de Adviescommissie bezwaarschriften van de gemeente Den Haag.
6. Gemandateerden verstrekken het college desgevraagd alle inlichtingen omtrent de behandeling van de verzoeken en de behandeling van de bezwaarschriften.
Gemeenschappelijk reglement adviescommissie nadeelcompensatie, planschadetegemoetkoming en schadevergoeding Rotterdamsebaan 2015
Het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag,
het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Leidschendam-Voorburg enhet college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Rijswijk,
gelet op artikel 5:3, derde lid, van de Gemeenschappelijke verordening nadeelcompensatie, planschadetegemoetkoming en schadevergoeding voor onrechtmatige handelingen Rotterdamsebaan 2014;
besluiten vast te stellen het volgende reglement voor de adviescommissie nadeelcompensatie, planschadetegemoetkoming en schadevergoeding Rotterdamsebaan:
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In dit reglement wordt verstaan onder:
partijen: de aanvrager van nadeelcompensatie, planschadetegemoetkoming, schadevergoeding of een voorschot op een van deze drie en de vertegenwoordiger van het college die namens het college bij de behandeling van aanvragen om nadeelcompensatie, planschadetegemoetkoming of schadevergoeding of een voorschot op een van deze drie optreedt;
Artikel 2. Taken en werkzaamheden
De commissie is belast met het adviseren over aanvragen om nadeelcompensatie, planschadetegemoetkoming en schadevergoeding, voor zover het college, als bedoeld in artikel 5:4 van de verordening, advies van de commissie gewenst acht. De commissie stelt een onderzoek in naar de vraag of de schade op grond van artikel 4:1, 4:2 en 4:3 van de verordening voor vergoeding in aanmerking komt en zo nodig naar de omvang van de schade.
Artikel 3. Samenstelling commissie, benoeming voorzitters, overige leden en plaatsvervangende leden
Artikel 5. Secretaris en ondersteuning van de commissie
Artikel 6. Deskundigheid en onafhankelijkheid
De voorzitter, overige leden en plaatsvervangende leden van de commissie zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van de bestuursorganen van de gemeenten Den Haag, Leidschendam-Voorburg en Rijswijk en beschikken over de in artikel 5:3, tweede lid, van de verordening en overigens vereiste deskundigheid.
Artikel 7. Behandeling adviesaanvragen
Indien op grond van artikel 5:4 van de verordening wordt beslist om de aanvraag aan de commissie voor te leggen, zenden burgemeester en wethouders van Den Haag deze binnen twee weken na ontvangst van een aanvraag om nadeelcompensatie of schadevergoeding aan de secretaris van de commissie toe onder overlegging van alle stukken die voor het uitbrengen van advies van belang kunnen zijn.
Artikel 8. Bevoegdheden commissie
De commissie kan op de plaats waar zich het nadeel heeft gemanifesteerd, de situatie in ogenschouw nemen, indien zij van oordeel is dat dit van belang kan zijn voor het advies dat zij in de desbetreffende zaak dient uit te brengen. Van deze plaatsopneming wordt een verslag gemaakt dat bij het dossier wordt gevoegd.
In het conceptadvies en in het advies doet de commissie verslag van haar onderzoek naar de vraag of de aanvrager op grond van de verordening voor nadeelcompensatie, planschadetegemoetkoming of schadevergoeding in aanmerking komt. Tevens geeft de commissie een oordeel over de vraag of de aanvrager in aanmerking komt voor een vergoeding wegens het inschakelen van een gemachtigde en/of deskundigen.
Artikel 11. Behandeling aanvraag voorschot
Een lid van de commissie is verplicht tot geheimhouding van gegevens die hij bij de uitvoering van zijn adviestaak tot zijn beschikking krijgt en waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs kan vermoeden.
Artikel 13. Verslag werkzaamheden
De voorschriften omtrent de zorg, de bewaking en het beheer van de archiefbescheiden, alsmede die omtrent het toezicht daarop, zoals die voor de gemeente Den Haag zijn vastgesteld of nader zullen worden vastgesteld, zijn voor de commissie van overeenkomstige toepassing.
Artikel 15. Huishoudelijk reglement
1. De commissie kan een huishoudelijk reglement vaststellen dat de goedkeuring van het college behoeft.
2.Het goedgekeurde huishoudelijk reglement wordt binnen twee weken nadat het is vastgesteld, door het college bekendgemaakt in de gemeentebladen van Den Haag, Leidschendam-Voorburg en Rijswijk.
Dit reglement wordt aangehaald als: ‘Gemeenschappelijk reglement adviescommissie nadeelcompensatie, planschadetegemoetkoming en schadevergoeding Rotterdamsebaan 2015’