Organisatie | UW Samenwerking |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Bezoldigingsregeling UW Samenwerking |
Citeertitel | Bezoldigingsregeling UW Samenwerking |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-04-2015 | 01-01-2014 | 01-01-2019 | nieuwe regeling | 17-12-2013 Zenderstreeknieuws, 31-12-2013 | Onbekend |
In deze regeling wordt verstaan onder:
Na een schriftelijke opdracht daartoe van de werkgever is de medewerker buiten de afgesproken werktijd telefonisch bereikbaar voor onvoorziene omstandigheden. Zodra medewerker een telefoontje beantwoordt, stopt de bereikbaarheidsdienst en start de werktijd; is het daaruit voortvloeiende werk afgerond, dan gaat de bereikbaarheidsdienst weer in.
Na een schriftelijke opdracht daartoe van de werkgever is de medewerker buiten de afgesproken werktijd specifieke, afgebakende tijd beschikbaar voor werk dat onvoorzien is maar niet incidenteel. Bij een oproep is de medewerker verplicht hieraan gehoor te geven. Zodra de medewerker een oproep krijgt en werkzaamheden verricht, stopt de beschikbaarheidsdienst en begint werktijd. Na afloop van de werkzaamheden houdt de werktijd op en begint de beschikbaarheidsdienst weer. Is er daarna binnen het half uur weer een oproep dan wordt ook de tussenliggende tijd als werktijd gezien.
De bezoldiging als bedoeld in artikel 3:1, lid 2, onderdeel c CAR-UWO, zijnde:
Het salaris vermeerderd met de aan de betreffende medewerker toegekende emolumenten en toelagen voor zover deze van structurele aard zijn, alsmede de waarneming toelage en functioneringstoelage. Er is sprake van structurele toelagen en/of emolumenten wanneer deze voor onbepaalde tijd zijn toegekend of wanneer deze gedurende langere periode in een bepaald patroon zijn te herkennen.
de standaard werktijdenregeling is de norm en is van toepassing op alle medewerkers die zelf (enige) regelruimte hebben met betrekking tot hun werktijden. Er geldt een dagvenster van maandag tot en met vrijdag van 7.00 uur tot 22.00 uur waar binnen medewerker en procesmanager afspraken maken over werktijden, verlof- en werkplanning.
Het recht op salaris eindigt in geval van ontslag met ingang van de dag waarop het ontslag ingaat, tenzij er sprake is van een uitzonderingssituatie. Een dergelijke situatie wordt altijd voorgelegd aan het dagelijks bestuur, waarbij er sprake is van onderbouwing van redenen die deze uitzondering rechtvaardigen.
Artikel 3 Salaris bij deeltijd
Het salaris van de medewerker die in deeltijd werkt, wordt vastgesteld naar evenredigheid van het salaris bij een volledige werktijd.
Artikel 4 Bepalen salarisschaal
Zonder voorafgaand ontslag kan voor een medewerker geen salarisschaal gaan gelden met een lager maximumsalaris dan het salaris van de reeds voor hem geldende salarisschaal. Een verlaging kan wel plaatsvinden bij definitieve herplaatsing van een zieke medewerker als bedoeld in artikel 7:16 lid 2 CAR-UWO, herplaatsing na ontslag wegens onbekwaamheid of ongeschiktheid voor de eigen functie als bedoeld in artikel 8:6 CAR-UWO en bij het toekennen van een disciplinaire straf, als bedoeld in hoofdstuk 16 van de CAR-UWO.
Artikel 5 Salaris bij intreding
Indien de medewerker bij indiensttreding naar verwachting nog niet volledig voldoet aan de eisen die de functie stelt, wordt hij ingeschaald in de aanloopschaal. Inschaling in de aanloopschaal is alleen mogelijk indien de verwachting bestaat dat er binnen afzienbare tijd wordt voldaan aan de gestelde eisen.
De medewerker blijft in de aanloopschaal ingeschaald tot hij aan de voorwaarden voldoet waarbij recht ontstaat op inschaling in de functieschaal. Deze voorwaarden worden opgenomen in het aanstellingsbesluit of de arbeidsovereenkomst. Bij bevordering naar de functieschaal zijn de bepalingen uit artikel 8 van deze regeling van toepassing.
Artikel 6 Periodieke verhoging
Het salaris van de medewerker wordt binnen de voor hem geldende salarisschaal jaarlijks per 1 januari periodiek verhoogd tot het naast hogere bedrag tenzij uit een beoordelingsbesluit blijkt dat de medewerker niet functioneert zoals verwacht mag worden.
De verhoging van het salaris geldt niet voor de medewerker die het maximum van de voor hem geldende schaal reeds heeft bereikt.
Als wordt besloten tot het niet toekennen van een periodiek op grond van de bepalingen uit lid 1 of lid 4, dan wordt de medewerker daar schriftelijk van op de hoogte gesteld vóór de datum waarop de salarisverhoging zou zijn ingegaan. Deze schriftelijke informatie bevat tevens de redenen voor het betreffende besluit.
Artikel 7 Extra periodieke verhoging
Aan de medewerker, die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, kan een extra salarisverhoging tot een in de salarisschaal genoemd bedrag, niet uitgaande boven het maximumsalaris, worden toegekend op grond van buitengewone bekwaamheid, geschiktheid en inzet of andere door de werkgever van voldoende belang geachte omstandigheden. Een dergelijke toekenning vindt plaats op basis een personeelsbeoordeling.
Artikel 8 Salarisverhoging bij bevordering naar een hogere schaal
Als een voor een medewerker een hogere salarisschaal gaat gelden, wordt de overstap gemaakt naar het salaris dat ligt onmiddellijk boven het salaris dat de medewerker tot dat moment had.
Als de bevordering tegelijkertijd plaatsvindt met een periodieke verhoging vindt eerst de inschaling vanwege de bevordering plaats en wordt daarna de periodieke verhoging toegepast.
Artikel 9 Persoonlijke toelage
Aan de medewerker die het maximum van de voor hem geldende schaal heeft bereikt, en die gedurende een periode van minimaal 2 jaren een beoordeling heeft waaruit buitengewone bekwaamheid, geschiktheid en ijver naar voren komen, kan een persoonlijke toelage als bedoeld in artikel 3:7:8 van de CAR-UWO worden toegekend.
Artikel 10 Persoonlijke gratificatie
Als een medewerker een uitstekende kortdurende of eenmalige prestatie heeft geleverd, die niet uit de functiebeschrijving voortvloeit, kan de werkgever een gratificatie als bedoeld in artikel 15:1:28 van de CAR-UWO toekennen.
Het toe te kennen bedrag hangt af van de geleverde prestatie en de mate en/of tijdsduur waarin deze prestatie geleverd is en bedraagt netto maximaal 20% van het salaris dat hoort bij het schaalmaximum van schaal 6.
Als een groep medewerkers als collectief een uitstekende kortdurende of eenmalige prestatie heeft geleverd, die niet uit de functiebeschrijving van de individuele medewerkers voortvloeit, kan de werkgever een gratificatie als bedoeld in artikel 15:1:28 van de CAR-UWO toekennen.
Het toe te kennen bruto bedrag is 4% van het salaris dat hoort bij het schaalmaximum van schaal 6. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen medewerkers met een deeltijd- of volledig dienstverband.
Artikel 13 Toelage Onregelmatige dienst
Behoudens de uitzondering in artikel 3:3 lid 2 CAR-UWO, wordt aan de medewerker voor wie een salaris geldt in schaal 8 of lager en die volgens een werkrooster geregeld of vrij geregeld arbeid verricht op andere tijden dan op de werkdagen van maandag tot en met vrijdag tussen 8.00 en 18.00 uur, een toelage toegekend.
De toelage zoals bedoeld in het eerste lid bedraagt per gewerkt uur een percentage van het voor de medewerker geldende salaris per uur en wel:
met dien verstande dat genoemde percentages worden berekend over ten hoogste het salaris per uur (uurloon), dat is afgeleid van het salaris behorende bij het maximum van salarisschaal 7
Artikel 14 Toelage Bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst (piket)
De medewerker die valt onder de standaardregeling werktijden én die van de werkgever een schriftelijke opdracht heeft zich regelmatig of vrij regelmatig bereikbaar en/of beschikbaar te houden om bij oproep arbeid te verrichten, ontvangt een vergoeding op basis van het bepaalde in artikel 3:3A lid 2 van de CAR-UWO.
De medewerker die valt onder de bijzondere regeling werktijden én die van de werkgever een schriftelijke opdracht heeft zich regelmatig of vrij regelmatig bereikbaar en/of beschikbaar te houden om bij oproep arbeid te verrichten, ontvangt een vergoeding op basis van de in lid 2 en lid 3 van dit artikel vastgelegde afspraken.
De medewerker bij wie naar het oordeel van de werkgever bij de vaststelling van de bezoldiging of bij de regeling van de overige rechtstoestand rekening is gehouden met bereikbaarheids- of beschikbaarheidsdiensten komt niet in aanmerking voor een vergoeding.
De onder lid 1 sub b genoemde vergoeding bedraagt voor beschikbaarheidsdiensten:
Beschikbaar binnen een tijdsbestek tot en met 30 minuten:
16% van het uurloon voor elk uur waarop de medewerker zich bereikbaar moest houden voor zover deze vielen op zondag, nieuwjaarsdag, Goede Vrijdag, tweede Paasdag, de dag waarop de verjaardag van de koning wordt gevierd, Hemelvaartsdag, 5 mei, tweede Pinksterdag, 24 december vanaf 12.00 uur, de beide kerstdagen en 31 december vanaf 12.00 uur.
Beschikbaar binnen een tijdsbestek langer dan 30 minuten:
8% van het uurloon voor elk uur waarop de medewerker zich bereikbaar moest houden voor zover deze vielen op zondag, nieuwjaarsdag, Goede Vrijdag, tweede Paasdag, de dag waarop de verjaardag van de koning wordt gevierd, Hemelvaartsdag, 5 mei, tweede Pinksterdag, 24 december vanaf 12.00 uur, de beide kerstdagen en 31 december vanaf 12.00 uur.
De vergoeding wordt berekend op basis van het uurloon dat hoort bij het maximumbedrag van
De onder lid 1 sub b genoemde vergoeding bedraagt voor bereikbaarheidsdiensten:
4% van het uurloon voor elk uur waarop de medewerker zich bereikbaar moest houden voor zover deze vielen op zondag, nieuwjaarsdag, Goede Vrijdag, tweede Paasdag, de dag waarop de verjaardag van de koning wordt gevierd, Hemelvaartsdag, 5 mei, tweede Pinksterdag, 24 december vanaf 12.00 uur, de beide kerstdagen en 31 december vanaf 12.00 uur.
De vergoeding wordt berekend op basis van het uurloon dat hoort bij het maximumbedrag van
Artikel 15 Werkomstandighedentoelage
De medewerker met een salarisschaal lager dan 7 die door de aard van de werkzaamheden, regelmatig zware, onaangename of gevaarlijke werkzaamheden uitvoert, ontvangt hiervoor maandelijks een werkomstandighedentoelage. In deze toelage is een vergoeding opgenomen voor kleding. De werkomstandighedentoelage bedraagt per maand 2,5% van het schaalmaximum van salarisschaal 6.
Aan de medewerker wiens bezoldiging een blijvende verlaging ondergaat door het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage genoemd in de artikelen 13, 14 en 15, wordt een afbouwtoelage toegekend, als:
de medewerker deze toelage direct voorafgaande aan het tijdstip van beëindiging of vermindering, gedurende tenminste 2 jaren zonder een onderbreking van langer dan twee maanden heeft ontvangen. Een periode van arbeidsongeschiktheid, zwangerschaps-, bevallings- of ouderschapsverlof wordt hierbij niet aangemerkt als onderbreking.
Artikel 18 Bezoldiging bij ziekte
Indien de korting op het salaris, die voortvloeit uit het toepassen van artikel 7:3 van de CAR-UWO, leidt tot onredelijke en onbillijke gevolgen voor de medewerker, kan de werkgever besluiten een toelage bij ziekte toe te kennen ter hoogte van maximaal de korting op het salaris, gedurende maximaal 36 maanden.
De werkgever hanteert de volgende uitgangspunten voor het toepassen van de toelage bij ziekte:
Indien toepassing van deze regeling leidt tot een onbillijke situatie voor de betrokken medewerker, dan kan de werkgever in overleg met de betrokken medewerker in een voor de medewerker gunstige zin van deze regeling afwijken.