Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Aalten

Verordening Participatieraad Sociaal Domein Aalten 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAalten
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Participatieraad Sociaal Domein Aalten 2015
CiteertitelVerordening Participatieraad Sociaal Domein Aalten 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening Wmo-raad gemeente Aalten 2011

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 150
  2. Wet maatschappelijke ondersteuning, art. 2.1.2 en 2.1.3
  3. Participatiewet, art. 47
  4. Wet sociale werkvoorziening, art. 2, lid 3

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-05-201501-01-2020Nieuwe regeling

21-04-2015

Gemeenteblad d.d. 28 april 2015, nr. 36534

Geen.

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Participatieraad Sociaal Domein Aalten 2015

De raad van de gemeente Aalten;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 maart 2015;

gelet op het bepaalde in artikel 150 van de Gemeentewet, artikel 2.1.2 en 2.1.3 van de Wet maatschappelijke ondersteuning, artikel 47 van de Participatiewet en artikel 2, lid 3 van de Wet sociale werkvoorziening;

Besluit:

vast te stellen de Verordening Participatieraad Sociaal Domein Aalten 2015.

Artikel 1. Begripsbepalingen

Alle begrippen die in deze verordening gebruikt worden en die niet worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wmo, Wsw, Participatiewet, IOAW, IOAZ en de Awb.

Deze verordening verstaat onder:

  • -

    Awb: Algemene wet bestuursrecht

  • -

    Cliënt Participatiewet: de personen bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet

  • -

    Ingezetene; de persoon die in Nederland woont en die in verband met een beperking, chronische, psychische of psychosociale problemen niet op eigen kracht of met hulp van personen uit zijn sociale netwerk in staat is tot zelfredzaamheid of participatie, aanspraak kan maken op ondersteuning door de gemeente

  • -

    IOAW: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers

  • -

    IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen

  • -

    Jeugdige: persoon die

    • 1.

      de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt,

    • 2.

      de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt en ten aanzien van wie op grond van artikel 77c van het Wetboek van Strafrecht recht is gedaan overeenkomstig de artikelen 77g tot en met 77 gg van het Wetboek van Strafrecht, of

    • 3.

      de leeftijd van 18 jaar doch niet de leeftijd van drieëntwintig jaar heeft bereikt, en voor wie de voortzetting van jeugdhulp als bedoeld in onderdeel 1, die was aangevangen, of vóór het bereiken van de leeftijd van achttien jaar heeft bepaald dat een voorziening op het gebied van jeugdhulp noodzakelijk is of voor wie , na beëindiging die was aangevangen vóór het bereiken van de leeftijd van achttien jaar, binnen een termijn van een half jaar hervatting van de jeugdhulp noodzakelijk is

  • -

    Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning

  • -

    Wsw: Wet sociale werkvoorziening

Artikel 2. Medezeggenschap

In de verordening participatieraad sociaal domein is geregeld op welke wijze ingezetenen, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, worden betrokken bij de vaststelling, besluitvorming en evaluatie van deze verordening en het op deze verordening gebaseerde beleid.

Artikel 3. Doelstelling , taak en werkwijze van de participatieraad

  • 1.

    De participatieraad is ingesteld om de burgerparticipatie binnen het sociale domein vorm te geven. De participatieraad heeft tot doel de mening van de doelgroepen binnen het Sociaal Domein te verwoorden door middel van het uitbrengen van gevraagde en ongevraagde adviezen die betrekking hebben op het door het college of gemeenteraad voorgenomen beleid gebaseerd op deze verordening en het op deze verordening gebaseerde beleid.

  • 2.

    Het advies als bedoeld in het eerste lid wordt binnen zes weken schriftelijk uitgebracht aan het college door toezending van het advies aan de betreffende beleidsafdeling. Afwijking van deze termijn kan in onderling overleg worden bepaald.

  • 3.

    Het college betrekt de adviezen zichtbaar bij de besluitvorming en indien het college van het advies afwijkt, doet het college dat gemotiveerd.

  • 4.

    De participatieraad heeft geen bevoegdheden in zaken betreffende individuele klachten, bezwaarschriften, andere zaken met betrekking tot een individuele persoon.

  • 5.

    Er vindt afstemming plaats met de termijnkalender van het gemeentebestuur van Aalten.

Artikel 4. Bevoegdheden van de participatieraad

  • 1.

    Initiatiefrecht

    • a.

      De participatieraad heeft de bevoegdheid aangelegenheden die het beleid en de kwaliteit van de dienstverlening van de gemeente met betrekking tot deze verordening en het op deze verordening gebaseerde beleid, in het overleg met de betreffende ambtenaren en/of wethouders aan de orde te stellen.

    • b.

      De participatieraad heeft de bevoegdheid advies uit te brengen over alle aangelegenheden die het beleid en de kwaliteit van de dienstverlening door de gemeente betreffen voor zover het betrekking heeft op deze verordening en het op deze verordening gebaseerde beleid.

    • c.

      De participatieraad heeft de bevoegdheid om voor een goede invulling van haar taakstelling in voorkomende gevallen gebruik te maken van externe deskundigheid.

  • 2.

    Informatierecht

    • a.

      De participatieraad wordt onder andere op de hoogte gebracht van de resultaten van klanttevredenheidsonderzoeken, enquêtes en klachtenrapportages voor zover die betrekking hebben op deze verordening en het op deze verordening gebaseerde beleid.

    • b.

      De participatieraad krijgt spontaan en op verzoek tijdig alle informatie die het voor de uitoefening van haar taken en bevoegdheden zoals in deze verordening omschreven nodig heeft, tenzij enig wettelijk voorschrift de verstrekking daarvan in de weg staat.

    • c.

      De participatieraad krijgt structureel informatie over beleidsontwikkelingen en evaluatiemomenten en wordt advies gevraagd met betrekking tot de begroting en jaarrekening en andere financiële instrumenten van de gemeente.

  • 3.

    Adviesrecht

    • a.

      De participatieraad wordt bij de ontwikkeling van het integrale beleid van deze verordening en het op deze verordening gebaseerde beleid betrokken.

    • b.

      De gemeente stelt de participatieraad op een zodanig tijdstip in de gelegenheid advies uit te brengen over het beleid en evaluatie met betrekking tot het integrale beleid van deze verordening en het op deze verordening gebaseerde beleid, dat er een daadwerkelijke invloed mogelijk is op de besluitvorming. Indien het college om advies vraagt, wordt het advies binnen zes weken uitgebracht.

    • c.

      Onderwerpen die behandeld zijn in de participatieraad worden niet meer ter advisering voorgelegd aan andere adviesorganen.

    • d.

      Alle adviezen, informatieverzoeken en verbetervoorstellen die door de participatieraad schriftelijk zijn verstrekt, worden door het college beoordeeld. De gemeente verzorgt binnen vier weken een schriftelijke, gemotiveerde, reactie.

Artikel 5. Samenstelling en benoeming

  • 1.

    De participatieraad is, voor zover redelijkerwijs mogelijk, zodanig samengesteld dat deze personen een binding hebben met de doelgroepen binnen het sociaal domein.

  • 2.

    De participatieraad bestaat uit:

    • a.

      naast de onafhankelijk voorzitter en secretaris, maximaal twaalf leden met betrokkenheid bij het sociale domein (Wmo, Participatiewet en Jeugdwet)

    • b.

      de leden van de participatieraad, inclusief de onafhankelijk voorzitter en de secretaris, worden benoemd door het college.

  • 3.

    De leden van de participatieraad treden op als vertegenwoordigers van de doelgroepen binnen het sociale domein.

  • 4.

    De zetelverdeling is een interne aangelegenheid van de participatieraad, maar dient een redelijke afspiegeling te zijn van het sociale domein.

  • 5.

    De leden worden door de participatieraad voorgedragen voor benoeming. Indien noodzakelijk voorziet het college door middel van werving van leden via een gemeentelijke publicatie.

  • 6.

    De vertegenwoordigers van de participatieraad zijn inwoners van de gemeente Aalten. Indien er geen geschikte kandidaten beschikbaar zijn kan dispensatie van dit wooncriterium worden verleend door het college en kan worden toegestaan dat er kandidaten worden benoemd die niet woonachtig zijn in de gemeente Aalten. Voorwaarde is dat de betreffende kandidaten een aantoonbare binding hebben met de Aaltense samenleving en de doelgroepen.

  • 7.

    De zittingsperiode voor leden van de participatieraad bedraagt maximaal vier jaar. Een herbenoeming na deze periode met één termijn van maximaal vier jaar is mogelijk.

  • 8.

    Bij tussentijds aftreden van een lid, voorziet de participatieraad in de voordracht van een opvolger.

  • 9.

    Bij ernstig disfunctioneren van een of meer leden van de participatieraad kan door de meerderheid van de participatieraad het vertrouwen worden opgezegd. Indien overleg tussen de voorzitter en het desbetreffende lid onvoldoende resultaten heeft opgeleverd, kan de participatieraad het college verzoeken te beslissen. In het geval dit het disfunctioneren van de voorzitter betreft, geldt dat tenminste 2/3 meerderheid van de participatieraad het college kan verzoeken te beslissen.

  • 10.

    De participatieraad kan beleidsambtenaren die verantwoordelijk zijn voor (deel) terreinen binnen het sociale domein uitnodigen in de vergadering. De beleidsambtenaren zijn geen lid van de participatieraad en hebben geen stemrecht.

Artikel 6. De onafhankelijke voorzitter, de secretaris en de vice-voorzitter

  • 1.

    De vergaderingen van de participatieraad worden voorgezeten door de onafhankelijke voorzitter. De voorzitter heeft geen stemrecht.

  • 2.

    De voorzitter wordt op persoonlijke titel benoemd door het college. De plaatselijke afdelingen van organisaties die de belangen van cliënten vertegenwoordigen (de achterbannen), zoals genoemd in artikel 5 lid 3, worden in de gelegenheid gesteld om kandidaten die in aanmerking komen voor de functie van onafhankelijk voorzitter aan het college voor te dragen.

  • 3.

    De participatieraad kiest uit haar midden een secretaris, penningmeester en een vicevoorzitter.

  • 4.

    Het stichtingsbestuur (rechtspersoon voor het beheer van de financiën van de participatieraad) bestaat uit de vicevoorzitter, secretaris en de penningmeester van de participatieraad.

Artikel 7. Het secretariaat

De invulling van administratieve ondersteuning van de participatieraad wordt vanuit de gemeentelijke organisatie verzorgd (het notuleren en het uitwerken daarvan). De te ondernemen acties naar aanleiding van de vergaderingen, verslagen, advisering aan college/gemeenteraad worden door de secretaris verzorgd.

Artikel 8. De vergaderingen

  • 1.

    De vergaderingen van de participatieraad vinden (afhankelijk van het moment waarin de beleidscyclus van vier jaren verkeert) minstens zes maal per jaar plaats (inclusief het onder lid 11 genoemde overleg), of zoveel vaker als tenminste vier leden dat nodig vinden.

  • 2.

    De leden van de participatieraad kunnen tot tenminste twaalf werkdagen voorafgaand aan de vergadering onderwerpen voor de agenda aanmelden bij de voorzitter. De voorzitter beslist, in overleg met de secretaris, over de agendering.

  • 3.

    De agenda en bijbehorende stukken worden in principe vijf werkdagen voorafgaand aan de vergadering naar de leden verstuurd.

  • 4.

    De participatieraad heeft de mogelijkheid derden uit te nodigen in verband met een agendapunt van de vergadering.

  • 5.

    Alle leden van de participatieraad zijn, met uitzondering van de onafhankelijk voorzitter, stemgerechtigd. Alle besluiten worden met meerderheid van stemmen genomen, op voorwaarde dat tweederde van de leden aanwezig is.

  • 6.

    Bij het staken van de stemmen kan het desbetreffende voorstel op een volgende vergadering wederom aan de orde worden gesteld, op voorwaarde dat tweederde van de leden aanwezig is. Staken de stemmen wederom dan wordt het voorstel als verworpen beschouwd.

  • 7.

    Voor de besluitvorming is geen unaniem standpunt vereist. Afwijkende standpunten kunnen gemotiveerd in het advies worden opgenomen, met vermelding van de desbetreffende vertegenwoordigende cliënt- of doelgroep(en).

  • 8.

    De vergaderingen van de participatieraad zijn openbaar. De stukken voor de vergadering zijn in principe vijf dagen voorafgaand aan de vergadering voor derden beschikbaar. De agenda wordt gepubliceerd in de gemeenterubriek van de lokale weekkrant.

  • 9.

    De participatieraad kan slechts besluiten tot het houden van een besloten vergadering als het de behandeling van privacygevoelige zaken betreft.

  • 10.

    De participatieraad kan besluiten (tijdelijk) uit zijn eigen middelen een of meer commissies of werkgroepen te vormen. De onkosten komen ten laste van het budget van de participatieraad.

  • 11.

    Naast de reguliere vergaderingen vindt er structureel (frequentie wordt in onderling overleg vastgesteld) overleg plaats tussen een delegatie van de participatieraad en één of meer betrokken wethouders van de gemeente Aalten.

Artikel 9. Het faciliteren van de participatieraad

  • 1.

    Voor het bijwonen van de vergaderingen wordt aan de leden en de voorzitter van de participatieraad presentiegeld toegekend. In dit bedrag is een onkostenvergoeding begrepen. Maximaal wordt voor 12 vergaderingen per jaar presentiegeld toegekend. Voor de hoogte van het presentiegeld wordt de betreffende regeling gevolgd van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

  • 2.

    Naast de in het eerste lid genoemde vergoeding, stelt het college voor de participatieraad een jaarlijks budget beschikbaar, bedoeld voor het functioneren van de participatieraad.

Artikel 10. De verslaglegging

Jaarlijks brengt de secretaris namens de participatieraad voor 1 april verslag uit aan het college van de activiteiten en de bevindingen over het voorafgaande jaar. Daarbij wordt in een financieel verslag tevens verantwoording afgelegd over de besteding van het beschikbare budget.

Artikel 11. Geschillen

Het college beslist (gehoord hebbende de participatieraad) over de geschillen die voortkomen uit deze verordening.

Artikel 12. Slotbepalingen

  • 1.

    Communicatie

    • a.

      Het college maakt het bestaan van de participatieraad bekend bij de cliënten van de gemeente, de gemeentelijke organisatie en de belangenorganisaties.

    • b.

      Het college draagt zorg voor de bekendmaking van deze verordening.

  • 2.

    Evaluatie

    • a.

      De participatieraad evalueert jaarlijks met het college het functioneren van het onderling overleg.

    • b.

      Indien er op basis van deze evaluatie reden is om de verordening aan te passen, wordt hiertoe via de participatieraad en het college een voorstel ingediend bij de gemeenteraad.

Artikel 13. Intrekken oude verordening

De verordening Wmo-raad gemeente Aalten 2011 wordt per 1 mei 2015 ingetrokken.

Artikel 14. Inwerkingtreding en citeerartikel

De Verordening treedt in werking per 1 mei 2015 en kan worden aangehaald als Verordening Participatieraad Sociaal Domein Aalten 2015.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Aalten d.d. 21 april 2015.

De voorzitter, G. Berghoef

De griffier, M.A.J.B. Fiering