Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Almelo

Beleidsregel éénmalige uitkering sociale minima 2008 Wet werk en bijstand 2008

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAlmelo
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel éénmalige uitkering sociale minima 2008 Wet werk en bijstand 2008
CiteertitelBeleidsregels eenmalige uitkering sociale minima 2008 gemeente Almelo
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet werk en bijstand art 35

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

11-11-2008Onbekend

11-11-2008

Almelo's weekblad 17-11-2008

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel éénmalige uitkering sociale minima 2008 Wet werk en bijstand 2008

 

 

Gemeenteblad van Almelo

Geldende tekst

regelingnummer: 2332

Nr. 14

B&W-besluit van 11 november 2008, houdende vaststelling van de Beleidsregel éénmalige uitkering sociale minima 2008 Wet werk en bijstand 2008.

Beleidsregels eenmalige uitkering sociale minima 2008

gemeente Almelo

Artikel 1 Grondslag

  • ·

    Artikel 35 Wet werk en bijstand;

  • ·

    Amendement Tang/Spekman (TK 31 474 XV, nr. 10);

  • ·

    Brief van de staatssecretaris van Sociale zaken en werkgelegenheid aan de Tweede Kamer d.d. 9 oktober 2008, kenmerk W&B/B&K/08/27273.

Artikel 2 Doelgroep

  • 1.

    Huishoudens met een inkomen van maximaal 120% van de voor hen toepasselijke bijstandsnorm. De hier bedoelde bijstandsnorm is de norm bedoeld in artikel 5 onderdeel c van de Wet werk en bijstand.

  • 2.

    Een huishouden, gevoerd door een persoon die een toelage ontvangt op grond van de Wet Studiefinanciering, behoort niet tot de doelgroep

Artikel 3 Hoogte uitkering

De hoogte van de eenmalige onbelaste uitkering bedraagt € 50,-. Dit bedrag wordt niet aangemerkt als inkomen. Daarmee valt het niet onder de middelen bedoeld in artikel 31 van de WWB.

Artikel 4 Peildatum

Als peildatum voor de beoordeling van het recht op de eenmalige uitkering geldt 1 november 2008.

Artikel 5 Aanvraag

  • 1.

    De eenmalige uitkering wordt ambtshalve verstrekt aan die belanghebbenden waarvan bij de gemeente Almelo bekend is dat zij naar verwachting een inkomen hebben onder de 120% van de bijstandsnorm.

  • 2.

    De overige belanghebbenden vragen de eenmalige uitkering aan via een door College van Burgemeester en Wethouders vast te stellen aanvraagformulier.

  • 3.

    Aanvragen kunnen worden ingediend tot en met 31 december 2008

Artikel 6 Slotbepaling

Onverminderd het bovengestelde, is de WWB van toepassing.

Aldus op 11 november 2008 vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Almelo.

De burgemeester, de secretaris,

Toelichting beleidsregels eenmalige uitkering sociale minima 2008

Algemeen

Bij voorjaarsnota heeft de Tweede Kamer het amendement Tang/Spekman (TK 31 474 XV, nr. 10) aangenomen waarmee 50 miljoen euro extra beschikbaar is gesteld voor de uitvoering van armoedebeleid. Het amendement is bedoeld om extra aandacht te besteden aan de financiële positie van mensen met de laagste inkomens. Beoogd is om via de gemeenten de groep met een inkomen tot 120% van het sociale minimum extra financieel te ondersteunen.

De gemeenten krijgen de financiële middelen ter compensatie van de te verstrekken ondersteuning via een zogenaamde decentralisatie-uitkering (circulaire Gemeentefonds, 19 september 2008). Als verdeelsleutel voor de uitkering geldt het aantal huishoudens met een inkomen onder 120% van het sociale minimum.

Uitvoering

Uit de meest recente CBS-cijfers blijkt dat in 2005 bijna één miljoen huishoudens een inkomen had tot en met 120% van het sociaal minimum. Dat betekent dat er, gegeven het bedrag van 50 miljoen euro, per huishouden een bedrag beschikbaar is van 50 euro. Het is aan de gemeenten om ervoor te zorgen dat dit bij de doelgroep terechtkomt. Gemeenten kennen al een groot deel van deze groep vanwege hun reguliere minimabeleid. Om de administratieve lasten zo laag mogelijk te houden kan aan deze groep (in ieder geval de WWB-gerechtigden, maar mogelijk ook anderen) het bedrag ambtshalve verstrekt worden.

De bij de gemeente nog onbekende doelgroep, die kan bestaan uit werknemers, zelfstandigen en uitkeringsgerechtigden anders dan WWB’ers, kan een aanvraag indienen. Ondanks dat het hier geen reguliere klanten van de gemeente betreft, komen ze toch vaak in aanmerking voor inkomensondersteunende regelingen.

Grondslag

Als wettelijke grondslag geldt artikel 35 WWB. Eénmalig wordt afgeweken van het daarin vervatte uitgangspunt dat geen categoriale aanvullende inkomensondersteuning plaatsvindt, om zo de uitvoering van het amendement mogelijk te maken. De Inspectie Werk en Inkomen is hiervan in kennis gesteld, zodat hiermee bij de toezichtsactiviteiten rekening kan worden gehouden. Het is echter van belang dat de gemeente bij het gebruik maken van deze eenmalige mogelijkheid niet afwijkt van de randvoorwaarden die besloten liggen in het amendement. Het past niet binnen het financiële kader van het amendement om een hoger bedrag dan € 50 te verstrekken of om de groep van rechthebbenden uit te breiden boven 120% van het sociaal minimum. De relatie met artikel 35 houdt tevens in dat het College voor de verstrekking van het bedrag van € 50,- beleidsregels dient op te stellen.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Grondslag

Aangezien artikel 35 van de WWB alleen geen formele grondslag kan bieden vanwege het verbod op categorale verstrekking, wordt tevens als grondslag vermeld het amendement Tang/Spekman en de brief van de staatssecretaris van Sociale zaken en werkgelegenheid van 9 oktober 2008 waarin de Tweede Kamer over de eenmalige uitkering wordt geïnformeerd.

Artikel 2 Doelgroep

Uitgaande van het amendement bestaat de kring van rechthebbenden uit huishoudens met een inkomen van maximaal 120% van de voor hen toepasselijke bijstandsnorm.

Verder wordt aangesloten bij de Verordening Maatschappelijke Participatie, waardoor er geen vermogenstoets plaatsvindt.

Voor het inkomen geldt het percentage van de voor de betrokkene toepasselijke bijstandsnorm. Voor werkenden zal gekeken moeten worden naar het inkomen, afgezet tegen de persoonlijke situatie (alleenstaand, alleenstaande ouder, gehuwden).

Huishoudens waarvan het inkomen (voornamelijk) uit een studiebeurs bestaat, behoren niet tot de groep van rechthebbenden.

Zoals in de algemene toelichting is gesteld wordt eenmalig toegestaan dat afgeweken wordt van het verbod op categorale verstrekkingen, mits de verstrekking wordt gedaan binnen de kaders die het amendement aangeeft. Een grotere kring van rechthebbenden door een hogere inkomensgrens past daar niet in.

Artikel 3 Hoogte uitkering

De hoogte van de eenmalige uitkering bedraagt € 50. Gemeenten zouden kunnen kiezen voor een lager bedrag of een ander inzet van de middelen. Dit is echter niet in de geest is van het amendement. Zoals in de algemene toelichting is gesteld wordt eenmalig toegestaan dat afgeweken wordt van het verbod op categoriale verstrekkingen, mits de verstrekking wordt gedaan binnen de kaders die het amendement aangeeft. Een hoger bedrag past daar niet in.

Doordat de uitkering niet wordt aangemerkt als inkomen, telt het ook niet mee bij de vaststelling van o.m. zorg- en huurtoeslag.

Artikel 6 WWB

Dit artikel is opgenomen om voor het overige de WWB van toepassing te verklaren. Hierdoor is bijvoorbeeld artikel 13 WWB van toepassing (uitsluiting van bijstand).