Regeling inconveniënten gemeente Nieuwkoop 2011

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

• a.

  gemeente: gemeente Nieuwkoop;

• b.

  college: college van burgemeester en wethouders van Nieuwkoop;

• c.

  regeling: regeling inconveniënten gemeente Nieuwkoop 2008;

• d.

  medewerker: de ambtenaar in de zin van artikel 1:1, lid 1, sub a van de CAR/UWO;

e.CAR: Collectieve ArbeidsvoorwaardenRegeling voor de sector gemeenten;

• f.

  UWO: UitWerkingsOvereenkomst van de gemeente Nieuwkoop;

• g.

  functie: samenstel van aan de medewerker opgedragen werkzaamheden, zoals vastgelegd in de functiebeschrijving;

• h.

  volledige betrekking: dienstverband, zoals bedoeld in artikel 1:1, lid 1, onder k., van de CAR/UWO;

• d.

  inconveniënt: omstandigheid die samenhangt met de uitoefening van de functie, die als extra bezwarend wordt ervaren en die in redelijkheid niet vermijdbaar is en die kan bestaan uit een of een combinatie van de volgende belastende werkomstandigheden:

-Zwaar werk:

alle vormen van spierbelasting als gevolg van zwaarte van de materialen, onderdelen, werktuigen, gereedschappen, e.d., waarmee wordt gewerkt in samenhang met het vereiste werktempo.

-Invloed van weersgesteldheid:

weersomstandigheden zoals regen, sneeuw, mist, hitte, wind, relatieve vochtigheid.

-Werk met afkeer:

situaties, die stank (onaangename geur) geven of die walging/afkeer oproepen of lichamelijke reacties (huidprikkelingen, irritaties) teweeg brengen, zoals rook, damp, stof, onaangename materialen.

-Werk met hinderlijk geluid en/of trillingen:

werken in een omgeving, waarbij lawaai hinderlijk is, dan wel onaangenaam is in fysieke zin en/of werken met hulpmiddelen/ apparatuur die trillingen veroorzaken.

Artikel 2 Aanwijzing

Het college bepaalt bij afzonderlijk besluit voor welke functies er sprake is van inconveniënten.

Artikel 3 Vergoeding

• 1.

  De medewerker die is aangesteld in een functie als bedoeld in artikel 2, ontvangt voor deze bezwarende werkzaamheden als pensioengevend bestanddeel van de bezoldiging een bruto bedrag van 4,54% van het maximum van schaal 5, zoals vermeld in bijlage IIa van de CAR/UWO.

• 2.

  De medewerker die tevens is aangesteld in de functie van doodgraver ontvangt voor deze bezwarende werkzaamheden als pensioengevend bestanddeel van de bezoldiging een vergoeding van 2,5% van het maximum van schaal 5 zoals vermeld in bijlage IIa van de CAR/UWO.

• 3.

  Medewerkers met een aanstelling in deeltijd ontvangen een evenredig deel van de vergoeding als bedoeld in lid 1 en lid 2.

• 4.

  Als een medewerker wegens ziekte of wegens een andere reden langdurig afwezig is, vervalt na de eerste volle kalendermaand van afwezigheid de vergoeding, zoals bedoeld in dit artikel.

Artikel 4 Beëindiging buiten toedoen medewerker

• 1.

  De medewerker van wie de bezoldiging een blijvende verlaging ondergaat als gevolg van een buiten zijn toedoen beëindiging van de werkzaamheden waarbij sprake is van inconveniënten, ontvangt een afbouwtoelage volgens artikel 17 van de Regeling bezoldiging gemeente Nieuwkoop 2011als:

  • a.

    de blijvende verlaging tenminste 3% van zijn bezoldiging bedraagt;

  • b.

    de medewerker deze vergoeding tenminste twee jaar zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.

• 2.

  Voor de toepassing van het voorgaande lid wordt onder wezenlijke onderbreking verstaan een onderbreking van langer dan 2 maanden.

Artikel 5 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan het college een bijzondere regeling treffen.

Artikel 6 Vaststelling en ingangsdatum

• 1.

  De regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2011.

• 2.

  Deze regeling kan worden aangehaald als “Regeling inconveniënten gemeente Nieuwkoop 2011”.

• 3.

  De “Regeling inconveniënten gemeente Nieuwkoop 2008” vervalt met ingang van de inwerkingtreding van de “Regeling inconveniënten gemeente Nieuwkoop 2011”.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van 20 september 2011.