Organisatie | Tiel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels re-integratie en loonkostensubsidie Participatiewet 2015 |
Citeertitel | Nadere regels re-integratie en loonkostensubsidie Participatiewet 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Nadere regels re-integratie WWB 2012.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-04-2015 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 07-04-2015 | Regelgevingregister 2015, nr. 4.06 / collegevergadering 7-4-15, nr. 3.C.16 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tiel
gelet op de artikelen 7 en 10 van de Participatiewet;
gelet op artikel 2 lid 4 en 5, artikel 3 lid 1 en 3, artikel 4 lid 2, artikel 6 lid 4, artikel 8 lid 2 en artikel 9 van de Re-integratieverordening Participatiewet 2015 en de Verordening loonkostensubsidie Participatiewet 2015, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 17 december 2014;
overwegende dat het noodzakelijk of wenselijk is nadere regels vast te stellen voor het gebruik maken van de bevoegdheid tot het aanbieden van re-integratievoorzieningen en loonkostensubsidie;
besluit vast te stellen de volgende nadere regels:
Nadere regels re-integratie en loonkostensubsidie Participatiewet 2015.
Hoofdstuk 2. Beleid en Financiën
Artikel 2. Prioritering in beleid
Voor niet-uitkeringsgerechtigden als bedoeld in artikel 7 lid 1a onder 7 van de Participatiewet geldt, dat ondersteuning en inzet van een noodzakelijk geachte voorziening alleen wordt geboden, indien het partnerinkomen niet meer bedraagt dan 130% van het netto Wettelijk Minimumloon als bedoeld in artikel 37 van de Participatiewet en het vermogen de van toepassing zijnde vermogensgrens als bedoeld in artikel 34 lid 3 van de Participatiewet, niet overschrijdt.
Hoofdstuk 3. Vormen van ondersteuning
De doelgroep medisch uren beperkten als bedoeld in artikel 6b van de Participatiewet, komt niet in aanmerking voor loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d van de Participatiewet, tenzij zij daarnaast ook per uur verminderd productief zijn en op grond daarvan wordt vastgesteld dat zij behoren tot de doelgroep als bedoeld in artikel 6 lid 1 onder evan de Participatiewet.
Groepsplaatsing: Ingeval een werkgever voornemens is opdrachten te verstrekken aan een groep personen uit de doelgroep loonkostensubsidie, stelt het college de loonwaarde als bedoeld in artikel 6 lid 1 onder g van de Participatiewet voor die groep personen vast op basis van de feitelijke taken en werkzaamheden op de werkplek van één persoon van die groep personen, onder voorwaarde dat die taken en werkzaamheden voor alle personen van die groep representatief zijn.
De voorselectie van belanghebbenden als bedoeld in artikel 10b lid 2 Participatiewet en artikel 6 lid 2 van de Re-integratieverordening Participatiewet 2015, voor een advies en vaststelling dat een belanghebbende uitsluitend in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden arbeidsmogelijkheden heeft, kan pas gebeuren, indien aannemelijk is dat belanghebbende een loonwaarde heeft tussen de 20% en 40% van het wettelijk minimumloon.
Gesubsidieerde dienstverbanden, waaronder begrepen de voormalige In- en Doorstroom banen en banen in het kader van de Wet inschakeling werkzoekenden, welke al bestonden bij de inwerkingtreding van de Participatiewet, blijven van kracht. Voor deze dienstverbanden worden voorzieningen ingezet om de subsidie af te bouwen dan wel doorstroom te bevorderen naar een dienstverband zonder subsidie, of indien van toepassing, om te zetten in loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 8 van deze nadere regels.
Een tijdelijke loonkostensubsidie voor de duur van maximaal 6 maanden kan aan een werkgever worden geboden ten behoeve van personen die een uitkering op grond van de Participatiewet, IOAW of IOAZ ontvangen en die niet behoren tot de doelgroepen zoals bedoeld in artikel 8 en 9 van deze nadere regels.
Artikel 11 Detachering en work first-opties
Het college kan arbeid in een dienstverband met detachering aanbieden via een uitvoerende werkgever welke daartoe door het college wordt aangewezen met het doel afhankelijkheid van een uitkering op basis van de Participatiewet, IOAW of IOAZ te voorkomen, te verminderen of te beëindigen.
Artikel 12 Persoonlijke ondersteuning / Jobcoaching
Het college kan persoonlijke ondersteuning als bedoeld in artikel 7 van de Re-integratieverordening Participatiewet 2015 in de vorm van een jobcoach aanbieden aan personen met een (arbeids) beperking, die in aanmerking komen voor loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d van de Participatiewet en de Verordening loonkostensubsidie Participatiewet 2015.
Het aanbieden van de no-riskpolis als bedoeld in artikel 8 van de Re-integratieverordening Participatiewet 2015, geschiedt voor het jaar 2015, conform de afspraak die daarover is gemaakt tussen de VNG en het UWV, zoals opgenomen in de ledenbrief van de VNG aan gemeenten van 20 januari 2015, nummer 15/003.
Artikel 14 Zelfstandig ondernemerschap
In geval naar het oordeel van het college voor een persoon, die een uitkering in het kader van de Participatiewet, IOAW of IOAZ ontvangt of gaat ontvangen, arbeidsinschakeling in loondienst minder haalbaar is dan het starten als zelfstandig ondernemer, biedt het college voorzieningen aan welke zijn gericht op de oriëntatie op en voorbereiding van een start als zelfstandig ondernemer.
Artikel 15 Vergoedingen en premies
Een premie als bedoeld in artikel 31 lid 2 onder j van de Participatiewet wordt uitsluitend aangeboden aan personen die werkzaamheden uitvoeren op een Participatieplaats als bedoeld in artikel 10a van de Participatiewet. In artikel 5 lid 2 van de Re-integratieverordening Participatiewet 2015 is de hoogte van de premie opgenomen.
Naar het oordeel van het college draagt binnen het re-integratiebeleid van de gemeente, een vrijlating van inkomsten als bedoeld in artikel 31 lid 2 onderdeel n en r van de Participatiewet en artikel 8 lid 2 IOAW en IOAZ, niet bij aan de arbeidsinschakeling van personen die een uitkering in het kader van de Participatiewet, IOAW of IOAZ ontvangen of gaan ontvangen. De hier bedoelde inkomens-vrijlatingen worden daarom niet toegepast.
Een vergoeding kan worden verstrekt voor aantoonbare noodzakelijk geachte verwervingskosten welke een persoon behorend tot de doelgroep als bedoeld in artikel 7 lid 1 onder a van de Participatiewet maakt in verband met activiteiten gericht op het verkrijgen of uitvoeren van arbeid in loondienst. De activiteiten moeten onderdeel uitmaken van een plan van aanpak.
Wanneer het gaat om verwervingskosten van personen die door Lander werk & participatie zijn geplaatst op beschut werk of werk met loonkostensubsidie, in het kader van de “Pilot overgangsjaar Participatiewet 2015”, zal worden aangesloten bij de vergoedingsregeling(en) die gelden voor medewerkers begeleid werken in het kader van de Wsw.
Artikel 17. Interne richtlijnen
Ten behoeve van de uitvoering van deze nadere regels kan het college interne richtlijnen vaststellen.
Artikel 18. Afwijken van bepalingen / hardheidsclausule
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van belanghebbende(n) afwijken van de bepalingen in deze nadere regels, indien toepassing van de regels tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.