Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waalwijk

Armoedenota 2015 'Op eigen kracht waar het kan, een steun in de rug waar het moet. Samen armoede aanpakken'

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWaalwijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingArmoedenota 2015 'Op eigen kracht waar het kan, een steun in de rug waar het moet. Samen armoede aanpakken'
CiteertitelArmoedenota 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Participatiewet, art. 35

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

22-04-2015Nieuwe regeling.

02-04-2015

Weekblad Waalwijk, 22-04-2015

2015/041

Tekst van de regeling

Intitulé

Armoedenota 2015 'Op eigen kracht waar het kan, een steun in de rug waar het moet. Samen armoede aanpakken'

 

 

Armoede nota 'Op eigen kracht waar het kan, een steun in de rug waar het moet. Samen armoede aanpakken'

Inleiding

 

Voor u ligt de vervolgnotitie “Op eigen kracht waar het kan, een steun in de rug waar het moet’ met als subtitel “Samen armoede aanpakken” voor de jaren 2015 tot en met 2018. Deze titel staat voor onze overtuiging dat samenwerking tussen gemeente, maatschappelijke partners en inwoners voor iedereen een voordeel oplevert. Krachten bundelen dus!!

Daarom is bij de totstandkoming van deze nota veel aandacht besteed aan signalen van betrokken burgers en maatschappelijke partners. De input voor de beleidslijnen (zie paragraaf 5 en 6) komt grotendeels van een klankbordgroep waarin zijn vertegenwoordigd De Strohalm, de PCOB, De Voedselbank, de WMO adviesraad en studenten van de MBO opleiding maatschappelijke dienstverlening. Met betrekking tot het stimuleren tot werk is de WWB klantenraad geraadpleegd. Tenslotte is formeel advies gevraagd aan de WMO adviesraad

In het Coalitieprogramma 2014 -2018 “krachten bundelen” wordt de in 2012 en 2013 ingezette beleidslijn vervolgd. Waarom ligt er dan een vervolgnotitie armoedebeleid? Allereerst omdat met de komst van de Participatiewet een aantal zaken is gewijzigd en onderzocht moet worden of bijstelling noodzakelijk is. Daarnaast hebben wij een inkomens-effectrapportage laten opstellen en worden de conclusies en aanbevelingen verwerkt.

 

Leeswijzer

Wij brengen de landelijke ontwikkelingen in beeld. Daarna volgt een overzicht van de informatie die wij hebben van de lokale situatie aan de hand van de minima-effectrapportage en informatie en de adviezen van het klankbordpanel. Tot slot doen we voorstellen om het armoedebeleid te intensiveren.

 

1. Aanleiding

Gemeenten worden in steeds grotere mate verantwoordelijk voor het sociale domein. De aanpak van armoede en schuldenproblematiek wordt steeds meer een maatwerkaanpak en richt zich op alle levensdomeinen (werk, onderwijs, wonen en zorg). In 2013 is het Waalwijks armoedebeleid geactualiseerd door middel van de beleidsnota “Op eigen kracht waar het kan, een steun in de rug waar het moet”.

Voor de periode 2013 – 2015 hebben wij de volgende speerpunten benoemd:

1.het voorkomen van sociale uitsluiting, waarbij er extra aandacht is voor twee

kwetsbare groepen:

  • a.

    kinderen en jongeren tot 18 jaar;

  • b.

    alleenstaanden jonger dan 65 jaar met een beperking.

    • 2.

      het vergroten van de bekendheid van inkomensondersteuning; het terugdringen van het niet gebruik van inkomensondersteunende voorzieningen, waarbij extra ingezet wordt op de groep werkenden en jongeren.

    • 3.

      het voorkomen en aanpakken van financiële problemen.

    • 4.

      Het samenwerken en versterken van netwerken.

Deze speerpunten staan de komende jaren nog recht overeind. De nota richt zich dus niet op het stellen van nieuwe kaders maar deze nota is bedoeld om:

  • ·

    de gevolgen van de Participatiewet voor het lokaal armoedebeleid in beeld te brengen en te verwerken;

  • ·

    maatwerk mogelijk te maken;

  • ·

    aan te sluiten op het activerende karakter van de Participatiewet;

  • ·

    de extra rijksmiddelen armoedebeleid bestendigen in het beleid.

Hiervoor betrekken wij ook de inkomenseffectrapportage Waalwijk om te kijken wat de effecten van het gevoerde beleid zijn en waar bijsturing van beleid gewenst is.

 

1.Landelijke ontwikkelingen

In december 2014 is het Armoedesignalement 2014 verschenen. Hierin worden de actuele cijfers (over 2013) gepresenteerd. Het Armoedesignalement 2014 concludeert dat in 2013 de armoedeproblematiek is toegenomen. De stijging is in alle risicogroepen terug te vinden. Verwacht wordt dat in 2013 de piek in de armoedeproblematiek is bereikt. Het Waalwijkse beeld wijkt niet af van het geschetste landelijke beeld in het Armoedesignalement. Uit de recente minimascan van Stimulansz (bijlage 2) blijkt dat in Waalwijk de omvang van de doelgroep is toegenomen.

 

2.1.Drie decentralisaties

Vanaf 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de Participatiewet, de Wet maatschappelijke ontwikkeling (Wmo) en Jeugdzorg. Met dit takenpakket zijn gemeenten verantwoordelijk voor vrijwel de volledige ondersteuning aan kwetsbare burgers.

 

2.2.Intensivering armoedebeleid en maatregelen Wwb

In het Regeerakkoord zijn afspraken gemaakt over de intensivering van het armoede- en schuldenbeleid en er zijn financiële middelen beschikbaar gesteld. Voor de gemeente Waalwijk gaat het voor 2015 en daarna om € 180.000. Deze rijksmiddelen zijn geoormerkt voor het armoedebeleid. De regering vindt het belangrijk dat gemeenten bij de uitvoering van het armoedebeleid maatwerk leveren. Dat betekent dat ook gekeken moet worden naar de individuele omstandigheden en de mogelijkheden om via werk meer inkomen te genereren. De wetswijzigingen die van invloed zijn op het armoedebeleid zijn opgenomen in de Wet maatregelen Wet Werk en bijstand (WWB), onderdeel van de Participatiewet. De wijzigingen betreffen de volgende onderwerpen.

 

a.Kostendelersnorm

De kostendelersnorm is van toepassing op personen van 21 jaar en ouder wanneer de woning gedeeld wordt met meerdere meerderjarige personen. De uitkering wordt lager naarmate meer personen hoofdverblijf hebben in dezelfde woning, waardoor het geldende sociaal minimumniveau voor deze persoon lager wordt.

 

b.Individuele en categoriale bijzondere bijstand

Bijzondere bijstand moet maatwerk worden, gericht op de individuele omstandigheden. Gekeken wordt wat het huishouden nodig heeft op basis van daadwerkelijk gemaakte kosten. De mogelijkheden voor het bieden van categoriale bijzondere bijstand zijn vanaf 2015 beperkt. Deze variant blijft alleen open voor de collectieve ziektekostenverzekering voor de minima en de PasWijzer.

 

c.Langdurigheidstoeslag

De individuele toeslag vervangt de langdurigheidstoeslag. Vanaf 2015 moet bij de beoordeling van het recht op deze toeslag ook de inspanning die is geleverd om aan arbeid te komen meewegen.

 

d. Maatwerkvoorziening chronisch zieken en gehandicapten

Sinds januari 2014 zijn de landelijke regelingen Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (WTCG) en de compensatie eigen risico (CER) opgeheven. Deze voorzieningen bestonden om de meerkosten van chronisch zieken en gehandicapten (deels) te compenseren. Per 2015 is het ook niet meer mogelijk om de categoriale bijzondere bijstand aan de chronisch zieken en gehandicapten in het armoedebeleid te handhaven. Vanaf 2015 kan dit uitsluitend via een individuele maatwerkvoorziening.

 

2.Lokale situatie en ontwikkelingen

 

3.1 Inkomens effectrapportageGemeente Waalwijk 2014

Om de effecten van het gevoerde beleid te meten is een Inkomens Effect Rapportage opgesteld. Het rapport brengt in beeld wat de effecten van landelijke en de gemeentelijke maatregelen zijn op de koopkracht van de armste groepen in Waalwijk in 2014.De conclusies zijn:

Alleenstaanden jonger dan 65 jaar kunnen maandelijks niet rondkomen van hun inkomen. Dit geldt zowel voor alleenstaanden tot 100% als ook voor alleenstaanden met een inkomen tot 110% en 120% sociaal minimum niveau (smn). Daarnaast stijgt na werkaanvaarding het inkomen niet evenredig mee.

Alleenstaande ouders met een inkomen boven de bijstandsnorm eindigen maandelijks met een positief saldo. Dit is vooral te danken aan de heffingskortingen waar zij aanspraak op kunnen maken en de bijdrage in de school- en participatiekosten van hun kinderen.

Meerpersoons huishoudens met en zonder kinderen hebben het minst te spenderen en komen maandelijks geld tekort, ook al maken zij gebruik van het minimabeleid. Deze gezinnen verdienen daarom extra aandacht om te voorkomen dat zij in de schulden raken. Ook voor deze groep geldt dat na werkaanvaarding nauwelijks een inkomensverbetering optreedt.

Ouderen: een alleenstaande oudere houdt maandelijks geld over. Meerpersoons 65-plus huishoudens houden geld over wanneer zij een inkomen boven de bijstandsnorm hebben. Bij deze doelgroep is over het algemeen geen zicht op inkomensverbetering.

 

3.2. Aandachtspunten armoedebeleid 2015 - 2018:

 

a.Gevolgen invoering kostendelersnorm

De inkomenstoets in het kader van het armoedebeleid van de gemeente Waalwijk is gebaseerd op het sociaal minimumniveau. De invoering van de kostendelersnorm heeft daarom gevolgen voor de uitvoering van de PasWijzer.

 

b.Gevolgen Minima Stapelingseffecten

Door het wegvallen van diverse financiële compensaties in verband met bezuinigingen werkt het risico van stapeling in de hand. Eerste gegevens laten zien dat de stapeling tot negatieve effecten leidt voor Wajongers, chronisch zieken, ouderen boven 75 jaar en gezinnen met kinderen.

 

b.1. ouderen

De groep gepensioneerden is grofweg te verdelen in mensen tussen de 65 en 75 jaar en mensen ouder dan 75 jaar. De koopkracht van ouderen tussen 65 en 75 jaar met aanvullend pensioen staat onder druk omdat naar verwachting veel pensioenfondsen ook in 2015 pensioenen zullen korten. Ouderen boven de 75 jaar hebben hier over het algemeen minder last van omdat zij gemiddeld een lager aanvullend pensioen hebben. Daar staat tegenover dat ouderen boven de 75 jaar relatief veel meer gebruik maken van zorg. Circa 75 procent van deze groep had recht op WTCG, CER en/of aftrek specifieke zorgkosten. Deze regelingen zijn vervallen. Uit de stapelingsmonitor blijkt dat relatief veel huishoudens in deze groep vanaf 2015 te maken krijgen met wijzigingen in de langdurige zorg zoals de verhoging van eigen bijdrage in de Wmo huishoudelijke hulp en de decentralisatie van AWBZ begeleiding.

 

b.2. Chronisch zieken en gehandicapten

Chronisch zieken en gehandicapten hebben het in 2015 financieel zwaar. De chronisch zieken en gehandicapten maken relatief meer kosten dan andere doelgroepen.

Een aantal van deze kosten worden vanuit de overheid (bijvoorbeeld belastingaftrek) gedekt. Maar daarmee is niet alles gecompenseerd.

 

b.3. Gezinnen met kinderen

De koopkracht van gezinnen wordt nadelig beïnvloed door maatregelen in de kinderbijslag en het kindgebonden budget. Deze bedragen worden bevroren en de kinderbijslagbedragen voor oudere kinderen worden verlaagd. Uit de Inkomens Effect Rapportage blijkt dat meerpersoonshuishoudens met kinderen niets overhouden aan het einde van de maand. Door de verschillende lastenverzwarende maatregelen wordt het voor deze huishoudens moeilijker om rond te komen.

De uitkering voor alleenstaande ouders gaat in 2015 omlaag door het wegvallen van de toeslag van 20%. Het kindgebonden budget (voor kinderen tot achttien jaar) van de Belastingdienst gaat omhoog. Al met al wordt er vijftig euro per maand minder uitgekeerd. De regering wil alleenstaande ouders zo stimuleren om aan het werk te gaan.

 

 

3.3.Coalitieprogramma Waalwijk

Het coalitieprogramma 2014-2018 Krachten Bundelen stelt o.a. “Onze inzet is om minder te ‘zorgen voor’ mensen en meer te ‘zorgen dat’ mensen zichzelf kunnen redden. Uiteraard moet iemand voor wie dit (nog) een onmogelijke opgave is niet aan zijn lot worden overgelaten, maar moet hij kunnen rekenen op de overheid. In dit coalitieprogramma besteden wij daarom onder meer extra aandacht aan het armoedebeleid, vooral gericht op kinderen.” O.a. daarmee willen “we ervoor zorgen dat de meest kwetsbare inwoners, die economisch en/of sociaal afhankelijk zijn van voorzieningen, niet buiten de boot vallen. We realiseren ons immers dat het hebben van financiële problemen een zware wissel trekt op het hele gezin en consequenties heeft voor het dagelijkse leven. Dit betekent niet dat we als gemeente alles moeten en kunnen oplossen. Mensen zijn in eerste instantie zelf verantwoordelijk en we verwachten dat zij ook zelf de handen uit de mouwen steken om de problemen aan te pakken. We verwachten een actieve houding bij het vinden van werk en een creatieve houding bij het vinden van een oplossing binnen het eigen netwerk. Als dat (nog) niet lukt, bieden we ondersteuning. Daarom bezuinigen we ook deze coalitieperiode niet op armoede- en minimabeleid. Sterker nog, we willen het armoedebeleid intensiveren, in het bijzonder gericht op schoolgaande kinderen. We willen de overgang van armoede van ouders naar kinderen zoveel mogelijk voorkomen. Dit willen we van geval tot geval bekijken en maatwerk verzorgen. Bijvoorbeeld om te voorkomen dat kinderen niet mee kunnen op schoolreisje.” Het coalitieprogramma stelt verder Voor het jaar 2014 en verder wordt de in 2012 en 2013 ingezette lijn vervolgd.Vooral ten behoeve van de bestrijding van armoede bij kinderen stellen coalitiepartijen een extra budget beschikbaar van 50.000.

 

3.4.Kindvoorziening 2014:Kindbon en schoolstartpakket

In juni 2013 heeft de kinderombudsman het rapport “kinderen in armoede“ gepresenteerd. Bij het opstellen van het activiteitenplan 2014 hebben wij deze aanbevelingen meegenomen en is besloten in 2014 een kindvoorziening aan te bieden. De gemeente voorziet door middel van de PasWijzer voor een groot deel van de zaken die genoemd worden door de kinderombudsman. Ter aanvulling op het PasWijzer-aanbod is een kindvoorziening in natura door middel van kindbonnen aangeboden voor de aanschaf van kleding, schoenen, ID, schoolstartpakket etc. Door de voorziening in deze vorm aan te bieden is de voorziening volledig ten goede gekomen aan het kind. De kosten van dit project bedragen € 50.000 en zijn ten laste gebracht van het in 2013 ontvangen rijksbudget bestrijding armoede wat is overgeheveld naar 2014. Het projectplan in 2014 is opgesteld in samenspraak met de Strohalm en de Voedselbank.

 

3.5.Collectieve ziektekostenverzekering minima

Per 1 januari 2014 is de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (WTCG) en de Compensatie eigen risico (CER) afgeschaft. Het Rijk biedt de mogelijkheid om een gemeentelijke maatwerkvoorziening aan te bieden en stelt hiervoor middelen beschikbaar. Wij hebben besloten:

  • 1.

    De gemeentelijke maatwerkvoorziening vanaf 1 januari 2015 aan te bieden in de vorm van een collectieve ziektekostenverzekering voor de minima met een inkomen tot 120% geldende sociaal minimumniveau. De ziektekostenverzekering heeft een uitgebreide dekking voor de meeste voorkomende medische kostensoorten inclusief compensatie eigen risico en eigen bijdrage Wmo.

  • 2.

    Om via de individuele bijzondere bijstand de mogelijkheid te bieden om de niet medische kosten als gevolg van ziekte of handicap te compenseren.

 

3.6. Jeugdsportfonds

In de kaders sportbeleid 2012-2016 willen wij o.a. iedereen zoveel mogelijk aan het sporten en bewegen krijgen. Om deelname aan sport voor kinderen die opgroeien in gezinnen met een laag inkomen mogelijk te maken is besloten deel te nemen aan Jeugdsportfonds. In de nota “Op eigen kracht waar het kan, een steun in de rug” is € 12.500 beschikbaar gesteld als gemeentelijke bijdrage voor de deelname aan het Jeugdsportfonds (JSF). In 2014 hebben ongeveer 100 kinderen een beroep gedaan op het JSF. Uit de recente minimascan van Stimulansz blijkt dat in Waalwijk ongeveer 910 kinderen behoren tot de doelgroep. Eind 2014 was het budget volledig besteed. Om de doelstellingen van zowel de kaders Sportbeleid en het Armoedebeleid mogelijk te maken willen wij de deelname aan het Jeugdsportfonds intensiveren.

 

3.7. Voor- en vroegschoolse educatie

Taal is een basisvoorwaarde voor kinderen om optimaal hun talenten te kunnen ontwikkelen. Binnen de gemeente Waalwijk streven wij ernaar dat elk kind en elke ouder functioneel geletterd is en blijft. In het kader van het armoedebeleid kennen wij de “gratis peuteren” regeling. Deze regeling houdt in dat doelgroepkinderen die via de Peuterspeelzaal een Voor- en Vroegschoolse educatie (VVE) programma volgen geen eigen bijdrage betalen. Voor kinderen die via de basisschool een VVE programma volgen is geen eigen bijdrage verschuldigd. In het aanpak VVE “Waalwijk- Taalrijk: aanpak ouder en kind samen” wordt ingezet op intensieve samenwerking tussen alle betrokken partners om laaggeletterdheid bij kinderen én ouders te voorkomen of te bestrijden. Vanuit het gemeentelijk armoedebeleid willen wij dit programma ondersteunen. Hiervoor willen wij binnen de PasWijzer de TaalrijkWijzer instellen. De TaalrijkWijzer maakt abonnement op een schoolblad (bijv. Bobo of Okki) financieel mogelijk. Ongeveer 100 kinderen maken gebruik van een taalondersteuningsprogramma. Wij schatten in dat ongeveer 50 % behoort tot de PasWijzerdoelgroep. Wij stellen voor om de kosten per abonnement te vergoeden met een maximum van € 100 per kind per schooljaar.

 

3.Klankbordgroep : informatie uit het veld

Met de klankborgroep (met vertegenwoordigers van de Voedselbank, de Strohalm, De PCOB, de WMO adviesraad en twee jongeren die de MBO voor maatschappelijke dienstverlening volgen) is in december 2014 een meedenksessie gehouden. Uit deze sessie is het volgende naar voren gekomen. De aanpak van het bestrijden van armoede en preventie richt zich op: jongeren, ouders met kinderen en ouderen. Deze indeling is gemaakt omdat elke groep specifieke problemen kent, maar ook een specifieke aanpak in het kunnen bereiken en ondersteunen.

Schuldenproblematiek komt voor bij jongeren. Jongeren praten niet graag over schulden en kloppen niet bij de gemeente aan voor hulp. Als jongeren 18 jaar worden, moet ze heel veel regelen (zorgtoeslag, studiefinanciering, ziektekostenverzekering etc.) Dit is erg lastig zeker als jongeren niet bij de ouders terecht kunnen voor hulp omdat het voor de ouders ook te ingewikkeld is. Het zou goed zijn als er een laagdrempelige voorziening komt voor jongeren waar zij terecht kunnen voor praktische ondersteuning. Daarbij werd de Tavenu als een laagdrempelige voorziening genoemd om met de jongeren te werken aan de oplossing van problemen.

Voor ouderen en gezinnen kan het SAW (Samenwerkingsoverleg Armoede & Zorg Waalwijk) en de ouderenbonden met de vrijwillige ouderenadviseur een functie vervullen. Verder is er nog het (blauwe) boekje met armoedevoorzieningen, m.n. ouderen maken hier gebruik van. Daarnaast kunnen de Wij(k)diensten mensen ondersteunen en voorlichten. Een sluitende benadering voor de doelgroep kan zijn:

 

4.1 Prikkels naar werk

Uit de minima effectrapportage blijkt dat werkaanvaarding voor alleenstaanden en meerpersoonshoudens (met kinderen) nauwelijks inkomensverbetering oplevert. Met dit gegeven is gezocht naar prikkels om werkaanvaarding te stimuleren. Een belangrijke voorwaarde is, dat er voor iedereen werk is. Is dat niet het geval dan zouden mensen meer werkervaring op moeten kunnen doen, door bijvoorbeeld vrijwilligerswerk te verrichten. Mensen zonder werk kunnen gestimuleerd worden om een vorm van vrijwilligerswerk op te pakken, waardoor prikkels kunnen ontstaan om te gaan werken. Men doet een werkritme op en leert als het ware op een ‘ervaringswerkplaats’.

Een andere wijze om prikkels tot werken op te roepen is te werken met positieve en negatieve prikkels. Een negatieve prikkel gaat bijvoorbeeld uit van het korten op de uitkering van mensen die niet voldoen aan hun sollicitatieplicht. Positieve prikkels kunnen uitgaan van het bieden van faciliteiten om een opleiding of cursus te volgen gericht op het vinden van werk. Hierbij kan o.a. gedacht worden aan een traject via Baanbrekers als onderdeel van een re-integratietraject.

Armoedeval, waarbij het inkomen weliswaar stijgt vanwege de werkaanvaarding, maar daalt omdat vanwege de inkomensstijging lokale en landelijke inkomensvoorzieningen wegvallen, is een drempel om te gaan werken. Als overgangsmaatregel kan ervoor gekozen worden om lokale voorzieningen bijvoorbeeld de PasWijzer en de collectieve ziektekostenverzekering minima langer te laten doorlopen.

 

4.2 Schulden

Over een laag inkomen praten mensen over het algemeen niet graag. Ook praten over het hebben van schulden is een taboe. Tijdens het keukentafelgesprek is het belangrijk een open sfeer te creëren. Mensen moeten het vertrouwen hebben dat er zorgvuldig wordt omgesprongen met hun situatie. Dan kan beter naar voren komen wat de werkelijke oorzaak is van de schulden. Als de oorzaak bekend is, b.v. te hoge consumptie, verslaving, echtscheiding, kunnen de te nemen stappen gekozen worden. Deze kunnen gericht zijn op het verminderen van de schulden, maar ook op het voorkomen van nieuwe schulden. Het opnieuw vervallen in het patroon om (nieuwe) schulden te maken moet worden vermeden. Daarbij wordt sterk rekening gehouden met de motivatie en de capaciteiten van de cliënt.

Bij jongeren, maar mogelijk ook bij andere doelgroepen, kan gedacht worden aan groepsgesprekken of individuele ondersteuning.

 

4.3Maatwerk

De klankbordgroep pleit voor individueel maatwerk. De voorkeur gaat uit naar individueel maatwerk, zodat aangesloten wordt op de omstandigheden en mogelijkheden van het huishouden. Het maatwerk begint met het inventariseren van het inkomen en de kansen en belemmeringen om meer inkomen te verwerven. Het maatwerk bestaat uit (specifieke) stappen om belemmeringen te verminderen of uit de weg te ruimen. Er wordt ook gekeken naar mogelijkheden die de sociale omgeving van mensen kunnen bieden. Daarbij wordt gedacht aan de directe sociale omgeving zoals huisgenoten en familie, maar ook mensen die men kent bijvoorbeeld van verenigingen.

Dan kan gericht gekozen worden voor manieren om de financiële situatie te verbeteren. Nadrukkelijk wordt geadviseerd om nadat deze keuze is gemaakt de vinger aan de pols te houden en te zorgen dat er geen terugval plaatsvindt. Zeker wanneer het gaat om gedragsaspecten is het zinvol en vaak effectief om begeleiding te blijven geven.

 

4.4. Communicatie

In de gesprekken met de klankbordgroep is de communicatie naar zowel de doelgroep als de netwerkwerkpartners regelmatig aan de orde gekomen. De klankbordgroep adviseert om, naast de gemeentelijke communicatie middelen, gebruik te maken van de communicatiemogelijkheden van de netwerkpartners om de doelgroep te bereiken.

 

5.Actualisatie beleid

In deze paragraaf worden concrete voorstellen gedaan voor actualisatie en intensivering van het armoedebeleid van de gemeente Waalwijk vanaf 2015. De voorstellen vinden hun oorsprong in:

  • 1.

    Bestaand armoede beleid en invoering Participatiewet(A)

  • 1.

    Gekanteld armoedebeleid. Wij kantelen de overheidsbemoeienis van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’. Mensen worden gevraagd meer eigen verantwoordelijkheid te nemen en de gemeente ondersteunt daarbij zo nodig. Deze ondersteuning vindt in de vorm van maatwerk plaats.

  • 2.

    Activerend armoedebeleid. Wij proberen niet werkenden te activeren naar arbeid.

  • 3.

    Stapelingseffecten. Wij letten op die doelgroepen daar waar stapelingseffecten van diverse wijzigingen met directe gevolgen voor het inkomen optreden.

  • 4.

    Kostendelersnorm. Wij opereren binnen de grenzen van de wet, waarbij wij de uitvoering van de PasWijzer zo eenvoudig mogelijk houden.

  • 2.

    Lokale ontwikkelingen (B)

    • ·

      In het coalitieprogramma 2014 – 2018 wordt voor het jaar 2014 de 2012 en 2013 ingezette lijn voor het armoedebeleid vervolgd.

    • ·

      Kaders sportbeleid 2012 – 2015 waarbij wij o.a. iedereen zoveel mogelijk aan het sporten en bewegen krijgen.

    • ·

      Programma VVE. Binnen de gemeente Waalwijk streven wij ernaar dat elke kind en elke ouder functioneel geletterd is.

  • 3.

    De resultaten van de Inkomens Effect Rapportage (C)

Uit de inkomens effect rapportage blijkt dat – ondanks de landelijke en lokale inkomensvoorzieningen - de inkomenspositie van twee categorieën achter blijft. Wat betreft besteedbaar inkomen blijven achter: alleenstaanden jonger dan 65 jaar én gezinnen met kinderen. Dit zijn precies de twee doelgroepen die wij in ons armoedebeleid extra aandacht geven. Daarnaast blijkt uit de Inkomens Effect Rapportage dat het inkomen bij het aanvaarden van werk - vanwege het wegvallen van de inkomensvoorzieningen - niet evenredig meestijgt.

 

4.De Interactieve beleidsvorming (D)

De interactieve beleidsvorming resulteerde in de volgende aandachtpunten:

  • 1.

    aandacht voor jeugd en jongeren

  • 2.

    prikkels naar werk

  • 3.

    schuldenproblematiek

  • 4.

    maatwerk

 

Voorstellen armoedebeleid gemeente Waalwijk 2015 – 2018

Hieronder volgen de voorstellen, waarbij per voorstel door middel van de letters A (armoedebeleid en invoering Participatiewet) ,B (lokale ontwikkelingen) ,C (inkomens effectrapportage) en D (interactieve beleidsvorming) de oorsprong van de voorstellen aangegeven.

  • 1.

    Kinderarmoedebeleid (A,B,C,D)

    • a.

      Ten behoeve van de bestrijding van armoede bij kinderen stellen coalitiepartijen een extra budget beschikbaar van € 50.000. In 2014 is het project Kindvoorziening uitgevoerd. Wij stellen voor om vanaf 2015 de middelen uit het Coalitieprogramma structureel beschikbaar te stellen voor de uitvoering van de kindbon via de PasWijzer.

 

Beslispunt 1:de kindvoorziening vanaf 2015 onderdeel maken van het PasWijzeraanbod en hiervoor het bedrag van € 50.000 uit het Coalitieprogramma beschikbaar stellen.

b.Aangezien kinderen op de middelbare school veel geld kosten komen pashouders in aanmerking voor de SchoolWijzer. De pashouder ontvangt jaarlijks een bedrag van € 75 voor elke kind schoolgaand kind (basis- en middelbare school). Dit bedrag is sinds 2008 niet meer geïndexeerd. Wij stellen voor het bedrag te verhogen naar € 100 per kind wat de basisschool bezoekt en € 150 per kind wat de middelbare school bezoekt. Dit betekent een benodigd bedrag van € 18.000.

 

Beslispunt 2: het bedrag van de SchoolWijzer met ingang van het schooljaar 2015 2016 verhogen naar € 100 / € 150 per kalenderjaar en hiervoor een extra bedrag van € 18.000 beschikbaar stellen.

c.Ter ondersteuning van het programma Waalwijk Taalrijk een TaalrijkWijzer instellen voor kinderen die een taal ondersteun- programma volgen voor de abonnementskosten van een schoolblad.

 

Beslispunt 3: Binnen de PasWijzer een TaalrijkWijzer instellen en hiervoor jaarlijks een bedrag van € 5.000 beschikbaar stellen.

d.Om deelname aan sport voor kinderen die opgroeien in een gezin met een laag inkomen mogelijk te maken stellen wij voor het Jeugdsportfonds te intensiveren met een bedrag van € 37.500.

 

Beslispunt 4: Het budget voor deelname aan Jeugdsportfonds met ingang van 2015 verhogen naar € 50.000.

 

2.Prikkels naar werk (A,C,D)

Uit de Inkomens Effect Rapportage blijkt dat na werkaanvaarding het inkomen niet evenredig meestijgt. Samen met het meedenkpanel en de klantenraad Wwb van Baanbrekers is gezocht naar prikkels voor werk. Dit is mogelijk door positieve en negatieve prikkels. Een negatieve prikkel is, bijvoorbeeld, korten op de (bijstands) uitkering wanneer niet voldaan wordt aan de arbeidsmarktverplichtingen. Wij kunnen aansluiten bij het handhavingsbeleid van Baanbrekers. De PasWijzer wordt dan ingetrokken bij herhaling van het schenden van de sollicitatieplicht en werkweigering.

Armoedeval is een drempel om te gaan werken. Het inkomen stijgt weliswaar vanwege de werkaanvaarding, maar daalt omdat lokale en landelijke inkomensvoorzieningen wegvallen vanwege de inkomensstijging. Als overgangsmaatregel kan ervoor gekozen worden om lokale voorzieningen bijvoorbeeld de collectieve ziektekostenverzekering minima en de PasWijzer maximaal twee jaar langer te laten doorlopen. Het lopende PasWijzerjaar + 1 jaar. Bij de kwijtschelding lokale belastingen gelden de regels van de Invorderingswet waardoor er geen beleidsruimte is. Jaarlijks worden + 300 personen door Baanbrekers begeleid naar werk. Wij doen de aanname dat 1/3 hiervan boven de geldende inkomensgrens uitkomt en hierdoor voorzieningen verliest. Dit betekent dat voortzetting van de PasWijzer gedurende maximaal 2 jaar een bedrag van € 10.000 per jaar vergt.

 

Beslispunt 5: om effecten van de armoedeval tegen te gaan de PasWijzer na werkaanvaarding gedurende maximaal twee jaar toe te staan. Hiervoor een bedrag van € 10.000 toe te voegen aan het budget PasWijzer.

 

3.Maatwerkvoorziening (A,B,D)

Een vangnet voor mensen die tussen wal en schip dreigen te vallen. Elke voorziening heeft zijn voorwaarden en regulering waardoor niet iedereen in aanmerking komt voor voorzieningen. Door generieke regels kan in de diverse regelingen geen maatwerk worden geboden. Maatwerk is nodig om een op de persoon specifiek toegesneden ondersteuning te kunnen bieden. Dat geldt ook voor inkomensvoorzieningen. Voor dit doel willen wij een fonds in het leven roepen van € 25.000 waaruit geput kan worden om in nijpende situaties snel te kunnen voorzien in een passende extra voorziening via TeamWijz van de gemeente Waalwijk. In bijlage 3 zijn de Spelregels voor toekenning uit dit budget opgenomen.

 

Beslispunt 6: instellen van een gemeentelijke maatwerkvoorziening met ingang van 2015 en hiervoor jaarlijks een bedrag van € 25.000 beschikbaar te stellen.

4.Collectieve basisverzekering minima (A)

In paragraaf 3.5 is beschreven dat vanaf 1 januari 2015 een collectieve ziektekostenverzekering ter dekking voor de meeste voorkomende medische kostensoorten beschikbaar is. Via de individuele bijzondere bijstand bieden wij de mogelijkheid om de niet medische kosten te compenseren. De basisverzekering wordt geboden voor mensen tot 120% van de toepasselijke bijstandsnorm. Wij hebben tevens een extra module in de verzekering opgenomen waarmee ook de Eigen Bijdrage voor Wmo-voorzieningen (geïnd door het CAK) is meeverzekerd tot maximaal € 375. Op deze wijze kunnen wij de stapelings-effecten van diverse bezuinigingsmaatregelen voor financieel meest kwetsbaren verzachten. De kosten worden gedekt door de rijksbijdrage voor de maatwerkvoorziening gekoppeld aan het wegvallen van de WTCG en CER.

 

5.Preventie schuldhulpverlening (A,B,C,D)

Schulden leggen een forse druk op het leven. De gemeente wil daarom ondersteunen en faciliteren bij het oplossen van schuldenproblematiek. Preventie en vroegsignalering is een belangrijk punt waarop wordt ingezet in het coalitieprogramma en het armoedebeleid. Laagdrempelige budgetcursussen of individuele ondersteuning, door bijvoorbeeld een budgetmaatje, kunnen mensen ondersteunen bij het oplossen of voorkomen van schulden. Ter aanvulling op bestaande vrijwilligers activiteiten, bijvoorbeeld de vrijwillige ouderenadviseur, willen wij een laagdrempelige voorziening creëren. Hierbij kunnen mensen ondersteuning krijgen om de thuisadministratie op orde te brengen. Daarom willen wij in overleg met Contour de Twern een voorziening budgetmaatje op zetten. Een budgetmaatje is een vrijwilliger die praktische hulp biedt door orde te scheppen in de thuisadministratie en daar waar nodig morele steun biedt. In huishoudens met schulden is vaak meer aan de hand. Het is daarom belangrijk dat een budgetmaatje goed ondersteund en getraind wordt. Voor het trainen van deze vrijwilligers willen wij jaarlijks een bedrag van € 10.000 beschikbaar stellen.

 

Beslispunt 7: met ingang van 2015 een bedrag van € 10.000 beschikbaar stellen voor de deskundigheidsbevordering en training van de vrijwillige budgetmaatjes inclusief ouderenadviseurs.

 

6.Innovatieve initiatieven samenleving (A,B)

In het coalitieprogramma is voor sociale initiatieven van bewoners € 50.000 opgenomen.

In Waalwijk kennen wij al goed draaiende initiatieven opgezet door inwoners uit de samenleving zoals de Voedselbank en de Strohalm. Met de terugtredende overheid krijgen en nemen nieuwe initiatieven de ruimte. In andere gemeenten zien wij initiatieven zoals een kledingbank, voedseltuinen, ruilwinkels en digitale websites voor vraag naar en aanbod van diensten en goederen. Wij willen een innovatiefonds armoedebestrijding in stellen en stellen hiervoor jaarlijks € 20.000 beschikbaar. Het innovatiefonds is bedoeld om een eenmalige subsidie te verlenen om de initiatieven te kunnen opstarten.

 

Beslispunt 8: Instellen van een innovatiefonds armoedebestrijding met ingang van 2015 voor het verstrekken van eenmalige startsubsidies aan op te zetten maatschappelijke initiatieven. De subsidieverstrekking vindt plaats op basis van de Algemene Subsidieverordening gemeente Waalwijk 2015 en de Subsidieregeling RSO 2016.

 

Beslispunt 9: een bedrag van € 20.000 per jaar beschikbaar te stellen voor het innovatiefonds armoedebestrijding.

 

7.Preventieve laagdrempelige hulp voor jongeren (A,B en D)

Tijdens de interactieve beleidsvorming hebben jongeren gepleit voor een laagdrempelige voorziening voor jongeren. Daarbij is de lage drempel van Tavenu in samenwerking met de Toegang genoemd. Om jongeren financieel weerbaar te maken, is het belangrijk dat zij leren omgaan met geld. Thuis, op school en via andere plaatsen waar jongeren komen. Wij stellen voor om in samenwerking met de Tavenu een programma te ontwikkelen voor jongeren, waarbij zij ondersteuning krijgen om de administratie op orde te brengen en te leren budgetteren om daarbij financiele stabiliteit te vinden. Daarnaast kunnen jongeren advies en ondersteuning krijgen bij de zaken die geregeld moeten worden als ze 18 jaar worden.

 

Beslispunt 10: met ingang van 2015 een bedrag van € 15.000 beschikbaar stellen voor laagdrempelige hulp voor jongeren.

 

8.Invoering kostendelersnorm (A, C)

Vanaf 2015 bestaat de norm alleenstaande ouder niet meer en worden er 2 normen gehanteerd voor een echtpaar en een alleenstaande. De kostendelersnorm is ingevoerd en daardoor is het toeslagenbeleid vervallen. Dit heeft gevolgen voor het berekenen van het recht op de PasWijzer. Het doorvoeren van de kostendelersnorm voor de PasWijzer maakt de uitvoering ingewikkeld en mutatiegevoelig. Dit is niet wenselijk qua doelstelling van het armoedebeleid en ook niet haalbaar en praktisch voor de uitvoering. Voor de uitvoering van de PasWijzer willen wij vanaf 2015 de volgende begripsbepaling hanteren: “daar waar verwezen wordt naar de geldende (bijstands)norm, wordt de norm voor echtparen gebruikt of een afgeleide van het minimumloon voor het berekenen van de norm voor een alleenstaande of alleenstaande ouders. De kostendelersnorm laten wij voor de inkomensberekening voor de PasWijzer buiten beschouwing”. Daarmee willen wij de situatie van 2014 zoveel als mogelijk in stand houden binnen de nieuwe wetgeving. Zie bijlage 4.

 

Beslispunt 11: Voor het berekenen van de PasWijzernorm wordt de norm voor echtparen gebruikt of een afgeleide van het minimumloon voor het berekenen van de norm voor een alleenstaande of alleenstaande ouders. De kostendelersnorm blijft voor de inkomensberekening voor de PasWijzer buiten beschouwing”.

 

5.Communicatie en voorlichting

 

De conclusies uit de minima-effectrapportage zijn gebruikt voor voorgaande voorstellen voor intensivering van het Waalwijkse armoedebeleid. Bij de doorrekening van de effecten van het armoedebeleid in de minima effectrapportage gaan wij uit van een optimale benutting van de voorzieningen door de doelgroep. De realiteit is echter dat de doelgroep niet voor 100% bereikt wordt. Belangrijk speerpunt van het armoedebeleid is het tegengaan van niet gebruik van de voorzieningen. In 2013 en 2014 hebben wij om de doelgroep te bereiken extra ingezet op:

  • ·

    Intensivering kontakten met het maatschappelijk middenveld om afstemming en samenwerking te bevorderen en via netwerken de doelgroep te bereiken.

  • ·

    Opstellen van de informatiebrochure Wegwijs in Armoedevoorzieningen, huis aan huis verspreiden in Waalwijk en beschikbaar stellen aan onze netwerkpartners.

Onze (gezamenlijke) inzet heeft ertoe geleid dat wij de doelgroep behoorlijk weten te bereiken. In 2014:

  • ·

    PasWijzergebruik: 57% van de totale doelgroep

  • ·

    Kindbonnen: 80% van de PasWijzerhouders

  • ·

    Kwijtschelding: + 50% van de totale doelgroep

  • ·

    Koopkrachttegemoetkoming 2014: 70% van de totale doelgroep

Een score van 100% is (te) hoog gegrepen, maar wij willen ons komende jaren inzetten om de scores te verbeteren. Wij spreken hierbij een stevige ambitie uit: 75% bereik van de doelgroep.

Er zijn in het verleden diverse voorlichtingsmiddelen ingezet (web-site gemeente, artikelen op de gemeentepagina, brochures, mailing en informatieverstrekking aan de netwerkpartners). Communicatie is een belangrijk instrument voor een succesvol armoedebeleid. Om de doelgroep nog beter te bereiken willen wij:

  • 1.

    Het armoedebeleid positief uitstralen: mensen schamen zich vaak voor armoede of het hebben schulden en lopen daarmee niet graag te koop.

  • 2.

    Goede kontakten te onderhouden met onze netwerkpartners om samen armoede aan te pakken en de doelgroep te bereiken.

  • 3.

    Bekendheid geven aan het innovatiefonds armoedebestrijding om daarmee initiatieven uit de samenleving te kunnen ondersteunen bij de start.

Om vooral actiepunten 1 en 3 succesvol te maken, willen wij inzetten op creatieve communicatiemiddelen, los van bovengenoemde ‘traditionelere’ middelen. De keuze daarvoor moet nog nader ingevuld worden, in overleg met de partners. Vooral initiatieven uit punt 3 lenen zich daarvoor.

Wij willen structureel € 9.500 per jaar beschikbaar stellen voor de communicatie naar de doelgroep. Hiervoor willen wij:

  • ·

    De brochure ‘Wegwijs in armoedevoorzieningen’ (het blauwe boekje) regelmatig actualiseren en aanbieden aan de doelgroep en de netwerkpartners. De brochure wordt in “Jip en Janneke” taal geschreven zodat de brochure voor iedereen bruikbaar is.

  • ·

    De PasWijzer- schuldhulpverleningsbrochure regelmatig actualiseren en beschikbaar stellen aan doelgroep en netwerkpartners;

  • ·

    Voor de Collectieve ziektekostenverzekering minima (CZM) jaarlijks een brochure opstellen en beschikbaar stellen aan de doelgroep en netwerkpartners.

 

Beslispunt 12: om het niet gebruik van voorzieningen tegen te gaan de communicatie naar de doelgroep te intensiveren en hiervoor vanaf 2015 € 9.500 beschikbaar te stellen.

 

Beslispunt 13: Bij een groter bereik van de doelgroep stijgen de uitgaven van het armoedebeleid. Om deze stijging op te vangen voegen wij een bedrag van € 30.000 toe aan het budget armoedebestrijding.

 

6.Verwachte effecten nieuwe maatregelen

De kosten van de nieuwe voorstellen en financiële dekking in schema:

maatregel

kosten

dekking

1.Hoger bedrag Schoolwijzer

€ 18.000

Extra Rijksmiddelen

2.Bestendigen kindvoorziening

€ 50.000

Coalitieprogramma

3.Uitbreiding Jeugdsportfonds

€ 37.500

Extra Rijksmiddelen

4.Invoeren TaalrijkWijzer

€ 5.000

Extra Rijksmiddelen

4.Langer voorzieningen voor nieuwe werkenden

€ 10.000

Extra Rijksmiddelen

5.Maatwerkvoorziening

€ 25.000

Extra Rijksmiddelen

6.Collectieve ziektekostenverzekering minima

 

Wmo middelen

7.Laagdrempelige preventie jeugdhulp stelpost

€ 15.000

Extra Rijksmiddelen

8.training budgetmaatjes

€ 10.000

Extra Rijksmiddelen

9.Innovatieve initiatieven inwoners

€ 20.000

Extra Rijksmiddelen

10.Communicatie armoedebeleid

€ 9.500

Extra Rijksmiddelen

11.Post groter bereik doelgroep

€ 30.000

 

Totaal uit Rijksmiddelen

€ 180.000

Extra Rijksmiddelen

De voorgestelde generieke maatregelen hebben het volgende effect op de verschillende huishoudtypen. Bij deze doorrekening wordt uitgegaan van het gegeven dat er een optimale benutting is van de voorzieningen door de doelgroep. De TaalrijkWijzer en het Schoolstartpakket zijn hierbij niet opgenomen.

Totaal inkomen per Huishoudtype

Tekort of overschot vrije besteding

bij 100% smn

volgens IER

Intensivering met

Effect op het inkomen in 2015 per maand

Tekort of overschot op het budget vrije besteding

wordt

Alleenstaande zonder kinderen jonger dan 65 jaar

-66

CZM + *

+ verlenging PasW.

+10

-55

Alleenstaande ouder, 2 kinderen (8 en 13 jaar)

-43

CZM +

Kindbon

SchoolWijzer

+ verlenging PasW.

+45

+ 2

Meerpersoonshuishoudens zonder kinderen, jonger dan 65 jaar

-131

CZM +

+ verlenging PasW.

+20

-111

Meerpersoonshuishoudens 2 kinderen ( 8 en 13 jaar)

-248

CZM+

Kindbon

SchoolWijzer

+ verlenging PasW.

+55

-193

alleenstaande ouder dan 65 jaar

+ 42

CZM+

+ verlenging PasW

+10

+ 52

Meerpersoonhuishoudens ouder dan 65 jaar

-28

CZM+

+20

-8

Intensivering specifieke doelgroep

 

 

 

Chronisch zieken en gehandicapten

 

CZM extra: eigen risico+ eigen bijdrage Wmo

+96

Per persoon

Per maand

 

* bij de CZM+ wordt uitgegaan van de aanvullende verzekering en wordt gerekend met verhoogde premiebijdrage van de gemeente vanaf 1 januari 2015.

Conclusie

  • 1.

    De in 2013 ingezette lijn en benoemde speerpunten voor het armoedebeleid wordt gedurende de coalitieperiode tot en met 2018 voortgezet.

  • 2.

    In aansluiting op het coalitieprogramma hebben wij extra aandacht voor het gemeentelijke armoedebeleid. Wij stellen voor het gemeentelijke armoedebeleid te intensiveren met o.a. een aantal generieke maatregelen, een individuele maatwerkvoorziening, het instellen van innovatiefonds en preventieve maatregelen

  • 3.

    De voorgestelde generieke maatregelen voor de intensivering van het gemeentelijke armoedebeleid hebben een positieve invloed op het maandelijkse budget vrije bestedingen. Alleenstaanden jonger dan 65 jaar en meerpersoonshuishoudens met en zonder kinderen blijven desondanks in een financieel kwetsbare positie en verdienen onze aandacht.

  • 4.

    Door middel van individueel maatwerk willen wij met de gemeentelijke maatwerkvoorziening huishoudens ondersteunen in nijpende situaties. Wij zullen de individuele ondersteuningsvragen monitoren en deze informatie gebruiken bij een volgende actualisatie van het armoedebeleid

 

Afstemmingsparagraaf

Deze notitie is tot stand gekomen met inbreng van:

  • ·

    Klankbordgroep armoede (De Strohalm, De Voedselbank, de PCOB, leerlingen ROC Tilburg en de WMO adviesraad)

  • ·

    WWB klantenraad van Baanbrekers

  • ·

    WMO adviesraad

 

Bijlage 1: overzicht armoedebeleid Waalwijk per 2015

Voorziening

Doel

Uitvoering door

Inkomensgrens

opmerkingen

Individuele bijzondere bijstand

Inkomens

Ondersteuning

Baanbrekers

110%

Geïntensiveerd met:

·Individuele studieregeling jongeren met een arbeidsbeperking

·Regeling hulp bij het huishouden

Categoriale bijzondere bijstand

Inkomens

Ondersteuning

Baanbrekers

110%

Vervalt van rechtswege miv 1 januari 2015, muv van de collectieve ziekten kostenverzekering en stadspas.

Individuele inkomenstoeslag

Inkomens

Ondersteuning

Baanbrekers

105%

Vervangt de langdurigheidstoeslag

Collectieve ziektekosten

verzekering

Gemeentelijke maatwerkvoorziening chronisch zieken en gehandicapten

Inkomens

ondersteuning

Baanbrekers

120%

·Vervangt de categoriale bijzondere bijstand chronisch zieken en ouderen / WTCG en CER

·Verhoging inkomensgrens naar 120%/ geen vermogenstoets.

·Volledige compensatie eigen risico van € 375

·Compensatie eigen bijdrage Wmo tot € 375 per jaar

PasWijzer

Participatie

Gemeente

110%

Intensiveren met:

·SchoolWijzer naar

€ 100/€ 150 per kind per jaar

·Uitbreiding met de TaalrijkWijzer

·Uitbreiding met kindbon en schoolstartpakket

Jeugdsportfonds

Participatie

Gemeente

120%

intensivering

Gratis Peuteren

Participatie

Gemeente

110 %

ongewijzigd

Kwijtschelding gemeentelijke heffingen

Inkomens

ondersteuning

Gemeente

100%

ongewijzigd

Schuldhulpverlening

Participatie

Gemeente

 

Extra inzet op preventie

Budgetmaatjes / jeugd

Maatwerkvoorziening minima

Participatie

Gemeente

110%

Nieuw beleid

Innovatiefonds armoedebestrijding

Participatie

Gemeente

 

Nieuw beleid

Bijlage 2 Omvang doelgroep gemeente Waalwijk

 

Minimascan

De minimascan geeft inzicht in de omvang en samenstelling van de doelgroep van het gemeentelijke armoedebeleid.

Bij verschillende inkomensgrenzen (percentage van het sociaal minimum) wordt over meerdere jaren aangeven hoe groot deze doelgroep is, en uit welke subgroepen deze in uw gemeente bestaat.

Percentage huishoudens tot 101 %

Minimascan Stimulansz stand van zaken per 1 juli 2014.

Bijlage 3: Spelregels maatwerkvoorziening

Bijlage 4: schema berekenen PasWijzernormen vanaf 2015

Gezinssituatie

Leeftijds categorie

norm

Toelichting

gehuwden

23 – 65 jaar

100% WML

Geen wijziging

Alleenstaande ouder

23 – 65 jaar

90% WML

Geen wijziging

alleenstaande

23 -65 jaar

70% WML

Geen wijziging

Bijlage 5: overleg Klantenraad Wwb d.d. 22 januari 2015

Met de klantenraad WWB is gesproken over de effecten en de inzet van positieve en negatieve prikkels om het armoedebeleid (meer) activerend te maken.

Positieve prikkels: het laten doorlopen van de PasWijzer na werkaanvaarding.

  • ·

    In de Participatiewet is activerend. Er worden veel eisen gesteld aan de Participatiewet gerechtigde.

  • ·

    Het doorlopen van de PasWijzer is geen reden om werk te aanvaarden: mensen willen graag uit de bijstand.

De klantenraad geeft aan dat het wegvallen van de PasWijzer mensen niet weerhoudt om werk te aanvaarden.

 

Negatieve prikkels: intrekken van de PasWijzer

  • ·

    Ne bis in idem: niet twee keer straffen voor hetzelfde

  • ·

    Bij het intrekken van de PasWijzer zijn de kinderen de dupe

De WWB klantenraad is geen voorstander van het koppelen van de PasWijzer aan het handhavingsbeleid van Baanbrekers.

 

Algemeen:

  • ·

    De Langstraat gemeenten zouden het armoedebeleid meer op elkaar moeten afstemmen.

  • ·

    Goede communicatie is belangrijk om de doelgroep te bereiken.

 

Bijlage 6: Inkomenseffectrapportage gemeente Waalwijk 2014 KWIZ