Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | SUBSIDIEREGELING LEEFBAARHEID EN BEWONERSPARTICIPATIE DEN HAAG 2015 |
Citeertitel | SUBSIDIEREGELING LEEFBAARHEID EN BEWONERSPARTICIPATIE DEN HAAG 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | RIS 281932 |
De subsidieregeling “Leefbaarheid en bewonersparticipatie” (RIS181168) wordt ingetrokken met ingang van 1 april 2015.
Artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-04-2015 | 01-04-2015 | 29-02-2016 | Nieuwe regeling | 14-04-2015 Publicatie in het gemeenteblad van week 16 van 2015 en met ingang van 16 april 2015 terug te vinden op de site www.denhaag.nl/bestuurlijkestukken , onder risnummer 281932; | PBS/2015.66 RIS 281932 |
Artikel 1:1. Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
-Activiteitenplan: het door het College vastgestelde jaarlijkse activiteitenplan per Stadsdeel, gebaseerd op de vierjaarlijkse door de Raad vastgestelde Stadsdeelplannen;
-Basissubsidie: subsidie voor bewonersorganisaties zoals bedoeld in het Beleidskader subsidiesystematiek bewonersorganisaties (RIS180586);
-Bewonersorganisatie: een organisatie vallend onder het Beleidskader subsidiesystematiek bewonersorganisaties (RIS180586);
-Stadsdeelplan: het door de raad vastgestelde vierjaarlijkse plan per Stadsdeel;
-Wijkbus: personenbus waarmee georganiseerd aanvullend vervoer wordt geboden aan ouderen en gehandicapten.
§ 6. Verplichtingen, verantwoording, vaststelling en voorschot
Onverminderd de artikelen 4:37 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 15 tot en met 18 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014, gelden voor de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:
a. indien de subsidieontvanger voor het uitoefenen van zijn activiteiten huisvesting behoeft en de huisvestingslasten onderdeel uit maken van de te verstrekken subsidie, kan aan de beschikking tot
subsidieverlening de verplichting worden verbonden om de activiteiten van de subsidieontvanger te laten plaatsvinden in of op gemeentelijk vastgoed, voor zover het gemeentelijk vastgoed geschikt is om deze activiteiten uit te oefenen, dan wel daartoe redelijkerwijs geschikt te maken is;
b. indien aan een beschikking tot subsidieverlening de verplichting is verbonden dat de activiteiten van de subsidieontvanger plaatsvinden in of op gemeentelijk vastgoed, kunnen daarbij verplichtingen worden
opgelegd inzake meervoudig of gezamenlijk gebruik van het betreffende gemeentelijke vastgoed;
c. indien de uitoefening van de activiteiten van de subsidieontvanger niet plaatsvindt in of op gemeentelijk vastgoed kan aan de beschikking tot subsidieverlening de verplichting worden verbonden dat de
subsidieontvanger de huisvesting waarin de activiteiten plaatsvinden, in medegebruik geeft of verhuurt aan andere subsidieontvangers van de gemeente teneinde meervoudig of gezamenlijk gebruik van het