Organisatie | Krimpenerwaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening leerlingenvervoer gemeente Krimpenerwaard 2015 |
Citeertitel | Verordening leerlingenvervoer 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp | leerlingenvervoer |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-04-2015 | 01-01-2015 | 24-02-2018 | Nieuwe regeling | 07-04-2015 | 9 |
Artikel 1. Begripsomschrijving
In deze verordening wordt verstaan onder:
reistijd: totale tijdsduur die ligt tussen het verlaten van de woning en de aanvang van de schooldag volgens de schoolgids, minus maximaal 10 minuten, indien en voor zover de leerling het schoolgebouw met bijbehorend terrein gewoonlijk eerder bereikt dan de schoolgids aangeeft, dan wel de totale tijdsduur die ligt tussen het einde van de schooldag volgens de schoolgids en de aankomst bij de woning, plus een eventuele wachttijd voor het openbaar vervoer of maximaal 10 minuten bij gebruikmaking van aangepast vervoer;
vervoer: openbaar vervoer, aangepast vervoer of eigen vervoer tussen de woning dan wel de opstapplaats en de school dat plaatsvindt in aansluiting op het begin en einde van de schooldag volgens de schoolgids, tenzij de structurele handicap van een leerplichtige leerling die aansluiting onmogelijk maakt;
Artikel 2. De door het college noodzakelijk te achten vervoersvoorziening
Indien het college toepassing geeft aan het eerste lid, verlangt zij van de ouders aan wie slechts een gedeeltelijke bekostiging van de vervoerskosten toekomt, betaling van een bijdrage tot ten hoogste het bedrag dat de ouders volgens het bepaalde in deze verordening moeten bijdragen aan de kosten van het vervoer. Weigering tot of nalatigheid in de betaling van de in de vorige volzin bedoelde bijdrage doet de aanspraak op de vervoersvoorziening vervallen.
Artikel 3. Vervoersvoorziening naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school
Een vervoersvoorziening wordt toegekend over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school, tenzij vervoer naar een verder weggelegen school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen en de ouders met het vervoer naar die school schriftelijk instemmen.
Indien ouders een vervoersvoorziening aanvragen voor het bezoeken van een school, die op grotere afstand van de woning is gelegen dan een andere school van dezelfde onderwijssoort, ontstaat slechts aanspraak op een vervoersvoorziening naar eerstgenoemde school als door de ouders schriftelijk wordt verklaard dat zij overwegende bezwaren hebben tegen het openbaar onderwijs dan wel tegen de richting van het onderwijs van alle bijzondere scholen, van de soort waarop de leerling is aangewezen, die dichterbij de woning zijn gelegen.
Artikel 4. Toekenning vervoersvoorziening
Het college bepaalt bij de toekenning van de vervoersvoorziening de wijze en het tijdstip van de verstrekking dan wel de uitbetaling, alsmede de tijdsduur van de toegekende vervoersvoorziening.
Artikel 6. Doorgeven van wijzigingen
Indien de ouders niet voldoen aan het bepaalde in het eerste lid, en het college een wijziging als bedoeld in het tweede lid vaststelt, waardoor blijkt dat ten onrechte een vervoersvoorziening is verstrekt, vervalt de aanspraak op de vervoersvoorziening terstond en kent het college al dan niet opnieuw een vervoersvoorziening toe. Het college deelt zijn besluit schriftelijk mee aan de ouders.
§ 2 Bepalingen omtrent het vervoer van leerlingen van scholen voor primair onderwijs
Artikel 9. Algemene bepalingen omtrent het vervoer van leerlingen van scholen voor primair onderwijs
Artikel 10. Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets
Het college verstrekt aan de ouders van de leerling van 11 jaar of ouder, die een school zoals bedoeld onder artikel 9 bezoekt, bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer dan zes km bedraagt.
Artikel 11. Vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer
Het college verstrekt een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school zoals bedoeld onder artikel 9 bezoekt, indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer dan zes km bedraagt en:
de leerling van 11 jaar of ouder, naar het oordeel van het college, gelet op zijn structurele lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet in staat is om zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik te maken. Het college baseert zijn oordeel op een advies uitgebracht door een door het college aangewezen onafhankelijk adviesorgaan.
Artikel 12. Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die meer dan een leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto afgeleid van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
Indien aanspraak bestaat op een vervoersvoorziening en het college desgewenst toestaat, dan wel van oordeel is, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets, bekostigt het college aan de ouders een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.
Aan de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs, zoals bedoeld in de Wet op het primair onderwijs bezoekt, van wie het inkomen tezamen meer bedraagt dan € 24.300,- wordt slechts bekostiging verstrekt voor zover de kosten van het vervoer van die leerling de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 10 bepaalde afstand te boven gaan.
In geval het college in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doet verzorgen, betalen de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs bezoekt, per leerling per schooljaar een eigen bijdrage die gelijk is aan de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 10 bepaalde afstand, indien het inkomen van de ouders meer bedraagt dan € 24.300,-.
De kosten voor openbaar vervoer, genoemd in het eerste en tweede lid, betreffen de kosten van openbaar vervoer die bij gebruik van de OV-chipkaart of een andere binnen de gemeente geldende OV-betaalmogelijkheid voor de in artikel 10 bepaalde afstand redelijkerwijs zouden worden gemaakt, ongeacht de aanwezigheid van openbaar vervoer of het daadwerkelijk gebruik ervan. Bij het bepalen van de kosten wordt rekening gehouden met de kortingen die voor de leerling binnen het systeem kunnen gelden.
Het bedrag van € 24.300,- genoemd in het eerste en tweede lid, wordt met ingang van 1 januari 2015 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van het voorafgaande jaar en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 450,-. Het aangepaste bedrag treedt in plaats van het in het eerste en tweede lid genoemde bedrag van € 24.300,-.
Artikel 14. Financiële draagkracht
In geval het college in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doet verzorgen, en de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs meer dan 20 km bedraagt, betalen de ouders een van de financiële draagkracht afhankelijke bijdrage tot ten hoogste het bedrag van de kosten van het vervoer.
De inkomensbedragen, genoemd in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 2015 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 500,-.
De bedragen van de eigen bijdrage, bedoeld in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 2015 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het consumentenprijsindexcijfer van de reeks alle huishoudens op het onderdeel vervoersdiensten heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 5,-.
§ 3 Bepalingen omtrent het vervoer van leerlingen van scholen voor voortgezet onderwijs
Artikel 15. Algemene bepalingen omtrent het vervoer van leerlingen van scholen voor voortgezet onderwijs
Artikel 16. Vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer
Het college verstrekt een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoeraan de ouders van de leerling die een school zoals bedoeld onder artikel 15 bezoekt, indien de leerling, naar het oordeel van het college, gelet op zijn structurele lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet in staat is om zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik te maken.
Artikel 17. Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die een leerling zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien aanspraak zou bestaan op een voorziening in de vorm van aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die meer dan een leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto afgeleid van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
§ 4 Bepalingen omtrent weekeinde- en vakantievervoer
Artikel 18. Toekenning vervoersvoorziening voor het weekeinde en de vakantie aan in de gemeente wonende ouders
Met inachtneming van artikel 3 kent het college desgewenst een vervoersvoorziening voor het weekeinde- en vakantievervoer toe aan de in de gemeente wonende ouders van de leerling die, met het oog op het volgen van voor hem passend (voortgezet) speciaal onderwijs in een internaat of pleeggezin verblijft, volgens het bepaalde in deze paragraaf.
Artikel 19. Vervoersvoorziening voor weekeinde en vakantie
Het college kent aan de ouders een vervoersvoorziening toe voor het weekeindevervoer van de leerling voor de, eenmaal per weekeinde gemaakte, reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de weekeinden niet vallen binnen de in het tweede lid bedoelde schoolvakanties.
Het college kent aan de ouders een vervoersvoorziening toe voor het vakantievervoer van de leerling voor de, eenmaal per schoolvakantie van twee dagen of meer, gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de vakantie voorkomt in de schoolgids van de school die de leerling bezoekt.
Artikel 20. Beslissing college in gevallen waarin de regeling niet voorziet
In gevallen, de uitvoering van het leerlingenvervoer betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
Artikel 21. Afwijken van bepalingen
Het college kan in bijzondere gevallen, het vervoer voor onderwijs aangaande, ten gunste van de ouders afwijken van de bepalingen in deze verordening, zonodig na advies te hebben gevraagd aan deskundigen.